Ondanks eigen schuld toch uitkering verzekering
Het is onterecht dat verzekeraars niet meer uitkeren zodra er sprake is van eigen schuld. Er zijn omstandigheden denkbaar waarin een verzekeraar een deel van de schade moet dekken zoals bij meerdere schade-oorzaken of gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid. Dat stelt prof. mr. drs. Marc Hendrikse, bijzonder hoogleraar handelsrecht en verzekeringsrecht bij de faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit, in zijn oratie, getiteld 'Eigen schuld, proportionaliteitsbeginsel en causaliteitstoerekening: een proportionele benadering bij eigen schuld in het (schade)verzekeringsrecht'. Hendrikse houdt zijn inaugurele rede vrijdag 29 april 2011, om 16.00 uur aan de Open Universiteit te Heerlen.
De proportionele benadering gaat uit van een gedeeltelijke uitkering voor de verzekerde, ondanks de eigen schuld. Marc Hendrikse betoogt nu, gebaseerd op deze benadering, dat er drie situaties zijn, waarin een gedeeltelijke uitkering aan de verzekerde terecht is.
In de eerste situatie bepaalt de geestesgesteldheid van de verzekerde het percentage van de uitkering. Het is algemeen aanvaard, dat wanneer een verzekerde volledig ontoerekeningsvatbaar is, deze recht heeft op een volledige uitkering. Het Gerechtshof Leeuwarden heeft echter in 1999 een uitspraak gedaan, dat wanneer een verzekerde gedeeltelijk (on)toerekeningsvatbaar is, hij helemaal geen uitkering ontvangt. Hendrikse betoogt nu dat dit niet terecht was. Net zoals in het strafrecht momenteel geldt, moet een gedeeltelijke toekenning plaatsvinden bij gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid, vindt hij.
De tweede situatie waarin Hendrikse pleit voor gedeeltelijke uitkering, heeft te maken met laakbare (verwerpelijke) en minder laakbare schuld. Hij refereert hierbij aan het 'Kürzungsquotensystem' in het Zwitserse en Duitse recht. Dit gaat uit van een toekenning van uitkering, afhankelijk van de schuldgradatie: bij lichte schuld, wordt het hele bedrag toegekend; bij opzet ontvangt de verzekerde niets; en bij alle gradaties tussen deze twee uitersten, werkt de ernst van de schuld door in het percentage van de uitkering.
En in de derde situatie, gaat Marc Hendrikse ervan uit dat een schade een gevolg is van verscheidene oorzaken, en eigen schuld is er hier één van. 'Een huis kan bijvoorbeeld instorten door een storm - hieraan kan verzekerde niets voorkomen - en slecht onderhoud - hier is sprake van eigen schuld -, zegt Marc. 'Als eigen schuld aan de orde is, doen andere oorzaken er volgens bepaalde auteurs niet meer toe. Dan vindt geen uitkering plaats.' Dat is volgens Hendrikse onterecht. Hij pleit ervoor dat een percentage wordt toegekend aan elk van de oorzaken. Dat kan bijvoorbeeld via computersimulaties. Indien dit onmogelijk is, dienen de percentages gelijkelijk over de diverse oorzaken te worden verdeeld. Afhankelijk van de dekking van die andere oorzaken. Als bijvoorbeeld voor het instorten van het huis drie oorzaken zijn en voor twee ervan, waaronder eigen schuld, is geen dekking en voor de derde oorzaak is wel dekking, dan moet er voor één derde, dus 33,3%, uitkering plaatsvinden.
De proportionele benadering gaat uit van een gedeeltelijke uitkering voor de verzekerde, ondanks de eigen schuld. Marc Hendrikse betoogt nu, gebaseerd op deze benadering, dat er drie situaties zijn, waarin een gedeeltelijke uitkering aan de verzekerde terecht is.
In de eerste situatie bepaalt de geestesgesteldheid van de verzekerde het percentage van de uitkering. Het is algemeen aanvaard, dat wanneer een verzekerde volledig ontoerekeningsvatbaar is, deze recht heeft op een volledige uitkering. Het Gerechtshof Leeuwarden heeft echter in 1999 een uitspraak gedaan, dat wanneer een verzekerde gedeeltelijk (on)toerekeningsvatbaar is, hij helemaal geen uitkering ontvangt. Hendrikse betoogt nu dat dit niet terecht was. Net zoals in het strafrecht momenteel geldt, moet een gedeeltelijke toekenning plaatsvinden bij gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid, vindt hij.
De tweede situatie waarin Hendrikse pleit voor gedeeltelijke uitkering, heeft te maken met laakbare (verwerpelijke) en minder laakbare schuld. Hij refereert hierbij aan het 'Kürzungsquotensystem' in het Zwitserse en Duitse recht. Dit gaat uit van een toekenning van uitkering, afhankelijk van de schuldgradatie: bij lichte schuld, wordt het hele bedrag toegekend; bij opzet ontvangt de verzekerde niets; en bij alle gradaties tussen deze twee uitersten, werkt de ernst van de schuld door in het percentage van de uitkering.
En in de derde situatie, gaat Marc Hendrikse ervan uit dat een schade een gevolg is van verscheidene oorzaken, en eigen schuld is er hier één van. 'Een huis kan bijvoorbeeld instorten door een storm - hieraan kan verzekerde niets voorkomen - en slecht onderhoud - hier is sprake van eigen schuld -, zegt Marc. 'Als eigen schuld aan de orde is, doen andere oorzaken er volgens bepaalde auteurs niet meer toe. Dan vindt geen uitkering plaats.' Dat is volgens Hendrikse onterecht. Hij pleit ervoor dat een percentage wordt toegekend aan elk van de oorzaken. Dat kan bijvoorbeeld via computersimulaties. Indien dit onmogelijk is, dienen de percentages gelijkelijk over de diverse oorzaken te worden verdeeld. Afhankelijk van de dekking van die andere oorzaken. Als bijvoorbeeld voor het instorten van het huis drie oorzaken zijn en voor twee ervan, waaronder eigen schuld, is geen dekking en voor de derde oorzaak is wel dekking, dan moet er voor één derde, dus 33,3%, uitkering plaatsvinden.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.