Vier jaar gevangenisstraf voor beleggingsfraude
De rechtbank Amsterdam heeft Gert Port die ruim 1100 beleggers ertoe heeft gebracht om in totaal voor ongeveer 22 miljoen euro te beleggen in een door hem bedacht project in de Dominicaanse Republiek veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar.
Het project is nooit van de grond gekomen en te verwachten valt dat de beleggers van hun inleg maar een deel zullen terugontvangen. De man heeft de beleggers lange tijd aan het lijntje gehouden om te verhullen dat hij een groot deel van het geld naar eigen goeddunken had uitgegeven voor geheel andere doeleinden dan waarvoor het was ingelegd. Om te voorkomen dat beleggers hun inleg zouden terugvragen, heeft hij hun nieuwe contracten aangeboden onder het voorwendsel dat het project was gestart. Hij heeft een deel van hun geld verduisterd en met de opbrengst daarvan een luxe bestaan in de Dominicaanse Republiek bekostigd. Verder heeft hij het toezicht van de AFM ontdoken dat er juist voor is bedoeld om beleggers te beschermen tegen malafide praktijken als de onderhavige.
De rechtbank legt een lagere straf op dan de vijf jaar die de officier van justitie had gevorderd vooral omdat de man meer dan twee jaar jaar in voorarrest heeft gezeten en daardoor uitzonderlijk lang het aanmerkelijk zwaardere regime van een Huis van Bewaring heeft moeten ondergaan dan het geval zou zijn geweest, indien hij eerder naar een gewone gevangenis zou zijn overgebracht.
Een groot aantal beleggers heeft schadevergoeding gevorderd. Het merendeel van die vorderingen wijst de rechtbank toe, tot een totaal van ruim acht miljoen euro. Daaraan verbindt de rechtbank de zogenoemde schadevergoedingsmaatregel. Dat houdt in dat de Staat gemachtigd wordt om het genoemde bedrag voor de beleggers te innen en dat de veroordeelde bij niet betaling nog eens een jaar kan worden vastgezet.
De rechtbank zet ten slotte een eerder voor een soortgelijk vergrijp tegen de financiële toezichtwetgeving opgelegde voorwaardelijke straf van vier maanden om in een onvoorwaardelijke.
Het project is nooit van de grond gekomen en te verwachten valt dat de beleggers van hun inleg maar een deel zullen terugontvangen. De man heeft de beleggers lange tijd aan het lijntje gehouden om te verhullen dat hij een groot deel van het geld naar eigen goeddunken had uitgegeven voor geheel andere doeleinden dan waarvoor het was ingelegd. Om te voorkomen dat beleggers hun inleg zouden terugvragen, heeft hij hun nieuwe contracten aangeboden onder het voorwendsel dat het project was gestart. Hij heeft een deel van hun geld verduisterd en met de opbrengst daarvan een luxe bestaan in de Dominicaanse Republiek bekostigd. Verder heeft hij het toezicht van de AFM ontdoken dat er juist voor is bedoeld om beleggers te beschermen tegen malafide praktijken als de onderhavige.
De rechtbank legt een lagere straf op dan de vijf jaar die de officier van justitie had gevorderd vooral omdat de man meer dan twee jaar jaar in voorarrest heeft gezeten en daardoor uitzonderlijk lang het aanmerkelijk zwaardere regime van een Huis van Bewaring heeft moeten ondergaan dan het geval zou zijn geweest, indien hij eerder naar een gewone gevangenis zou zijn overgebracht.
Een groot aantal beleggers heeft schadevergoeding gevorderd. Het merendeel van die vorderingen wijst de rechtbank toe, tot een totaal van ruim acht miljoen euro. Daaraan verbindt de rechtbank de zogenoemde schadevergoedingsmaatregel. Dat houdt in dat de Staat gemachtigd wordt om het genoemde bedrag voor de beleggers te innen en dat de veroordeelde bij niet betaling nog eens een jaar kan worden vastgezet.
De rechtbank zet ten slotte een eerder voor een soortgelijk vergrijp tegen de financiële toezichtwetgeving opgelegde voorwaardelijke straf van vier maanden om in een onvoorwaardelijke.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.