Nederlandse financiële stabiliteit zorgwekkend
Het vooruitzicht voor de Nederlandse financiële stabiliteit is zorgwekkend en vraagt veel van beleidsmakers en instellingen. Dat zegt DNB. De Europese schuldencrisis en wereldwijd tegenvallende economische groei zijn op dit moment de grootste bedreigingen. In Nederland maakt de grote hypotheekschuld huishoudens en banken kwetsbaar voor schokken. Systeemrelevante banken in Nederland moeten hun weerbaarheid vergroten.
De Nederlandse hypotheekschuld is te groot: dit maakt huishoudens en banken kwetsbaar.
Systeemrelevante banken moeten zich voorbereiden op de invoering van specifieke eisen, waaronder het opbouwen van een additionele kapitaalbuffer en het ontwikkelen van herstelplannen.
Investeerders twijfelen nu openlijk aan de schuldpositie van enkele grote Europese landen. In nagenoeg alle Europese landen verslechteren de overheidsfinanciën en er is een gevaarlijke wisselwerking ontstaan tussen de soliditeit van de financiële sector, die van overheden, en verslechterende groeivooruitzichten. Door afbrokkelend vertrouwen van beleggers en consumenten neemt de kans op een dubbeledip-scenario of een langdurige periode van lage groei toe, ook in Nederland. Tegen deze achtergrond is het van groot belang de afspraken van de recente Eurotop snel en voortvarend in concrete actie om te zetten.
De Nederlandse huizenmarkt functioneert stroef. Dalende huizenprijzen vergroten de financiële risico’s voor huishoudens en banken. Huishoudens hebben met 128% van het bbp vrijwel de hoogste schuldpositie ter wereld, met hoge loan to value-ratio’s (de omvang van de lening ten opzichte van de waarde van het onderpand). Zij zijn daardoor kwetsbaar. Banken kunnen de grote hypothecaire kredietportefeuille maar ten dele financieren met spaargeld en zijn daarom afhankelijk van marktfinanciering. Door vertrouwensverlies in het eurogebied staat marktfinanciering onder druk.
De hoge hypotheekschuld in Nederland houdt verband met het heersende fiscale regime, dat huishoudens aanzet tot maximaal lenen en minimaal aflossen. Eerder dit jaar zijn goede stappen gezet met normafspraken voor een maximale hypotheek van 106 procent. In logisch vervolg hierop zouden aflossingsvrije hypotheken moeten worden ontmoedigd. Zo zou bij de bepaling van de maximale hypotheekrenteaftrek kunnen worden uitgegaan van een fictief aflossingsschema. Rentebetalingen gedurende de looptijd van de lening worden dan geleidelijk aan minder fiscaal aftrekbaar, waarmee het aantrekkelijker wordt ook daadwerkelijk steeds meer af te lossen.
Een gunstige ontwikkeling is dat Nederlandse banken sinds het begin van de crisis de kapitaalpositie aanzienlijk hebben verbeterd, onder druk van de markt en vanwege hogere toezichteisen. Positief is dat banken dit voor een groot deel konden realiseren door het inhouden van gemaakte winst. Deze vorm van bufferopbouw voldoet bovendien aan hoge, door Bazel III gestelde, kwaliteitseisen.
Nederland heeft een grote financiële sector die past bij de open economie, maar de omvang brengt ook risico’s met zich mee. Om de weerbaarheid van het financiële stelsel verder te vergroten willen het ministerie van Financiën en DNB dat systeemrelevante banken in Nederland zich voorbereiden op specifieke eisen, waaronder het opbouwen van een additionele kapitaalbuffer en het ontwikkelen van herstelplannen. DNB wil de afwikkelbaarheid van systeemrelevante banken verbeteren. Voor deze instellingen zal een resolutieplan worden opgesteld dat erin moet voorzien dat, mochten zij in problemen geraken, vitale functies overeind kunnen worden gehouden. Ook moet een dergelijk plan de risico’s voor de belastingbetaler beperken en besmettingseffecten indammen.
De Nederlandse hypotheekschuld is te groot: dit maakt huishoudens en banken kwetsbaar.
Systeemrelevante banken moeten zich voorbereiden op de invoering van specifieke eisen, waaronder het opbouwen van een additionele kapitaalbuffer en het ontwikkelen van herstelplannen.
Investeerders twijfelen nu openlijk aan de schuldpositie van enkele grote Europese landen. In nagenoeg alle Europese landen verslechteren de overheidsfinanciën en er is een gevaarlijke wisselwerking ontstaan tussen de soliditeit van de financiële sector, die van overheden, en verslechterende groeivooruitzichten. Door afbrokkelend vertrouwen van beleggers en consumenten neemt de kans op een dubbeledip-scenario of een langdurige periode van lage groei toe, ook in Nederland. Tegen deze achtergrond is het van groot belang de afspraken van de recente Eurotop snel en voortvarend in concrete actie om te zetten.
De Nederlandse huizenmarkt functioneert stroef. Dalende huizenprijzen vergroten de financiële risico’s voor huishoudens en banken. Huishoudens hebben met 128% van het bbp vrijwel de hoogste schuldpositie ter wereld, met hoge loan to value-ratio’s (de omvang van de lening ten opzichte van de waarde van het onderpand). Zij zijn daardoor kwetsbaar. Banken kunnen de grote hypothecaire kredietportefeuille maar ten dele financieren met spaargeld en zijn daarom afhankelijk van marktfinanciering. Door vertrouwensverlies in het eurogebied staat marktfinanciering onder druk.
De hoge hypotheekschuld in Nederland houdt verband met het heersende fiscale regime, dat huishoudens aanzet tot maximaal lenen en minimaal aflossen. Eerder dit jaar zijn goede stappen gezet met normafspraken voor een maximale hypotheek van 106 procent. In logisch vervolg hierop zouden aflossingsvrije hypotheken moeten worden ontmoedigd. Zo zou bij de bepaling van de maximale hypotheekrenteaftrek kunnen worden uitgegaan van een fictief aflossingsschema. Rentebetalingen gedurende de looptijd van de lening worden dan geleidelijk aan minder fiscaal aftrekbaar, waarmee het aantrekkelijker wordt ook daadwerkelijk steeds meer af te lossen.
Een gunstige ontwikkeling is dat Nederlandse banken sinds het begin van de crisis de kapitaalpositie aanzienlijk hebben verbeterd, onder druk van de markt en vanwege hogere toezichteisen. Positief is dat banken dit voor een groot deel konden realiseren door het inhouden van gemaakte winst. Deze vorm van bufferopbouw voldoet bovendien aan hoge, door Bazel III gestelde, kwaliteitseisen.
Nederland heeft een grote financiële sector die past bij de open economie, maar de omvang brengt ook risico’s met zich mee. Om de weerbaarheid van het financiële stelsel verder te vergroten willen het ministerie van Financiën en DNB dat systeemrelevante banken in Nederland zich voorbereiden op specifieke eisen, waaronder het opbouwen van een additionele kapitaalbuffer en het ontwikkelen van herstelplannen. DNB wil de afwikkelbaarheid van systeemrelevante banken verbeteren. Voor deze instellingen zal een resolutieplan worden opgesteld dat erin moet voorzien dat, mochten zij in problemen geraken, vitale functies overeind kunnen worden gehouden. Ook moet een dergelijk plan de risico’s voor de belastingbetaler beperken en besmettingseffecten indammen.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.