Nederlandse particulieren, bedrijven en instellingen spelen een belangrijke rol in microfinanciering. Er gaat wereldwijd naar schatting 80 miljard dollar om in deze sector. Hiervan wordt 25 miljard dollar gefinancierd door buitenlandse investeerders en dit groeit naar verwachting dit jaar met 4 procent. Het Nederlandse aandeel in de grensoverschrijdende microkredietverlening is met 2,1 miljard dollar groot (8,4 procent). Investeerders hebben zelfs een marktaandeel van 25 procent wat veel hoger is dan Nederlandse donoren. Dit blijkt uit het rapport ‘A Billion to Gain?’ van ING Economisch Bureau.
Het eerste exemplaar van dit rapport is op dinsdagochtend 6 maart door Nick Jue, bestuursvoorzitter van ING Nederland, aangeboden aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden tijdens een bijeenkomst in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Het rapport maakt de bijdrage van de Nederlandse partijen in microfinanciering inzichtelijk en is tot stand gekomen in een samenwerkingsverband van de ING, het Nederlands Platform voor Microfinanciering (NPM) en de Rijksuniversiteit van Groningen.
Uit het rapport blijkt dat de wereldwijde microfinancieringssector blijft groeien. De Nederlandse bijdrage in de microfinancieringssector, historisch gezien van groot belang, heeft zich gedurende haar lange geschiedenis altijd gericht op met name de allerarmsten. De leden van het NPM richten zich in vergelijking met andere buitenlandse investeerders actiever op de lage-inkomens landen. Bovendien investeren Nederlandse partijen vaker direct in Microfinancierings Instellingen dan buitenlandse partijen. Het vergroten van de toegang tot financiële diensten, evenals het uitbreiden van producten voor lagere inkomens zijn daarbij twee belangrijke pijlers van de Nederlandse investeringen in microfinanciering.
Toegang tot financiële dienstverlening
Nick Jue benadrukte in zijn openingswoord het belang dat microfinanciering heeft voor de economische ontplooiing van individuen en samenlevingen. Microfinanciering bereikt naar schatting wereldwijd circa 190 miljoen mensen, die hierdoor toegang hebben tot financiële dienstverlening. ING startte in 2004 met de eerste leningen aan microfinancieringsinstellingen en bedient via microfinanciering 400.000 mensen. Daarnaast biedt ING haar werknemers aan om te participeren in één van de vele initiatieven en biedt het de kennis en expertise van haar werknemers actief aan Microfinanciering ondernemers aan.
Het rapport geeft ook inzicht in de verschillende Nederlandse spelers in de microfinanciering en hun motieven en keuzes. Tijdens workshops in de ochtend werden belangrijke ontwikkelingen in de sector door internationale professionals in microfinanciering besproken, zoals de afbouw van ontwikkelingshulp, de commercialisering van de sector, het juridisch kader en de behoefte aan transparantie.
In de laatste jaren is microfinanciering geraakt door de financiële crisis en kritiek op de commercialisering van de sector. Nu overheidsbudgetten in ontwikkelde landen onder druk staan, stelde hij dat er meer aandacht moet komen voor het mobiliseren van binnenlandse besparingen in de donorlanden zelf. “Alleen zo kan de sector haar doel bereiken om de vele miljoenen armen toegang te geven tot financiële diensten.”
Ten slotte werd bediscussieerd hoe de Nederlandse microfinancieringssector haar leidende rol wereldwijd kan benutten om de sector te versterken. Het rapport en de discussies van deze dag markeren een goed startpunt voor de Nederlandse investeerders in microfinanciering voor verdere samenwerking, realiserend dat toegang tot financiële dienstverlening sterk kan bijdragen aan sociale en economische ontwikkeling wereldwijd.
Het eerste exemplaar van dit rapport is op dinsdagochtend 6 maart door Nick Jue, bestuursvoorzitter van ING Nederland, aangeboden aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden tijdens een bijeenkomst in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Het rapport maakt de bijdrage van de Nederlandse partijen in microfinanciering inzichtelijk en is tot stand gekomen in een samenwerkingsverband van de ING, het Nederlands Platform voor Microfinanciering (NPM) en de Rijksuniversiteit van Groningen.
Uit het rapport blijkt dat de wereldwijde microfinancieringssector blijft groeien. De Nederlandse bijdrage in de microfinancieringssector, historisch gezien van groot belang, heeft zich gedurende haar lange geschiedenis altijd gericht op met name de allerarmsten. De leden van het NPM richten zich in vergelijking met andere buitenlandse investeerders actiever op de lage-inkomens landen. Bovendien investeren Nederlandse partijen vaker direct in Microfinancierings Instellingen dan buitenlandse partijen. Het vergroten van de toegang tot financiële diensten, evenals het uitbreiden van producten voor lagere inkomens zijn daarbij twee belangrijke pijlers van de Nederlandse investeringen in microfinanciering.
Toegang tot financiële dienstverlening
Nick Jue benadrukte in zijn openingswoord het belang dat microfinanciering heeft voor de economische ontplooiing van individuen en samenlevingen. Microfinanciering bereikt naar schatting wereldwijd circa 190 miljoen mensen, die hierdoor toegang hebben tot financiële dienstverlening. ING startte in 2004 met de eerste leningen aan microfinancieringsinstellingen en bedient via microfinanciering 400.000 mensen. Daarnaast biedt ING haar werknemers aan om te participeren in één van de vele initiatieven en biedt het de kennis en expertise van haar werknemers actief aan Microfinanciering ondernemers aan.
Het rapport geeft ook inzicht in de verschillende Nederlandse spelers in de microfinanciering en hun motieven en keuzes. Tijdens workshops in de ochtend werden belangrijke ontwikkelingen in de sector door internationale professionals in microfinanciering besproken, zoals de afbouw van ontwikkelingshulp, de commercialisering van de sector, het juridisch kader en de behoefte aan transparantie.
In de laatste jaren is microfinanciering geraakt door de financiële crisis en kritiek op de commercialisering van de sector. Nu overheidsbudgetten in ontwikkelde landen onder druk staan, stelde hij dat er meer aandacht moet komen voor het mobiliseren van binnenlandse besparingen in de donorlanden zelf. “Alleen zo kan de sector haar doel bereiken om de vele miljoenen armen toegang te geven tot financiële diensten.”
Ten slotte werd bediscussieerd hoe de Nederlandse microfinancieringssector haar leidende rol wereldwijd kan benutten om de sector te versterken. Het rapport en de discussies van deze dag markeren een goed startpunt voor de Nederlandse investeerders in microfinanciering voor verdere samenwerking, realiserend dat toegang tot financiële dienstverlening sterk kan bijdragen aan sociale en economische ontwikkeling wereldwijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.