Stichting Gedupeerden Easy Life daagt de Autoriteit Financiƫle Markten, De
Nederlandsche Bank en het Openbaar Ministerie voor de rechter in de Easy Life
zaak. "AFM, DNB en OM zijn ronduit nalatig geweest in deze zaak," zegt
stichtingsadvocaat Rob Silvertand. "Zij wisten al van de oplichting toen nog
maar weinig mensen geld in Easy Life hadden gestoken. Door dat niet op dat
moment naar buiten te brengen, hebben nog eens rond de 480 mensen hun vaak
zuurverdiende euro's belegd. Een bedrag van maar liefst EUR 41 miljoen, geld van
modale gezinnen, is zo volgens onze berekeningen in rook opgegaan."
De dagvaardingen in deze collectieve procedure zijn net voor het weekeinde bij de drie organisaties bezorgd. Daarin betoogt de Stichting -in de volksmond STELG genoemd- dat de AFM, DNB en het Openbaar Ministerie veel te laat in actie zijn gekomen in de Easy Life zaak. Ondanks vroegtijdige kennis van de fraude heeft het zo'n twee en een half jaar geduurd voordat Justitie uiteindelijk eind 2008 ingreep. Hadden de drie instanties de bevoegdheden gebruikt die ze volgens de wet hebben om te waarschuwen, dan hadden zij veel leed kunnen voorkomen.
De inleg van de honderden beleggers in Easy Life is in totaal zo'n 42 miljoen euro. Geld dat de verdachte directeuren in deze zaak, John W. en Frans O., zouden investeren in Amerikaanse levensverzekeringen met een hoog rendement. In werkelijkheid is deze belofte niet of nauwelijks uitgevoerd en is het geld verdwenen. Beide directeuren, die op dit moment terecht staan, leefden op zeer grote voet. Bij hun arrestatie heeft justitie een extreem duur wagenpark, prestigieus onroerend goed en andere luxe speeltjes in beslag genomen.
Tot nu toe wijzen AFM, DNB en OM iedere aansprakelijkheid af. STELG eist nu in een civiele zaak dat de drie overheidsinstanties alsnog verantwoordelijkheid nemen voor hun inadequate optreden in de Easy Life zaak en de gedupeerden compenseren. Het gaat daarbij vooral om gewone gezinnen met een modaal inkomen. Zij leven door de effecten van de fraude vaak in stille armoede en schamen zich om erover te spreken. Aan de inleg hebben de meesten al hun spaargeld besteed, dan wel een hogere hypotheek op hun huis genomen.
De rechtszaak is een eerste stap in een lang proces. Als de rechter de Stichting in het gelijk stelt, volgen nog individuele procedures. Uitspraak in een collectieve zaak zoals deze kan in Nederland niet rechtstreeks leiden tot een schadevergoeding voor individuele gedupeerden.
De dagvaardingen in deze collectieve procedure zijn net voor het weekeinde bij de drie organisaties bezorgd. Daarin betoogt de Stichting -in de volksmond STELG genoemd- dat de AFM, DNB en het Openbaar Ministerie veel te laat in actie zijn gekomen in de Easy Life zaak. Ondanks vroegtijdige kennis van de fraude heeft het zo'n twee en een half jaar geduurd voordat Justitie uiteindelijk eind 2008 ingreep. Hadden de drie instanties de bevoegdheden gebruikt die ze volgens de wet hebben om te waarschuwen, dan hadden zij veel leed kunnen voorkomen.
De inleg van de honderden beleggers in Easy Life is in totaal zo'n 42 miljoen euro. Geld dat de verdachte directeuren in deze zaak, John W. en Frans O., zouden investeren in Amerikaanse levensverzekeringen met een hoog rendement. In werkelijkheid is deze belofte niet of nauwelijks uitgevoerd en is het geld verdwenen. Beide directeuren, die op dit moment terecht staan, leefden op zeer grote voet. Bij hun arrestatie heeft justitie een extreem duur wagenpark, prestigieus onroerend goed en andere luxe speeltjes in beslag genomen.
Tot nu toe wijzen AFM, DNB en OM iedere aansprakelijkheid af. STELG eist nu in een civiele zaak dat de drie overheidsinstanties alsnog verantwoordelijkheid nemen voor hun inadequate optreden in de Easy Life zaak en de gedupeerden compenseren. Het gaat daarbij vooral om gewone gezinnen met een modaal inkomen. Zij leven door de effecten van de fraude vaak in stille armoede en schamen zich om erover te spreken. Aan de inleg hebben de meesten al hun spaargeld besteed, dan wel een hogere hypotheek op hun huis genomen.
De rechtszaak is een eerste stap in een lang proces. Als de rechter de Stichting in het gelijk stelt, volgen nog individuele procedures. Uitspraak in een collectieve zaak zoals deze kan in Nederland niet rechtstreeks leiden tot een schadevergoeding voor individuele gedupeerden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.