Het is goed om te zien dat de nieuwe president Jim Yong Kim de modernisering van de Wereldbank serieus oppakt. Dat zei staatssecretaris Ben Knapen zaterdag tijdens de Jaarvergadering van de ontwikkelingsbank.
Knapen benadrukte dat het belangrijk is om bij de besteding van het geld rekening te houden met de veranderde verhoudingen in de wereld en hij kwam op voor de positie van fragiele staten, zoals Zuid Soedan en Jemen.
Nederland besteedt jaarlijks ruim 300 miljoen euro aan de bank waar ontwikkelingslanden kunnen aankloppen voor investeringskapitaal en leningen. De voorwaarden van die leningen zijn in grote mate afhankelijk van de inkomenspositie van die landen. Waar in 1969 het merendeel van de geldstromen naar arme landen afkomstig was van overheden in rijke landen, is dat nu nog maar 14 procent. Steeds meer geldstromen lopen via de private sector en nieuwe donoren. Daarom is het volgens Knapen belangrijk om meer gezamenlijk met deze nieuwe spelers op te trekken. Daarnaast zijn er steeds meer middeninkomenslanden zoals India, waar nog wel veel arme mensen wonen.
Eind volgend jaar moet worden besloten of die landen nog voor de meest voordelige voorwaarden bij de bank mogen aankloppen en of de bank de focus van haar doelen moet aanpassen.
In Tokio kwam daarbij de vraag aan de orde of de Wereldbank zich meer moet richten op arme mensen in plaats van arme landen en of zij zich meer bezig moet houden met publieke mondiale onderwerpen die niet aan landsgrenzen zijn gebonden, zoals klimaat.
Volgens de staatssecretaris moeten de duurzaamheidsdoelen onderdeel worden van de nieuwe internationale afspraken die de millenniumdoelen na 2015 vervangen. 'Het is goed dat de Wereldbank zich hier ook over buigt, maar de ambities om deze mondiale publieke goederen op te nemen moeten er niet toe leiden dat de Wereldbank zich niet hard blijft inspannen voor de fragiele staten.' Uit de laatste rapportages over de internationaal afgesproken millenniumdoelen om armoede te bestrijden blijkt dat met name deze landen het minste vooruitgang hebben geboekt. Nederland was een van de initiatiefnemers van een nieuwe strategie voor deze landen. Knapen prees Kim voor het feit dat hij in Tokio en marge van de jaarvergadering uitgebreid de tijd nam om met vertegenwoordigers van de fragiele staten te spreken. 'Het is verfrissend om te zien hoe hij te werk gaat en de deuren van de Wereldbank opent.'
Knapen benadrukte dat het belangrijk is om bij de besteding van het geld rekening te houden met de veranderde verhoudingen in de wereld en hij kwam op voor de positie van fragiele staten, zoals Zuid Soedan en Jemen.
Nederland besteedt jaarlijks ruim 300 miljoen euro aan de bank waar ontwikkelingslanden kunnen aankloppen voor investeringskapitaal en leningen. De voorwaarden van die leningen zijn in grote mate afhankelijk van de inkomenspositie van die landen. Waar in 1969 het merendeel van de geldstromen naar arme landen afkomstig was van overheden in rijke landen, is dat nu nog maar 14 procent. Steeds meer geldstromen lopen via de private sector en nieuwe donoren. Daarom is het volgens Knapen belangrijk om meer gezamenlijk met deze nieuwe spelers op te trekken. Daarnaast zijn er steeds meer middeninkomenslanden zoals India, waar nog wel veel arme mensen wonen.
Eind volgend jaar moet worden besloten of die landen nog voor de meest voordelige voorwaarden bij de bank mogen aankloppen en of de bank de focus van haar doelen moet aanpassen.
In Tokio kwam daarbij de vraag aan de orde of de Wereldbank zich meer moet richten op arme mensen in plaats van arme landen en of zij zich meer bezig moet houden met publieke mondiale onderwerpen die niet aan landsgrenzen zijn gebonden, zoals klimaat.
Volgens de staatssecretaris moeten de duurzaamheidsdoelen onderdeel worden van de nieuwe internationale afspraken die de millenniumdoelen na 2015 vervangen. 'Het is goed dat de Wereldbank zich hier ook over buigt, maar de ambities om deze mondiale publieke goederen op te nemen moeten er niet toe leiden dat de Wereldbank zich niet hard blijft inspannen voor de fragiele staten.' Uit de laatste rapportages over de internationaal afgesproken millenniumdoelen om armoede te bestrijden blijkt dat met name deze landen het minste vooruitgang hebben geboekt. Nederland was een van de initiatiefnemers van een nieuwe strategie voor deze landen. Knapen prees Kim voor het feit dat hij in Tokio en marge van de jaarvergadering uitgebreid de tijd nam om met vertegenwoordigers van de fragiele staten te spreken. 'Het is verfrissend om te zien hoe hij te werk gaat en de deuren van de Wereldbank opent.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.