De overheid brengt geregeld burgers in ernstige financiële problemen door onverhoeds geld op te eisen, zegt de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer in ZEMBLA over zijn rapport 'In het krijt bij de overheid'. Overheden zoals gemeenten, Belastingdienst, UWV, en CJIB, gaan ieder hun eigen weg als het gaat om invorderen, verrekenen en terugvorderen. Bijna één op de tien huishoudens, 693.000 personen, kan niet zonder hulp van problematische schulden afkomen.
Brenninkmeijer: 'De ene hand van de overheid weet vaak niet wat de andere doet, sterker nog, trekt zich daar niets van aan.' Elke organisatie confronteert de burger met andere invorderingsregimes (termijnen en boetes), zonder op de effecten van elkaars acties te letten. Zelfs binnen een organisatie als de Belastingdienst zijn er verschillende regimes (inkomstenbelasting en toeslagen).
De laatste jaren hebben overheidsinstanties steeds ingrijpender bevoegdheden gekregen voor het innen van schulden zelfs als het geen boetes zijn. 'Belastingdienst en gemeenten mogen net als het CJIB zonder rekening te houden met de beslagvrije voet, direct geld van iemands bankrekening halen', aldus de ombudsman. Ook wijst hij op de starre invordering van verkeersboetes (Wet Mulder), na acht weken worden de – toch al hoge - boetes - verhoogd met 50% en vervolgens met 100% over het geheel.
Sommige knelpunten zijn niet op te lossen door de uitvoeringsinstanties en gemeenten afzonderlijk, maar vragen om actie van de wetgever en het kabinet. Daarom spreekt de ombudsman de ministers voor Wonen en Rijksdienst, SZW, Veiligheid en Justitie, VWS en Financiën aan. Hij beveelt hen dringend aan om meer samen te werken en te coördineren, Alleen op die manier kan het oplopen van schulden worden voorkomen of , als ze zijn ontstaan, effectief worden aangepakt.
De overheid is de belangrijkste schuldeiser van Nederland. Vrijwel elke burger heeft te maken met de overheid als schuldeiser. Zo gaat het om boetes bij CJIB, studieschulden bij DUO, terugbetalingen van toeslagen aan de Belastingdienst en terugbetalingen van uitkeringen aan SVB, UWV, CAK en gemeenten en boetes van het CVZ (zorgverzekeringen). In een rondetafelconferentie heeft hij met verschillende van deze organisaties gesproken, die het probleem herkennen. In zijn spelregels voor al die overheden zegt de ombudsman dat zij de beslagvrije voet moeten beschermen, mee moeten werken aan schuldhulpverlening en flexibel moeten zijn bij betalingsregelingen en eventueel moeten kwijtschelden. Ook vindt hij dat als (dwang)vorderingen worden uitbesteed aan een deurwaarder, de overheid behoorlijke afspraken moet maken over hun werkwijze.
Brenninkmeijer: 'De ene hand van de overheid weet vaak niet wat de andere doet, sterker nog, trekt zich daar niets van aan.' Elke organisatie confronteert de burger met andere invorderingsregimes (termijnen en boetes), zonder op de effecten van elkaars acties te letten. Zelfs binnen een organisatie als de Belastingdienst zijn er verschillende regimes (inkomstenbelasting en toeslagen).
De laatste jaren hebben overheidsinstanties steeds ingrijpender bevoegdheden gekregen voor het innen van schulden zelfs als het geen boetes zijn. 'Belastingdienst en gemeenten mogen net als het CJIB zonder rekening te houden met de beslagvrije voet, direct geld van iemands bankrekening halen', aldus de ombudsman. Ook wijst hij op de starre invordering van verkeersboetes (Wet Mulder), na acht weken worden de – toch al hoge - boetes - verhoogd met 50% en vervolgens met 100% over het geheel.
Sommige knelpunten zijn niet op te lossen door de uitvoeringsinstanties en gemeenten afzonderlijk, maar vragen om actie van de wetgever en het kabinet. Daarom spreekt de ombudsman de ministers voor Wonen en Rijksdienst, SZW, Veiligheid en Justitie, VWS en Financiën aan. Hij beveelt hen dringend aan om meer samen te werken en te coördineren, Alleen op die manier kan het oplopen van schulden worden voorkomen of , als ze zijn ontstaan, effectief worden aangepakt.
De overheid is de belangrijkste schuldeiser van Nederland. Vrijwel elke burger heeft te maken met de overheid als schuldeiser. Zo gaat het om boetes bij CJIB, studieschulden bij DUO, terugbetalingen van toeslagen aan de Belastingdienst en terugbetalingen van uitkeringen aan SVB, UWV, CAK en gemeenten en boetes van het CVZ (zorgverzekeringen). In een rondetafelconferentie heeft hij met verschillende van deze organisaties gesproken, die het probleem herkennen. In zijn spelregels voor al die overheden zegt de ombudsman dat zij de beslagvrije voet moeten beschermen, mee moeten werken aan schuldhulpverlening en flexibel moeten zijn bij betalingsregelingen en eventueel moeten kwijtschelden. Ook vindt hij dat als (dwang)vorderingen worden uitbesteed aan een deurwaarder, de overheid behoorlijke afspraken moet maken over hun werkwijze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.