Lokale overheden hebben renterisico’s voor leningen van in totaal 2,45 miljard euro met derivaten afgedekt. Dat blijkt uit een overzicht van minister Plasterk. Praktisch alle lokale overheden hebben derivaten in de boeken met een negatieve marktwaarde. Oorzaak is de continue daling van de variabele rente in de afgelopen jaren. Desondanks is het onnodig ons hierover zorgen te maken. Dat zegt Victor Macrae, financieel specialist en expert op het gebied van renterisicomanagement. Het betreft 43 gemeenten, waterschappen, provincies en bedrijven in handen van lokale overheden. De commotie is onnodig omdat de lokale overheden precies zullen hebben doorgerekend dat ze in staat zijn de toekomstige rentelasten te kunnen betalen.
Dat zit zo. Als een lokale overheid een lening aantrekt met een variabele rente, kan ze ervoor kiezen deze variabele rente te houden of de rente vast te leggen middels een swap. Bij een variabele rente kan geprofiteerd worden van een dalende rente, de jaarlijkse rentelasten worden dan lager. Echter, de variabele rente kan ook stijgen. Dat kan leiden tot financiële problemen. Als de lokale overheid het risico van een stijgende rente wil uitsluiten, kan ze een swap afsluiten waardoor ze de variabele rente ruilt voor een vaste rente. Daardoor weet ze van tevoren precies hoeveel rente ze jaarlijks moet betalen. Hierdoor moet je er vanuit kunnen gaan dat de vooraf bekende toekomstige rentelasten door de overheid vooraf zijn doorgerekend en dat ze passen in de meerjarenplanning. Dat de lokale overheden met de wetenschap van nu beter af waren geweest met een variabele rente, is kennis achteraf en is ze niet aan te rekenen. Ze hebben juist voor zekerheid gekozen door een swap aan te gaan. Voor 33 van de 43 lokale overheden is hiermee de kous af. Voor de 10 lokale overheden met een bijstortingsverplichting liggen de zaken misschien anders. Zij moeten over voldoende liquide middelen beschikken om aan de bank in onderpand te geven. Als hiermee vooraf rekening is gehouden, is dat geen probleem. Is dit niet het geval, kan een liquiditeitstekort ontstaan.
Het overzicht van minister Plasterk roept wel wat vragen op, zoals: Waarom wordt niet de marktwaarde van derivaten zonder bijstortverplichtingen of bijzondere ontbindende voorwaarden opgenomen? Nu lijkt het bewust weggelaten en dat roept vragen op. Waarom wordt niet de nominale waarde van de derivaten weergegeven? Ervan uitgaande dat lokale overheden niet speculeren met derivaten door ongedekte posities aan te gaan, zal de nominale waarde daarom waarschijnlijk maximaal €2,45 miljard zijn. Een ongebruikelijk derivaat is de receiver swap van de gemeente Groesbeek. Wat is hiervan de achtergrond? Tot slot, twee gemeenten gebruiken gestructureerde derivaten. Dat klinkt complex en gevaarlijk. Waarom niet gebruik maken van ‘simpele’ derivaten? Naast antwoorden roept het overzicht van de minister zo extra vragen op. To be continued…
Dat zit zo. Als een lokale overheid een lening aantrekt met een variabele rente, kan ze ervoor kiezen deze variabele rente te houden of de rente vast te leggen middels een swap. Bij een variabele rente kan geprofiteerd worden van een dalende rente, de jaarlijkse rentelasten worden dan lager. Echter, de variabele rente kan ook stijgen. Dat kan leiden tot financiële problemen. Als de lokale overheid het risico van een stijgende rente wil uitsluiten, kan ze een swap afsluiten waardoor ze de variabele rente ruilt voor een vaste rente. Daardoor weet ze van tevoren precies hoeveel rente ze jaarlijks moet betalen. Hierdoor moet je er vanuit kunnen gaan dat de vooraf bekende toekomstige rentelasten door de overheid vooraf zijn doorgerekend en dat ze passen in de meerjarenplanning. Dat de lokale overheden met de wetenschap van nu beter af waren geweest met een variabele rente, is kennis achteraf en is ze niet aan te rekenen. Ze hebben juist voor zekerheid gekozen door een swap aan te gaan. Voor 33 van de 43 lokale overheden is hiermee de kous af. Voor de 10 lokale overheden met een bijstortingsverplichting liggen de zaken misschien anders. Zij moeten over voldoende liquide middelen beschikken om aan de bank in onderpand te geven. Als hiermee vooraf rekening is gehouden, is dat geen probleem. Is dit niet het geval, kan een liquiditeitstekort ontstaan.
Het overzicht van minister Plasterk roept wel wat vragen op, zoals: Waarom wordt niet de marktwaarde van derivaten zonder bijstortverplichtingen of bijzondere ontbindende voorwaarden opgenomen? Nu lijkt het bewust weggelaten en dat roept vragen op. Waarom wordt niet de nominale waarde van de derivaten weergegeven? Ervan uitgaande dat lokale overheden niet speculeren met derivaten door ongedekte posities aan te gaan, zal de nominale waarde daarom waarschijnlijk maximaal €2,45 miljard zijn. Een ongebruikelijk derivaat is de receiver swap van de gemeente Groesbeek. Wat is hiervan de achtergrond? Tot slot, twee gemeenten gebruiken gestructureerde derivaten. Dat klinkt complex en gevaarlijk. Waarom niet gebruik maken van ‘simpele’ derivaten? Naast antwoorden roept het overzicht van de minister zo extra vragen op. To be continued…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.