De grootste Nederlandse retailbanken houden elkaar in een houdgreep. Wanneer één van hen een verandering doorvoert, reageren de anderen hier direct op om geen terrein te verliezen. Hierdoor worden structurele wijzigingen onmogelijk gemaakt. Deze impasse zorgt ook voor scepsis bij consumenten: 98 procent is niet van plan van bank te wisselen; zij hebben geen vertrouwen in de kwaliteit van hun eigen bank, maar ook niet in die van de concurrentie. Dit concludeert Roland Berger Strategy Consultants in haar nieuwste studie 'Dutch retail banking'.
De Nederlandse bankensector wordt sinds kort gekenmerkt door relatief weinig spelers, met ING, Rabobank en ABN voorop, die allemaal eenzelfde soort producten en services aanbieden. Hierdoor is hun onderscheidend vermogen tot een minimum beperkt. "Zo ontstond recentelijk nog een prijzenslag toen diverse banken aankondigden de prijzen voor hypotheekadvies te verlagen," vertelt Mark de Jonge, partner bij Roland Berger in Nederland. "Deze constante concurrentiestrijd maken de veranderingen, die zo hard nodig zijn om deze markt weer gezond te maken, onmogelijk."
De financiële crisis heeft grote impact gehad op de Nederlandse bankensector. Het bankenlandschap is veranderd met drie banken met overheidssteun, twee genationaliseerde banken en het verdwijnen van niche spelers DSB en Friesland Bank. Nu wordt de Nederlandse bankensector gekenmerkt door lage winsten, die gedreven worden door zowel lage rentemarges als lage tarieven. Buitenlandse banken hebben hierdoor ook geen belangstelling voor het betreden van de Nederlandse markt.
Uit de studie van Roland Berger blijkt dat Nederlandse consumenten bankieren zien als 'koopwaar'. Ze maken steeds minder gebruik van kantoren. Daardoor winnen internet- en mobielbankieren terrein. Hiermee lopen de Nederlandse banken in Europa voorop. Een derde van de Nederlandse consumenten bezoekt zijn of haar bank nooit. De belangrijkste reden om naar de bank te gaan is het opnemen en storten van geld (40%), waarvoor geen kantoor nodig is.
Het consumentenvertrouwen daalde het afgelopen jaar opnieuw. Het vertrouwen in de financiële dienstverlening daalde van 39 naar 33 procent, het vertrouwen in banken van 44 naar 40 procent. De waarden die consumenten belangrijk vinden bij de keuze voor een bank, zoals betrouwbaarheid (91%), deskundigheid (79%) en zorgeloze service (79%) vinden zij nu niet exclusief bij één bank. "Om de huidige impasse te doorbreken moeten de Nederlandse banken fundamenteel het roer omgooien, om - op gezonde financiële basis - weer aan de klantbehoefte te kunnen voldoen. Dit betekent wel dat banken doelbewust keuzes moeten gaan maken. Wij zijn er echter van overtuigd dat er voor de banken verschillende opties zijn om dit te bereiken", besluit De Jonge.
De Nederlandse bankensector wordt sinds kort gekenmerkt door relatief weinig spelers, met ING, Rabobank en ABN voorop, die allemaal eenzelfde soort producten en services aanbieden. Hierdoor is hun onderscheidend vermogen tot een minimum beperkt. "Zo ontstond recentelijk nog een prijzenslag toen diverse banken aankondigden de prijzen voor hypotheekadvies te verlagen," vertelt Mark de Jonge, partner bij Roland Berger in Nederland. "Deze constante concurrentiestrijd maken de veranderingen, die zo hard nodig zijn om deze markt weer gezond te maken, onmogelijk."
De financiële crisis heeft grote impact gehad op de Nederlandse bankensector. Het bankenlandschap is veranderd met drie banken met overheidssteun, twee genationaliseerde banken en het verdwijnen van niche spelers DSB en Friesland Bank. Nu wordt de Nederlandse bankensector gekenmerkt door lage winsten, die gedreven worden door zowel lage rentemarges als lage tarieven. Buitenlandse banken hebben hierdoor ook geen belangstelling voor het betreden van de Nederlandse markt.
Uit de studie van Roland Berger blijkt dat Nederlandse consumenten bankieren zien als 'koopwaar'. Ze maken steeds minder gebruik van kantoren. Daardoor winnen internet- en mobielbankieren terrein. Hiermee lopen de Nederlandse banken in Europa voorop. Een derde van de Nederlandse consumenten bezoekt zijn of haar bank nooit. De belangrijkste reden om naar de bank te gaan is het opnemen en storten van geld (40%), waarvoor geen kantoor nodig is.
Het consumentenvertrouwen daalde het afgelopen jaar opnieuw. Het vertrouwen in de financiële dienstverlening daalde van 39 naar 33 procent, het vertrouwen in banken van 44 naar 40 procent. De waarden die consumenten belangrijk vinden bij de keuze voor een bank, zoals betrouwbaarheid (91%), deskundigheid (79%) en zorgeloze service (79%) vinden zij nu niet exclusief bij één bank. "Om de huidige impasse te doorbreken moeten de Nederlandse banken fundamenteel het roer omgooien, om - op gezonde financiële basis - weer aan de klantbehoefte te kunnen voldoen. Dit betekent wel dat banken doelbewust keuzes moeten gaan maken. Wij zijn er echter van overtuigd dat er voor de banken verschillende opties zijn om dit te bereiken", besluit De Jonge.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.