vrijdag 28 juni 2013

Commissie Structuur Nederlandse Banken: Naar een dienstbaar en stabiel bankwezen

De onafhankelijke Commissie Structuur Nederlandse Banken heeft in opdracht van de minister van Financiën onderzocht hoe de dienstbaarheid en de stabiliteit van de Nederlandse banken en het bankwezen kunnen worden verbeterd. Dit is noodzakelijk omdat zowel de dienstbaarheid als de stabiliteit in de afgelopen jaren onvoldoende waren.
De Commissie richt zich in haar rapport met aanbevelingen voor het verbeteren van de dienstbaarheid en stabiliteit tot zowel de overheid als tot de banken zelf. De aanbevelingen hebben tot doel te bevorderen dat banken op een maatschappelijk verantwoorde wijze leveren wat burgers, bedrijven en de economie aan financiële producten en diensten nodig hebben.
De dienstverlening kan worden verbeterd door standaardversies van ingewikkelde consumentenproducten als hypotheken en individueel pensioensparen in te voeren. Hierdoor zijn ze makkelijker vergelijkbaar en het bevordert de concurrentie. Om beter aan te kunnen sluiten bij de behoeftes van de samenleving is het belangrijk dat de bancaire sector divers en concurrerend is. Toetreding van nieuwe partijen, zoals kredietunies en buitenlandse banken moet bevorderd worden. Daarnaast roept de Commissie de banken op om de dialoog aan te gaan met de samenleving en in een maatschappelijk statuut te verklaren wat zij zullen doen om dienstbaar en stabiel te zijn.
De stabiliteit van de banken en het bancaire systeem moet verbeterd worden om risico’s voor de burger (die nu uiteindelijk opdraait voor de kosten als het misgaat) en de samenleving te beperken. In haar aanbevelingen stelt de Commissie dat de banken beter bestand zijn tegen schokken als de kapitaalbuffers aanzienlijk versterkt worden en dat eerder gebeurt dan nu is voorzien. Dit kan gerealiseerd worden door de kapitaalratio’s van Basel III versneld in te voeren, namelijk op het moment dat het Europees toezicht op systeembanken ingaat. Ook zou er dan kritisch gekeken moeten worden naar de kwaliteit van de activa, indien nodig gevolgd door gedwongen herkapitalisatie. Stevig gekapitaliseerde banken zijn een voorwaarde voor economisch herstel en voldoende kredietverlening.
Daarnaast moeten de risico’s die banken lopen ingeperkt worden. Banken zouden geen risico’s meer aan mogen gaan die geen verband houden met het bedienen van klanten, zoals handel voor eigen rekening. Tevens moet er een scheidingsverplichting komen voor handelsactiviteiten van depositobanken als deze een bepaalde grens te boven gaan, conform de voorstellen van de Liikanen-groep in EU-verband. Ook het overhevelen van hypothecaire kredieten naar institutionele beleggers en het maximeren van de norm voor hypothecaire kredietverstrekking dragen bij aan het beperken van het risicoprofiel van banken.
Tot slot acht de Commissie het noodzakelijk om een aantal maatregelen te treffen dat er voor zorgt dat de gevolgen voor burgers en samenleving beperkt blijven als er toch een bank in de problemen komt. Er moet een goed gestructureerd Europees bail-in regime komen waarin wordt bepaald hoe en in welke volgorde schuldeisers van banken in dat geval worden aangesproken. Tevens moeten banken zo georganiseerd worden dat in geval van een faillissement de systeemrelevante activiteiten kunnen worden afgescheiden en apart kunnen worden voortgezet. Bij de vorming van de Europese bankenunie dient er naar gestreefd te worden om gelijktijdig met de invoering van het Europese toezicht, een resolutieautoriteit op te richten die streng toeziet op de vormgeving en uitvoering van zogenaamde afwikkelplannen.

Keerpunt op de woningmarkt: hypotheekrente gaat stijgen

Het keerpunt op de woningmarkt lijkt bereikt. Nadat afgelopen half jaar de 10 jaar vaste rente daalde tot 3,95%, verhogen verschillende aanbieders nu de rentetarieven. Het is een kwestie van dagen of hooguit een paar weken voordat ook de laagste rente stijgt. Met de nu nog lage hypotheekrente, de nog altijd lage woningprijzen en het stijgende vertrouwen bij starters op de woningmarkt, lijkt nú het 'ideale koopmoment' aangebroken.
Het einde van de daling van de hypotheekrente komt niet uit de lucht vallen. De staatsrente is de aanjager. Hierop is de hypotheekrente gebaseerd. Onze staatsrente steeg het afgelopen half jaar met ruim 0,5%. Ook in Duitsland was dat het geval. Oorzaken zijn enerzijds de verbeterde omstandigheden in landen als Spanje en Italië. Anderzijds wordt vanuit Europa en de Verenigde Staten de rente opgedreven. Toezichthouders als de Amerikaanse centrale bank (FED) en de Europese Centrale Bank (ECB) kondigden recent aan hun financiële steun langzaam terug te schroeven. Logischerwijs stijgt daardoor de rente op staatsleningen en, iets later, ook de rente op hypotheken.
Inmiddels is duidelijk dat de rentestijgingen snel worden doorgevoerd: Aegon, met nu nog de laagste rente bij 15 en 30 jaar vast, verhoogt volgende week alle rentetarieven met 0,30%. Nationale Nederlanden verhoogt de tarieven vanaf vijf jaar vast met 0,20%. Bij ING en Woonfonds stijgen volgende week alle tarieven met respectievelijk 0,15% en 0,20%. En ook Conservatrix verhoogt de rentes: 15 jaar vast met 0,20%, 20 jaar vast met 0,25% en 30 jaar vast met 0,15%.
Aegon, Nationale Nederlanden en ING zijn grote namen. Over het algemeen zijn dat niet de goedkoopste aanbieders. Het is nu wachten op de huidige voordeligste aanbieders die het voorbeeld van de grote partijen volgen. Conservatrix is er daar al één van. De huidige verhogingen veroorzaken een sneeuwbaleffect: als de concurrent verhoogt, is er weinig reden om de eigen prijzen laag te houden.
Een korte rekensom: voor een hypotheek met een tien jaar vaste termijn is de laagste rente nu 3,95%. Begin 2012, nog geen anderhalf jaar geleden, lag dat op 4,60%. Het is gezien de stijging van de staatsrente niet onwaarschijnlijk dat we binnen nu en een jaar naar dit niveau terugkeren. Het verschil tussen 3,95% en 4,60% komt neer op hogere woonlasten van bruto Euro 1.567 per jaar.
Naast het feit dat de rente stijgt, kondigde ING vorige week al aan dat het consumentenvertrouwen in de woningmarkt fors stijgt. Maar liefst twee derde van de starters vindt het nu een goed moment om een woning te kopen, zo concludeert ING. De huidige combinatie van lage woningprijzen én lage hypotheekrente zorgt voor goed betaalbare woonlasten. Natuurlijk kan niet met volledige zekerheid gezegd worden dat de woonlasten de komende maanden flink zullen stijgen. De kans is echter wel groot. Kortom, het langverwachte keerpunt lijkt bereikt en het optimale koopmoment is aangebroken.

Cadeaukaartenbranche roept op tot meer controle en zelfregulering

De VBIN, de branchevereniging van betaalinstellingen en elektronische geldinstellingen in Nederland, bepleit een meldingsplicht van cadeaukaarten bij De Nederlandsche Bank. Daarnaast zijn een aantal toonaangevende uitgevers van cadeaukaarten in gesprek met de VBIN om te komen tot een set van self governance principles, waarmee kan worden gewaarborgd dat de waarde van uitgegeven cadeaukaarten voldoende wordt gedekt. Dit omdat de huidige markt voor cadeaukaarten zich sterk aan het uitbreiden is maar adequate controle mechanismen ontbreken. De VBIN doet deze oproep in reactie op het omvallen van Free Record Shop en Cadeaubox.nl met alle gevolgen voor de consumenten en wederverkopers van dien.
Michel van Westen, voorzitter van de VBIN: "De VBIN constateert dat het overheidstoezicht op cadeaukaarten beperkt is. Alleen cadeaukaarten in de vorm van een plastic kaart, waarmee meerdere soorten producten bij meerdere winkels kunnen worden verzilverd, vallen onder het toezicht van De Nederlandsche Bank. Zij kwalificeren als elektronische geldinstelling (EGI) waarvoor strenge regels gelden, zoals de garantie dat de waarde van uitgegeven cadeaukaarten is gedekt. Veel soorten cadeaukaarten vallen niet onder deze regels, bijvoorbeeld cadeaukaarten in de vorm van een papieren cadeaubon of voucher, of cadeaukaarten die slechts worden geaccepteerd binnen één gebouw of winkelketen of waarmee één soort product kan worden gekocht."
Van Westen vervolgt: "De VBIN vindt dat consumenten moeten kunnen vertrouwen op de gegarandeerde waarde van een cadeaukaart. Daarom stelt de VBIN voor dat de uitgevers van cadeaukaarten een voldoende dekking hebben voor de waarde van verkochte cadeaukaarten. Om inzicht te krijgen welke cadeaukaarten in Nederland worden uitgegeven, bepleiten wij dat alle uitgevers van cadeaukaarten zich moeten melden bij De Nederlandsche Bank. Gelukkig zie je dat de markt volwassen aan het worden is en dat toonaangevende uitgevers de handen ineen willen slaan. Samen met uitgevers en wederverkopers van cadeaukaarten willen we kijken of we bijvoorbeeld een keurmerk zouden kunnen ontwikkelen om de consument meer duidelijkheid en veiligheid te bieden. Cadeaukaarten die voldoen aan een aantal eisen, waaronder een voldoende dekking van de waarde op de cadeaukaart zouden hieraan kunnen deelnemen."

donderdag 27 juni 2013

Europese richtlijn voor redding of afwikkeling van banken

Vandaag hebben de ministers van Financiën van de EU-landen tijdens de Ecofinvergadering overeenstemming bereikt over een richtlijn voor herstel en afwikkeling van noodlijdende banken in de EU. De ministers zijn een heldere set van regels overeengekomen voor het redden en afwikkelen van een bank. De kosten hiervan komen in eerste instantie voor rekening van degenen die eerder profiteerden van de risico’s die de bank nam. Daarna betalen andere banken via een resolutiefonds mee. Pas in laatste instantie kan een beroep gedaan worden op een publieke achtervang. Via het depositogarantiestelsel blijven tegoeden tot € 100.000 gegarandeerd.
De Ecofinraad is vannacht tot een akkoord gekomen nadat de onderhandelingen vorige week vrijdag waren geschorst. In het akkoord is een balans gevonden tussen een minimale hoeveelheid die private partijen (aandeel- en obligatiehouders van de bank) altijd moeten bijdragen (bail-in), de flexibiliteit om bepaalde crediteuren vanwege de financiële stabiliteit te ontzien en de bijdrage van andere banken via een resolutiefonds en een publieke achtervang.
Minister Dijsselbloem over de richtlijn: “Ik ben tevreden met deze uitkomst; het is een belangrijke stap richting een bankenunie. Nederland is voorstander van het laten meebetalen van crediteuren van banken aan hun redding. Met deze heldere en strenge regels wordt de belastingbetaler ontzien en zullen banken zelf minder onnodige risico’s nemen.”
De richtlijn voor redding en afwikkeling van banken is een volgende stap in de totstandkoming van een bankenunie. Eerder werd al afgesproken dat er maximaal € 60 miljard uit het Europese noodfonds ESM gebruikt mag worden als banken in financiële problemen komen en de stabiliteit in de eurozone bedreigen. Vorig jaar is besloten dat het toezicht op de grote Europese banken aan de Europese Centrale Banken wordt overgedragen en dat alle Europese banken moeten voldoen aan strengere kapitaalseisen.

ING introduceert Mobiel Bankieren App voor Windows

ING heeft de Mobiel Bankieren App voor Windows gelanceerd. De app is geschikt voor de Windows Phone 7 & 8 en Windows 8. Klanten kunnen op hun telefoon, laptop, desktop of tablet snel het actuele saldo bekijken en geld overmaken van en naar hun betaal- en spaarrekening. De app is speciaal ontworpen voor Windows en heeft dan ook de herkenbare look en feel van het platform. Inmiddels maken ruim 1,2 miljoen klanten gebruik van de Mobiel Bankieren App van ING. Windows is het vierde platform waar ING een Mobiel Bankieren App voor aanbiedt. De Windows app is mede ontwikkeld op basis van feedback van onze klanten.

ING houdt spreekuur op Facebook

ING Bank organiseert donderdag voor het eerst een Facebook-spreekuur over sparen. Een team van spaarexperts gaat in gesprek met Facebookers aan de hand van een aantal stellingen over actuele spaaronderwerpen. Volgens Peter-Paul Wekking, directeur Marketing Sparen bij de ING, lijkt een onderwerp als sparen niet heel ingewikkeld, maar blijken er toch veel vragen over zijn. Daarom gaat de bank met spaarders in gesprek over bijvoorbeeld de hoogte van de spaarrente, het aanleggen van een financiële buffer en het gebruik van de mobiel bankieren app in combinatie met sparen.

Financiële sector: contant geld zal niet verdwijnen

Contant geld zal de komende decennia volop in omloop blijven, ondanks de toename van digitale betaalmogelijkheden. Dat is een van de uitkomsten van een recente rondetafel met vertegenwoordigers van banken, overheid, bedrijven en consumentenorganisaties, georganiseerd door G4S Cash Solutions. Met name de 'back-up functie' van cash wordt belangrijker gevonden dan enkele jaren geleden, mede als gevolg van een aantal omvangrijke storingen in het digitale betalingsverkeer in de laatste tijd.
G4S Cash Solutions publiceerde in 2011 het rapport 'De toekomst van cash'. Diverse marktpartijen leken toen nog te geloven in een 'cashless society' op termijn. Ruim twee jaar later blijkt dat dit beeld volledig is gekanteld en dat er vrijwel geen enkele bij het betalingsverkeer betrokken stakeholder contant geld uiteindelijk ziet verdwijnen.
Juist de introductie van nieuwe moderne betaalmanieren, zoals betalen met een smart phone, iPad of zelfs met een vingerafdruk maken contant geld als 'betrouwbare achtervang' meer dan ooit noodzakelijk, stelt G4S-directeur Gert Askes. "Natuurlijk innoveert de financiële sector en dat is ook prima. Maar zolang digitale systemen niet 100% betrouwbaar zijn, zal de consument altijd een uitwijkmogelijkheid willen hebben. Dat inzicht wordt nu breed onderkend. Zelfs DNB-president Klaas Knot waarschuwde onlangs dat we contant betalen niet volledig moeten afschaffen", aldus Askes.
Marktleider G4S Cash Solutions heeft afgelopen jaar een aantal scenariostudies uitgevoerd waarin belangrijke drivers als (disruptieve) innovatie, een voortdurende economische crisis, afnemend vertrouwen in elektronisch betalen en sturend overheidsingrijpen in kaart zijn gebracht.
Het is voor alle stakeholder van belang om verschillende perspectieven naast elkaar te beschouwen, zodat op een flexibele manier kan worden nagedacht over en ingespeeld op de toekomst van het betalingsverkeer in Nederland. "Die toekomst is namelijk niet statisch", licht Askes toe. "Dialoog blijft dus heel belangrijk, waarbij het niet zozeer gaat om het eigen gelijk. We moeten vanuit verschillende disciplines gezamenlijk kijken naar reële toekomstvisies."
De komende jaren zal G4S in samenwerking met PwC verkennende onderzoeken over de toekomst van het betalingsverkeer in andere Europese landen publiceren, te beginnen met de publicatie van het Cash Report in België later dit jaar. Askes: "We moeten heel goed naar de internationale ontwikkelingen kijken. Nederland is geen eiland en de tijd dat we hier onze eigen oplossingen voor onze eigen problemen bedachten ligt echt achter ons. In verschillende opkomende economieën zien we in sneltreinvaart nieuwe betaalmethodieken ontstaan, omdat men daar geen last heeft van een 'installed base'. Die is er in Nederland wel, en hij is ook nog eens bijzonder kostenefficiënt. Al dit soort zaken moet je in ogenschuw nemen als je iets zinnig wil zeggen over de toekomst van contant geld."
Ook de Nederlandse variant van het rapport 'De toekomst van cash' zal in 2014 volledig worden geactualiseerd. In deze tweede versie van het Cash Report zal voor het eerst ook de vergelijking worden gemaakt met andere Europese landen.

woensdag 26 juni 2013

Consument voor hypotheek veel duurder uit bij bank

Consumenten die bij een bank een hypotheek afsluiten, zijn veel meer geld kwijt dan bij een hypotheekwinkel. Deze verschillen lopen bovendien flink op naarmate het hypotheekbedrag hoger is en de rentevaste periode  langer. Zo loopt het voordeel bij een hypotheekwinkel op van € 380,- bij een hypotheek van €100.000,- (rente 10 jaar vast) - tot maar liefst € 41.277,- bij een hypotheek van € 400.000,- (rente 20 jaar vast). Dit blijkt uit onderzoek dat MoneyView in opdracht van De Hypotheker heeft verricht.
Sinds het provisieverbod van kracht is, staan de kosten die de consument moet betalen voor hypotheekadvies ter discussie. Bij veel mensen bestaat het beeld dat zij bij banken goedkoper uit zijn. Ten onrechte, blijkt uit het onderzoek van MoneyView dat 59 verschillende hypotheken op basis van 28 klantscenario’s met elkaar heeft vergeleken. Hierbij keek zij naar de gemiddelde advieskosten (bij banken € 1873,75 en bij hypotheekwinkel € 2.776,-), de hypotheekrente en premies voor de overlijdensrisicoverzekering. De peildatum van dit onderzoek was 1 juni 2013.
In alle scenario’s die berekend zijn, gaat het om consumenten die voor het eerst een hypotheek afsluiten. Variërend van een jonge man van 25 en een vrouw van 23 jaar, die een hypotheek van € 100.000,- met een rentevaste periode van 10 jaar afsluiten tot twee veertigers die kiezen voor een hypotheek van € 400.000,- met een rentevaste periode van 20 jaar. Uit de berekeningen blijkt dat bij geen van de 28 scenario’s een bank de goedkoopste oplossing biedt. In tegendeel: per saldo is de consument daar juist veel duurder uit. De combinatie van het slechts kunnen aanbieden van alleen hun eigen hypotheek, overlijdensrisicoverzekeringen en de hoogte van rentepercentages zorgen er - ondanks lagere adviestarieven - voor dat de kosten snel oplopen. Deze verschillen nemen toe naarmate de rentevaste periode van de hypotheek langer is. Ook blijkt dat de periode waarin de vaak iets hogere advieskosten van een hypotheekwinkel worden terugverdiend in het minst gunstige geval - een hypotheek van € 100.000,- euro en een rentevaste periode van 10 jaar - 65 maanden telt. In het gunstigste geval - een hypotheek van € 400.00 en een rentevaste periode van 20 jaar - verdient de consument deze kosten al binnen 2 maanden volledig terug. Daarna is de consument dus maandelijks (veel) minder kwijt aan hypotheeklasten dan bij een hypotheek van een bank.
“Het afschaffen van de provisie heeft nog niet tot de gewenste transparantie geleid. Helaas sluiten consumenten nog steeds vaak een veel te dure hypotheek af. De Hypotheker wil een eerlijk beeld schetsen van de verhoudingen in de hypotheekmarkt. Zo denken veel mensen dat ze bij een bank goedkoper uit zijn omdat de advieskosten daar lager zijn. Niets is minder waar”, benadrukt Paul van der Meijs, directeur van De Hypotheker. “Banken rekenen aan de ‘voorkant’ niet de werkelijke daadwerkelijke kosten door, maar dat halen zij in hun productmarges weer dubbel en dwars terug. Met als gevolg dat de consument de rekening betaalt en met een hypotheek zit die vaak duizenden euro’s duurder is.”
Martin Koot van onderzoeksbureau MoneyView: "Het onderzoek wijst uit, dat goed vergelijken voor de consument verstandig is. Naast de prijs van advies, zijn ook het passend zijn van de productvoorwaarden en de rente, belangrijke factoren. Het is verstandig als consumenten zich niet alleen laten leiden door verschillen in advieskosten. Dat scheelt potentieel duizenden euro's."

'Accijnsverhoging kent alleen maar verliezers'

Onderzoek naar de effecten van de accijnsverhoging op gedistilleerd per 1 januari 2013 en nogmaals in 2014, toont aan dat de overheid 13,6 miljoen euro aan accijns en btw misloopt. Daarbovenop verliest de staat jaarlijks ca 31 miljoen euro vanwege grensoverschrijdende aankopen van gedistilleerd. Het omzetverlies voor de slijters is groot, met het gevolg dat honderden werknemers in de slijtersbranche hun baan kwijtraken en dat een kleine 100 slijterijen hun deuren moeten sluiten.
Sinds 1 januari 2013 zijn de accijnzen op gedistilleerd met 6% verhoogd. De overheid had geraamd hiermee 19 miljoen euro extra accijnsopbrengsten in de kas te krijgen. Echter, uit de berekeningen van onderzoeksbureau Panteia in opdracht van de Koninklijke SlijtersUnie, wordt nu met harde cijfers aangetoond dat de verhoging van accijnzen op gedistilleerd juist leidt tot een daling van de overheidsinkomsten met 13,6 miljoen euro.
‘Dit effect hebben we al eens eerder gezien bij de accijnsverhoging in 2003’ aldus Ron Andes van de Koninklijke SlijtersUnie. De gemiddelde accijnsopbrengst tot 2003 lag rond de 408 miljoen. Na de verhoging bleven de accijnsinkomsten steken op 324 miljoen, een daling van 20%, waardoor de staat jaarlijks 84 miljoen aan gedistilleerdaccijns misloopt, btw niet meegerekend.
Minstens 31 miljoen euro blijkt het gevolg van aankopen in buurland Duitsland, waar de gedistilleerdaccijns bijna 20% lager is dan in ons land en men 2% minder btw hoeft te betalen. Het lagere accijns- en btw-tarief maakt het sowieso aantrekkelijk om te shoppen over de grens. Aankopen van bier, wijn, tabak en brandstof leveren de consument forse besparingen op en maken Duitsland tot de meest favoriete bestemming voor korte vakanties.
Uit het onderzoek blijkt dat de gevolgen nog desastreuzer zullen zijn voor de branche dan de accijnsverhoging van 2003. Panteia heeft becijferd dat honderden medewerkers in de slijtersbranche komend jaar hun baan verliezen en een kleine 100 slijterijen moeten sluiten. De SlijtersUnie heeft diverse malen de noodklok geluid. Het terugdraaien van de accijnsverhoging op gedistilleerd is van cruciaal belang voor de slijtersbranche en levert geld op voor de overheid. ‘Met de kennis de we hebben opgedaan, kunnen we verder verlies van staatsinkomsten voorkomen en werkgelegenheid behouden. De accijnsverhoging op gedistilleerd van 2013 moet met onmiddellijke ingang worden teruggedraaid. De aangekondigde verhoging van maar liefst 5% per 1 januari 2014 moet uit de plannen worden geschrapt.’ aldus Andes, voorzitter van de slijtersbranche.

dinsdag 25 juni 2013

Code Banken uitgebreid met Eed en Tuchtrecht

De NVB werkt op advies van de monitoring commissie code banken aan een vernieuwing van de Code Banken. Naast regels voor goede governance en adequaat risicomanagement zal de  nieuwe code worden aangevuld met gemeenschappelijke waarden, gedragsregels en tuchtrecht. Banken benadrukken hiermee hun maatschappelijke rol en sluiten aan bij wat de samenleving van banken verwacht. De vernieuwde Code Banken moet per 1 januari 2014 klaar zijn en het tuchtrecht gaat per 1 januari 2015 voor alle bankiers gelden.
Nederlandse banken vinden het belangrijk dat iedereen die werkzaam is in de Nederlandse bancaire sector zijn functie integer en zorgvuldig uitoefent. Om dat te onderstrepen wordt in gedragsregels  vastgelegd hoe bankiers zich gedragen bij het uitoefenen van hun functie. Om dat kracht bij te zetten leggen alle medewerkers van de bank  een eed of belofte af waarin zij verklaren zich in de uitoefening van hun functie te houden aan die regels. Voor het behandelen van klachten over het niet-naleven van de gedragsregels wordt een Tuchtreglement bancaire sector vastgesteld.

Jongeren bezorgd over inkomensterugval bij pensioen

Jongeren maken zich zorgen over de inkomensterugval bij pensionering die hen te wachten staat. Het feit dat het kabinet flink het mes zet in de pensioenopbouw vinden ze niet terecht. Het pensioen en onderwijs scoren als minst aantrekkelijke bezuinigingspost. Eenendertig procent van de jongeren verwacht na pensionering op 72-jarige leeftijd nog een deeltijdbaantje te moeten vervullen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Dat blijkt uit een onderzoek van onderzoeksbureau GfK naar verwachtingen van werknemers omtrent het pensioen.
Aanleiding voor het onderzoek, dat afgelopen week is verricht op verzoek van het Verbond van Verzekeraars, vormt het voorstel van het kabinet om de maximale belastingvrije pensioenopbouw te beperken van 2,15 naar 1,75 procent per jaar. De Tweede Kamer behandelt dit voorstel aanstaande maandag. Eerdere berekeningen wezen uit dat met name jongeren getroffen worden door deze maatregel. Ook als men doorwerkt tot het 72e jaar zal het pensioeninkomen niet hoger zijn dan de helft van het laatstverdiende inkomen.
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren van 18 tot 35 jaar verwachten dat zij minder pensioen zullen krijgen dan zij denken nodig te hebben om rond te komen. Men verwacht gemiddeld 64 procent van het middelloon te krijgen, terwijl 74 procent nodig wordt geacht. Ouderen (50-64 jaar) verwachten 79 procent nodig te hebben en 69 procent te krijgen. Volgens het Verbond van Verzekeraars zijn die verwachtingen, in het licht van de ingrepen in het stelsel, nog te hooggespannen. Jongeren vinden het een iets groter probleem dan ouderen als na pensionering hun inkomen lager ligt dan 50 procent van hun middelloon. 79 procent van de jongeren heeft hier een probleem mee tegen 76 procent van de ouderen. Acht procent van de ouderen geeft aan hier geen enkel probleem mee te hebben tegen 4 procent van de jongeren.
Gemiddeld denkt men met 65,5 jaar met pensioen te kunnen. Opmerkelijk is dat jongeren en ouderen hier dezelfde inschatting maken. Slechts 8 procent denkt tot 70 jaar door te werken. Jongeren verwachten na hun pensionering vaker in deeltijd te moeten doorwerken dan ouderen. Van de jongeren verwacht 31 procent nog een deeltijdbaantje te moeten zoeken en van de ouderen is dat 25 procent.
 
De visie van jongeren en ouderen op de bezuinigingen van de overheid lopen sterk uiteen (zie tabel). Ze zijn het wel eens dat er niet op pensioenen bezuinigd moet worden. Hoewel de percentages sterk afwijken, moet de overheid vooral bezuinigen op het ambtenarenapparaat, de sociale zekerheid en de hypotheken. Pensioen en onderwijs scoren het laagst.
 

maandag 24 juni 2013

Meer wanbetalers zorgpremie

Steeds meer mensen betalen de premie voor hun zorgverzekering niet meer of hebben grote moeite om die te betalen. Het aantal mensen bij wie de premie wordt ingehouden op het loon of de uitkering omdat ze meer dan een half jaar niet betaald hebben, is daardoor flink toegenomen. Verder treffen verzekerden vaker betalingsregelingen met hun zorgverzekeraar vóór het zover komt. Ze doen dat zowel voor de premie voor hun verzekering als voor het eigen risico. Dat blijkt uit een rondgang van de NOS bij de zorgverzekeraars.

Met gezamenlijke bankrekening minder zorgen over financiën

Het afsluiten van een gezamenlijke bankrekening versterkt de band tussen samenwonende partners, zo blijkt uit onderzoek van het Nibud in opdracht van ABN AMRO. Bij een gezamenlijke bankrekening hebben samenwonende stellen minder vaak onenigheid over geld en zijn er minder zorgen over de financiën. Over het algemeen vinden samenwonenden dat de partner goed met het geld omgaat.
8% van de samenwonenden heeft een gezamenlijke bankrekening. Ruim een derde van hen sluit de gezamenlijke bankrekening af zodra ze gaan samenwonen. Maar de meesten doen dat pas bij het kopen van een huis of als het eerste kind op komst is. ‘Als je gaat samenwonen is het heel verstandig om met elkaar afspraken te maken over de financiën. Zo zorg je ervoor dat er geen onduidelijkheid is en je ook je financiële relatie goed start’, zegt Anke Slagter, Marketing Manager Particulier.
Hoeveel geld er maandelijks naar de gezamenlijke bankrekening wordt overgemaakt, varieert. Ruim een kwart (27%) stort alle inkomsten op deze rekening, 25% maakt elke maand hetzelfde bedrag over en 20% kiest voor een percentage van het inkomen. Voor welke vorm ook wordt gekozen: driekwart van de samenwonenden controleert minimaal 1x per week de gezamenlijke bankrekening. Daarbij kan men weleens voor verrassingen komen te staan, want bij 1 op de 5 huishoudens blijkt er wel eens geld te gaan naar kleding, cadeautjes en hobby’s zonder dat de partner daarover geïnformeerd wordt.
Vaste lasten als huur of hypotheek, internet/tv en verzekeringen worden door de meeste samenwonenden van de gezamenlijke bankrekening betaald. De eigen privérekening wordt vooral aangesproken voor kleding (46%), telefoon (35%), de zorgverzekering (35%) en cadeautjes (32%). Opvallend is dat mannen, ná het afsluiten van de gezamenlijke bankrekening, zuiniger gaan leven. Overigens gaven de mannen ook aan dat vrouwen in het algemeen beter met geld kunnen omgaan.

Erasmus Universiteit werkt mee aan lespakket financiële onderwerpen

Onlangs presenteerden Erasmus Universiteit Rotterdam, APG en de CED-Groep het lespakket Nieuwsbegrip Financieel, dat zich richt op brugklassen en groep 8-leerlingen van de basisschool. Het  nieuwe lespakket uit de onderwijsserie ‘Nieuwsbegrip financieel’ probeert jongeren wegwijs te maken in de vaak wondere wereld van de financiële economie. Daarbij wordt ingespeeld op een onderwerp
dat recent in het nieuws is geweest.
Het lespakket bestaat uit maandelijkse lesbrieven met opdrachten, die op een laagdrempelige manier inhaken op actuele en financieel-economische onderwerpen. De  lesbrief wordt verspreid onder 4.500 basisscholen en 750 scholen in het voortgezet  onderwijs via de website van Nieuwsbegrip.
‘Wat is een aandeel?’, ‘Wat betekent ‘beursgenoteerd?’, ‘Wanneer is er sprake van  economische groei of krimp?’, ‘Wat betekent ‘schuldenlast?’, ‘Wat is het poldermodel?’. Bijna  dagelijks worden jongeren via TV, internet of krant geconfronteerd met dit soort begrippen  die het dagelijks nieuws bepalen. Maar wat betekent het allemaal en hoe hangen deze  onderwerpen met elkaar samen? Zo is er een editie waarbij wordt ingegaan op Google als grootste beursgenoteerde onderneming, wordt uitgelegd waarom de staat een  bank koopt en is er ook een lesbrief over het poldermodel, naar aanleiding van het dit  voorjaar afgesloten sociaal akkoord tussen werkgevers en werknemers.
Prof.dr.Onno Steenbeek, bijzonder hoogleraar Risicobeheer van pensioenfondsen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en directeur ALM van APG: ”Financiële markten wereldwijd beïnvloeden direct of indirect de portemonnee van iedereen. Van grootouders via het pensioensparen, van ouders via de baan of de waarde van het huis en van jongeren zelf via bijvoorbeeld het zakgeld. Wij werken als grote institutionele belegger dan ook graag, samen met EUR en CED-Groep, mee aan voorlichting over deze vaak complexe onderwerpen.”

vrijdag 21 juni 2013

Klantengroei voor ASN

Het aantal klanten voor ASN Bank groeide met 51.000. Door afschaffing van de spaarloonregeling hieven een groot aantal klanten hun spaarloonrekening op. Dat resulteerde in een netto-groei van 12 duizend klanten tot meer dan 587 duizend. Het totale vermogen onder beheer nam toe met 842 miljoen euro tot bijna 11,2 miljard euro. Het aantal betaalrekeningen passeerde in 2012 de grens van 100.000.
De drie aandelenfondsen onder beheer van ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V. behaalden goede rendementen: het ASN Duurzaam Aandelenfonds 13,90%, het ASN Milieu & Waterfonds 10,60% en het ASN Duurzaam Small & Midcapfonds 18,18%. Het rendement van het ASN Duurzaam Obligatiefonds was 6,96%. Het ASN Duurzaam Mixfonds kwam uit op een rendement van 10,58%. Het ASN-Novib Microkredietfonds realiseerde een rendement van 5,51%, het ASN Groenprojectenfonds van 5,69%.

KPMG: Beurs moet grotere rol gaan spelen in financiering bedrijfsleven

De Amsterdamse beurs kan een veel grotere rol spelen in de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven. Hoewel de rol van de beurs bij het faciliteren van economische groei de afgelopen jaren beperkt is geweest, blijft zij van essentieel belang voor de groei van met name middelgrote ondernemingen. “Om haar rol naar behoren te kunnen uitvoeren, is het echter van groot belang dat de beurs de ruimte krijgt om ‘ondernemender’ te worden”, zegt Age Lindenbergh, bij KPMG verantwoordelijk voor advisering over kapitaalmarkten. Lindenbergh: “Dat betekent dat de beurs zich meer moet kunnen inspannen om ondernemingen en investeerders met elkaar in contact te brengen, dat zij bedrijven moet kunnen bezoeken om hen voor de beurs te interesseren en actiever moet kunnen samenwerken met andere markpartijen om aantrekkelijke beleggingsproducten te ontwikkelen.”
Lindenbergh verrichtte in opdracht van de Stichting Capital Amsterdam een onafhankelijk onderzoek onder een groep van ruim vijftig beleggers, banken, overheidsinstellingen en bedrijven naar het belang van de Amsterdamse beurs. Daaruit blijkt dat zij de beurs zeer belangrijk vinden voor de Nederlandse economie. Lindenbergh: “Als de beurs niet optimaal functioneert, ontbreekt er een cruciale schakel in de groeiketen van bedrijven, waardoor ondernemingen met potentie niet volledig tot wasdom kunnen komen. De beurs zorgt er bovendien voor dat ondernemers een alternatief hebben voor bankfinanciering en hun toegang tot groeifinanciering kunnen verbreden.”
Vooral in de nabije toekomst zal het belang van de beurs voor de economie volgens Lindenbergh steeds groter worden. Lindenbergh: “Ondernemers kunnen immers niet meer bij de bank terecht voor de financiering van hun toekomstige groei. Bovendien zullen particuliere beleggers in de toekomst steeds meer zelf hun geld moeten beleggen om een goed pensioen te kunnen opbouwen. Rondom de beurs is bovendien een groot aantal partijen actief die goed zijn voor een paar duizend hoogwaardige banen. De beurs heeft dus potentie, maar zal zich volgens de onderzochte stakeholders wel meer ‘ondernemend’ moeten opstellen. De beurs kan het echter niet alleen doen. Als gevolg van onder meer het meer internationaal gespreid beleggen is het kapitaal dat beschikbaar is voor Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen afgenomen. Voor met name kleine en middelgrote ondernemingen was hierdoor de toegang tot de beurs beperkt. Tot voor kort was dat geen groot probleem omdat banken tegen aantrekkelijke voorwaarden bereid waren financiering te verstrekken. Bij de meeste ondernemingen heeft de crisis de eigen winstcreatie echter fors onder druk gezet en de financieringsruimte vanuit banken en participatiemaatschappijen beperkt. Het is daarmee noodzakelijk geworden dat het attractiever wordt om geld onder te brengen bij lokale, betrokken beleggers die voor langere tijd in Nederlandse ondernemingen beleggen en bereid zijn groeikapitaal ter beschikking te stellen. Deze groep fungeert als een soort vliegwiel doordat ze grotere institutionele beleggers mobiliseren om mee te beleggen in Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Juist deze beleggers blijken ook een belangrijke rol te hebben gespeeld bij kapitaalversterking van bedrijven in de crisis.”
Uit het onderzoek van KPMG blijkt verder dat de onderzochte stakeholders de beurs ook van groot belang vinden voor het behoud van een goed functionerend ecosysteem waarin enkele duizenden specialisten werken. Lindenbergh: “Daarnaast speelt de beurs een essentiële rol bij de reputatie van de Nederlandse financiële infrastructuur en het Nederlandse vestigingsklimaat. Dit heeft op haar beurt weer een positieve uitwerking op de positie die Nederland wordt gegeven in discussies op internationaal niveau hoe economische groei kan worden gerealiseerd.”

donderdag 20 juni 2013

Eno Zorgverzekeraar tevreden met financieel resultaat 2012

Eno Zorgverzekeraar heeft in 2012 een gezonde financiële groei doorgemaakt bij een stabiel verzekerdenaantal. In 2012 is geïnvesteerd in het vernieuwen van het productaanbod en het verlagen van de premie voor 2013. Inmiddels is duidelijk dat dit tot een flinke toename in het aantal verzekerden heeft geleid.
De omzet van Eno Zorgverzekeraar was in 2012 ruim 247 miljoen euro (in 2011: 268 miljoen). Het resultaat bedraagt ruim 5,6 miljoen euro (in 2011: 7,6 miljoen euro). De drie zorgverzekeringsmerken (Salland verzekeringen, HollandZorg en Energiek) kenden in 2012 daarbij een stabiel verzekerdenaantal.
In 2012 is geïnvesteerd in het vernieuwen van het aanbod van aanvullende verzekeringen en tandartsverzekeringen voor de merken Salland verzekeringen en Energiek. Op basis van het resultaat over 2011, is in 2012 ook geïnvesteerd in het verlagen van de premies voor zowel de basisverzekering als de aanvullende verzekeringen en tandartsverzekeringen voor 2013. In november en december 2012 zijn daardoor veel mensen overgestapt naar een merk van zorgverzekeraar Eno. De merken Salland verzekeringen en Energiek hebben samen meer dan 25% nieuwe klanten mogen verwelkomen.
De volledige jaarrapportage over 2012 is te vinden op www.eno.nl/jaarrapportage2012.
Het publieksverslag, met daarin het gezonde en persoonlijke perspectief van klanten, zorgverleners en medewerkers op 2012, is te vinden op www.hetjaarvaneno.nl.

Consument krijgt direct zekerheid bij hypotheekaanvraag

Consumenten die via De Hypotheker een hypotheekaanvraag indienen bij Aegon, krijgen sneller zekerheid of de financiering mogelijk is. Op dit moment is er vaak sprake van een wachttijd van enkele weken voordat consumenten een reactie ontvangen van de geldverstrekker. De Hypotheker verkort voor alle hypotheken van Aegon de duur van dit proces naar één dag. Op termijn wil De Hypotheker deze oplossing ook voor hypotheken van andere geldverstrekkers aanbieden.
“Het langdurige aanvraagproces is een doorn in het oog van de consument en dus van ons. Wij willen daar graag een oplossing voor bieden. Niet alleen krijgen kopers sneller zekerheid over hun hypotheekaanvraag en dus of de aankoop van hun nieuwe woning mogelijk is. Maar ook voor de verkopende partij is er eerder duidelijkheid. Het gebeurt nu nog te vaak dat de koop van een woning op het laatste moment niet door kan gaan. Met deze oplossing is een snellere doorloop van huizenverkoop dus mogelijk. Het is echt een doorbraak in het vaak weken durende proces voor het aanvragen van een hypotheek”, aldus Leslie Hogeveen van De Hypotheker.
De Hypotheker en Aegon gaven in maart het startsein voor een pilot waaraan tien vestigingen van De Hypotheker deelnamen. Het nieuwe proces voorziet, met behulp van het volledig digitale platform van Skydoo, in toetsing van de hypotheekaanvraag, digitale analyse en controle van alle relevante documenten en in informatie over de aanvraag, hypotheek en geldverstrekker. De landelijke uitrol is inmiddels gestart en vanaf september werken alle vestigingen van De Hypotheker samen met Aegon met dit nieuwe acceptatieproces.
“Het is logisch dat in een tijd waarin veel geautomatiseerd gaat ook dit soort processen geoptimaliseerd worden. Wij zijn blij dat we hiermee onze service naar onze klanten kunnen verbeteren. Het is geweldig dat De Hypotheker als eerste grote landelijke keten op deze wijze met ons wil samenwerken. Wij zijn ervan overtuigd dat we op deze wijze meer snelheid in het proces krijgen waar klanten veel baat bij hebben, zegt Arjen Westra van Aegon. 

woensdag 19 juni 2013

Aegon geeft toelichting op vooruitgang strategische verandering en doelstellingen 2015

Aegon CEO Alex Wynaendts zal vandaag op een conferentie voor analisten en beleggers in Londen een toelichting geven op de stappen die het bedrijf zet om de strategische verandering verder door te voeren. Kern van deze strategie is om frequenter en beter met onze klanten in contact te zijn om zo te kunnen inspelen op hun brede financiële behoeften. Alex Wynaendts en senior management uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Centraal- en Oost-Europa en van Aegon Asset Management, bespreken de plannen voor groei van de activiteiten, het centraal stellen van de klant en het creëren van een efficiënter bedrijf.
CFO Darryl Button zal ingaan op de manier waarop Aegon door gedisciplineerd kapitaalmanagement zijn schulden zal verminderen, een aantrekkelijk dividend wil blijven betalen en zijn strategische ambities wil realiseren. Darryl Button zal ook het voornemen bekendmaken om voortaan het verwateringeffect van dividend in aandelen ongedaan te maken door inkoop van eigen aandelen.
Aegon's management zal verder een update geven over de voortgang om zijn financiële doelstellingen voor 2015 te realiseren. Aegon ligt op schema om de resultaten op basis van een fee te laten groeien tot 30 tot 35 procent van de onderliggende winst. Ook de toename van de operationele vrije kasstromen naar 1,3 tot 1,6 miljard euro is binnen bereik. Met het oog op de historisch lage rente, bevindt Aegon zich op een groeipad voor het onderliggend resultaat van jaarlijks gemiddeld 4 tot 7 procent over de periode 2010 - 2015. Over de periode 2012 - 2015 zal het jaarlijkse groeipercentage naar verwachting 7 tot 10 procent bedragen. Aegon verwacht dat verbeteringen in het rendement op het eigen vermogen er toe zullen leiden dat het rendement 8 tot 10 procent zal bedragen in 2015, rekening houdend met een blijvend lage rente, de effecten van de recente conversie van de preferente aandelen en het afbouwen van schuld. Het management bevestigt echter zijn ambitie om een rendement op het eigen vermogen te behalen van 10 tot 12 procent en is zich bewust van de noodzaak van aanvullende maatregelen om dat niveau te bereiken.
In de afgelopen jaren heeft Aegon een brede herstructurering van zijn activiteiten doorgevoerd met als doel een efficiënter en flexibeler organisatie die beter kan inspelen op veranderingen in toezicht, demografie en de wensen van de klant. Het is Aegon's ambitie om toonaangevend te zijn in al zijn gekozen markten: meest aanbevolen door klanten en zakenpartners en de meest verkozen werkgever in de sector.

Gooise Gulden in brainstormfase

Het idee voor een Gooise Gulden als nieuw lokaal betaalmiddel in deze regio is als een potje, dat staat te sudderen. De Hilversumse initiatiefnemer/bedenker Hans Hensen ziet het als een realistische optie. Belangrijkste voordeel: zo’n GG stimuleert de lokale economie. En stimulansen zijn momenteel hard nodig.

ABN AMRO MeesPierson vermindert het belang in aandelen en obligaties ten gunste van liquide middelen

ABN AMRO MeesPierson vermindert het belang in aandelen en obligaties ten gunste van liquide middelen, vooruitlopend op een afbouw van obligatieinkoopprogramma’s door centrale banken. Prognose voor de wereldwijde economische groei is verhoogd tot 4% en nadruk binnen aandelen verschuift.
In het rapport over de beleggingsstrategie voor het derde kwartaal van 2013, dat vandaag is gepubliceerd onder de titel 'Een nieuwe fase', zet ABN AMRO MeesPierson in op een aanzienlijke uitbreiding van liquide middelen binnen de beleggingsportefeuilles, vooruitlopend op de algemeen verwachte afbouw van obligatie-inkoopprogramma's door centrale banken.
Ten opzichte van het tweede kwartaal heeft de bank de positie in liquide middelen in de gemengde modelportefeuille verhoogd van 3% naar 13%, terwijl de allocatie van aandelen is verlaagd van 44% naar 40%, vergeleken met een neutrale weging van 30%. Het belang in obligaties is teruggebracht van 44% naar 37%. De allocatie van hedgefunds en grondstoffen is gehandhaafd op respectievelijk 5% en 2%, terwijl het belang in vastgoed is verminderd van 5% naar 3% (een neutrale weging).
Voor het eerst in vele jaren heeft de bank de prognose voor de mondiale economische groei voor het komende jaar verhoogd, en wel van 3,8% tot 4%. Daarnaast verwacht de bank dat de afbouw van het
 zeer stimulerende beleid van veel centrale banken in de nabije toekomst nadelig zal zijn voor de beleggingen die daar juist nadrukkelijk van hebben geprofiteerd. De combinatie hiervan met hernieuwde economische groei maakt bedrijven die in staat zijn winst te genereren uit deze veranderende omgeving relatief aantrekkelijker. De bank adviseert klanten daarom niet eenzijdig te beleggen in defensieve aandelen en aandelen met een hoog dividend, die goed hebben gerendeerd maar waarvan de waardering ook flink is opgelopen. In de nieuwe fase, die nu aanbreekt, verschuift het accent ook naar groeiaandelen, met inbegrip van Amerikaanse ondernemingen die zich richten op de binnenlandse markt en internationaal opererende Europese bedrijven.
Ben Steinebach, Hoofd Beleggingsstrategie van ABN AMRO MeesPierson: "Onze verhoogde positie in liquide middelen ten koste van aandelen is een tijdelijke aanpassing omdat de verhoging van onzekerheid en volatiliteit door de beëindiging van de obligatie-inkoopprogramma’s waarschijnlijk ook tijdelijk zullen zijn. Daarnaast vergt deze beëindiging op de iets langere termijn een nieuwe positionering in het beleggingsbeleid. Vandaar meer nadruk op aandelen die profiteren van het herstel in groei in vooral de Verenigde Staten en Azië. Daarnaast beveelt ABN AMRO MeesPierson een vermindering aan van de belangen in die beleggingen die gevoelig zijn voor een stijging van de kapitaalmarktrente als uitvloeisel van de afbouw van monetair verruimende maatregelen (obligaties en vastgoed)".
De bank handhaaft overigens wel de overwogen positie in aandelen, vooral op grond van de aanhoudend positieve visie op opkomende landen in Azië. Daarnaast blijven de belangen in de Verenigde Staten en Japan neutraal, terwijl Europa onderwogen blijft. In de sectorale voorkeuren is de nieuwe positionering zichtbaar gemaakt via een verhoging van de IT-sector naar overwogen. Tegelijkertijd is het belang in niet-duurzame consumptiegoederen en luxegoederen verminderd naar onderwogen. Het aandelenthema voor dit kwartaal is 'De nieuwe consument', waarin de aandacht vooral uitgaat naar bedrijven die zich richten op detailhandel via het internet (Amazon en eBay), op logistieke dienstverleners (FedEx) en op vastgoedbedrijven die zich specialiseren op de particuliere consument (Unibail-Rodamco, SPG en Klepierre).
Als onderdeel van de nieuwe positionering heeft ABN AMRO MeesPierson de bestaande onderweging van vastrentende waarden verder vergroot. Dat komt vooral tot uiting in een vermindering van het belang in bedrijfsobligaties. Daarbij ziet de bank een stijging van de kapitaalmarktrente overigens als een groter risico dan het faillissementsrisico. Bedrijfsobligaties met een BBB-rating, high-yield obligaties en specifieke bedrijfsobligaties uit opkomende markten genieten nog steeds de voorkeur.

dinsdag 18 juni 2013

Commissie Van Dijkhuizen: lagere belastingtarieven met een hele lange eerste schijf

De Commissie Van Dijkhuizen adviseert te kiezen voor een verbeterd belastingstelsel met lagere tarieven met een hele lange eerste schijf, minder aftrekposten en eenvoudiger toeslagen. Deze structurele hervormingen leveren volgens het CPB op termijn ruim 140.000 nieuwe banen op en de gemiddelde inkomenseffecten zijn beperkt. De commissie heeft begin 2012 de opdracht gekregen om scenario’s te verkennen om te komen tot een eenvoudig, solide en fraudebestendig belastingstelsel dat bijdraagt aan de verbetering van de concurrentiekracht van Nederland. Het rapport werd op maandag 17 juni aangeboden aan staatssecretaris Weekers door voorzitter Van Dijkhuizen.
Kees van Dijkhuizen: "Met het overnemen van de adviezen wordt het mogelijk om te komen tot een eenvoudiger, verbeterd belasting- en toeslagenstelsel. Een stelsel dat er ook voor zorgt dat de in het algemeen goede belastingmoraal van de Nederlandse burger behouden blijft. Het overgrote deel van de bevolking is immers bereid belasting te betalen indien dit op een evenwichtige wijze gebeurt. In onze voorstellen wordt de grens van de eerste schijf verhoogd van circa € 20.000 naar ruim € 60.000. Dan vallen 12 van de 13 miljoen belastingplichtigen onder deze eerste schijf. Tevens dragen onze adviezen bij aan het concurrentievermogen van ons land. Ik zie de door ons voorgestelde structurele hervorming van het belastingstelsel als een aanvulling op andere belangrijke structurele  hervormingen die ons land doorvoert op het vlak van pensioenen en arbeidsmarkt , hervormingen waar de Europese Commissie juist erg op aandringt."
De commissie had de opdracht de belastinghervorming budgettair neutraal te realiseren. Daarbij was het streven om de inkomenseffecten te beperken. Beide zijn gelukt. De commissie adviseert onderscheid te maken tussen inkomensondersteuning via toeslagen gericht op huishoudens én belastingheffing op individuele basis meer gericht op werkbevordering. Een aantal van de voorstellen heeft de commissie op verzoek al eerder naar buiten gebracht ten tijde van de kabinetsformatie. In dit eindrapport presenteert de commissie de totale wijziging van het systeem van inkomstenbelasting en toeslagen.
De commissie adviseert om terug te gaan van vier naar twee belastingschijven van 37% en 49%. Over het inkomen tot € 62.500 wordt dan 37% betaald. Het aantal belastingplichtigen dat onder de eerste belastingschijf valt verdubbelt van krap 6 miljoen naar bijna 12 miljoen mensen, ofwel 93% van alle belastingplichtigen. Dit wordt onder andere gefinancierd door een flink aantal aftrekposten af te schaffen of aan te passen. Met deze maatregelen is ruim € 12 miljard gemoeid in 2017, oplopend tot € 24 miljard structureel.
De commissie adviseert een drietal toeslagen, namelijk de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebonden budget, samen te voegen en te stroomlijnen. Hierdoor kunnen mensen makkelijker zien wat zij overhouden als zij meer gaan werken. Daardoor kan ook het aantal toegekende toeslagen met 1 miljoen worden verminderd. In aanvulling daarop stelt de commissie voor, in het kader van fraudebestrijding en uit efficiency-oogpunt, in ieder geval de zorgtoeslag niet meer aan het individu uit te keren maar rechtstreeks aan de zorgverzekeraars. In totaal daalt het aantal burgers dat een toeslag uitbetaald krijgt dan van ruim 4,5 miljoen naar minder dan 1,5 miljoen, dat wil zeggen met ongeveer 70%.
De commissie adviseert verder het forfaitair rendement in box 3 van 4% te verlagen. Dit rendement wijkt teveel af van wat burgers werkelijk aan inkomsten over hun vermogen ontvangen. De commissie beveelt aan om het rendement vast te stellen op basis van de spaarrente van de afgelopen 5 jaar hetgeen voor 2014 een niveau van 2,4 % zou betekenen. De commissie heeft financiering gevonden voor een eerste stap naar 3% met ingang van 2014.
De directeur-grootaandeelhouder (DGA) zit in twee werelden, hij is werknemer en heeft aandelenvermogen. De commissie adviseert het gebruikelijk loon dat de DGA zelf vast mag stellen meer in lijn te brengen met dat van een vergelijkbare werknemer in box 1. Verder adviseert de commissie een forfaitair rendement in box 2 van 2,4% in te voeren over het vermogen net als in box 3. Daardoor wordt de belasting voor deze groep naar voren gehaald, maar niet verhoogd. Het tarief van box 2, na afdracht vennootschapsbelasting, zou kunnen worden verlaagd van 25 naar 22%.

Onlinebetalingen toonbankinstellingen zeer bescheiden

Van alle betalingen op locatie en online tezamen heeft bij de toonbankinstellingen (detailhandel, horeca, benzinestations en ambulante handel) nog geen 0,5 procent betrekking op online betalen. Dat concludeert Panteia/EIM in een onderzoek in opdracht van de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen. Van alle toonbankinstellingen geeft op ondernemingsniveau circa 17 procent aan dat Ideal of andere online betaalvormen voor internetaankopen geaccepteerd worden. Hieruit kan volgens de onderzoekers voorzichtig worden afgeleid dat ongeveer één op de zeven toonbankondernemingen de mogelijkheid biedt om online te shoppen naast het doen van aankopen op de fysieke locatie.

maandag 17 juni 2013

'Maak hypotheek zonder advies toegankelijker’

Van de mensen die interesse tonen in een zogenoemde execution only hypotheek, waarbij je geen advies krijgt maar de hypotheek zelf regelt, haakt naar schatting 60 tot 80 procent af. Dit komt voor een groot deel doordat informatievoorziening niet optimaal is, blijkt uit een rondgang van de financiële vergelijkingssite Geld.nl. Zo zijn de vragen in de verplichte kennistest bij deze hypotheek niet altijd helder geformuleerd en zijn de criteria om een dergelijke hypotheek te mogen afsluiten niet altijd vooraf duidelijk.
Sinds januari 2013 moeten consumenten apart betalen voor het advies dat zij krijgen bij het afsluiten van een hypotheek. De kosten van dit advies kunnen al snel enkele duizenden euro’s bedragen. Naast de kosten voor het hypotheekadvies worden er ook kosten gerekend voor het daadwerkelijk afsluiten van de hypotheek (afhandelingskosten). Consumenten die over voldoende kennis van hypotheken beschikken kunnen de kosten van het advies besparen door het sluiten van een execution only hypotheek. De consument kan dan volledig zelfstandig, zonder tussenkomst van een adviseur zijn hypotheek regelen. Op dit moment worden deze hypotheken aangeboden door ABN AMRO, MoneYou en Bank of Scotland.
Een execution only hypotheek is niet geschikt voor alle consumenten. Je dient over voldoende kennis te beschikken om de gevolgen van het afsluiten van een hypotheek te kunnen overzien, nu, maar ook op de langere termijn.
Om te controleren of je over voldoende kennis beschikt om een hypotheek zonder advies af te sluiten, moet je op de website van de bank een kennis- en ervaringstoets doen. Veel mensen zien tijdens de test al af van het zelf afsluiten. “Exacte cijfers kan ik niet geven, maar je moet wel denken aan aantallen tussen de 60 en 80 procent”, vermoedt Marcel van Klaveren, commercieel directeur van MoneYou. Volgens hem heeft het grote aantal afhakers verschillende oorzaken. “Er zijn natuurlijk veel mensen die aan de test beginnen uit nieuwsgierigheid en er tijdens de test achter komen dat ze toch niet genoeg weten over hypotheken. Daarnaast speelt het woordgebruik in de test een rol. Dat is vaak nog te ingewikkeld waardoor mensen afhaken.”
Ook ABN AMRO ervaart dat mensen voortijdig stoppen tijdens de kennistest. “Van de mensen die de test volledig afronden, slaagt uiteindelijk 90 procent”, stelt woordvoerder Karen de Vries. “Maar daarvoor zijn wel al meer mensen afgehaakt.” Waarom deze mensen precies stoppen, heeft ABN AMRO niet onderzocht, maar de bank herkent wel dat mensen het taalgebruik wellicht als te ingewikkeld ervaren. Tot nu toe zijn bij ABN AMRO in totaal 250 hypotheken via execution only afgesloten. Dat is 2 tot 3 procent van het totaal aantal afgesloten hypotheken bij deze bank tot nu toe in 2013.
Zelfs van de mensen die voor test slagen, haakt nog een deel af, ziet Van Klaveren van MoneYou. “Als mensen eenmaal het afsluitproces ingaan, komen zij er vaak pas achter welke criteria er gelden voor de execution only hypotheek en dat ze daar wellicht niet aan voldoen. Het belangrijkste criterium is bijvoorbeeld dat je eigen geld in moet brengen, omdat wij maximaal 80 procent van de woningwaarde financieren via execution only. Wie daar niet genoeg eigen geld voor heeft, stopt dus alsnog.”
“Er is voor banken veel winst te behalen door duidelijkere informatie te geven voor en tijdens het afsluiten van een execution only hypotheek”, stelt Amanda Bulthuis van Geld.nl. “Zeker omdat een hypotheek een ingrijpende financiële verplichting is die een grote invloed heeft op je financiële situatie, is het belangrijk dat consumenten goed begrijpen waar ze aan beginnen. Het is goed om te weten wat voor product je afsluit en met welke factoren je rekening moet houden.” Een execution only hypotheek afsluiten om geen kosten voor advies te betalen is dan ook niet verstandig.
Bulthuis juicht het toe dat banken kritisch kijken naar de informatie die zij verstrekken rondom de execution only hypotheek. “Maar als consument kun je ook zelf veel doen”, vult ze aan. “Door je van te voren goed te verdiepen in de mogelijkheden en wat deze inhouden, zorg je dat je goed beslagen ten ijs komt en kun je veel kosten besparen op je hypotheek. Dit geldt niet alleen als je kiest voor een hypotheek zonder advies, maar ook als je gebruik maakt van een adviseur. Bij sommige banken krijg je bijvoorbeeld korting op de advieskosten als je bepaalde zaken zelf regelt. Hoe meer je weet over hypotheken, hoe meer je zelf kunt regelen en dus kunt besparen.”
Dat er potentie bestaat voor een execution only hypotheek staat vast. Voorwaarde is wel dat de informatievoorziening en ondersteuning tijdens het afsluittraject beter moet. Als de banken dit beter op orde hebben, zal het aantal mensen dat gaat kiezen voor een execution only hypotheek de komende jaren zeker een vlucht gaan nemen.

Gebruik iDEAL vorig jaar weer fors gegroeid

Het gebruik van betaalmiddel iDEAL is vorig jaar met een kwart gestegen naar 117 miljoen. De gezamenlijke waarde van deze transacties beloopt inmiddels 8,8 miljard euro. Dat blijkt uit het jaarverslag van Currence. De groei van iDEAL ging vorig jaar wel ten koste van de acceptgiro. Er werden 4 procent minder acceptgiro’s verwerkt.  Met name het gebruik van de papieren Acceptgiro is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Efficiëntere producten zoals Incasso, iDEAL en FiNBOX, leiden tot een vervanging van de papieren acceptgiro.

vrijdag 14 juni 2013

Roemer: Rutte heeft CPB niet verslagen

De donderdag door het CPB gepresenteerde cijfers over de economie zijn voor SP-leider Emile Roemer geen verrassing. `Vriend en vijand erkennen inmiddels dat dit kabinet de crisis verdiept. De negatieve spiraal van bezuinigen, economische krimp wordt door Rutte en Samsom versterkt in plaats van doorbroken. Ze zien zelf nog steeds niet dat hierdoor de economie en de overheidsfinancien steeds verder verslechteren.' Roemer wil de economische krimp omzetten in groei door de koopkracht te herstellen door lastenverlichting en door gericht te investeren in de economie. Ook stelt Roemer voor de kredietverlening voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) veilig te stellen door de oprichting van een Nationale Investeringsbank.
Emile RoemerHet CPB maakte donderdag bekend dat de Nederlandse economie opnieuw verder verslechterd is. Ging het CPB in maart nog uit van een half procent krimp, nu blijkt de economische krimp over 2013 uit te komen op een vol procent. Ook de werkloosheid loopt harder op dan gedacht. Het aantal werklozen komt dit jaar op 600 duizend. Eerder ging het kabinet nog uit van 520 duizend werklozen aan het eind van het jaar.
Roemer: `Alle signalen staan voor het kabinet op rood. Wat iedereen al wist is nu bevestigd: Rutte heeft het CPB niet verslagen. Het recept van nog harder bezuinigen dat Rutte I en II steeds gebruiken blijkt geen medicijn maar juist gif te zijn voor onze economie. Die negatieve spiraal kunnen we breken door te investeren in de bouw en in de zorg en door ervoor te zorgen dat Nederlanders weer meer te besteden hebben. We moeten lef tonen en de economie stimuleren. Alleen dan zorg je voor meer economische groei en lagere tekorten van de overheid.'

De Hypotheker: 'Provisieverbod vooral leuk voor banken'

Door tekortkomingen in de regels rond het provisieverbod worden onafhankelijke hypotheekverstrekkers benadeeld ten opzichte van banken. Ook zorgt de maatregel onvoldoende voor transparantie, waardoor consumenten vaak met een te dure hypotheek de deur uit gaan. Dat zegt Paul van der Meijs, directeur van De Hypotheker, woensdag tegen het ANP. 'Er zijn rekenregels opgesteld waar banken zich aan moeten houden bij het berekenen van hun adviesprijzen. Maar de daadwerkelijke kosten worden niet doorberekend, dat zorgt voor oneerlijke concurrentie.

Het opgeheven crediteurenvingertje

Na jaren van exorbitante hypothecaire kredietverlening is er nu de kater. Er verdampte sinds het begin van de vastgoedcrisis ruim 128 miljard euro aan woningvermogen. Aanzienlijke verliezen, waardoor ruim één miljoen - vooral jongere - huishoudens inmiddels met een potentiële restschuld zit opgezadeld. Funest voor de doorstroming op de woningmarkt, de arbeidsmobiliteit en het consumentenvertrouwen.

donderdag 13 juni 2013

Kartelverzekering afgeschoten door ACM

Op verzoek van het Verbond van Verzekeraars is de ACM 12 juni 2013 met een zienswijze naar buiten gekomen over de door het Verbond voorgenomen verplichte overstromingsverzekering. Deze zogenaamde kartelverzekering heeft op veel weerstand gestuit vanuit de markt en belangengroepen. Een positieve zienswijze van de ACM zou het Verbond van Verzekeraars vrijwaren van een forse boete voor het overtreden van het kartelverbod. De ACM is in haar zienswijze echter volstrekt duidelijk. "Door een verplichte verzekering wordt de keuzevrijheid van consumenten en bedrijven beperkt en worden zij ongevraagd met een lastenverzwaring geconfronteerd, terwijl de voorgestelde verzekeringsconstructie niet in een behoefte voorziet", zegt Chris Fonteijn, bestuursvoorzitter van ACM. Met deze heldere stellingname maakt de ACM de weg vrij voor bestaande marktinitiatieven zoals de catastrofeverzekering van Neerlandse, en nieuwe verzekeringsinitiatieven die zeker zullen volgen.
De initiatiefnemers van de vrijwillige catastrofedekking die september vorig is geïntroduceerd reageren verheugd. Rogier van der Kooy Versteeg (mede-oprichter van Neerlandse): "De dreiging van een kartelverzekering heeft de markt voor catastrofeverzekeringen de afgelopen jaren tegengehouden, met deze zienswijze is daar een eind aan gekomen. De leden van het Verbond van Verzekeraars staat het nu vrij dekking aan te bieden aan Nederlandse particulieren en bedrijven."
Een markt waarin verschillende verzekeraars concurrerende producten aanbieden zal het aanbod en de kwaliteit doen toenemen, en de premie doen dalen. Daarbij zullen verzekeraars samen zorgen voor betere bewustwording van het catastroferisico in Nederland. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat rivieren zeeën achter de dijken blijven. Het tegendeel is waar. Weersextremen nemen toe waarbij het beschermingsniveau in Nederland ver achter blijft bij normeringen zoals deze in de Waterwet zijn geformuleerd. Weinig mensen zijn zich bewust van het risico. Vaak wordt daarbij ten onrechte aangenomen dat de reguliere opstal- en inboedelpolis eventuele schade wel dekt. Ook wordt door de meerderheid ten onrechte aangenomen dat de overheid aansprakelijk is voor dijkfalen en schade bij een calamiteit zal dekken. Ook Minister Schultz (Infrastructuur) waarschuwt dat Nederland niet voldoende is voorbereid op een nieuwe watersnoodramp. "Te veel mensen kennen het risico niet en ze weten niet wat ze moeten doen in geval van nood. Nederlanders zijn vergeten wat het betekent om onder de zeespiegel te leven. Water is een zwaar onderschat politiek onderwerp", aldus Schultz.
Kosta Keramopoulos (mede-oprichter Neerlandse) voegt daar aan toe: "Deze uitspraak van de ACM is een belangrijke stap naar een goede marktwerking. Maar de klus in nog niet geklaard. In de Wet tegemoetkoming schade bij rampen staat dat een gedupeerde [van een catastrofe, red.] geen recht heeft op een tegemoetkoming in de schade of kosten wanneer de schade of kosten redelijkerwijs verzekerbaar waren. Maar wat is redelijkerwijs? Om een einde te maken aan deze juridische onduidelijkheid is een helder standpunt van de overheid noodzakelijkheid: tot welk bedrag dekt een redelijke catastrofeverzekering, en hoeveel mag een redelijke dekking kosten? Daarbij is het belangrijk dat de overheid transparanter gaat communiceren over het werkelijke risico.
In samenwerking met o.a. Deltares en HKV Lijn in Water heeft Neerlandse een risicogebaseerd premiemodel ontwikkeld waarbij de meeste actuele overstromingsscenario's en kansen worden vertaald naar een individueel risicoprofiel. Per huis kan bepaald worden wat de kans en gevolgen zijn van een mogelijke overstroming. Neerlandse maakt hiervoor gebruik van dezelfde gegevens die Rijkswaterstaat, waterschappen en provincies gebruiken voor het Nederlandse watermanagement.
Samenwerking met Nederlandse risicodragers is daarbij ideaal. Ondanks de faam van het Nederlandse watermanagement hebben buitenlandse verzekeraars grote moeite met de risico-inschatting van de Nederlandse overheid. De redenering is eenvoudig: "Als het risico bekend is, waarom kunnen Nederlandse verzekeraars hier dan geen premie tegenover stellen?" Voor een Nederlandse risicodrager zal het makkelijker zijn om een premie te baseren op "het feitelijke overstromingsrisico".

Internationale belastingvermijding internationaal oplossen

Het deze week uitgebrachte SEO-rapport 'Uit de schaduw van het bankwezen', over de aard, omvang, risico's en het economisch belang van de 'overige financiële instellingen' ('OFIs') geeft belangrijke nieuwe inzichten in deze sector. Ten opzichte van traditionele financiële instellingen, als banken, verzekeraars en pensioenfondsen, is het economisch belang van de 'OFIs' groter dan verwacht. Het onafhankelijk onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek heeft het belang van de 'OFI' sector voor de Nederlandse economie duidelijk onderbouwd met door de Nederlandsche Bank ('DNB') en het Centraal Bureau voor Statistiek '(CBS') aangeleverd feiten- en cijfermateriaal. Hiermee komt een einde aan de vele onjuiste financiële gegevens die de discussie tot nu toe bepaald hebben. Het rapport vormt een goed fundament voor het politieke debat.
De 'OFI' sector verschaft werk aan bijna 13.000 werknemers en draagt voor 3,4 miljard euro bij aan de Nederlandse begroting. Het rapport toont ook aan dat er sprake is van een gezonde balans tussen het economisch belang van Nederland en ontwikkelingslanden.
Het belang van een internationaal 'level playing field' komt ook duidelijk in het rapport naar voren.
Eenzijdige aanscherping van de regels in Nederland zal leiden tot verplaatsing naar landen die met Nederland concurreren. "Dit rapport onderbouwt de stelling van staatssecretaris Weekers, dat internationale belastingvermijding alleen opgelost kan worden in internationaal verband", aldus Jan Reint de Vos van Steenwijk, Voorzitter van Holland Quaestor.
Nederland kent ten opzichte van het buitenland een hoog niveau van transparantie en toezicht. De Nederlandse trustsector is sinds 2004 gereguleerd door de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) en gaandeweg verder aangescherpt. Inmiddels behoort de Nederlandse trust sector tot de best gereguleerde in de wereld.
Het is de ambitie van HQ om deze hoge standaard te bewaken en met steun van de politiek als internationale standaard geaccepteerd te krijgen.

woensdag 12 juni 2013

NVB-directeur herbenoemd tot voorzitter internationale bankenfederatie

Directeur van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Wim Mijs, is onlangs in Londen herbenoemd als voorzitter van de IBFed, de internationale bankenfederatie. IBFed vertegenwoordigt het gezamenlijk belang van diverse internationale verenigingen, waaronder de European Banking Federation. De IBFed vertegenwoordigt daarmee 18000 banken met in totaal 275.000 filialen.
Het belangrijkste doel van de IBFed is het versterken van de financiële sector bij het beantwoorden van nationale en grensoverschrijdende overheidsmaatregelen die de banken in hun algemeen belang raken.
IBFed geldt als gesprekspartner voor internationale beleidsbepalers en voorziet hen van hoogwaardige analyses uit de internationale bankensector. Voor de NVB is de IBFed een uitstekend platform dat zorgt voor een informatievoorsprong op het terrein van Europese wetgeving. De herbenoeming geldt voor twee jaar. De International Banking Federation is gevestigd in Londen.

DVD-generator nu beschikbaar voor financiële ondernemingen

Financiële dienstverleners kunnen vanaf nu de softwareapplicatie van de AFM gebruiken om zelf een standaard dienstverleningsdocument (DVD) aan te maken dat voldoet aan de wettelijke vormvereisten. Dit programma, de zogeheten DVD-generator, is beschikbaar via het Digitaal loket op de website van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
De applicatie is nu beschikbaar nadat de afgelopen dagen gewerkt is aan de oplossing voor de technische problemen die zorgden voor enig uitstel. Financiële dienstverleners kunnen nu aan de slag voordat over ruim drie weken de verplichting in werking treedt om een standaard DVD aan de klant te verstrekken voor producten die onder het provisieverbod vallen.
Alle financiële dienstverleners hadden inmiddels een uitnodiging van de AFM ontvangen om gebruik te maken van de DVD-generator. 
Het DVD bestond al, maar was voorheen vormvrij. Met de komst van het provisieverbod moeten ook aanbieders een DVD beschikbaar hebben sinds 1 januari 2013. Het ministerie van Financiën heeft ook naar aanleiding van de invoering van het provisieverbod besloten het DVD te standaardiseren en heeft de AFM hiertoe de bevoegdheid gegeven. Door het DVD te standaardiseren kunnen consumenten een goede vergelijking maken tussen verschillende financiële dienstverleners.


dinsdag 11 juni 2013

Grote verschuivingen na invoering van sekseneutrale premies

Sinds vrouwen en mannen gelijke premies moeten betalen voor overlijdensrisicoverzekeringen, zijn de tarieven volop in beweging. Dat blijkt uit onderzoek van MoneyView in opdracht van de Consumentenbond. Vrouwen van 50 jaar die nu een verzekering afsluiten, betalen gemiddeld 20% meer dan een jaar geleden. Mannen van 45 jaar profiteren juist: voor hen werd de verzekering tot 21% goedkoper. In de afgelopen 10 jaar zijn alle premies voor deze verzekeringen sterk gedaald. Voor consumenten loont het de moeite om de verzekeringen goed te vergelijken en - in veel gevallen - over te stappen.
De premies voor mannen en vrouwen zijn sinds december 2012 verplicht gelijk. Voor die tijd hielden verzekeraars rekening met de hogere levensverwachting voor vrouwen ten opzichte van mannen, maar dat werd verboden door het Europese Hof van Justitie. Het viel te verwachten dat verzekeringen voor mannen goedkoper zijn, en voor vrouwen duurder. Verrassend zijn de verschillen tussen leeftijden. Vrouwen van 25 jaar betalen gemiddeld 4% meer premie dan in april 2012, vrouwen van 50 jaar gemiddeld 20% meer. Voor mannen van 25 tot 45 jaar daalde de gemiddelde premie met ongeveer 15%, voor mannen van 50 jaar met 12%.
Het is dus voor iedereen raadzaam de huidige verzekering onder de loep te nemen en te vergelijken met het huidige aanbod. Een overlijdensrisicoverzekering is een levensverzekering die uitkeert  als de verzekerde  binnen de looptijd van de verzekering overlijdt. Deze verzekering kan worden afgesloten in combinatie met een hypotheek of los daarvan. 

Nieuwe crowdfunding website met AFM-vergunning voor MKB-ondernemers gelanceerd

Eind mei is een nieuwe Nederlandse website voor crowdfunding gelanceerd. De website Crowdaboutnow.com richt zich op gevestigde en startende ondernemers. Door middel van kleine bedragen, soms al vanaf 5 euro, wordt de benodigde financiering bij elkaar gebracht met behulp van betrokkenen. Op een vaste datum wordt de financiering vervolgens terugbetaald, of de aangeschafte aandelen kunnen worden verkocht. Crowdfunding, zoals deze financieringsvorm heet, werd al langer ingezet voor projecten in de creatieve sector. Het is de eerste keer dat een dergelijk platform goedkeuring krijgt van de AFM voor zakelijke kredieten.
De afgelopen jaren deed CrowdAboutNow al ervaring op met crowdfunding via hun website en financierde verschillende ondernemers. Voor het nieuwe platform werd gebruik gemaakt van deze kennis en ervaring, maar werd ook gekeken naar succesvolle projecten in de creatieve sector op verschillende donatie-platforms.  CrowdAboutNow-directeur Tom Vroemen: “De betrokkenheid van donateurs in creatieve projecten op donatieplatforms is hoog, ze doneren op gunfactor en beleving. Maar dit is vaak eenmalig en van korte duur.  Wij zien dat er behoefte is aan betrokken investeerders, die begrijpen wat de ondernemer doet en ook op andere manieren kunnen ondersteunen. Het is niet meer van deze tijd om dit enkel aan grote investeerders en grootbanken over te laten. Iedereen moet met een klein bedrag kunnen bepalen welke plannen uitgevoerd moeten worden”.
Het platform biedt naar eigen zeggen een serieus alternatief voor de traditionele financieringsvormen. Door te werken met een netwerk van partners, kunnen ondernemers ook gebruik maken van een groot netwerk van partners voor ondersteuning na de financieringscampagne. Samenwerking met banken en andere grote financiers wordt niet uit de weg gegaan,  Tom Vroemen: “We werken graag samen met traditionele financiers en maken het juist eenvoudiger een goede inschatting te maken. Als 100 mensen bereid zijn met kleine bedragen risicodragend te investeren in een onderneming, dan zegt dat iets over de ondernemer, het draagvlak en zijn plan”.
CrowdAboutNow zet in op offline ondersteuning op het gebied van crowdfunding, voorafgaand en tijdens de campagne. Op juridisch gebied kiest CrowdAboutNow er ook voor om het gedegen aan te pakken. In maart 2013 ontving het platform van de AFM een vergunning als beleggingsonderneming. Hiermee is CrowdAboutNow het eerste platform met een vergunning voor zakelijke kredieten.

maandag 10 juni 2013

Banken en Betaalvereniging: cijfers PWC onjuist

De schade als gevolg van skimming van bankpassen bedroeg 29 miljoen euro in 2012, en niet veel meer zoals zou blijken uit een steekproef van PriceWaterhouseCoopers in opdracht van het ministerie van BZK. De berekening van PWC is onjuist.
Op 3 april 2013 heeft de Nederlandse Vereniging van Banken de jaarlijkse fraudecijfers voor het betalingsverkeer gepubliceerd. In 2012 werd met 51.172 geskimde passen door criminelen gefraudeerd voor een totaalbedrag van 28.960.000 euro, een daling van 26% ten opzichte van 2011. Het gemiddelde schadebedrag per pas bedroeg circa 570 euro. Deze dalende trend zet zich gelukkig in 2013 voort doordat alle grote banken ‘geoblocking’ hebben ingevoerd, alle passen zijn voorzien van een chip en preventieve maatregelen op betaalautomaten zijn aangebracht. Binnenkort zal de NVB de halfjaarcijfers 2013 bekend maken.
PWC meent dat op basis van geëxtrapoleerde gegevens het aantal passen waarmee is gefraudeerd 333.000 en de schade 118 miljoen euro bedroeg. Dat is dus niet juist. PWC zegt overigens zelf aan de eigen berekening te twijfelen en kan ook het grote verschil met de NVB cijfers niet verklaren. De NVB en de Betaalvereniging vermoeden dat dit verschil is veroorzaakt door een denkfout van PWC. Banken blokkeren namelijk preventief grote aantallen bankpassen bij skimming of het vermoeden daarvan. Daardoor wordt misbruik zoveel mogelijk voorkomen. Niet alle passen die geblokkeerd zijn, zijn geskimd of leiden tot daadwerkelijke schade. Het cijfer van PWC is dus veel te hoog. De cijfers die de NVB sinds een aantal jaren publiceert betreffen de werkelijke schade die banken leiden als gevolg van misbruik van geskimde passen.

ACM: samenwerking banken toegestaan bij geldverwerking en -transport

Het gezamenlijk tellen en sorteren van bankbiljetten en inkopen van geldtransport door de Nederlandse banken is toegestaan. De samenwerking levert een mogelijke kostenbesparing op van minstens 35 miljoen euro terwijl aan de concurrentie tussen banken om de gunst van de consument niets verandert. Dit heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) geconcludeerd naar aanleiding van de klacht die Brink’s had ingediend tegen Geldservice Nederland (GSN).
Geldservice Nederland (GSN) is een gemeenschappelijke onderneming van ABN AMRO, ING en Rabobank. Brink’s, onder meer actief op het gebied van geldverwerking en geldtransport, is van mening dat de samenwerking in strijd is met de mededingingsregels.
"Dat de kosten van banken omlaag gaan, waardoor banken gezonder worden is uiteindelijk in het belang van iedereen", zegt ACM-bestuursvoorzitter Chris Fonteijn. "Het biedt een bank de mogelijkheid de lagere kosten om te zetten in goedkopere producten voor de consument."
Voor de banken betekent de samenwerking dat het tellen en sorteren van geld op minder locaties plaatsvindt en dat het aantal transporten met geldwagens afneemt doordat het transport wordt gecombineerd. De samenwerking kan een beperking van de concurrentie op de markt van geldtransport betekenen. Maar de wet geeft de mogelijkheid een uitzondering te maken op het kartelverbod als de voordelen van de samenwerking groter zijn dan de nadelen van het beperken van de concurrentie.
ACM gaat er vanuit dat er op de Nederlandse markt voldoende ruimte blijft voor meerdere geldtransporteurs, omdat GSN bij het aanbesteden van diensten uit verschillende geldtransporteurs wil kunnen kiezen. De markt voor geldverwerking en -transport is bovendien groter dan alleen de banken, omdat ook MKB- en grotere bedrijven gebruik maken van de diensten van geldtransporteurs, terwijl GSN haar diensten alleen aan banken aanbiedt.
De Nederlandsche Bank, die toeziet op een betrouwbaar betalingsverkeer, is vertegenwoordigd in de bestuursstructuur van GSN. ACM ziet erop toe dat de samenwerking in GSN niet tot ongewenste effecten zal leiden op de geldtransportmarkt.