Kinderen leren omgaan met geld
Wat is rente? Hoe spaar ik voor die fiets of spelcomputer? Leren omgaan met geld is voor veel mensen een kwestie van zelfstudie, blijkt uit onderzoek. Een ruime meerderheid van de Europeanen vindt dat scholen een rol moeten spelen in de financiële educatie.
Dat eerste muntje voor een goed rapport, of als zakgeld. Voor kinderen heeft het iets magisch. Vanaf hun zesde kunnen kinderen een klein budget beheren. Ze herkennen muntgeld en kunnen met wisselgeld omgaan. Maar zoals bij veel eerste stappen is hulp op financieel gebied gewenst. Jong geleerd is ook hier oud gedaan.
Toch zegt bijna de helft (47%) van de mensen nooit financiële educatie te hebben gekregen. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van de ING, Financial Education 2013, onder bijna twaalfduizend respondenten in twaalf landen in Europa.
Ruim driekwart (76%) van de ondervraagden noemt school als de belangrijkste plek om te leren over financiën. De top-drie bestaat verder uit familie, gevolgd door financiële instellingen. In alle twaalf onderzochte landen vindt een meerderheid dat scholen financiële educatie zouden moeten bieden. In Engeland is de roep het grootst, gevolgd door Nederland en Roemenië. Frankrijk sluit de rijen, maar ook daar vindt nog 63% van de ondervraagden dat school een belangrijke rol heeft in het leren omgaan met geld.
De praktijk is anders: de eerste bron voor kennisoverdracht op het gebied van geld is familie. Ook online en in andere media verzamelen mensen informatie over financiën. Op de derde plaats staan beroepsopleidingen en universiteiten.
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) roept al langer om meer financiële educatie. Uit onderzoek in opdracht van Nibud en Geldmuseum onder leraren in primair en voortgezet onderwijs en het mbo komt naar voren dat het onderwijs die rol ook wil oppakken. Door tijdgebrek heeft financiële educatie alleen geen prioriteit. Het Nibud wil daarom dat de politiek scholen oplegt om financiële opvoeding in het curriculum en in de eindtermen op te nemen.
Leerkrachten in het primair onderwijs zien financiële educatie wel in eerste instantie als een verantwoordelijkheid van de ouders. Het bedrijfsleven en de overheid moeten ook een rol spelen, vinden ze.
“Het is belangrijk dat kinderen al jong leren omgaan met geld. Dan is de kans groot dat ze later ook de juiste keuzes maken”, zegt Fleur Hudig. Zij is manager maatschappelijke betrokkenheid en binnen ING verantwoordelijk voor de vrijwilligersprogramma’s op het gebied van (financiële) educatie en jeugd. “We zien het als een verantwoordelijkheid van de ING om daaraan bij te dragen.”
ING-medewerkers krijgen, als onderdeel van ons maatschappelijk programma, de ruimte om zich onder werktijd als vrijwilliger in te zetten. Hudig: “In dat kader zijn we actief als leeshulp, we leren kinderen over ondernemerschap en we geven sollicitatietrainingen. En steeds meer collega’s gaan als gastdocent met leerlingen in gesprek over geldzaken. We hebben hiervoor een speciaal lespakket voor middelbare scholen: Geld Enzo. Daarnaast doen we mee aan de Week van het Geld. Onder de vlag van de Nederlandse Vereniging van Banken geven ING’ers dan honderden gastlessen aan de bovenbouwgroepen van basisscholen."
Naast de tijd en kennis die ING-medewerkers investeren op scholen zet de bank ook z’n eigen kanalen in om kinderen te leren om te gaan met geld, vertelt manager marketing jeugd & studenten Heidi van Eijk van de ING. “Zo bieden we op ING.nl een spreekbeurt aan voor kinderen op de basisschool. Met de Fame Game spreken we kinderen weer op een andere manier aan, door ze spelenderwijs bewust te maken van de waarde van geld. Daarnaast geven we bij een Kinderrekening de Pinniemaat, een slimme spaarpot waarmee kinderen al jong leren sparen. Jaarlijks verstrekken we zestigduizend exemplaren van de Pinniemaat.”
“Omdat ouders ook een belangrijke rol hebben op financieel gebied, hebben we de Jeugd & Geld Wijzer opgesteld. Met dit hulpmiddel kunnen ouders hun kinderen leren omgaan met geld. Het biedt ze een benchmark, bijvoorbeeld van hoeveel zakgeld andere ouders geven.” Voor de informatie in de Jeugd & Geld Wijzer is gebruikgemaakt van onafhankelijke onderzoeken van het Nibud en CentiQ, Wijzer in geldzaken. Ook biedt de ING geregeld gratis online seminars aan.
.
Dat eerste muntje voor een goed rapport, of als zakgeld. Voor kinderen heeft het iets magisch. Vanaf hun zesde kunnen kinderen een klein budget beheren. Ze herkennen muntgeld en kunnen met wisselgeld omgaan. Maar zoals bij veel eerste stappen is hulp op financieel gebied gewenst. Jong geleerd is ook hier oud gedaan.
Toch zegt bijna de helft (47%) van de mensen nooit financiële educatie te hebben gekregen. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van de ING, Financial Education 2013, onder bijna twaalfduizend respondenten in twaalf landen in Europa.
Ruim driekwart (76%) van de ondervraagden noemt school als de belangrijkste plek om te leren over financiën. De top-drie bestaat verder uit familie, gevolgd door financiële instellingen. In alle twaalf onderzochte landen vindt een meerderheid dat scholen financiële educatie zouden moeten bieden. In Engeland is de roep het grootst, gevolgd door Nederland en Roemenië. Frankrijk sluit de rijen, maar ook daar vindt nog 63% van de ondervraagden dat school een belangrijke rol heeft in het leren omgaan met geld.
De praktijk is anders: de eerste bron voor kennisoverdracht op het gebied van geld is familie. Ook online en in andere media verzamelen mensen informatie over financiën. Op de derde plaats staan beroepsopleidingen en universiteiten.
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) roept al langer om meer financiële educatie. Uit onderzoek in opdracht van Nibud en Geldmuseum onder leraren in primair en voortgezet onderwijs en het mbo komt naar voren dat het onderwijs die rol ook wil oppakken. Door tijdgebrek heeft financiële educatie alleen geen prioriteit. Het Nibud wil daarom dat de politiek scholen oplegt om financiële opvoeding in het curriculum en in de eindtermen op te nemen.
Leerkrachten in het primair onderwijs zien financiële educatie wel in eerste instantie als een verantwoordelijkheid van de ouders. Het bedrijfsleven en de overheid moeten ook een rol spelen, vinden ze.
“Het is belangrijk dat kinderen al jong leren omgaan met geld. Dan is de kans groot dat ze later ook de juiste keuzes maken”, zegt Fleur Hudig. Zij is manager maatschappelijke betrokkenheid en binnen ING verantwoordelijk voor de vrijwilligersprogramma’s op het gebied van (financiële) educatie en jeugd. “We zien het als een verantwoordelijkheid van de ING om daaraan bij te dragen.”
ING-medewerkers krijgen, als onderdeel van ons maatschappelijk programma, de ruimte om zich onder werktijd als vrijwilliger in te zetten. Hudig: “In dat kader zijn we actief als leeshulp, we leren kinderen over ondernemerschap en we geven sollicitatietrainingen. En steeds meer collega’s gaan als gastdocent met leerlingen in gesprek over geldzaken. We hebben hiervoor een speciaal lespakket voor middelbare scholen: Geld Enzo. Daarnaast doen we mee aan de Week van het Geld. Onder de vlag van de Nederlandse Vereniging van Banken geven ING’ers dan honderden gastlessen aan de bovenbouwgroepen van basisscholen."
Naast de tijd en kennis die ING-medewerkers investeren op scholen zet de bank ook z’n eigen kanalen in om kinderen te leren om te gaan met geld, vertelt manager marketing jeugd & studenten Heidi van Eijk van de ING. “Zo bieden we op ING.nl een spreekbeurt aan voor kinderen op de basisschool. Met de Fame Game spreken we kinderen weer op een andere manier aan, door ze spelenderwijs bewust te maken van de waarde van geld. Daarnaast geven we bij een Kinderrekening de Pinniemaat, een slimme spaarpot waarmee kinderen al jong leren sparen. Jaarlijks verstrekken we zestigduizend exemplaren van de Pinniemaat.”
“Omdat ouders ook een belangrijke rol hebben op financieel gebied, hebben we de Jeugd & Geld Wijzer opgesteld. Met dit hulpmiddel kunnen ouders hun kinderen leren omgaan met geld. Het biedt ze een benchmark, bijvoorbeeld van hoeveel zakgeld andere ouders geven.” Voor de informatie in de Jeugd & Geld Wijzer is gebruikgemaakt van onafhankelijke onderzoeken van het Nibud en CentiQ, Wijzer in geldzaken. Ook biedt de ING geregeld gratis online seminars aan.
.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.