De Hoge Raad heeft in proefprocedures beslist dat de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf- en schenkbelasting niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Door deze beslissing van de Hoge Raad blijven alle aanslagen die onder de massaal bezwaar regeling vallen gewoon in stand. De regeling geldt voor alle aanslagen erf- en schenkbelasting die op 23 oktober 2012 nog niet onherroepelijk vast stonden en alle sindsdien opgelegde aanslagen.
Staatssecretaris Weekers: “Dit is goed nieuws voor de continuïteit van ondernemingen. Door de snelheid waarmee rechtbanken en Hoge Raad deze procedures hebben behandeld, heeft een grote groep belastingplichtigen eerder duidelijkheid”.De proefprocedures werden gevoerd in het kader van de ‘massaal bezwaar regeling’ die vorig jaar met instemming van de Tweede Kamer door staatssecretaris van Financiën Frans Weekers, voor het eerst is toegepast. Ze waren een gevolg van een uitspraak van Rechtbank Breda. Die besliste op 13 juli 2012 dat de bedrijfsopvolgingsregeling discriminerend was ten opzichte van erfgenamen en begiftigden die ander vermogen dan ondernemingsvermogen erfden of geschonken kregen. Door de beslissing van de Hoge Raad staat nu vast dat de regeling niet discriminerend is.
Op grond van de bedrijfsopvolgingsregeling is ondernemingsvermogen voor een groot deel vrijgesteld van erf- en schenkbelasting bij verervingen en schenkingen. Wel moeten de verkrijgers de onderneming gedurende vijf jaar voortzetten. De regeling is bedoeld om de continuïteit van ondernemingen te waarborgen.
Voor alle lopende bezwaren zal één collectieve uitspraak op bezwaar worden gedaan. Deze uitspraak wordt gepubliceerd in de Staatscourant en op de website van de Belastingdienst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.