vrijdag 28 februari 2014

Belastingdienst breidt vooraf ingevulde aangifte uit

Vanaf 1 maart stelt de Belastingdienst voor miljoenen Nederlanders de vooraf ingevulde belastingaangifte ter beschikking. Dit jaar is de aangifte voor ongeveer zes miljoen particulieren volledig vooraf ingevuld. Voor ongeveer vier miljoen mensen is de aangifte gedeeltelijk ingevuld.
Nieuw is dat de fiscus dit jaar ook de aftrekbare premies arbeidsongeschiktheidsverzekeringen vooraf invult. Mensen hoeven de aangifte alleen nog maar te controleren, wijzigen of aan te vullen en deze uiterlijk 1 april 2014 in te dienen.
De service- en controlethema's van dit jaar zijn zorgkosten zoals dieetkosten en medicijnen, hypotheekverhoging, persoonsgebonden budget, gastouders, giften en vermogen in het buitenland. Net als vorig jaar heeft de Belastingdienst meerdere service- en controlethema's. Over deze thema's krijgen de mensen die daarmee te maken hebben, extra informatie via een brief. Daarin wordt meer uitleg gegeven over onderwerpen uit de aangifte waarbij relatief vaak fouten worden gemaakt bij het invullen.
Dit jaar stelt de Belastingdienst voor het eerst een aangifte applicatie beschikbaar voor de tablet: de Mijn aangifte-app. Het is een proef. De app is in eerste instantie alleen geschikt voor de  eenvoudige aangifte, die volledig vooraf is ingevuld en waarin niets gewijzigd of aangevuld hoeft te worden. Na de aangifteperiode wordt de proef geëvalueerd. De app is vanaf 1 maart maximaal 200.000 keer te downloaden.
Belastingplichtigen die vóór 1 april a.s. aangifte doen, krijgen in veel gevallen al voor 1 juli een definitieve aanslag. Vorig jaar ontvingen ruim 2,4 miljoen mensen voor 1 juli  een definitieve aanslag in plaats van eerst een voorlopige. Ook dit jaar is zo snel mogelijk duidelijkheid bieden een belangrijk streven van de Belastingdienst.


Welke gegevens vult de fiscus zoal vooraf in?

• Loon, uitkeringen, pensioenen
• De meeste heffingskortingen
• Hypotheeksaldo en hypotheekschuld en WOZ-waarde van de eigen woning
• Gegevens van overige onroerende zaken in Nederland
• Ingehouden dividendbelasting
• Lijfrentepremies
• Ontvangen studiefinanciering en de studieperiode
• Banksaldi en spaartegoeden
• Waarde effectenportefeuilles
• Leningen en andere schulden
• Buitenlandse (Belgische en Duitse) pensioenen
• Premies AOV (Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen)
• Buitenlandse rekeningen
• De naam van degene van wie u een persoonsgebonden budget ontvangt



Nettowinst Triodos stijgt met 14 procent

Het balanstotaal van Triodos Bank stijgt in 2013 met 22% tot 6,4 miljard euro dankzij een gestage groei van de toevertrouwde middelen en een succesvolle emissie van aandelen. Het totaal toevertrouwd vermogen aan Triodos Bank, Triodos Beleggingsfondsen en Triodos Private Banking groeit met 20 procent tot 9,6 miljard. De netto winst bedraagt 25,7 miljoen, een stijging van 14 procent ten opzichte van 2012. In november 2013 passeerde de bank de grens van een half miljoen klanten.
In 2013 heeft de bank haar positie als financiële instelling verder versterkt. Het eigen vermogen is met 16 proceny gestegen, waarvan 68 miljoen als gevolg van een succesvolle emissie van certificaten van aandelen. Het nieuwe kapitaal is afkomstig van duizenden particulieren die mede-eigenaar willen zijn van de bank. Het aantal certificaathouders stijgt van 26.000 naar meer dan 31.000. Het business model van Triodos Bank richt zich op de financiering van de reële, duurzame economie.
Het nieuwe aandelenkapitaal heeft bijgedragen aan een stijging van de Core Tier 1 Capital Ratio van Triodos Bank tot 17,8 procent eind 2013. Triodos Bank streeft naar een solvabiliteitsratio van tenminste 14%.
De kredietverlening steeg in 2013 met 8 procent. De verwachte groei was tussen de 15 en 20 procent. De belangrijkste reden voor de lagere groei is de afname van kortlopende kredieten aan Nederlandse overheidsinstellingen. Deze beleggingen maken volgens de regels van de financiële verslaglegging onderdeel uit van de kredietportefeuille. Deze beleggingen zijn vanwege liquiditeitsoverwegingen omgezet naar andere beleggingen die buiten de kredietportefeuille vallen. Zonder deze verandering zou de kredietportefeuille met 14% zijn gegroeid.

Tweetrapssysteem vervangt Rabo Ransom Reader

De Random Reader van de Rabobank verdwijnt aan het eind van het jaar en wordt vervangen door een tweetrapssysteem, de Rabo Scanner. ComputerWorld ontdekte dat in de nieuwe Algemene Voorwaarden van de bank het nieuwe apparaat genoemd wordt. De Rabo Scanner controleert onder meer of de transactie op het scherm van de pc of tablet van de Rabo-klant overeenkomt met de code op de Rabo Scanner. Als dat niet het geval is, dan gaat de transactie volgens de algemene voorwaarden niet door.

Jan van Nieuwenhuizen treedt toe tot raad van bestuur Rabobank

Jan van Nieuwenhuizen (1961) treedt toe tot de raad van bestuur van Rabobank Nederland. Hij wordt verantwoordelijk voor de wholesale klanten in Nederland en het buitenland. Jan van Nieuwenhuizen treedt in functie zodra de benodigde goedkeuringen door de toezichthoudende instanties zijn verkregen.
Van Nieuwenhuizen studeerde bedrijfseconomie en is een zeer ervaren bankier. Hij werkte in de afgelopen 28 jaar bij meerdere internationaal opererende banken in binnen- en buitenland. Jan van Nieuwenhuizen studeerde in 1986 af aan de Université de Fribourg (Zwitserland) en startte zijn loopbaan bij JP Morgan in Amsterdam. Tussen 1992 en 2002 werkte hij vanuit Londen en Frankfurt als managing director bij Morgan Stanley. Van 1999 tot 2002 was hij lid van de raad van bestuur van Morgan Stanley AG in Frankfurt. In 2002 trad Jan van Nieuwenhuizen in dienst van NIBC. Van 2004 tot 2009 was hij lid van de Raad van Bestuur. Sinds 2008 was hij vice-voorzitter van NIBC.
Jan van Nieuwenhuizen werkt sinds 2009 bij Rabobank in Utrecht. Als directeur Wholesale is hij verantwoordelijk voor Trade and Commodity Finance, Corporate Finance en Private Equity. Hij zal dit blijven doen tot er een opvolger is benoemd.

donderdag 27 februari 2014

Rabobank boekt 2,0 miljard euro nettowinst in 2013

De resultaten van de Rabobank Groep werden in 2013 sterk beïnvloed door enkele eenmalige gebeurtenissen. De verkoop van Robeco en de overgang naar de nieuwe pensioenregeling hadden een positief effect op het resultaat. De hoge afwaarderingen bij Rabo Vastgoedgroep en de vorming van reorganisatievoorzieningen bij de lokale Rabobanken hadden een negatief effect. Bovendien was er de schikking in het Libor-dossier, die het jaar 2013 domineerde. Het totale schikkingsbedrag bedroeg 774 miljoen euro. Op basis van de belastingwetgeving kan de Rabobank een zeer groot deel in binnen- en buitenland fiscaal verrekenen.
De bank heeft daar vrijwillig van afgezien. Het volledige bedrag komt dus ten laste van de Rabobank en niet van de belastingbetaler. Per saldo kwam de nettowinst uit op 2.012 miljoen euro, een beperkte daling van 46 miljoen euro ten opzichte van 2012. De solvabiliteit bleef met een core tier 1-ratio van 13,5% onverminderd sterk. De leverageratio steeg tot 4,8% (+0,1%-punt). De waardeveranderingen op de kredietportefeuille kwamen uit op 2.643 miljoen euro of 59 basispunten. Dit is meer dan in 2012 en hoger dan het langjarig gemiddelde van 28 basispunten. Door het akkoord over de verkoop van de Poolse Bank BGZ aan BNP Paribas daalden zowel de toevertrouwde middelen als de kredietportefeuille van de Rabobank Groep. De toevertrouwde middelen namen met 4,9 miljard euro af tot 329,4 miljard euro. De kredietportefeuille private cliënten verminderde met 4% tot 439,0 miljard euro. Door de economische crisis is de vraag naar leningen gedaald. Daarnaast losten klanten meer af op hypotheken. De waardestijging van de euro ten opzichte van diverse valuta leidde ook tot een daling van de kredietportefeuille.
Hoewel de recessie in de tweede helft van 2013 ten einde kwam, bleven het consumentenvertrouwen en de bedrijfsinvesteringen op een laag niveau. Ook namen aflossingen op particuliere woninghypotheken toe. De waardeveranderingen waren met 1.384 miljoen euro circa 4% hoger dan in 2012. In de food- en agrisector zijn de kosten kredietverliezen geconcentreerd in de glastuinbouw. In de handel, industrie en dienstverlening hebben de vastgoedsector en de sectoren die zich richten op de binnenlandse markt het zwaar. In de transportsector heeft met name de binnenvaart het moeilijk. Daarnaast blijven de zorgen aanhouden in de detailhandel non-food, de bouw, de horeca en de automotivesector. Het marktaandeel van de Rabobank in de handel, industrie en dienstverlening werd verder uitgebreid tot 44,1%, het marktaandeel hypotheken nam af tot 26,0% en het marktaandeel sparen daalde licht tot 37,8%. Het marktaandeel in de food- en agrisector bleef stabiel op 85%. De uitvoering van het programma Visie 2016 leidde tot een geplande daling in de bezetting van ongeveer 1.700 fte bij het binnenlands retailbankbedrijf. Tot en met 2016 zullen naar verwachting 8.000 arbeidsplaatsen bij lokale banken komen te vervallen. Mede onder invloed van de reorganisatievoorzieningen bij de lokale Rabobanken daalde het nettoresultaat van het binnenlands retailbankbedrijf in 2013 tot 781 miljoen euro.
Het nettoresultaat van het wholesalebankbedrijf en het internationaal retailbankbedrijf kwam in 2013 uit op 52 miljoen euro. De daling van 652 miljoen euro ten opzichte van 2012 hangt in belangrijke mate samen met de schikkingen die de Rabobank is overeengekomen na de Libor-onderzoeken. Afgezien van het schikkingsbedrag was er sprake van een resultaatstijging. In 2013 werden kredieten die niet langer tot de kernsectoren behoren verder afgebouwd. Daarnaast werd een akkoord bereikt over de verkoop van de Poolse Bank BGZ. Afronding van deze transactie hangt af van de benodigde wettelijke goedkeuringen. In combinatie met de waardedaling van onder meer de Amerikaanse en de Australische dollar speelden deze ontwikkelingen een belangrijke rol in de afname van de totale kredietportefeuille, die daalde met 15,4 miljard euro tot 92,1 miljard euro. Voor ACCBank in Ierland is besloten de reguliere dienstverlening aan klanten af te bouwen en verder te reorganiseren. Het gezamenlijke spaartegoed van de buitenlandse internet-spaarbanken groeide met 23% en kwam uit op 29,1 miljard euro.

Jongeren lopen miljoenen euro’s mis

Jongeren laten gemiddeld 250 euro liggen, omdat ze geen belasting terugvragen. Dat bedrag kan in sommige gevallen tot 850 euro oplopen, volgens de Belastingdienst. In totaal gaat het per jaar om tientallen miljoenen euro’s.
Heb je een bijbaan, dan is de kans groot dat je geld terugkrijgt van de Belastingdienst. Bijna 70 procent van de 17-jarigen doet betaald werk, blijkt uit onderzoek van Wijzer in Geldzaken. Alleen weten drie op de tien leeftijdgenoten niet dat ze belasting kunnen terugvragen bij een bijbaan.
Aangifte doen loont voor veel scholieren en studenten, stelt Linda Hartman, senior marketeer studenten bij de ING. “Jaarlijks laat 73 procent van de jongeren gemiddeld 250 euro liggen. Op onze Facebookpagina voor jongeren en studenten krijgen we veel reacties dat ze het een ingewikkelde klus vinden. Dit is zonde en onnodig. Belasting terugvragen is de moeite waard en het is redelijk eenvoudig. De ING wil jongeren daar graag bij helpen. Komende maand zullen we ook in een video uitleggen hoe makkelijk het is om de belastingteruggaaf aan te vragen.”

MasterCard verlaagt tarieven voor creditcardbetalingen

MasterCard verlaagt in de komende twee jaar de tarieven die banken elkaar onderling berekenen voor het verwerken van de binnenlandse creditcardbetalingen. Hiermee worden de kosten voor creditcardbetalingen voor ondernemers, zoals winkeliers en horeca-ondernemers, lager. Deze verlaging volgt op de bezorgdheid die ACM vorig jaar bij MasterCard heeft geuit over deze interbancaire tarieven die MasterCard voor creditcard betalingen in Nederland gebruikt. Die tarieven gelden bij alle creditcardbetalingen, zowel on- als offline. Zij bepalen voor 60% de kosten die de winkelier maakt als een klant een creditkaart gebruikt.
ACM kreeg van ondernemers, met name uit de detailhandel, te horen dat ze de tarieven die creditcardmaatschappijen rekenen voor creditcardbetalingen te hoog vinden. ACM heeft dit signaal onderzocht.
MasterCard gaat de interbancaire tarieven voor binnenlandse creditcardbetalingen nu aanpassen. Nu is het tarief 0,9% van de transactie. Per 1 juni 2014 gaat het naar 0,7%, per 1 januari 2015 naar 0,5% en per 1 januari 2016 naar 0,3%. Omdat MasterCard heeft toegezegd de tarieven te verlagen ziet ACM geen aanleiding meer om nader onderzoek te doen naar een mogelijke overtreding van de mededingingsregels door MasterCard.

woensdag 26 februari 2014

Spaarder levert 2,3 miljard in door inflatie

Nederlandse spaarders zagen in 2013 het spaargeld op hun vrij opneembare spaarrekeningen 2,3 miljard euro minder waard worden. Dit blijkt uit een berekening van de financiële vergelijkingssite Geld.nl. Door de hoge inflatie en lage spaarrente, leden spaarders gemiddeld 0,82 procent verlies op hun spaargeld. “Dit verlies is meer dan drie keer zo hoog als een jaar eerder”, voegt Amanda Bulthuis van Geld.nl toe. In 2012 leverde de spaarder namelijk nog 0,26 procent in op het spaargeld op een vrij opneembare spaarrekening.
Dat spaarders hun geld zoveel minder waard zagen worden dan een jaar eerder kwam vooral doordat de rentetarieven in 2013 hard daalden. Ondanks dat de gemiddelde inflatie met 2,5 procent gelijk bleef aan die van 2012, daalden de spaarrentes het afgelopen jaar met bijna een half procentpunt. Eind 2012 bedroeg de gemiddelde spaarrente nog 2 procent. Daar was in december 2013 nog maar 1,52 procent van over.
Behalve de dalende spaarrente zorgt ook het feit dat er in 2013 meer is gespaard ervoor dat de inflatie een grote hap uit de waarde van de spaarpot nam. Uit cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat alle Nederlandse huishoudens samen ruim 281 miljard euro op vrij opneembare spaarrekeningen hadden staan. In 2012 was dit nog ongeveer 266 miljard euro.
Bij wie meer vermogen heeft dan de heffingsvrij grens van 21.139 euro, pleegt naast de inflatie ook de Belastingdienst een grote aanslag op het spaargeld. De fiscus veronderstelt dat je 4 procent rendement maakt op je vermogen, waarover je weer 30 procent belasting betaalt. Dit komt dus neer op 1,2 procent belasting op je totale vermogen. “Maar omdat de daadwerkelijke spaarrentes bij grootbanken schommelen rond de 1,2 procent, betaal je over het belastbare deel van je spaargeld soms je volledige rendement aan de Belastingdienst. Zou je hier ook nog de waardevermindering door de inflatie bij optellen, dan kost sparen je dus momenteel echt geld”, stelt Bulthuis.
Er is nog wel een beetje hoop voor de spaarder. De inflatie is sinds september hard gedaald en bedroeg in januari 2014 nog maar 1,4 procent. Omdat de gemiddelde spaarrente in januari 1,47 procent bedroeg, heeft de spaarder die maand dus 0,07 procent verdiend op zijn of haar spaargeld. “Dat is nog geen steeds geen vetpot, maar het is wel een mooi breekpunt”, aldus Bulthuis. Daarnaast verwacht De Nederlandsche Bank (DNB) dat de inflatie in 2014 verder zal dalen naar 1 procent, waardoor je als spaarder nog meer kunt overhouden aan je spaargeld.
Spaarders die slim gebruik willen maken van de dalende inflatie doen er verstandig aan te kiezen voor een spaarrekening met een stabiele hoge rente. Spaarbanken die stabiel in de top van de renteoverzichten staan, zijn Argenta, Nationale Nederlanden en MoneYou. Argenta en Nationale Nederlanden bieden op dit moment 1,75 procent rente op een vrij opneembare spaarrekening. MoneYou biedt 1,7 procent.
Een kortlopend deposito, van niet langer dan een jaar, is ook het overwegen waard. LeasePlan Bank biedt met 2,15 procent op dit moment de hoogste rente op een 1-jaarsdeposito. “Omdat de spaarrente in 2014 waarschijnlijk nog verder daalt, is nu vastzetten een goede optie”, stelt Bulthuis. “Je hebt dan nu al een rente die 0,75 procent hoger ligt dan de inflatie en als de voorspelling van DNB uitkomt, loopt het verschil zelfs op tot 1,15 procent.” Een langere looptijd dan 1 of 2 jaar raadt Bulthuis echter niet aan, omdat de spaarrente de komende jaren wellicht weer gaat stijgen. Als je geld dan vaststaat, kun je niet van deze rentestijging profiteren.”

dinsdag 25 februari 2014

Aanvullende zorgverzekering dit jaar meer afgesloten

Het aantal afgesloten aanvullende zorgverzekeringen is in 2014 gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Zo zijn er voor dit jaar meer tandartsverzekeringen en overige dekkingen (zoals fysiotherapie) afgesloten bij de verplichte basisverzekering. Dat blijkt uit gegevens van de vergelijkingssite ZorgWijzer.nl.
Voor 2014 heeft 46,4 procent gekozen om een aanvullende tandartsverzekering af te sluiten. In 2013 lag dit percentage nog op 43 procent (wat een verhoging is van ruim drie procent). De tandartsverzekering met 75 procent vergoeding tot maximaal 250 euro is net als een jaar eerder het meest afgesloten (13 procent).
Ook het aantal Nederlanders dat zich dit jaar heeft verzekerd voor fysiotherapie is gegroeid. Bijna 40 procent heeft hier namelijk voor gekozen in vergelijking met 33,1 procent een jaar eerder. Een vergoeding voor negen consulten op jaarbasis is met ruim 20 procent het meest afgesloten. Een aanvullende verzekering waarbij alle consulten worden vergoed kent de grootste procentuele stijging: van 1,7 in 2013 naar 4,1 procent in 2014. De reden hiervoor is dat enkele grote zorgverzekeraars deze dekking hebben geschrapt, waardoor het aanbod schaarser is geworden.
Ook een aanvullende verzekering voor alternatieve geneeswijzen (waaronder dekkingen als homeopathie en acupunctuur vallen) is meer afgesloten voor dit jaar. 14,5 procent van de mensen hebben een aanvullend pakket afgesloten waarbij een vorm van alternatieve geneeswijzen wordt vergoed. Dat is drie procent meer dan een jaar eerder.
Op aanraden van verschillende consumentenprogramma’s is eind 2012 gehamerd op het goed nakijken van de aanvullende dekkingen en hoeverre dit eigenlijk nog nodig is. Dat heeft destijds geresulteerd in dat mensen alleen kozen om zich voor de basisverzekering te verzekeren. Dit jaar zijn vermoedelijk velen hierop teruggekomen wat de stijging kan verklaren.

Palmer Capital Emerg Eur Prop Fund sluit nieuwe lening met Sberbank

Palmer Capital Fondsenbeheer B.V., beheerder van Palmer Capital Emerging Europe Property Fund N.V. (Property Fund), heeft overeenstemming bereikt met Sberbank over de financiering van het Tsjechische gedeelte van het portfolio. De omvang van de lening bij Sberbank bedraagt CZK 298 miljoen (EUR 10,9 miljoen). De huidige banklening van CZK 266 miljoen (EUR 9,7 miljoen) bij de Oostenrijkse Raiffeisen Bank wordt afgelost. De financiering zal naar verwachting eind maart worden afgerond.
Sberbank, opgericht in 1841, is de grootste bank van Rusland. Het hoofdkwartier van de bank is gevestigd in Moskou en de aandelen zijn genoteerd op de beurzen MICEX en RTS. Sberbank is actief in Tsjechië middels een 100% dochter welke een volledige bankvergunning heeft van de Tsjechische Nationale Bank. De lening van Sberbank aan het Property Fund betreft een annuïteitenlening met een rentevaste periode van 3 jaar. De annuïteit wordt berekend over een periode van 20 jaar. Het gewogen gemiddelde rentepercentage op de lening bedraagt 3,42%.
De aflossingscondities van de nieuwe banklening bij Sberbank zijn gunstiger dan die van de huidige lening bij de Raiffeisen Bank, waardoor er geld vrijgemaakt kan worden voor verdere aflossing van de lening bij de SNS Bank en investeringen in het portfolio. De Loan to Value van het portfolio stijgt door de herfinanciering van 46,7% naar 48,7%.
De herfinanciering van het Tsjechische gedeelte van het portfolio is een belangrijke stap in de in september 2013 aangekondigde strategische herfinanciering van het Property Fund. De volgende stap is de herfinanciering van de Tatra Banka lening, die in december 2014 afloopt. Het management is hierover in een vergevorderd stadium van onderhandeling met een aantal banken.

maandag 24 februari 2014

Wat is er mis met de Bitcoin?

Voornamelijk vanwege problemen met de wisselbeurs Mt.Gox is de koers van de Bitcoin de afgelopen week ingestort. Die schommelt nu zelfs onder de 100 dollar, een schril contrast met de situatie enkele maanden geleden, toen de koers naar 1200 dollar klom. Wisselbeurs MtGox – niet de enige, wel veruit de belangrijkste – kampt met technische problemen, waardoor iedereen die bitcoins bij Mt. Gox had staan die (tijdelijk) niet meer kan weghalen. Door een lek kunnen transacties naar derden gemanipuleerd worden, waardoor een Bitcoin nogmaals kan worden uitgegeven.

Belastingdienst waarschuwt voor valse e-mails

De Belastingdienst waarschuwt voor e-mails waarin gesuggereerd wordt dat de Belastingdienst en Intrum Justitia de afzenders zijn. Burgers en bedrijven die een mail hebben ontvangen wordt geadviseerd de mail weg te gooien en niet te klikken op links in de e-mail. In de zogenaamde ‘phishingmail’ wordt de mensen gevraagd om een openstaande vordering zo snel mogelijk te betalen. Via een link in de mail kunnen de mensen online betalen. De Belastingdienst raadt aan om niet op de link te drukken en de e-mail te verwijderen, ook uit de prullenmand van hun computer. De Belastingdienst benadrukt dat er nooit per e-mail of telefoon om een betaling wordt gevraagd en adviseert de mensen om privégegevens zoals DigiD en wachtwoord privé te houden.

vrijdag 21 februari 2014

ABN: Bescheiden nettowinst voor 2013

2013 een moeilijk jaar geweest dat heeft geleid tot een bescheiden resultaat voor ABN AMRO. Dat zegt bestuursvoorzitter Gerrit Zalm. Het jaar eindigde met een verliesgevend kwartaal als gevolg van aanzienlijke toevoegingen aan de kredietvoorzieningen en de afdracht van bankbelasting. ABN AMRO rapporteerde een nettowinst van 1.160 miljoen over 2013 en een nettoverlies van 47 miljoen over het vierde kwartaal van 2013.
Zalm: 'Wij zijn met onze activiteiten voornamelijk blootgesteld aan de Nederlandse economie, waar de binnenlandse bestedingen sinds 2008 zijn gedaald. Vooral het binnenlands georiënteerde MKB ondervond de gevolgen van lagere bestedingen. Het aantal bedrijven in onze portefeuille dat in financiële moeilijkheden verkeert, lag op een hoog niveau. De hoogte van onze voorzieningen voor zakelijk vastgoed is door DNB adequaat bevonden. Het onlangs door DNB uitgevoerde onderzoek naar deze portefeuille, waarin ook de risicogewogen activa (RWA) werden beoordeeld, was positief.'
Wat de individuele bedrijfsonderdelen betreft, deed Retail Banking het goed en presteerde Private Banking volgens verwachting. Commercial Banking leed een gering verlies over 2013 door hoge kredietvoorzieningen, maar boekte de afgelopen twee jaar goede vooruitgang op het gebied van efficiencyverbetering. Binnen Merchant Banking werd door de divisie Markets een verlies geboekt. Op dit moment vindt een strategische evaluatie van deze divisie plaats om tot resultaatverbetering te komen.

Banken wijzen Renteaanbod van duizenden consumenten af

De eerste depositoveiling van de Consumentenbond; Het Renteaanbod heeft een teleurstellende uitkomst gekregen. Geen van de banken die onder het Depositogarantiestelsel vallen heeft uiteindelijk een bod uitgebracht. Bart Combée, directeur Consumentenbond: 'Er is een overweldigende interesse van consumenten maar banken willen of durven niet. Dit is het zoveelste teken van te weinig concurrentie in de financiële sector.'
Combée: 'Wij willen door consumenten te mobiliseren de financiële instellingen uitdagen om deze grote groep (nieuwe)klanten een betere spaarrente te bieden dan in de huidige markt. Dat dit nu niet gelukt is ronduit teleurstellend, maar we blijven natuurlijk mogelijkheden onderzoeken om een verandering teweeg te brengen. De marge op de hypotheekrentes blijft hoog, spaarrentes zijn bij veel partijen minimaal en consumenten betalen nog steeds de prijs voor de wantoestanden in de financiële branche.' Het Renteaanbod ging op 21 januari 2014 van start en de inschrijving voor consumenten sloot op 17 februari. In deze korte periode schreven meer dan 36 duizend consumenten zich in voor een betere spaarrente op een 1-, 3- of 5 jarig deposito. In totaal brachten zij iets meer dan €1 miljard aan spaargeld bijeen.
De grote animo is voor de Consumentenbond een bevestiging dat consumenten samen willen optrekken om zo een vuist te maken en meer spaarrente te bedingen. Consumenten blijven echter vaak bij hun 'huisbank' terwijl er andere aanbieders zijn waar ze meer rendement op hun spaargeld kunnen halen. Combée: 'Als consumenten op 20 februari de rentes op bijvoorbeeld een 3-jaars deposito vergelijken dan bieden de grote drie banken ABN AMRO, Rabobank en ING rentes tot 1,5%. Dit terwijl er ook aanbieders zijn waarbij dit oploopt tot meer dan 2,5%.' De Consumentenbond raadt consumenten dan ook aan om de rentes goed te vergelijken en te profiteren van hogere rentes."

Spaarrente bij grootbanken rechtstreeks naar de Belastingdienst

Wie spaart bij ABN AMRO of Rabobank en over zijn of haar spaargeld vermogensrendementsheffing moet betalen, houdt helemaal geen rente meer over. Dit blijkt uit onderzoek van de vergelijkingssite Sparen.nl. 100 procent van het rendement dat deze spaarders behalen over hun belastbaar vermogen, gaat rechtstreeks naar de fiscus. “Bij deze grootbanken ontvang je over een saldo boven de heffingsvrije grens nog slechts 1,2 procent rente op een vrij opneembare spaarrekening. Hierdoor is het niet meer mogelijk de vermogensrendementsheffing te compenseren”, stelt Teun van Mullekom van Sparen.nl. Bij ING Bank krijgen de spaarders nog 1,45 procent rente op een spaarsaldo van 25.000 euro of meer, maar dan nog gaat 80 procent hiervan rechtstreeks naar de Belastingdienst.
Dat spaarders hun volledige rendement kwijt zijn aan de vermogensrendementsheffing, komt vooral doordat de fiscus nog steeds veronderstelt dat je 4 procent rendement behaalt over je vermogen. Over deze 4 procent betaalt je 30 procent belasting, wat neerkomt op 1,2 procent van je vermogen. “Dat in de praktijk geen enkele bank meer een rendement biedt van 4 procent en dit fictieve rendement dus eigenlijk achterhaald is, maakt de Belastingdienst niets uit”, stelt Van Mullekom. “Het gevolg is echter wel dat spaarders in de praktijk ruim 3 keer zoveel belasting betalen over het rendement dan de 30 procent die je over het rendement zou moeten betalen.”
Ondanks dat de spaarder veel meer belasting betaalt dan beoogd, is het Ministerie van Financiën niet van plan het fictieve rendement voor de vermogensrendementsheffing te verlagen. Een woordvoerder geeft aan dat het fictieve rendement gebaseerd is op ‘het langjarig gemiddeld rendement dat gehaald zou kunnen worden op het vermogen dat in box 3 valt’. “Daarom wordt het fictieve rendement niet aangepast als het reële rendement enkele jaren lager is dan 4 procent, net zo min als dat gebeurt als het rendement hoger is dan 4 procent”, aldus de woordvoerder.
Uit het rapport dat de Commissie Dijkhuizen in 2013 publiceerde, blijkt echter dat het gemiddelde rendement op zowel spaarrekeningen als diverse beleggingen in de periode 2001 t/m 2012 lager was dan 4 procent. Op spaarrekeningen was het gemiddelde rendement in die periode 2,6 procent en na aftrek van inflatie zelfs nog maar half procent. Daarom kwam de commissie destijds ook met de aanbeveling om het fictieve rendement te verlagen naar 3 procent in 2014 en daarna verder naar 2,4 procent. Heb kabinet heeft vooralsnog niet gereageerd op dit rapport. Deze reactie wordt ergens dit jaar verwacht.
De kans dat het kabinet deze aanbeveling van de Commissie Dijkhuizen opvolgt, lijkt vooralsnog nihil. Volgens Helma Neppérus, VVD-Kamerlid en woordvoerder fiscale zaken bij haar fractie, kost het verlagen van het fictieve rendement tientallen miljoenen euro’s per procentpunt, waardoor een verlaging momenteel onmogelijk blijkt. De VDD zal, als de aanbevelingen van de Commissie Dijkhuizen later dit jaar in de Tweede Kamer worden behandeld, er echter wel op aandringen dat ook de vermogensrendementsheffing onder de loep genomen wordt.



Toch gaan er wel stemmen op in de Tweede Kamer op om iets te doen aan de vermogensrendementsheffing. Fashad Bashir, woordvoerder fiscale zaken en kamerlid voor de SP, geeft aan dat zijn partij het fictieve rendement helemaal wil afschaffen. “Wij vinden het niet eerlijk dat wordt uitgegaan van een fictief rendement. De SP is daarom voorstander van het invoeren van een vermogensWINSTbelasting. Hierbij wordt gekeken naar hoeveel winst iemand daadwerkelijk maakt over het vermogen en er wordt dan slechts over de gemaakte winst belasting betaald”, licht Bashir toe. De SP-fractie heeft voor dit plan in 2012 een motie ingediend, maar deze behaalde geen meerderheid.



Vermogensrendementsheffing compenseren?

“Het lijkt er dus op dat de overheid vindt dat spaarders voorlopig maar op de blaren moeten zitten, zolang de spaarrentes lager zijn dan de vermogensrendementsheffing”, zegt Van Mullekom. Wie de schade toch zoveel mogelijk wil beperken, doet er verstandig aan te kiezen voor een vrij opneembare spaarrekening met een stabiele hoge rente, bijvoorbeeld bij Zwitserleven, Argenta of Nationale Nederlanden. En wie toch bij de grootbanken wil blijven, kan groen sparen overwegen. Zowel ABN AMRO als Rabobank en ING Bank beschikken over een groencertificaat voor hun groene spaarrekeningen en deposito’s. Het spaargeld op deze producten is tot een saldo van 56.420 euro vrijgesteld van vermogensrendementsheffing.”

 

donderdag 20 februari 2014

Dalende winst voor Aegon

Aegon boekte in het vierde kwartaal minder winst: 174 miljoen euro in plaats van 227 miljoen euro het kwartaal ervoor. Ten opzichte van een jaar eerder was er zelfs sprake van een winstdaling met 60 procent. De daling komt volgens het concern door boekhoudkundige afschrijvingen. Antony Burgmans treedt per 1 april terug uit de raad van commissarissen. Hij was sinds 2007 lid van deze raad. 'Helaas moet ik terugtreden uit de Raad van Commissarissen van Aegon, een mooi bedrijf dat ik graag van dienst ben geweest. Echter, de wettelijke kaders laten mij geen andere keuze.'

Consumenten vrezen duurder kaartgebruik door nieuwe Europese regels

Consumenten vrezen dat het betalen met een betaalkaart duurder en ingewikkelder zal worden door Europese wetsvoorstellen die momenteel in Brussel ter discussie staan. Onderzoek onder meer dan 1000 Nederlanders laat zien dat twee op de drie consumenten verwacht dat het voorstel om interbancaire kosten te verlagen negatieve gevolgen zal hebben voor de kosten van het gebruik van hun pinpas of creditcard. De meerderheid, acht van de tien respondenten, gelooft niet dat lagere tarieven voor winkeliers zullen leiden tot lagere prijzen doordat winkeliers de besparing in eigen zak zullen steken.
Het onderzoek werd in 13 Europese landen uitgevoerd door IPSOS, in opdracht van MasterCard, en vroeg consumenten naar hun mening over het voorstel om de interchange fees (de bijdrage van winkeliers aan het elektronische betaalsysteem) te verlagen. Ook werd hen gevraagd naar hun verwachting over de introductie van een serie van nieuwe maatregelen die invloed hebben op het kaartgebruik.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat 65% van de Nederlandse consumenten gelooft dat een verlaging van de tarieven negatieve gevolgen voor hun kaartgebruik zal hebben. Een nog hoger percentage (78%) gelooft niet dat retailers deze kostenbesparing door zal spelen aan hun klanten, wanneer zij zelf minder bij hoeven te dragen aan het elektronische betaalsysteem (tegenover 82% in Europa). Een meerderheid (58%) vindt het bovendien vreemd dat de nieuwe Europese regels wel zullen gelden voor MasterCard en Visa, maar niet voor andere marktpartijen zoals American Express en PayPal.
MasterCard heeft meerdere malen zijn bezorgdheid geuit over de voorgestelde verlagingen, die de kosten van het kaartgebruik voor de consumenten zullen laten stijgen. Deze bezorgdheid is gebaseerd op praktische ervaringen uit landen zoals Spanje, waar de wetgeving voor het inkorten van de tarieven ervoor gezorgd heeft dat de kosten voor de kaarthouder met meer dan 50% zijn gestegen. Spaanse winkeliers berekenden de kostenbesparingen niet door in lagere prijzen. Het is ook volstrekt onduidelijk waarom de prijzen in 30 verschillende landen gelijk zouden moeten zijn, terwijl de marktsituaties vaak enorm verschillen.

SEPA bespaart 22 miljard en maakt 227 miljard aan liquiditeit vrij

SEPA leidt in potentie tot een besparing van 21,9 miljard euro en het schrappen van 9 miljoen bankrekeningen in de Europese Unie. Daarnaast kan SEPA 227 miljard euro aan liquiditeit en kredietfaciliteiten vrijmaken. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van een economische analyse van SEPA die PwC in opdracht van de Europese Commissie heeft uitgevoerd.
Vanaf 1 februari zijn standaard binnenlandse betaalproducten, zoals overschrijving en incasso, in heel Europa vervangen door producten die voldoen aan de regels voor SEPA, de Single Euro Payments Area. Hierdoor ontstaat één grote en geïntegreerde markt voor betalingen in Europa.
Een geïntegreerde markt voor betalingen biedt vooral kansen voor bedrijven. Van de 21,9 miljard euro aan potentiële besparingen neemt het bedrijfsleven 16,1 miljard voor zijn rekening. Bedrijven kunnen niet alleen besparen op transactiekosten, maar ook op hun operationele kosten. Zij hoeven niet meer per Europees land een aparte rekening aan te houden. De grotere betaalmarkt maakt het bovendien mogelijk efficiënter gebruik te maken van beschikbare liquiditeit. Volgens het onderzoek kan er 227 miljard euro aan liquiditeit en kredietfaciliteiten vrijkomen. Daarnaast maakt de standaardisatie bedrijven flexibeler ten aanzien van hun bankkeuze. De bancaire sector kan het verlies aan transactie- en rekening-gerelateerde inkomsten meer dan compenseren met lagere operationele en externe clearingkosten.
PwC gaat bij haar onderzoekaannames uit van een situatie waarin SEPA volledig is omarmd. "Na jaren investeren, is de nieuwe SEPA-infrastructuur daadwerkelijk in gebruik genomen", zegt treasury-expert Bas Rebel van PwC. "Of SEPA ook werkelijk de belofte waarmaakt, hebben bedrijven en banken nu voor een groot deel in eigen hand. De politiek kan hieraan wel bijdragen door verdergaande standaardisatie af te dwingen."
Volgens het onderzoek profiteert niet iedereen in gelijke mate van harmonisatie van het betalingsverkeer. Vooral het bedrijfsleven, maar ook banken kunnen economisch gezien het meest profiteren. Voor consumenten biedt SEPA vooral een betere bescherming, omdat bijvoorbeeld machtigingen kunnen worden voorzien van een bovengrens voor het af te boeken bedrag en een witte en zwarte lijst van incassanten.
Daarnaast draagt SEPA ook bij aan de concurrentieverhoudingen op de interne markt en een snellere adoptie van e-facturering, mobiel betalen en de XML ISO 20022 interface standaard. Deze voordelen zijn in het kader van de opdracht niet gekwantificeerd.

woensdag 19 februari 2014

Nieuwe speler op Nederlandse brokermarkt

De Nederlandse brokermarkt gaat wederom een nieuwe ronde in met de komst van Tradzster. Tradzster lanceert per 18 februari 2014 officieel haar volledig in eigen beheer ontwikkelde, innovatieve handelsplatform en viert dit met een slag op de gong in Amsterdam. De komst van Tradzster komt voort uit onvrede over de brokermarkt waar de focus enkel nog ligt op goedkope orderuitvoering en niet langer op het behalen van een mooi rendement door slim te beleggen.
Als nieuwe Nederlandse broker en handelsplatform zal Tradzster zich voornamelijk toeleggen op innovatie en functionaliteit. Met het Tradzster handelsplatform kan zowel door de online belegger zelf als geheel automatisch wereldwijd worden belegd tegen zeer scherpe tarieven. Tradzster gaat het de gevestigde orde op technologisch gebied moeilijk maken waardoor het de echte innovatie terug in de brokermarkt gaat brengen. Tradzster als kleine organisatie kan snel schakelen; Functionaliteit in Tradzster kan worden uitgebreid door toepassing van zogenaamde Widgets, te vergelijken met Apps. Door deze structurering kan Tradzster razendsnel functionaliteit uitbreiden zonder de basis van het handelsplatform te hoeven aanpassen. Hierdoor verwacht Tradzster maandelijks nieuwe innovaties en functionaliteiten te introduceren waardoor de online belegger niet enkel goedkoper maar vooral beter en slimmer kan gaan beleggen.

Prepaid credit card gelanceerd

Nederlanders die tot nu toe niet in aanmerking kwamen voor een creditcard, kunnen via een prepaid creditcard toch profiteren van alle voordelen die zo'n kaart biedt. Het bedrijf MK Projects & Investments BV uit Den Bosch heeft samen met Mastercard en banken de MoneyPass op de markt gebracht, een prepaid creditcard die overal ter wereld op dezelfde manier te gebruiken is als een creditcard.
In landen als Engeland en Duitsland bestond het fenomeen al langer, maar voor Nederland is het betrekkelijk nieuw. De prepaid creditcard moet eerst opgewaardeerd worden voordat hij gebruikt kan worden. Daardoor kan de gebruiker nooit rood staan.
MoneyPass is aan de ene kant een oplossing voor mensen die vanwege een BKR-toetsing geen creditcard kunnen aanvragen. Die toetsing is voor de prepaid card niet nodig. Aan de andere kant is het een uitkomst voor mensen die niet achteraf verrast willen worden door een hoge rekening of hoge rentes. Door de kaart vanachter de computer tot maximaal 3750 euro op te waarderen, bepaalt de gebruiker zelf hoeveel geld ermee uitgegeven wordt.
Prepaid creditcards die tot nu op de Nederlandse markt beschikbaar waren, werden vanuit het buitenland aangestuurd, waren alleen bruikbaar op internet of hadden een laag tegoed tot 150 euro.

dinsdag 18 februari 2014

Bankenconsortium investeert in grootste windpark Nederland

Een bankenconsortium bestaande uit de Europese Investeringsbank, de Duitse KfW IPEX-Bank en Rabobank verstrekt een lening van in totaal 350 miljoen euro aan NOP Agrowind. NOP Agrowind bouwt hiermee 26 windmolens op land met een totaal vermogen van 195 MegaWatt. Deze windmolens maken deel uit van Windpark Noordoostpolder, dat met in totaal 86 windmolens het grootste windpark in Nederland wordt.
NOP Agrowind is een initiatief van agrariërs aan de Westermeerdijk en Noordermeerdijk in de Noordoostpolder. Zij investeren gezamenlijk in de bouw van 26 Enercon E-126 windmolens op hun land. De totale investering bedraagt circa 420 miljoen euro. De molens hebben een masthoogte van 135 meter, een rotordiameter van 127 meter en een geïnstalleerd vermogen van 7,5 Megawatt per stuk. De ontwikkeling van het windpark van NOP Agrowind begon in 1994. In het voorjaar van 2013 is de bouw van start gegaan met de aanleg van de benodigde infrastructuur, zoals wegen en kraanopstelplaatsen. Voor een groot aantal windmolens zijn de heipalen reeds geslagen. De eerste molen zal volgens planning vanaf september 2014 stroom produceren. De verwachting is dat het volledige project in 2016 is gerealiseerd.
De betrokken banken willen ontwikkeling en gebruik van duurzame energie stimuleren. Bij de investeringen in duurzame energieopwekking is er nadrukkelijk ook oog en oor voor de leef- en werkomgeving. NOP Agrowind geeft samen met de betrokken banken een duurzame impuls voor de regio en vervult een voorbeeldfunctie voor volgende windparken in Nederland. Volgens het Energie-akkoord wil Nederland in 2023 voor 10.5 GW aan windenergie beschikbaar hebben; op land is daarvoor een uitbreiding met 3,5 GW nodig is. De financiering van 26 windmolens van NOP Agrowind is opnieuw een betekenisvolle stap in de realisatie van deze doelstelling. In een gemiddeld windjaar zullen de molens van NOP Agrowind zo’n 180.000 huishoudens kunnen voorzien van elektriciteit. Eneco zal de stroom afnemen van NOP Agrowind.
NOP Agrowind bouwt 26 windmolens op het land langs de Noordermeerdijk en de Westermeerdijk in de Noordoostpolder. Deze molens maken onderdeel uit van Windpark Noordoostpolder, dat bestaat uit 86 windmolens op het land en in het water.

maandag 17 februari 2014

Beheerd vermogen van Nederlandse beleggingsfondsen op recordhoogte

De netto-inleg in Nederlandse beleggingsfondsen bedroeg volgen DNB 6,2 miljard euro in het vierde kwartaal van 2013, waarvan 6,8 miljard door inleg bij nieuwe beleggingsfondsen. Obligatiefondsen waren het populairst onder beleggers met een netto-inleg van 4,2 miljard. Ook in de overige fondsen (3,0 miljard), vastgoedfondsen (0,8 miljard), gemengde fondsen (0,8 miljard) en hedgefondsen (0,3 miljard) werd geld ingelegd. Aan de aandelenfondsen werd echter voor 2,9 miljard onttrokken door beleggers.
De beleggingsinstellingen behaalden een totaalrendement van 1,8% k-o-k op hun beleggingen in het vierde kwartaal van 2013. Op beleggingen in aandelen (252,3 miljard) werd een koerswinst (omgerekend in euro’s) behaald van 3,1% k-o-k. De MSCI World Index gemeten in euro’s – een veel gebruikte benchmark – steeg met 5,7%. De koersen van aandelen van de opkomende markten (MSCI Emerging Markets Index gemeten in euro’s) daalden echter in het laatste kwartaal van 2013 met 0,2% k-o-k. De Nederlandse aandelenfondsen die in opkomende markten beleggen behaalden daardoor een negatief totaalrendement (-0,2% k-o-k). Op de beleggingen in obligaties (205,5 miljard) werd een koersverlies geleden van 0,3% k-o-k (omgerekend in euro’s). Dit werd veroorzaakt door een koersverlies op staatsobligaties (-0,7% k-o-k), terwijl er op de beleggingen in bedrijfsobligaties een koerswinst werd behaald van 0,3% k-o-k.
 

ABN AMRO introduceert 'Specifiek Advies voor Vrijvallend Vermogen'

ABN AMRO start een nieuwe adviesvorm voor klanten met een vrijvallend vermogen tot EUR 90.000,-. Dit advies kost EUR 48,- (introductieprijs tot 1 april 2014) en is laagdrempeliger dan het totaaladvies van EUR 480,-. 'Specifiek Advies voor Vrijvallend Vermogen' is een goed alternatief voor klanten die anders zelf een product zouden kiezen zonder advies van de bank.
Met het 'Specifiek Advies voor Vrijvallend Vermogen' adviseert ABN AMRO haar klanten over de mogelijkheden als geld uit een lijfrentepolis, een bankspaarproduct of een kapitaalverzekering vrijkomt ('expiraties'). De bank houdt in het persoonlijk advies rekening met de wensen en behoeften van haar klanten. De fiscale mogelijkheden worden bekeken maar uitgebreide berekeningen worden niet gemaakt. Voor klanten die wel een gedetailleerd inzicht in hun huidige en toekomstige financiële positie wensen, is er het uitgebreide advies 'Inkomen & Vermogen' beschikbaar. Het voorafgaande eerste (oriëntatie) gesprek is gratis. Tijdens dit gesprek stelt de bank in overleg met de klant vast welke adviesvorm het beste bij de klant past.
Met ‘Specifiek Advies voor Vrijvallend Vermogen’ zet ABN AMRO een nieuwe stap in het creëren van een tussenvorm in de adviesdienstverlening. Daarmee voorziet de bank niet alleen in een klant behoefte maar geeft ook gehoor aan een wens van  De Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM sprak zich in 2013 in het rapport ‘Dienstverlening op maat’ uit voor nieuwe tussenvormen van adviesdienstverlening waarbij de breedte en diepte van de dienstverlening aansluit op de complexiteit van de situatie van klanten.

Markt voor flitskrediet verder opgedroogd

Het aantal aanbieders van flitskrediet is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Er is op dit moment nog steeds een klein aantal aanbieders actief. Consumenten doen er daarom nog steeds goed aan om goed naar de kosten te kijken als ze overwegen een flitskrediet af te sluiten.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft sinds 2011 in totaal 21 partijen onderzocht. Daarvan waren er achttien in overtreding. Vijftien zijn nu gestopt, mede na handhavend optreden van de AFM. Flitskredieten zijn leningen die korter lopen dan drie maanden. De aanbieders hiervan mogen, als ze een AFM-vergunning hebben, maximaal 15 procent op jaarbasis aan kosten in rekening brengen. In de praktijk is echter gebleken dat de kosten vaak veel hoger uitvallen, tot wel honderden procenten. Aanbieders hebben met allerlei constructies geprobeerd deze (verboden) kosten in rekening te brengen en de wetgeving te omzeilen.
‘’Dat is erg onethisch, zeker omdat deze aanbieders zich voornamelijk richten op een groep financieel kwetsbare consumenten. Door dit schadelijke gedrag duperen ze consumenten die het al moeilijk hebben en ze schaden het vertrouwen in de financiële markten als geheel’’, aldus Marcus Wagemakers, hoofd van de afdeling Marktintegriteit en Handhaving.
De AFM ziet – gebaseerd op haar afgesloten onderzoeken bij niet-vergunninghouders – een daling van het aantal verstrekte kredieten van grofweg 89.000 in 2011 naar 1480 in 2013. Dat komt bij een gemiddelde lening van €200 neer op een daling van €18 miljoen in 2011 naar €300.000 in 2013. Deze indicatieve cijfers geven overigens geen volledig beeld van de gehele huidige markt voor flitskrediet.
Er is op dit moment nog een klein aantal flitskredietaanbieders actief in Nederland. Een aantal opereert vanuit het buitenland. De AFM houdt nog steeds verscherpt toezicht op de markt voor flitskrediet en sluit nieuwe handhavingmaatregelen niet uit.
De AFM adviseert consumenten zich te beraden bij het afsluiten van een flitskrediet. Tot nu toe zijn de AFM alleen gevallen bekend van hoge (verboden) kosten die door flitskredietaanbieders in rekening wordt gebracht. Omdat consumenten die een flitskrediet afsluiten vaak al in een financieel lastige situatie zitten, gebeurt het geregeld dat ze de lening niet kunnen terugbetalen. Als dat gebeurt, nemen de kosten flink toe.
Op haar website geeft de AFM tips voor consumenten die een lening willen afsluiten. Ze doen er bijvoorbeeld goed aan om te controleren of een kredietverstrekker een vergunning heeft en wat de totale kosten bedragen.

vrijdag 14 februari 2014

De weg naar het collectieve geld lijkt gevonden

Ondernemersfonds Utrecht blijkt in het tweede jaar van haar bestaan goed op stoom te zijn gekomen. Van de beschikbare budgetten is in 2013 tachtig procent toegekend. In 2012 was dit nog 37 procent. Vooral het aantal gebieden dat gebruik maakt van het fonds is gegroeid. Op dit moment loopt de evaluatie van het fonds. Op basis van de uitkomsten hiervan beslist de gemeenteraad medio 2014 over de voortgang van het ondernemersfonds. 
Steeds meer trekkingsgebieden maken gebruik van het ondernemersfonds om collectieve zaken in het gebied ook collectief te financieren. Van de 75 gebieden, deden 54 gebieden in 2013 een aanvraag. In 2012 waren dit 24 gebieden. Het meeste geld wordt ingezet voor promotie, marketing en evenementen (36 procent). In 2012 ging nog het merendeel van de bestedingen naar schoon, heel en veilig.
Van de Streekmarkt op de Twijnstraat tot camerabeveiliging, van Tour du Jour tot feestverlichting in de binnenstad, van vlaggenmasten in Lombok tot de organisatie van Utrecht Science Park, van de WIJkiosk Terwijde tot de Facebookactie van het Smaragdplein, van de Koningsspelen Maximapark tot de kermis in Haarzuilens en van de succesvolle stickeractie op de Biltstraat tot het oplossen van parkeerproblemen bij de Kromhoutkazerne, zomaar een greep uit de projecten die laat zien hoeveel collectieve zaken inmiddels uit het Ondernemersfonds Utrecht worden gefinancierd.
Op dit moment loopt de evaluatie van het fonds. Alle OZB betalers zijn uitgenodigd om hieraan mee te doen. Daarnaast wordt het georganiseerde bedrijfsleven gevraagd haar mening over het fonds te geven. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie zal de gemeenteraad medio 2014 een besluit nemen over de doorgang van het fonds na 2014.

Zes alternatieve fondsen geselecteerd voor AIF 2014

ABN AMRO Clearing heeft zes alternatieve beleggingsfondsen geselecteerd, die zichzelf tijdens het Amsterdam Investor Forum (AIF) op 12 februari mogen presenteren. Elk alternatief beleggingsfonds krijgt drie minuten om zich voor te stellen aan ruim tweehonderd, toonaangevende institutionele investeerders, beleggingsfondsen en vermogende particulieren.
De zes finalisten zijn 'Saemor Europe Alpha Fund' van Saemor Capital, 'Blenheim DDA' van Blenheim Fund Management, 'Aequam Diversified' van Aequam Capital Management, 'Citrine Capital' van Citrine Capital Management, 'Laffitte Index Arbitrage' van Laffitte Capital Management en 'Eyck European Tactical Distressed Opportunities Fund' van Eyck Capital Management.
Fondsen worden alternatief genoemd, als hun rendement op een andere manier wordt verkregen dan via het traditionele kopen en verkopen van aandelen of obligaties. "Ook dit jaar ontvingen we veel aanmeldingen vanuit een breed spectrum aan fondsen, die zich tijdens het AIF wilden presenteren voor toonaangevende, alternatieve investeerders", zegt Gildas Le Treut, Global Head of Prime Clearing bij ABN AMRO Clearing.
Het AIF is uitgegroeid tot het belangrijkste alternatieve investerings-evenement van Nederland. Ook dit jaar vindt het AIF plaats op het hoofdkantoor van ABN AMRO. Naast de presentaties van de zes alternatieve beleggingsfondsen zijn er toonaangevende sprekers uit de internationale wereld van de 'alternative investment industry'. Ze zijn afkomstig van onder andere de volgende bedrijven: 36 South Capital Advisors, Aurum Funds, Cheyne Capital Management, COO Connect, Eaglevale Partners, Edmond de Rothschild, Fort LP, GAM Investment Management, GLG Partners, Hedge Fund Intelligence, HiQ Invest, IMQubator, ION Asset Architecture, Kempen Capital Management, Laven Partners, Lily Pond Capital, Lyxor Asset Management, NewAlpha, Paulson & Co, Permal, PIMCO, Privium Fund Management, PSAM, Skybridge Capital, Sothic Capital, SSARIS, UBP and Universa.

donderdag 13 februari 2014

SNS lijdt miljardenverlies

Bank en verzekeraar SNS Reaal heeft in 2013 een verlies geleden van ruim 2,3 miljard euro. Dat komt vooral door de vastgoedtak, Property Finance. Daarop moest flink worden afgeschreven.Dat geldt ook voot verzekeringsdochters van SNS Reaal. De kernactiviteiten van de bankverzekeraar rapporteerden evenwel een nettowinst exclusief incidentele posten van 386 miljoen euro. Wel groeide het aantal klanten. Er kwamen er 50.000 bij. SNS Reaal kwam een jaar geleden in handen van de staat.

ABN AMRO vernieuwt Mobiel Bankieren app

De Mobiel Bankieren app van ABN AMRO is vernieuwd en verder verbeterd. Zo is de Mobiel Bankieren app klaar voor IBAN. Het adresboek is omgezet naar IBAN en iOS en Android gebruikers kunnen voortaan gebruik maken van een IBAN acceptgiroscanner. Hierdoor hoeft de klant gegevens niet meer handmatig in te voeren. Het blijft voorlopig mogelijk om betalingen zonder IBAN te doen, dan wordt het rekeningnummer omgezet.
Nieuw is tevens de mogelijkheid om een betaling later te verzenden in Internet Bankieren. Handig als de klant geen e.dentifier bij de hand heeft en deze toch nodig heeft voor een betaling. De betaling wordt dan automatisch bewaard en blijft 30 dagen beschikbaar in Internet Bankieren. Geagendeerde betalingen, periodieke overboekingen én geplande incasso’s kan men vanaf nu ook eenvoudig inzien via de app, zodat klanten meer controle kunnen houden over hun bankzaken .
Tot slot is het nog gemakkelijker geworden om een persoonlijk bericht of afbeelding te sturen aan de ontvanger van een betaling en kan er eenvoudig een bedrag in euro’s worden overgeboekt naar het buitenland (SEPA-gebied).

ING breidt aanbod indextrackers uit

Driekwart van de beleggers die gebruik maken van het nieuwe platform Zelf Vermogensopbouw hebben een neutrale tot hogere risicohouding. Dit risico wordt vaak gekoppeld aan een betrekkelijk korte beleggingshorizon. Ruim drie kwart stelt zichzelf een concreet vermogensdoel. Zelf Vermogensopbouw van de ING biedt beleggers inzicht en overzicht in risico, het verwacht rendement en de optie tot experimenteren. Daarnaast breidt de ING het aanbod beleggingsfondsen en indextrackers per direct uit. In totaal worden 85 trackers aan het aanbod toegevoegd.
Deze week heeft de ING haar aanbod aan beleggingsfondsen en indextrackers in haar nieuwe platform Zelf Vermogensopbouw uitgebreid. Beleggers konden al kiezen uit ruim 350 fondsen en trackers; daar zijn er nu 85 bijgekomen. Karien van Gennip, Directeur Private Banking & Beleggen bij de ING, is trots op deze uitbreiding: “Waar veel beleggingsbanken lijken te kiezen voor een beperkter aanbod, kiezen wij duidelijk voor een andere koers. Meer fondsen en trackers, van een groot aantal verschillende fondshuizen. Op deze manier bieden we onze klanten een ruime keuze, waarmee zij zelf hun portefeuille kunnen samenstellen.”
De meeste gebruikers van Zelf Vermogensopbouw kiezen voor een neutraal risico. Beleggers maken gebruik van een risicometing in 7 categorieën, van A (weinig risico) tot G (veel risico). Van de gebruikers die hun risicobereidheid aangeven, kiest bijna 39% voor een portefeuille met een gemiddeld risiconiveau (D). Opvallend is dat meer dan 50% kiest voor een iets offensievere strategie. Karien van Gennip: “Beleggers zien kansen. Daarnaast kan een offensievere portefeuille op de langere termijn vaak tot hogere rendementen leiden. Hierbij is het wel verstandig uit te gaan van een langere beleggingshorizon, om een eventuele terugval van de beurs op te kunnen vangen.”
Om zicht te krijgen op de verwachte waardeontwikkeling van hun portefeuille, kunnen beleggers hun beleggingshorizon invullen. Maar liefst twee derde kiest hierbij voor een horizon van 10 jaar of korter. Vaak gaan horizon en risicobereidheid hand in hand, maar beleggers lijken nu te mikken op kortetermijnrendement. Van Gennip: “We zien dat risicobereidheid bij de gebruikers van Zelf Vermogensopbouw wat groter is dan je misschien vanuit hun beleggingshorizon zou verwachten. Aan de ene kant pak je dan sneller winst, aan de andere kant loop je wel wat meer risico. Uiteraard ligt de uiteindelijke keuze ligt altijd bij de belegger, die heeft de touwtjes in handen.”

woensdag 12 februari 2014

ING sluit 2013 af met winst, 300 extra banen weg



ING heeft in het vierde kwartaal van vorig jaar ruim 60 procent minder winst geboekt dan een jaar eerder. In het afgelopen kwartaal werd een nettowinst geboekt van 539 miljoen euro, tegen 1,5 miljard euro een jaar eerder. De onderliggende winst, gecorrigeerd voor verkopen van onderdelen en afschrijvingen, was vorig kwartaal met 405 miljoen euro wel 2,5 keer groter dan een jaar eerder. In heel 2013 ging de winst van ING met 22 procent omhoog tot 3,26 miljard euro. Bestuursvoorzitter Ralph Hamers spreekt ondanks de gedaalde winst in het laatste kwartaal van een 'succesvol' jaar, waarin zowel de resultaten van de bank als van de verzekeringsactiviteiten verbeterde.
ING Verzekeringen heeft een verdere stap gezet op weg naar haar onafhankelijke toekomst. In oktober werd het nieuwe ‘NN’-merk geïntroduceerd en werd de segmentatie van ING Verzekeringen beter afgestemd op haar activiteiten. Het operationeel resultaat over het 4e kwartaal van de te continueren activiteiten van ING Verzekeringen bedroeg 215 miljoen euro, vooral als gevolg van de verbeterde prestaties bij het levensbedrijf in Nederland. Hamers: 'We hebben in het 4e kwartaal 2013 en begin 2014 maatregelen genomen om de kapitaalpositie van ING Verzekeringen te versterken. Hierdoor zijn de kapitaaldekkingsratio en de solvabiliteitsratio’s van NN Leven aanzienlijk gestegen en zijn lokale onderdelen adequaat gekapitaliseerd. De voorbereidingen voor het geplande basisscenario van een beursgang liggen op koers en het is ons voornemen om dit jaar naar de markt te gaan, wanneer de omstandigheden daarvoor gunstig zijn.'
ING schrapt overigens nog eens 300 banen bij zijn Nederlandse bankactiviteiten. De ontslagen komen bovenop de 1400 banen die vorig jaar voor de periode tot en met 2015 werden aangekondigd. In totaal kost de in 2012 ingezette reorganisatie nu circa 4100 arbeidsplaatsen.

Vijf jaar gevangenisstraf geëist tegen onderwereldbankier

Het Openbaar Ministerie heeft gisteren tegen een 49-jarige man uit Abcoude 5 jaar gevangenisstraf geëist. Volgens de Officier van Justitie van het Landelijk Parket heeft de 49-jarige man zich jarenlang bezig gehouden met ondergronds bankieren, ook wel bekend als hawala bankieren. Het ging om geldbedragen van meer dan een miljoen euro.
'De onderwereldbankier en de zes overige verdachten hebben met hun handelingen het legale economische verkeer in gevaar gebracht en dat lijkt ze niks te doen',' aldus de Officier van Justitie.
Uit het onderzoek van de politie is naar voren gekomen dat de hoofdverdachte een internationaal netwerk aan mensen en diensten om zich heen verzameld heeft om zijn hawala imperium in stand te houden. Een pizzarestaurant deed dienst als dekmantal, de handel in geld was lucratiever dan de verkoop van pizza's. Uitschieters van meer dan een miljoen euro bleken geen uitzondering. Op de vrijstaande villa in Abcoude en een tweede woning in Amsterdam van de hoofdverdachte is beslag gelegd.
Tegen zijn rechterhand eist de Officier van Justitie een gevangenisstraf van 36 maanden. Een van de verdachten heeft zich als boekhouder zonder al te veel gewetensbezwaren in de criminele handel en wandel gemengd. De Officier van Justitie eist een werkstraf van 120 uur tegen hem. Tegen de vrouw van de hoofdverdachte  is een werkstraf van 80 uur geëist.
Hawala is een informeel bankensysteem naast het officiële bankieren. Hawala is ontstaan in landen waar regulier bankieren moeilijk was of waar mensen weinig vertrouwen hadden in overheid en banken. Onderwereldbankiers vragen niet naar de herkomst van het geld. Hawala bankieren en geld wisselen zonder vergunning zijn misdrijven waar een straf op staat.
Geldkoeriers vervoeren het geld vaak in plastic tasjes, de geldbedragen worden vervoerd in grote coupures. Bij een van de transporten werd ruim 300.000 euro vervoerd in een grote plastic boodschappentas, verstopt onder een laag vieze was.
‘'Met de aanpak van witwassen wordt het hart en motief van de georganiseerde criminaliteit getroffen. Het geld wat ze kunnen verdienen met de handel is het enige wat hen drijft.'' De Officier van Justitie eist behalve gevangenisstraffen ook geldboetes variërend van 1.000 tot 18.000 euro.

Leenrente staat stil

Hoewel de rentes op de geld- en kapitaalmarkten al jaren dalen, staan de leenrentes al meer dan twee jaar op hetzelfde niveau. Hierdoor betaalt de consument relatief veel voor een lening, terwijl banken steeds goedkoper kunnen lenen. Dat constateert de financiële vergelijkingssite Geld.nl. “Banken kunnen nu op de geld- en kapitaalmarkten tot wel vijf keer goedkoper lenen dan in januari 2012. Maar de consument merkt hier niets van”, zegt Amanda Bulthuis van Geld.nl.
Een belangrijke oorzaak voor de relatief hoge leenrentes is volgens Bulthuis van Geld.nl het gebrek aan concurrentie op de markt voor consumentenkredieten. “De drie grootbanken ABN AMRO, ING en Rabobank domineren de markt. Bijna 80 procent van alle consumentenkredieten wordt verstrekt door deze banken of kredietmaatschappijen die hier onderdeel van zijn. Er zijn dus weinig prikkels voor banken om de leenrentes te verlagen.”
Naast het gebrek aan concurrentie hebben banken sinds de crisis met steeds strengere kapitaaleisen te maken. Ze moeten meer geld aanhouden tegenover de leningen die zij uitgeven. Daardoor zijn banken minder snel bereid leningen te verstrekken. Bulthuis: “Dit speelt bij consumentenleningen een nog grotere rol dan bij hypotheken. Banken moeten tegenover consumptieve kredieten relatief meer geld aanhouden, omdat deze geen onderpand kennen. Dit verklaart ook deels waarom de hypotheekrentes wel dalen, terwijl de kredietrentes stil staan.”
Daar komt bij dat de Europese Centrale Bank (ECB) voor dit jaar een zware stresstest heeft aangekondigd. Hierdoor zijn banken nog meer bezig om hun balansen te versterken en meer vermogen op te bouwen. “Veel leningen verstrekken is daarom voor banken op dit moment niet gunstig.”
De banken noemen zelf de hoge risico-opslagen die zij hanteren als belangrijkste reden dat de kredietrentes niet dalen. Banken baseren hun kredietrentes wel op de geld- en kapitaalmarktrentes, maar in de uiteindelijke rente zitten ook een aantal kosten en opslagen verwerkt, zoals de risico-opslag. Dit is een vergoeding die banken vragen voor het risico dat zij lopen dat de verstrekte kredieten niet worden terugbetaald. Door de economische crisis is dit risico toegenomen en verhogen banken hun risico-opslagen om dit te compenseren. “De toenemende werkloosheid, arbeidstijdverkorting en lastenverzwaringen maken dat er een hoger risico is dat er niet wordt terugbetaald en dat wordt in geprijsd”, aldus een woordvoerder van ABN AMRO.
Deze drie oorzaken wijzen er eigenlijk allemaal op dat banken op dit moment liever geen geld uitlenen, concludeert Bulthuis. “De Europese Centrale Bank (ECB) heeft al diverse malen geprobeerd de kredietverlening te stimuleren door een lagere ECB-rente en door het verstrekken van goedkope leningen aan banken. Dit zorgt er allemaal voor dat banken goedkoper geld kunnen lenen. Maar in plaats van dit door te berekenen aan de consument, worden de risico-opslagen verhoogd en houden ze de deur dicht voor de lenende consument.”
De renteverschillen tussen de verschillende kredietaanbieders blijven echter wel groot. Op dit moment bedraagt het verschil tussen de hoogste rente en de laagste rente op een persoonlijke lening van 10.000 euro bijvoorbeeld bijna 3 procent. De hoogste rentes worden gevraagd door de grootbanken ING en Rabobank en de laagste rentes vooral door de kleinere internetaanbieders, zoals Kredietdesk. Dit verschil komt vooral doordat bij grootbanken extra diensten worden aangeboden die verwerkt zijn in de prijs, zoals hulp van een adviseur bij het afsluiten.

“Het loont dus, juist nu de leenrentes relatief hoog zijn, zeker om voor een lening niet zondermeer naar je eigen bank te gaan, maar ook de kleinere aanbieders te overwegen”, stelt Bulthuis. “Als je bereid bent het afsluiten zelf online te regelen kost je dat misschien een kwartiertje werk. Maar als je daarmee honderden euro’s per jaar aan rente kunt besparen, is dat toch snel verdiend.”

dinsdag 11 februari 2014

Nieuw gevecht om Icesave tegoeden

De Nederlandsche Bank (DNB) en het Britse Financial Services Compensation Scheme (FSCS) zijn naar de rechter gestapt om de schade door het faillissement van de IJslandse spaarbank Icesave in 2008 alsnog vergoed te krijgen bij het IJslandse garantiefonds TIF. Het gaat om een bedrag van 660 miljoen euro voor Nederland en het 2,87 miljard euro voor Engeland. Inclusief rente en proceskosten zou het totaal wel eens op 6 miljard euro kunnen uitkomen.Het fonds beheert zo'n 35 miljard IJslandse kroon, maar de Minister voor Financiën Bjarni Benediktsson heeft gezegd dat er geen staatsgarantie is en IJslanders niet hoeven op te draaien voor deze schulden.

Keurmerk blijkt scherpe kwaliteitsmaat voor verzekeraar

Dertig telefoontjes van een mystery caller en 675 mystery mails. Een verzekeraar wordt flink getoetst voordat hij het Keurmerk Klantgericht Verzekeren krijgt of mag houden, blijkt uit de feiten en cijfers  die de Stichting toetsing verzekeraars over 2013 publiceerde. Verzekeraars moeten aan strenge eisen voldoen als het gaat om dienstverlening en klantgerichtheid.
Eind 2013 had Nederland 46 keurmerkhouders, eind 2012 waren dat er nog 54. In 2013 heeft de Stichting toetsing verzekeraars vier keurmerken ingetrokken: van Ardanta, Onderlingehulp, Agis en TakeCareNow!. Daarnaast hebben twee verzekeraars zelf besloten met het Keurmerk te stoppen en hebben twee andere verzekeraars hun activiteiten gestaakt. Eén verzekeraar is met een ander label samengegaan en er is één verzekeraar bij gekomen. Verzekeraars met het Keurmerk vertegenwoordigen samen ongeveer 64 procent van het totaalbedrag dat consumenten en bedrijven betalen voor hun verzekeringen.
Een verzekeraar mag het Keurmerk niet zomaar voeren. Het Keurmerk staat voor kwaliteit en de eisen zijn hoog. Beoordelaars van de Stichting toetsing verzekeraars toetsen of de verzekeraar aan alle keurmerkeisen voldoet. Daarvoor interviewen zij medewerkers en nemen ze steekproeven in dossiers. Een jaar na toekenning gebeurt dat opnieuw, vervolgens om het jaar. Voldoet een verzekeraar niet aan de normen, dan mag hij binnen zes maanden in een herbeoordeling opnieuw aantonen dat hij recht heeft op het Keurmerk. In 2013 gebeurde dat zestien keer.
Verzekeraars blijken de meeste moeite te hebben om te voldoen aan de eisen voor reactietermijnen. Tijdig reageren op e-mail en post en telefonisch goed bereikbaar zijn, zijn struikelblokken. Dit gold ook voor de vier verzekeraars die vorig jaar het Keurmerk verloren. Daarnaast borgden twee verzekeraars de naleving van de normen niet voldoende in hun kwaliteitsbeleid en voldeden twee andere maatschappijen niet aan de eisen voor telefonische bereikbaarheid.
De Stichting heeft de eisen voor 2014 verder aangescherpt. Die aanscherping vindt jaarlijks plaats op basis van consumentenonderzoek of gewijzigde regelgeving. Een van de aanscherpingen: verzekeraars moeten klachtbrieven niet alleen schrijven in heldere taal, maar dat moet ook gebeuren door goed opgeleide medewerkers, met betrokkenheid van (top)management. De Stichting zelf blijft werken aan meer naamsbekendheid, zodat het Keurmerk niet alleen voor verzekeraars, maar ook voor de consument een begrip wordt.

Social trading-platform eToro richt zich op Nederlandse markt

Het grootste social trading platform ter wereld, eToro, richt zich voortaan ook actief op Nederland. De investeringsgemeenscjap die momenteel meer dan 3 miljoen geregistreerde gebruikers telt in ruim 200 landen, maakt zich op om via zijn platform ook de Nederlandse particuliere belegger een sociaal,  transparant en betrouwbaar alternatief te bieden voor traditionele beleggingswijzen.
eToro is in 2007 in Tel-Aviv opgericht door de broers Yoni en Ronen Assia en David Ring. Sindsdien heeft de netwerk-community een spectaculaire groei doorgemaakt; in zes jaar tijd is het platform de grens van 3 miljoen geregistreerde gebruikers wereldwijd gepasseerd en zijn er meer dan 100 miljoen investeringen gedaan. Het platform groeit iedere maand nog met dubbele cijfers.
Een belangrijk verschil met andere beleggingsinitiatieven is dan ook dat onze gebruikers de portfolio's en strategieën van elkaar kunnen kopiëren, en daarmee ook die van de 'traders' in het netwerk die over langere tijd goede resultaten geboekt hebben. De Nederlandse ‘top traders’ zijn te vinden via www.etoro.nl. Een ander groot verschil met de andere beleggingssites is het feit dat de instapsom laag is. Voor slechts 50 dollar kan de nieuwe trader aan de slag.
Het hart van de investerings-community wordt gevormd door OpenBook, het social trading-gedeelte van het eToro-platform. Op OpenBook kunnen alle handelaars de beleggingsactiviteiten van de andere leden van het platform inzien en volgen. OpenBook is gekoppeld aan WebTrader,

maandag 10 februari 2014

ABN AMRO neemt extra maatregel tegen fraude

ABN AMRO gaat samenwerken met Google, Microsoft, Yahoo en XS4All om valse-e-mails tegen te gaan. E-mails die door ABN AMRO verstuurd worden krijgen voortaan een keurmerk waardoor de aangesloten internetproviders valse e-mails van echte kunnen onderscheiden en de valse mails kunnen blokkeren. Valse e-mails zijn mails waarbij ABN AMRO zogenaamd de afzender is. Kwaadwillende verzenders proberen daarmee frauduleuze software te installeren of persoonlijke codes te achterhalen.
ABN AMRO neemt naar eigen zeggen continue maatregelen om fraude tegen te gaan. Zo heeft de bank overboekingen naar het buitenland binnen internet bankieren en opnames met de betaalpas buiten Europa standaard uitgezet. Ook laat de bank na melding van een valse e-mail de site uit de lucht halen waar fraudeurs gebruik van maken. Verder zijn klanten door voorlichting oplettender geworden. 

'Belastingdienst jaagt werkgevers de stuipen op het lijf'

De beschikking 'Gedifferentieerde premiepercentage Werkhervattingkas' die de Belastingdienst eind december naar werkgevers heeft gestuurd zorgt voor grote verwarring. Dit komt doordat veel beschikkingen niet kloppen of onvolledig zijn. Een ander verwijt dat wordt geuit is dat de beschikking zeer laat is verzonden waardoor werkgevers worden gedwongen snel te handelen. Dit constateert VSZ Assuradeuren.
Gaston Merckelbagh, algemeen directeur bij VSZ Assuradeuren: "Veel ondernemers zitten met de handen in het haar. De realiteit is dat veel beschikkingen niet kloppen. Zo staan er bijvoorbeeld premies vermeld voor WGA vast en ZW flex terwijl het bedrijf Eigenrisicodrager is, is de beschikking van het nieuwe loonheffingsnummer voor de verloning van de Ziektewet afgegeven op een andere sector dan de huidige sector of is het bedrijf ten onrechte niet aangemerkt als Eigenrisicodrager Ziektewet. Wij roepen adviseurs en werkgevers op direct de beschikking te controleren. In samenwerking met Acture hebben wij een centraal contactpersoon bij de Belastingdienst die we dagelijks een update sturen met verzoek om correctie".
Merckelbagh vervolgt: "Onze telefoon staat rood gloeiend met vragen over de beschikking. We constateren ook een enorme toename aan aanvragen eigenrisicodragerschap van Ziektewet. Adviseurs hebben hun handen vol om de adviesverzoeken goed te handelen. Eigenrisicodragen biedt naar ons idee dan ook alleen maar voordelen. Het hebben van grip en in control zijn, door een effectievere private uitvoering, resulteert in financiële voordelen. Het zou wel fijn zijn als de Belastingdienst dan alles op orde heeft en meewerkt.".

Contant geld blijft geliefd

Contant geld blijft geliefd onder Nederlanders. Bijna 95 procent heeft tastbaar geld op zak en slechts één op de vijf personen is van mening dat cash betalen achterhaald is. Dit blijkt uit onderzoek van online bank Knab, uitgevoerd door Motivaction onder 1.058 Nederlanders. Gemiddeld zit er een bedrag van 45 euro en 14 cent in onze portemonnee. Opvallend daarbij is dat mannen gemiddeld bijna 20 euro meer op zak hebben dan vrouwen.
Ondanks dat we graag contant geld op zak hebben, denken we dat dit er in de toekomst anders uitziet. Over tien jaar zou betalen met een mobiele telefoon tot de mogelijkheden moeten behoren vindt 69 procent. Ook contactloos afrekenen zoals bij de OV-chipkaart (57%) en betalen met een vingerafdruk (36%) staan hoog op de lijst. Of deze mogelijkheden ook echt gaan komen, is nog maar de vraag: slechts 5 procent van de Nederlanders vindt zijn bank innovatief. Wanneer we online betalen, doen we dit het liefst via iDeal (92%), PayPal (41%) of een mobiele app (21%).

Burgers van Nederland crowdfunden bank

Kredietbank Nederland is één van de grootste landelijk werkende kredietbanken in Nederland. De bank budgetteert huishoudens die (tijdelijk) zelf niet in staat zijn hun financiën te beheren, saneert schulden en verstrekt leningen. Om te kunnen voldoen aan de groeiende kredietvraag en om minder afhankelijk te zijn van gemeenten die nu hoofdzakelijk Kredietbank financieren, crowdfund de bank bij het grootste crowdfundingplatform van Nederland Geldvoorelkaar.nl. De bank heeft na twee succesvolle crowdfundprojecten inmiddels haar derde project online en is daarmee de eerste bank die gecrowdfund wordt.
Kredietbank Nederland heeft jarenlange ervaring met het verstrekken van sociale kredieten aan een financieel kwetsbare doelgroep. Hierbij kan gedacht worden aan 500 euro voor een bijstandsmoeder voor een nieuwe wasmachine, een lening voor het saneren van schulden of het oversluiten van een hypotheek bij een problematische situatie. Daarmee heeft de Kredietbank een belangrijke sociaal-maatschappelijke en economische rol in Nederland. Tevens speelt Kredietbank een belangrijke rol in de preventie van schuldenproblematiek middels het laagdrempelige Ping-loket waar zij financieel advies geeft.
Ger Jaarsma, directeur Kredietbank ziet sinds 2008 een toename van het aantal kredietaanvragen. Dit is een gevolg van de crisis en van de afname van kredietverstrekking door banken en financieringsmaatschappijen. Met de toename van het krediet ontstaat er een grotere afhankelijkheid van de gemeenten waar tot op heden het grootste deel van de gelden van betrokken werd. Jaarsma over deze ontwikkeling: “Wij zagen door deze afhankelijkheid een risico ontstaan. Daarom waren wij op zoek naar een betrouwbare partij met een maatschappelijk karakter. Deze hebben we gevonden in de vorm van crowdfunding bij Geldvoorelkaar.nl. Indirect helpen burgers van Nederland nu elkaar en wij faciliteren dit.”
Burgers van Nederland helpen medeburgers in lastige financiële situaties
De verwachting is dat ook dit derde project een succes zal worden. Martijn van Schelven, CEO Geldvoorelkaar.nl: “Het merendeel van onze investeerders kijkt niet alleen naar hoge rendementen maar is ook maatschappelijk bewust en wil graag zijn medemens helpen. De eerdere twee crowdfundprojecten via Geldvoorelkaar.nl verliepen voorspoedig. Wij zijn als platform verheugd om op deze positieve wijze bij te kunnen dragen aan de omstandigheden van mensen in lastige situaties.
Het huidige crowdfundproject van de Kredietbank á 500.000 euro is te vinden op de website van Geldvoorelkaar.nl. Een groot voordeel bij dit project is dat ruim 70% van de uitstaande kredieten van de Kredietbank geborgd is en de investeerder daarmee weinig risico loopt. Vanaf 100 euro kan men investeren tegen een rentepercentage van 4%.