woensdag 30 april 2014

Bart Bierens, hoogleraar Banking Law & Financial Regulation

B. (Bart) Bierens (Arnhem, 1971) is met ingang van 1 april benoemd tot bijzonder hoogleraar Banking Law & Financial Regulation aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit Nijmegen. Prof. Bierens is specialist op het gebied van het financieel toezichtsrecht.
De leeropdracht is ondergebracht bij het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht (OO&R) en betekent een versterking van het onderzoekprogramma Onderneming en Financieel recht. De bestudering van civielrechtelijke en toezichtrechtelijke aspecten van regulering van banken is een belangrijke pijler van het OO&R-onderzoek.
De regulering van banken heeft de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Als antwoord op de recente krediet- en eurocrisis, hebben wetgevers in binnen- en buitenland een groot aantal maatregelen genomen die de stabiliteit van het financieel stelsel als geheel moeten waarborgen. Veel van deze regels hebben betrekking op banken en de wijze waarop banken hun taak in het financieel stelsel vervullen. Ook de vormgeving van het bankentoezicht is aan veranderingen onderhevig. Een belangrijke stap zal aan het einde van dit jaar worden gemaakt als binnen de kaders van de Europese Bankenunie de Europees Centrale Bank rechtstreeks toezicht gaat uitoefenen op de grootste banken in de eurozone.
De wetenschappelijke bestudering van de civielrechtelijke en toezichtrechtelijke regulering van banken voorziet dan ook in een behoefte. Prof. B. Bierens zal de diverse reguleringsvraagstukken rondom banken op een geïntegreerde wijze bestuderen.
Bart Bierens studeerde Nederlands recht aan de Universiteit van Tilburg en promoveerde daar in 2009 op een dissertatie over geld en betalingsverkeer. Sinds 2002 is hij werkzaam bij Rabobank Nederland, Juridische Zaken. Eerder vervulde hij diverse functies in de juridisch zakelijke dienstverlening, onder meer als advocaat te Amsterdam. Prof. Bierens was reeds als fellow verbonden aan het Instituut voor Financieel Recht, onderdeel van het OO&R.

dinsdag 29 april 2014

DNB stelt extra buffervereiste in voor Nederlandse systeembanken

De Nederlandsche Bank (DNB) is voornemens een extra kapitaalbuffervereiste in te stellen voor de vier Nederlandse systeembanken. Deze zogenoemde systeembuffer zal 3% van de naar risico gewogen activa bedragen voor ING Bank, Rabobank en ABN AMRO Bank, en 1% voor SNS Bank. De banken mogen de buffers geleidelijk opbouwen tussen 2016 en 2019. De Implementatiewet CRR/CRD IV, waarin de grondslag voor de systeembuffers is opgenomen, is vorige week dinsdag door de Tweede Kamer aangenomen. De Implementatiewet treedt na aanvaarding door de Eerste Kamer in werking.
Systeembanken hebben een centrale plaats in het financiële stelsel. Een faillissement van een dergelijke sterk met de economie vervlochten bank zou onaanvaardbaar hoge risico’s en kosten met zich meebrengen voor het financiële stelsel en de reële economie. De systeembuffers vergroten de weerbaarheid en verkleinen daarmee de kans op faillissement van systeembanken. In 2011 heeft DNB reeds aangekondigd buffervereisten voor systeembanken te willen verhogen met 1 tot en met 3 procent van de naar risico gewogen activa; vandaag is bekend gemaakt welk bufferpercentage per bank zal gelden.
Voor de identificatie van systeembanken op nationaal niveau heeft DNB een methodiek ontwikkeld, in lijn met internationale afspraken. Om te bepalen welke banken als systeembanken worden aangemerkt, en welke additionele buffereis voor deze banken zal gelden, neemt DNB een aantal criteria als uitgangspunt. Zo kijkt DNB onder andere naar de omvang van een bank ten opzichte van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp), de verwevenheid van een bank met andere financiële ondernemingen en de vervangbaarheid van bepaalde cruciale functies die de bank vervult. Meer informatie over deze criteria en de uitkomsten van de toepassing op de Nederlandse bankensector is te vinden in het vandaag gepubliceerde DNBulletin 'Extra buffervereiste vergroot de weerbaarheid van Nederlandse systeembanken'.
Voor het opleggen van de systeembuffer zijn twee onderdelen uit de Europese richtlijn kapitaalvereisten (CRD IV) van belang: de systeemrelevantiebuffer en de systeemrisicobuffer. Het hoogste percentage van beide buffers geldt. De systeemrelevantiebuffer is reeds in Nederlandse wetgeving verankerd (zie wetten.overheid.nl). De systeemrisicobuffer maakt onderdeel uit van de Implementatiewet. Naar verwachting zal deze wet medio 2014 in werking treden, waarna de systeembuffers formeel worden ingesteld. In dit licht start DNB vandaag een openbare consultatie over de toezichthouderregeling voor de systeemrisicobuffer op Open Boek Toezicht.
De systeembuffers worden stapsgewijs ingevoerd, in lijn met de ingroeipaden van de CRD IV: banken mogen de systeembuffers tussen 2016 en 2019 geleidelijk opbouwen. Hierdoor is het mogelijk om deze buffers op te bouwen via winstinhouding of de uitgifte van nieuw kapitaal. Als de winsten van banken de komende jaren meegroeien met de huidige macro-economische vooruitzichten, dan zijn zij in staat aan alle eisen te voldoen en kunnen zij een kredietvraag accommoderen die hoort bij de geraamde economische ontwikkeling.
Terwijl de systeembuffers vooral gericht zijn op het voorkomen van faillissement van een systeembank, werkt DNB op zowel nationaal als internationaal niveau ook aan complementaire maatregelen gericht op het beperken van de impact van een faillissement. Zo zijn inmiddels herstelplannen en resolutiestrategieën afgerond; op dit moment werken het ministerie van Financiën en DNB aan resolutieplannen. Ook treedt per 1 januari 2015 de Europese Richtlijn herstel en afwikkeling van banken in werking. Een belangrijk onderdeel hiervan is bail-in, dat uiterlijk een jaar later in werking treedt. Door bail-in worden bankverliezen in eerste instantie afgewenteld op de aandeelhouders en crediteuren. Dit heeft belangrijke voordelen. Zo wordt de belastingbetaler ontzien en vermindert de impliciete overheidsgarantie die systeembanken genieten.

Lagere beloning heeft weinig invloed op betrokkenheid en bevlogenheid

Veel medewerkers in Nederland voelen zich ondergewaardeerd door hun werkgever en zijn niet blij met hun salaris. Zelfs in deze tijd, wanneer het hebben van een baan op zich al een kostbaar bezit is, beoordelen medewerkers de waardering die uit hun beloning spreekt met een diepe onvoldoende, namelijk een 4,6. Hoe is dit lage cijfer mogelijk met de hoogste werkeloosheidscijfers in jaren?
Aan het woord is Guido Heezen, directeur van Effectory. "Beloning is een onderwerp dat zowel werkgevers als werknemers bijzonder aan het hart gaat. Net zoals voetbal en politiek eeuwige punten van discussie zijn, is de hoogte of laagte van het salaris dat ook. In een economisch zwakkere tijd verwacht je in principe meer dankbaarheid van medewerkers die hun baan behouden hebben. Dat is er ook wel, maar er speelt nog iets anders. In veel huishoudens is de financiele situatie een stuk krapper geworden dan een aantal jaren geleden, bijvoorbeeld doordat het inkomen van een partner is weggevallen en bestaande lonen bevroren zijn, terwijl de lasten gelijk zijn gebleven. Tel daarbij op dat er in veel organisatie ontslagen zijn gevallen, waardoor de overgebleven medewerkers extra hard gewerkt hebben. Een hogere werkdruk maar een krappere financiele situatie. Die combinatie verklaart dit lage rapportcijfer en het gevoel dat waardering ontbreekt."
"Uit onze ervaring blijkt opvallend genoeg dat beloning echter maar in beperkte mate bepaalt hoe bevlogen, betrokken en tevreden medewerkers zijn", vervolgt Heezen. "Salaris scoort altijd aan de lage kant. Medewerkers baseren hun beeld van hun werkgever op basis van diverse aspecten, zoals de inhoud van de werkzaamheden, de collega's, ontwikkelingsmogelijkheden, contact met de leidinggevende en de werkdruk. Beloning hoort hier ook bij. En hoewel iedereen salaris ontzettend belangrijk vindt, blijkt uit onze onderzoeken keer op keer dat het toch een geringe invloed heeft op het algehele welbevinden van de medewerker."
Hoe kan een werkgever dan uiteindelijk het beste met beloning omgaan om te zorgen dat medewerkers zich gewaardeerd voelen? "Het klinkt simpel, maar normaal belonen is toch het beste", aldus Heezen. "De salarissen drastisch omhoog gooien kan geen enkele werkgever zich nu permitteren en uiteindelijk zet dit voor de medewerkers en de organisatie geen zoden aan de dijk. Kies in plaats daarvan voor een redelijke en marktconforme vergoeding. Een beloning die transparant wordt vastgesteld en persoonlijk wordt toegelicht. De salarissen van de medewerkers zou je bij wijze van spreken openlijk op een prikbord moeten kunnen hangen, zonder dat dit een golf van verontwaardiging bij je medewerkers veroorzaakt. Dan zijn de zaken namelijk in verhouding en ben je als werkgever goed bezig. Het onderscheid voor je medewerkers moet je als werkgever maken op andere zaken zoals werkzaamheden, arbeidsomstandigheden, ontwikkelingsmogelijkheden, collega's of werksfeer. Dat zorgt voor goed werkgeverschap. Een correcte beloning is een voorwaarde. Als die eenmaal eerlijk is vastgesteld, kun je je als organisatie richten op de zaken die écht het verschil maken voor de bevlogenheid van je medewerkers."

Voorwaarden voortijdig beëindigen deposito: Grote verschillen

De boetes die spaarders betalen als ze hun deposito voortijdig beëindigen, verschillen enorm tussen banken onderling. Dit constateert de financiële vergelijkingssite Geld.nl op basis van een eigen onderzoek. Het verschil tussen banken loopt bijna op tot 10 procent over het opgenomen bedrag. “Dit kan je bij een saldo van 10.000 euro al bijna duizend euro extra kosten. En dan zijn er ook nog banken waarbij je tussentijds helemaal niet kunt opnemen”, voegt Amanda Bulthuis van Geld.nl toe.
Spaarders die een deposito afsluiten, zetten hun geld vast voor een met de bank afgesproken periode. Willen ze het geld toch voortijdig opnemen of het deposito beëindigen, dan betalen ze in veel gevallen een boeterente. De verschillen in de boeterentes en de manier waarop ze berekend worden, maken het voor de consument onnodig complex, concludeert Geld.nl op basis van het eigen onderzoek.
Bij Argenta betaalt de spaarder over een tussentijdse opname bijvoorbeeld maximaal 1,5 procent opnamekosten. Bij ABN AMRO, BigBank en Triodos Bank  kan dit oplopen tot 10 procent of meer. Maar ook de manier waarop de banken de boeterentes berekenen, verschilt.
Delta Lloyd, OHRA, Knab en ING kijken naast de resterende looptijd naar het verschil tussen de rente waartegen de spaarder het deposito heeft afgesloten en het percentage dat je nu zou krijgen voor een deposito met een gelijkwaardige (resterende) looptijd. Door deze verschillende methodes, wordt vergelijken voor de spaarder lastig. Hij weet immers niet of de depositorente in de toekomst stijg of daalt en kan de kosten dus niet afzetten tegen die van banken die een vast percentage hanteren.
Bij enkele banken is het zelfs helemaal niet mogelijk om een deposito te beëindigen. Deze banken zijn AT Bank, Garantibank, NIBC Direct en Rabobank. De deposito’s van deze banken zijn alleen kosteloos opneembaar als rekeninghouder overlijdt. Bij Rabobank betaal je ook in dat geval soms nog een boeterente.
Omdat de voorwaarden voor het voortijdig beëindigen van een deposito zo ingewikkeld zijn en sterk uiteenlopen, is het extra belangrijk hier goed naar te kijken voor je een deposito afsluit, adviseert Bulthuis. “Natuurlijk kies je alleen voor een deposito als je zeker weet dat je het geld voor de afgesproken looptijd kunt missen. Maar als je het geld onverwacht toch nodig hebt, is het wel fijn om te weten of dit überhaupt kan en wat het je gaat kosten. Daarnaast is hier natuurlijk een taak weggelegd voor de banken om de voorwaarden transparanter te maken.”
De Autoriteit Financiële Markten (AFM), die toezicht houdt op de banken, heeft nog geen concrete mening over de uiteenlopende depositovoorwaarden. “We zijn bezig met een onderzoek naar de spaardeposito’s. De voorwaarden voor het voortijdig beëindigen zullen we hier ook in meenemen”, aldus een woordvoerder. De uitkomsten van het onderzoek verwacht de AFM binnen enkele maanden te presenteren.
Geldnl

maandag 28 april 2014

Delta Lloyd Groep kiest voor Wielsma Internationale Autoservice

Delta Lloyd Groep heeft een overeenkomst gesloten met Wielsma Internationale Autoservice voor de berging van vrachtauto’s, lading en getrokken materieel. De nieuwe samenwerking zorgt voor een kwalitatief betere en efficiëntere uitvoering van berging en repatriëring in binnenland en buitenland. Dit zorgt niet alleen voor een hogere klanttevredenheid, maar ook voor minder kosten en een lagere schadelast. De overeenkomst geldt voor de verzekeringslabels Delta Lloyd en ABN AMRO Verzekeringen.
Wielsma beschikt over een geavanceerde bergingsvloot, waaronder speciale diepladers en extra zware bergingskranen op haar bergingsvoertuigen. Daarnaast is de inzet van vervangende trekkers in de nieuwe overeenkomst opgenomen. Hierdoor is het in veel gevallen mogelijk dat de vervoerder alsnog de goederen op de juiste locatie en tijdstip kan leveren.
Verzekerden, tussenpersonen en volmachtkantoren maken inmiddels volop gebruik van deze dienstverlening via de alarmnummers van Delta Lloyd en ABN AMRO Verzekeringen. Klanten worden op de alarmcentrale 24 uur per dag 7 dagen per week geholpen in heel Europa.

Regering Aruba weerlegt berichtgeving over financiën

De regering van Aruba heeft verbaasd kennisgenomen van berichten in Nederlandse media dat de Tweede Kamerfractie van de VVD wil dat 'Nederlandse steun en het verstrekken van goedkope leningen door Nederland aan Aruba' wordt stopgezet. De regering van Aruba benadrukt dat er in het geheel geen sprake is van steun of het verstrekken van leningen (ook geen 'goedkope') van Nederland aan Aruba.
In een ver verleden (jaren tachtig) heeft Aruba geld geleend van Nederland. Deze leningen zijn destijds inclusief rente volledig afgelost. Aruba is sinds 1986 een autonoom land binnen het Koninkrijk en volledig verantwoordelijk voor de eigen financiële huishouding. Aruba heeft tot op de dag van vandaag zonder steun van Nederland zijn staatsleningen uitgezet op de internationale kapitaalmarkt tegen een op basis van internationale ratings marktconforme rente en is ook altijd zijn verplichtingen stipt en volledig nagekomen.

donderdag 24 april 2014

Minister Dijsselbloem ontvangt jubileumboek BNG Bank

'Al een eeuw lang financiert BNG Bank Nederland zo veilig en goedkoop mogelijk. BNG Bank laat zich al honderd jaar niet gek maken. Dat is in het kort de geschiedenis van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten'. Met deze woorden feliciteerde minister Dijsselbloem van Financiën BNG Bank met haar 100ste verjaardag.
De minister zei dit nadat hij van bestuursvoorzitter Carel van Eykelenburg van BNG Bank het boek 'Kredietwaardigheid verzilverd' had ontvangen bij gelegenheid van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de bank op 24 april in Den Haag.
'In 2010 besloten we om de geschiedenis van BNG Bank op gedegen wijze op schrift te stellen. Ik ben verheugd met het resultaat. Het is een opmerkelijk en lezenswaardig boek over een opmerkelijke bank', aldus Van Eykelenburg.
BNG Bank werd in 1914 opgericht na een oproep van het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om te werken aan 'samenwerking der gemeenten in de credietvraag'. Gemeenten hadden in het begin van de 20e eeuw veel kapitaal nodig voor investeringen in onder meer rioleringen en drinkwaterleidingen. Die waren nodig door de snelle industrialisatie en urbanisatie. De bank is op 23 december 1914 opgericht met een doelstelling die in wezen steeds dezelfde is gebleven: het laag houden van de kosten voor maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
In 1914 namen slechts 37 van de (toen) ruim 1100 gemeenten deel in het kapitaal. Na een moeizame start heeft de bank haar draagvlak en haar omvang gestaag zien groeien. Inmiddels behoren de meeste gemeenten en provincies, alsmede de rijksoverheid, tot de aandeelhouders. Ook de ontwikkeling van kredietportefeuille en marktaandeel weerspiegelt het toegenomen belang van BNG Bank voor de maatschappij. In 1923 bedroeg de totale leningenportefeuille van de bank nog geen tien miljoen gulden en verstrekte de bank slechts 3,8% van de langlopende leningen aan gemeenten. In 2013 is de kredietportefeuille gestegen tot meer dan 92 miljard euro en werd ongeveer 70% van de totale solvabiliteitsvrije kredietvraag vanuit decentrale overheden, woningcorporaties en zorginstellingen door de bank ingevuld. Onder invloed van de missie om de kosten zo laag mogelijk te houden, is het aantal medewerkers beperkt gebleven tot minder dan 300.
In 2010 verleende BNG Bank aan het Onderzoeksinstituut voor Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht de opdracht voor een wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van honderd jaar BNG Bank. Jozef Vos en Gerarda Westerhuis zijn de auteurs van het boek dat hiervan het resultaat is.
Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders werden drie nieuwe commissarissen benoemd. Het betreft mevrouw Jantine Kriens, voorzitter van de directieraad van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de heer Kees Beuving, oud-voorzitter van de Raad van Bestuur van Friesland Bank, en de heer Lucas Bolsius, burgemeester van de gemeente Amersfoort. De heer Ralph Pans en de heer Hayo Apotheker traden af als commissaris.

Vertrouwen in goede doelen daalt door twijfels over geldbesteding

Het vertrouwen in de goede doelen is sinds 2012 flink gedaald. Vooral de organisaties die zich richten op het behoud van natuur en milieu hebben het zwaar te verduren. Ondanks een dip in de reputatie, blijft KWF Kankerbestrijding het goede doel met de sterkste naam. Make-A-Wish is de hardste stijger. Dit blijkt uit een tweejaarlijks merkenonderzoek door Hendrik Beerda Brand Consultancy onder 3.000 Nederlanders.
Zeventig procent van de goede doelen zag in twee jaar tijd zijn draagvlak afnemen. Over de betrouwbaarheid, de zorgvuldigheid van de geldbesteding en de kwaliteit van de organisatie ontstaan steeds meer twijfels onder de bevolking. Op één organisatie na zagen alle natuur- en milieuorganisaties hun draagvlak slinken. Alleen Milieudefensie wist zijn positie licht te verbeteren.
"In de afgelopen tijd zijn de goede doelen veelvuldig in het nieuws geweest door affaires rond de besteding van hun geld, bijvoorbeeld aan directiesalarissen. Ook de ongebreidelde inzet van ambassadeurs en de steeds commerciëlere marketingactiviteiten schaden het vertrouwen', aldus merkadviseur Hendrik Beerda.
Make-A-Wish is het goede doel met de sterkste imagogroei in de periode 2012-2014. Na een enorme dip door de naamswijziging in 2012 begint de organisatie zijn positie langzaam te herwinnen. De sterkste dalers wijzigden alle drie hun naam: NSGK, Prinses Beatrix Spierfonds en Longfonds.

Sterkste stijgers en dalers onder de goede doelen

Top 3 stijgers (+ ontwikkeling van de merkkracht t.o.v. 2012)
1. Make-A-Wish Nederland: +42%
2. Epilepsiefonds: +19%
3. Nationaal MS Fonds: +15%
Top 3 dalers (+ ontwikkeling van de merkkracht t.o.v. 2012)
1. NSGK (voorheen voluit Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind): -50%
2. Prinses Beatrix Spierfonds (voorheen Prinses Beatrix Fonds): -40%
3. Longfonds (voorheen Astma Fonds): -36%

Ondanks alle negatieve publiciteit in het afgelopen jaar rond KWF Kankerbestrijding, behoudt deze organisatie zijn positie als sterkste merk in de Nederlandse goededoelensector. De nummers twee en drie, KiKa en Rode Kruis, volgen op afstand. 'De reputatie van KWF heeft door de rel rond het sponsorevenement Alpe d'HuZes weliswaar een knauw gekregen, maar het merk blijkt tegen een stootje te kunnen. De negatieve berichten rond de omstreden declaraties van de oprichter van fondsenwerver Alpe d'HuZes zorgden weliswaar voor een veel lagere collecte-opbrengst in 2013, maar deze schade lijkt tijdelijk te zijn', vertelt Hendrik Beerda. In de top 10 van sterkste merken steeg KiKa fors, van de vijfde naar de tweede plek, en daalde CliniClowns naar de zesde positie.

Top-10 van sterkste merken in de goededoelensector (inclusief de positie in 2012)
1. KWF Kankerbestrijding (1)
2. KiKa (5)
3. Het Nederlandse Rode Kruis (3)
4. Wereld Natuur Fonds (4)
5. Nederlandse Hartstichting (7)
6. Cliniclowns (2)
7. Artsen zonder grenzen (10)
8. Leger des Heils (12)
9. Ronald Mc Donald Kinderfonds (6)
10. Kringloopwinkel (11)

De twee officiële keurmerken van goede doelen hebben maar weinig waarde voor de gemiddelde Nederlander. In de afgelopen jaren is de positie van het CBF en Keurmerk Goede Doelen verder verslechterd. Zelfs de frequente gevers aan goede doelen zijn nauwelijks bekend met de twee kwaliteitsstempels. De reputatie van de kwaliteitsregeling van de Belastingdienst, ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling), groeit weliswaar maar ook dit keurmerk is slechts bij een kleine minderheid van de bevolking bekend.
De keurmerken voor verantwoorde consumentenproducten hebben wel een sterke positie. Max Havelaar is de sterkste partij, maar ook voor Fair Trade, EKO en Beter Leven bestaat veel bewondering.
Ondanks het dalende vertrouwen blijven goede doelen interessant voor bedrijven die met sponsoring hun imago willen opkrikken. 'Terwijl de gemiddelde sponsormanager zich blind staart op sportsponsoring blijken goede doelen vaak veel interessanter te zijn als samenwerkingspartner. Goede doelen zijn veelal sterkere en sympathiekere merken dan sportclubs en sportmensen. Uitgezonderd schaatsen en het Nederlands voetbalelftal is de achterban bij sport beperkter dan bij de grote goede doelen', verklaart Hendrik Beerda.
Met het Goede Doelen Merkenonderzoek wordt sinds 2010 de reputatie gemeten van alle Nederlandse goede doelen, de organisaties die aan goede doelen geven en de keurmerken van goede doelen. Voor het onderzoek worden 3.000 respondenten in twee fases ondervraagd. Eerst wordt de spontane bekendheid van de duizenden merken in de goededoelensector onderzocht. Daarna wordt voor de 100 bekendste merken in detail navraag gedaan naar de merkkracht en het imago. Elk merk wordt op 41 factoren onderzocht: spontane bekendheid, merkkracht (= bekendheid, waardering en binding), persoonlijkheid (17 factoren), prestatie (17 factoren), donatie/deelname, intentie tot donatie/deelname en groeiverwachting.

woensdag 23 april 2014

Lakeman begint meld- en informatiepunt over De Nederlandsche Bank

Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) opent een meld- en informatiepunt over De Nederlandsche Bank (DNB). SOBI wil daarmee misstanden bij het toezicht door DNB aan de kaak stellen. Volgens SOBI-voorzitter Pieter Lakeman worden kleinere pensioenfondsen, banken en verzekeraars steeds vaker onder druk gezet om activiteiten over te dragen aan door DNB aangewezen rechtspersonen of om af te zien van benoeming van geschikte kandidaten. Daarnaast worden kleinere pensioenfondsen en verzekeraars soms overladen met extra DNB-eisen, terwijl zij béter presteren dan grotere.
Lakeman heeft mede op grond van signalen die hem bereikten sterk de indruk dat een wetswijziging in 2012 leidde tot wat hij noemt 'een toenemende vrijmoedigheid van DNB bij het uitoefenen van toezicht'. Als gevolg van de wetswijziging is het vrijwel onmogelijk geworden om DNB aansprakelijk te stellen voor schade. Lakeman wil nu pensioenfondsen, verzekeraars en individuen de mogelijkheid bieden bij het meldpunt klachten over het handelen van DNB in te dienen. Als die klachten in zijn optiek gerechtvaardigd zijn, kunnen ze openbaar worden gemaakt.
Het meldpunt www.meldpuntdnb.nl is bedoeld voor iedereen die informatie over de werkwijze van DNB jegens kleinere pensioenfondsen, banken en verzekeraars heeft. Desgewenst kan men als klokkenluider vertrouwelijk contact opnemen en gegevens delen of opvragen. De website zal mede door middel van nieuwsbrieven regelmatig nieuws verspreiden over het optreden van DNB jegens onder haar toezicht staande instellingen en bestuurders van die instellingen.
De SOBI-voorzitter is van mening dat DNB kleinere pensioenfondsen en verzekeraars soms opzadelt met in aard en omvang discriminerende eisen. Lakeman: "Die ongekend strenge eisen staan niet altijd in verhouding tot de ruimte die grotere instellingen krijgen. ING en Rabobank krijgen bijvoorbeeld toestemming slechts een bescheiden percentage op vastgoed af te schrijven, terwijl DNB voor kleinere partijen met gezondere vastgoedportefeuilles soms een veelvoud aan afschrijvingen eist. Dergelijke ongelijkheden lijken niet uniek te zijn."
Volgens Lakeman krijgt hij ook meldingen dat bestuurders van pensioenfondsen en verzekeraars door DNB onder druk worden gezet 'om de business maar over te doen aan grotere, vaak door DNB zelf aangedragen partijen'. Hij vindt het wrang en onterecht dat DNB dergelijke druk op kleinere verzekeraars en pensioenfondsen uitoefent: "Hun beleggingsresultaten zijn vaak beter dan die van grotere fondsen. Dat komt mede omdat bij grotere pensioenfondsen dure adviseurs een fors deel van de beleggingswinst afromen. Ons meldpunt wil dergelijke misstanden gedocumenteerd aan de kaak stellen."
DNB beweegt zich volgens Lakeman de laatste jaren hoe langer hoe meer op het terrein van de AFM. De AFM houdt volgens de wet toezicht op het gedrag van banken, pensioenfondsen en verzekeraars, terwijl DNB zich in principe dient te beperken tot prudentieel toezicht (toezicht op de financiële gezondheid). De website www.meldpuntdnb.nl zal ook jurisprudentie over geschillen met DNB bevatten.

Postbezorgers aangehouden in onderzoek naar fraude met belastinggeld

De FIOD heeft zeven verdachten aangehouden in een onderzoek naar fraude met belastinggeld. De verdachten hebben vermoedelijk gefraudeerd met bankrekeningnummers van particulieren waarop de Belastingdienst teruggaves stort.
Zes verdachten werkten als postbezorger in Den Haag, Wassenaar, Voorhout en Bussum. Uit strafrechtelijk onderzoek onder leiding van het Functioneel Parket is gebleken dat de  postbezorgers in 2012 en 2013 waarschijnlijk brieven onderschepten waarin de Belastingdienst het rekeningnummer opvraagt van particulieren die recht hebben op een teruggave van de fiscus. De verdachten gaven vervolgens bankrekeningnummers op waar zij toegang toe hadden. Kort nadat de Belastingdienst een teruggave op deze rekeningnummers had gestort, werd het geldbedrag vaak opgenomen bij een pinautomaat.
Vermoedelijk hebben de zes postbezorgers op deze manier tientallen brieven van de Belastingdienst onderschept en vervalst. De zevende verdachte speelde waarschijnlijk een rol bij het regelen van bankrekeningen en pinpassen. Het nadeel voor de Belastingdienst wordt geschat op 350.000 euro.
Vijf van de verdachten komen uit Den Haag. Het gaat om drie mannen en twee vrouwen tussen 54 en 34 jaar. In Bussum heeft de FIOD een 25-jarige vrouw aangehouden en in Schiedam een vrouw van 35 jaar. Bij doorzoeking van hun woningen is beslag gelegd op enkele duizenden euro's contant geld, een BMW, sieraden en administratie.
Mogelijk haalden ook andere personen geld van de bankrekeningen waarop de verdachten teruggaves lieten storten. Het programma Opsporing Verzocht besteedt vanavond aandacht aan deze zaak met camerabeelden die zijn gemaakt bij geldautomaten. Opsporing Verzocht wordt vanavond om 21.30 uur uitgezonden op Nederland 1.
Vanaf 1 december 2013 is bovenstaande vorm van fraude niet meer mogelijk. Vanaf die datum mogen burgers nog maar met één bankrekening zaken doen met de Belastingdienst. Deze bankrekening moet ook op naam staan van de degene die recht heeft op de belastingteruggaaf of toeslag. Het opgeven van een bankrekening van iemand anders leidt niet meer tot een uitbetaling door de Belastingdienst.

Sparen en beleggen sterke combinatie voor vermogensopbouw

Stijgende zorgkosten, onzekere pensioenen en een beperkte hypotheekrenteaftrek maken het noodzakelijk dat Nederlanders meer vermogen opbouwen. De zekerheid van sparen combineren met het hogere rendement dat beleggen op lange termijn kan opleveren, maakt het mogelijk om financiële doelen in de toekomst te behalen. Daarom start de ING vandaag haar nieuwe campagne over sparen en beleggen. Eerder dit jaar lanceerde de ING het initiatief ‘Financieel Fit’, bedoeld om Nederlanders te helpen met het op orde krijgen en houden van hun financiële situatie. ING organiseert de komende weken door heel Nederland 150 financiële informatieavonden om met klanten over sparen en beleggen in gesprek te gaan. Online is de Rendementswijzer beschikbaar, waarmee te zien is wat specifieke combinaties van sparen en beleggen kunnen opleveren.
Pensioenen zijn minder zeker, de hypotheekrenteaftrek wordt beperkt en de studiekosten van kinderen gaan omhoog. De trend is dat mensen zichzelf meer moeten voorbereiden op hun financiële toekomst. “Toch zien we dat niet iedereen hiermee bezig is,” aldus Karien van Gennip, directeur Private Banking & Beleggen ING, “terwijl het verstandig is om daar nu al goed over na te denken. Misschien heb je een pensioengat, moet je over 15 jaar je hypotheek aflossen, of wil je een studieschuld voor je kinderen voorkomen. Dan helpt het als je daar nu al geld voor opzij zet. Later begint vandaag.” ING moedigt haar klanten aan om goed te inventariseren hoe ze er financieel voor staan. Daarom is begin dit jaar het initiatief ‘‘Financieel Fit’ van start gegaan. Op vier verschillende thema’s – inkomsten & uitgaven, woonsituatie, pensioen, en vermogensopbouw – helpt de ING mensen om hun financiële situatie te inventariseren en te verbeteren.

dinsdag 22 april 2014

Drukte op beurs zorgt voor betere resultaten BinckBank

Online broker BinckBank heeft naar verwachting zijn gecorrigeerde nettowinst verhoogd naar 11,6 miljoen euro. De drukte op de beurzen liet zich vertalen in goede provisieopbrengsten in het eerste kwartaal, zo meldt bestuursvoorzitter Koen Beentjes van BinckBank. Het vermogensbeheer bij de online bank, eigenaar van Alex Vermogensbeheer, groeide sterk door; het beheerde vermogen aan het einde van het eerste kwartaal bedroeg 2,5 miljard euro (pdf). De netto instroom over het eerste kwartaal bedroeg 336 miljoen, mede dankzij de aanwas van 4.700 nieuwe klanten.

Grote verschillen in duurzaamheidbeleid banken

Zeven Nederlandse banken verbeterden in 2013 hun duurzaamheidbeleid voor in totaal 16 onderwerpen. Dit geldt voor ABN Amro, Aegon Bank, ASN Bank, NIBC, Rabobank, SNS Bank en Van Lanschot. Drie banken, Delta Lloyd Bank, ING Bank en Triodos, hebben geen beleidsverbetering doorgevoerd in 2013, ondanks het feit dat het duurzaamheidbeleid ook bij deze banken nog niet optimaal is of zelfs ontbreekt. Dit blijkt uit de nieuwe jaarupdate van de Eerlijke Bankwijzer.
'Het is goed dat een aantal banken verdere stappen neemt om hun duurzaamheidbeleid te verbeteren. De race naar de top zet door, maar niet op hoge snelheid. Er is nog een lange weg te gaan. Het beleid voor met name klimaat, dierenwelzijn, belastingen & corruptie en woningbouw laat bij veel banken nog flink te wensen over. Het belang van daadwerkelijk duurzaam investeren zit nog steeds niet tussen de oren van alle bankdirecties,' zo stelt Peter Ras, projectleider van de Eerlijke Bankwijzer.
Positief is dat ASN en Rabobank nieuw beleid invoerden voor verduurzaming van woningbouw en vastgoed door energiebesparing te bevorderen. ABN Amro vindt de winning van olie uit teerzanden onacceptabel. Aegon heeft beleid voor maakindustrie verbeterd door bijvoorbeeld certificeringeisen te stellen voor kleding en chemie, en verwacht ketenverantwoordelijkheid van bedrijven waarin het belegt. De verschillen tussen banken blijven groot: in het tempo waarin ze verduurzamen, in het ambitieniveau voor verduurzaming en in de wijze waarop ze duurzaamheidbeleid praktisch toepassen in hun investeringen.
'Uit onze vier praktijkonderzoeken in 2013 blijkt dat de realiteit weerbarstig is. Het investeringsbeleid van banken voor kernwapens, veetransport, transparantie en mijnbouw schiet vaak tekort of wordt niet goed uitgevoerd, aldus Ras.

Aegon maakt prijs bekend van achtergestelde lening

Aegon maakt de prijs bekend van een achtergestelde lening van 700 miljoen euro. De lening kan voor het eerst worden afgelost op 25 april 2024 en loopt af op 25 april 2044. De coupon zal 4% bedragen tot aan de eerste aflossingsdatum op 25 april 2024 en wordt daarna variabel. Aegon zal de netto-opbrengst van de uitgifte gebruiken voor algemene doeleinden, waaronder de mogelijke herfinanciering van uitstaande schuld.
Naar verwachting geven Standard & Poor's, Moody's en Fitch de lening een rating van respectievelijk BBB, Baa2 en BBB. De lening zal naar verwachting voldoen aan Tier 2 criteria onder Solvency II.
De lening zal worden uitgegeven onder het basisprospectus van Aegon. Er zal een verzoek worden ingediend voor een notering van de lening aan NYSE Euronext in Amsterdam. Aegon verwacht dat de plaatsing van de lening op 25 april 2014 zal worden afgerond, waarna deze naar verwachting wordt toegelaten tot de handel op NYSE Euronext in Amsterdam. Een kopie van de documentatie over de aanbieding (inclusief het basis-prospectus en de definitieve voorwaarden) is te vinden op de corporate website van Aegon, aegon.com [http://www.aegon.com/en/Home/Investors/Managing-capital/Debt-Programs ].

Donatus Verzekeringen sluit 2013 positief af

Donatus Verzekeringen, de kerken- en monumenten-verzekeraar van Nederland, behaalde in 2013 een brutowinst van 7,5 miljoen euro (2012 12,3 miljoen). Donatus boekte in 2013 een goed operationeel resultaat, dat echter sterk negatief is beïnvloed door drie grote schades van elk ruim 1,5 miljoen. Het nettoresultaat kwam uit op 4,6 miljoen (2012 11,9 miljoen) vanwege de vorming van een voorziening van 3,5 miljoen, voortvloeiend uit een rechtszaak. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde jaarverslag over 2013 van deze gespecialiseerde verzekeraar.
In een commentaar zegt directievoorzitter Alphons van der Voorn: 'De Ledenraad heeft de premierestitutie bepaald op 35% (9,1 miljoen). Hiermee gaat het volledige nettoresultaat terug naar onze leden. Daarnaast onttrekken we Euro 4,6 miljoen aan het eigen vermogen. Donatus laat hiermee opnieuw zien een onderlinge verzekeraar zonder winstoogmerk te zijn, gericht op het belang van onze leden. Ondanks deze onttrekking blijft de solvabiliteit van Donatus sterk: 712% op basis van Solvency 1 grondslagen. In 2013 hebben we bij de grotere schades, waardoor meerdere leden tegenspoed ervoeren, onze toegevoegde waarde opnieuw kunnen bewijzen. Daarnaast zien we over 2013 een sterke groei (44%) in onze monumentenportefeuille en blijft het aantal verzekerde kerkgebouwen (4600) onverminderd hoog. We hebben zelfs 40 kerkgebouwen nieuw aan onze portefeuille toegevoegd.'

vrijdag 18 april 2014

Minder mensen wisselen van zorgverzekeraar

Het aantal mensen dat is overgestapt naar een andere zorgverzekeraar is dit jaar voor het eerst licht gedaald. Bijna 1,1 miljoen Nederlanders stapten over. Daarmee komt het definitieve overstappercentage voor 2014 op 6,5. Dat blijkt uit de Zorgthermometer ‘Verzekerden in beweging 2014’ van informatiecentrum Vektis. “Vanwege de flinke premiedalingen voor de basisverzekering hebben mogelijk iets minder mensen reden gezien om over te stappen.” Dit zegt Pieter Hasekamp, algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland.
Uit het Vektis-rapport blijkt dat in 2014 bijna 1,1 miljoen mensen (6,5%) zijn gewisseld van zorgverzekeraar. Vorig jaar zijn 1,2 miljoen verzekerden gewisseld (7,2%). Verder blijkt dat ook dit jaar meer verzekerden een vrijwillig eigen risico hebben afgesloten, waarvan een steeds groter deel kiest voor het maximale vrijwillige eigen risico van 500 euro. Het aantal mensen met een aanvullende zorgverzekering daalt licht.
Het brede basispakket, dat door de overheid wordt vastgesteld, is voor iedere Nederlander gelijk. Toch hebben mensen ook in 2014 ruime keuze uit verschillende zorgverzekeringspolissen. Daardoor kunnen ze altijd een polis vinden die aansluit bij hun wensen. Het gaat om naturapolissen waarbij mensen kunnen kiezen uit een vaak ruime selectie van gecontracteerde zorgverleners of restitutiepolissen waarbij verzekerden zelf op zoek kunnen gaan naar een zorgverlener. Daarnaast kunnen mensen kiezen uit verschillende aanvullende zorgverzekeringen.
Dat zorgverzekeraars verschillende soorten polissen aanbieden, heeft te maken met de tendens dat zorgverzekeraars meer onderscheid maken in welke zorg zij voor hun verzekerden inkopen. Dat is mogelijk omdat er steeds meer betrouwbare informatie is over de kwaliteit en doelmatigheid van zorgverleners. Hasekamp vindt dat een goede ontwikkeling. “Het is precies de belangrijke taak die zorgverzekeraars voor hun verzekerden hebben. Zorgverzekeraars moeten hun verzekerden overigens wel goed informeren over de inhoud van de polis en de gecontracteerde zorg. Ook zorgverleners zullen de patiënt zo nodig hierop moeten attenderen. Mensen kunnen overigens ook zelf via de website van de zorgverzekeraar kijken welke zorg voor hun is geselecteerd op basis van kwaliteit en doelmatigheid.”

donderdag 17 april 2014

Voldoen aan spelregels is taak bankbestuur

Bij banken is het voldoen aan de spelregels nadrukkelijk een taak voor het bestuur, niet iets voor een apart organisatieonderdeel om af te handelen. Het recht maakt dat alleen onvoldoende duidelijk, stelt jurist Armand Kersten. Daarnaast moet er minder worden geleund op overheidsingrijpen bij het uitdelen van sancties. ‘Compliance’ is door de recente bankencrisis bijzonder actueel geworden. Kersten verdedigt donderdag 24 april 2014 zijn proefschrift ‘Compliance bij banken’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Maakt het recht voldoende duidelijk dat het voldoen aan de regels bij banken een taak van het bestuur is? Die vraag staat centraal in het proefschrift van Kersten. Daarnaast ging hij na hoe het ondernemingsrecht de naleving van bestuurderstaken afdwingt.
Kersten concludeert dat het bij de huidige stand van het Nederlands recht niet verwonderlijk is dat banken het voldoen aan de spelregels opvatten als een taak voor een zogenoemde ‘compliance’-afdeling. Het recht bevat volgens de jurist onvoldoende duidelijk de instructie dat het voldoen aan de spelregels juist de taak van het bestuur is.
Waar de regelgeving compliance thema’s behandelt, neemt dit veelal de vorm aan van een verplichting tot het uitvoeren van procedures en maatregelen om regelschending te voorkomen. Dat, gecombineerd met de wettelijke verplichting een compliance-functie te hebben, leidt er vaak toe dat banken compliance vereenzelvigen met een organisatieonderdeel dat de uitvoeringsmaatregelen neemt. Kersten stelt dat schending door een bank van een intern compliance reglement wijst op onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur. Wanbestuur dus. En dat maakt dat bestuurders aansprakelijk kunnen zijn.
Op schending van de verplichting tot een beheerste en integere bedrijfsvoering – het inhoudelijke werkterrein van compliance – moet een sanctie volgen. De promovendus stelt dat dit iets zou moeten zijn voor het ondernemingsrecht. Er moet minder worden geleund op het publiekrecht – lees: sanctionering door overheidsingrijpen. Geloof in het laatste middel voedt de aandrang alsmaar meer en strengere regels te formuleren.
Met zijn onderzoek gaat Kersten terug naar de kern: compliance is geen maatregel, het gaat om het voldoen aan spelregels. Naast regelgeving van overheidswege, kan het daarbij ook om eígen spelregels gaan, regels die de bank zichzelf oplegt. Deze zijn niet vrijblijvend, ze komen als het ware het recht binnen. De bank en de organisatie die bij haar betrokken zijn kunnen elkaar op de naleving van die regels aanspreken.

Voorzet verzekeraars voor houdbaar pensioenstelsel

Het pensioenstelsel moet ook in de toekomst deel blijven uitmaken van het arbeidsvoorwaardenpakket, maar er zijn nog forse aanpassingen nodig om het stelsel toekomstbestendig te maken en beter te laten aansluiten bij de behoeften van deelnemers. Met de introductie van meer onzekerheden vraagt de pensioendeelnemer terecht om meer keuzemogelijkheden. Werkgevers moeten de vrijheid krijgen om zelf te bepalen bij welke pensioenuitvoerder zij een regeling willen onderbrengen en de solidariteit tussen generaties is vanwege de toenemende mobiliteit en zogeheten ‘dubbele vergrijzing’ niet houdbaar.
Dat zijn enkele belangrijke elementen uit een toekomstvisie op het pensioenstelsel die het Verbond van Verzekeraars vandaag heeft gepresenteerd. Het document ‘Mee met de tijd, naar een toekomstbestendig pensioenstelsel’ is tot stand gekomen door een sterkte/zwakteanalyse te maken van het huidige stelsel en een analyse van ontwikkelingen rond maatschappelijke discussies die het stelsel steeds verder onder druk zetten. Aan de visie ligt ook een onderzoek naar de behoeften van consumenten ten grondslag. “Hiermee willen we een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie die staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken beoogt en waarover het kabinet de Sociaal Economische Raad recent advies heeft gevraagd”, aldus algemeen directeur Richard Weurding.

Vijf thema's
In de visie op de doorontwikkeling van het pensioenstelsel wordt ingegaan op vijf maatschappelijke thema’s die beïnvloed worden door trends als de stijging van de levensverwachting, vergrijzing en een terugtrekkende overheid.
1.Solidariteit tussen generaties; Het Verbond denkt dat de eenzijdige intergenerationele subsidie tussen pensioendeelnemers niet houdbaar is. Deze moet op korte termijn voor deelnemers transparant worden gemaakt via de invoering van een ‘generatielabel’.
2.Een arbeidsmarkt die verandert; toenemende mobiliteit en zelfstandig ondernemerschap en veranderende wensen van deelnemers en werkgevers roepen de vraag op of het stelsel nog wel passend is. Het is van belang een balans te vinden tussen pensioen als financieel product en als arbeidsvoorwaarde.
3.Meer individualisering en flexibiliteit; deelnemers hebben behoefte aan keuzevrijheid – over de verzekerde risico’s en uitkering. Ook door de terugtrekkende overheid en de toename aan risico’s zal noodzaak tot meer individualisering ontstaan. Producten en diensten van pensioenuitvoerders zullen daarop afgestemd worden, waardoor deelnemers ook binnen de arbeidsvoorwaarden meer keuzemogelijkheden hebben.
4.Terugdringen complexiteit en creëren level playing field; verschillende soorten contracten, de toename aan regeldruk en verschillende regimes voor pensioenuitvoerders maken het stelsel complex. Vereenvoudiging zal de transparantie verhogen en de uitvoeringskosten verlagen. Vereenvoudiging en schaalgrootte zijn dan ook voorbeelden van belangrijke bouwstenen voor pensioenregelingen van de toekomst.
5.Combineren pensioen, zorg en wonen; Binnen pensioenregelingen zou daarvoor – in de uitkeringsfase – flexibiliteit kunnen ontstaan. Dat verdient nader onderzoek.

Consumentenonderzoek
TNS NIPO heeft in opdracht van het Verbond onderzoek gedaan naar de consumentenbehoeften ten aanzien van het pensioenstelsel. Dit zijn de highlights uit het onderzoek:
Draagvlak voor het huidige pensioenstelsel is laag.
Draagvlak voor een vorm van verplichte pensioenopbouw is groot.
Het merendeel van de werkenden wil meer keuzevrijheid.
Er is een relatie tussen wantrouwen en een behoefte aan keuzevrijheid.
De risicobereidheid is laag.
Keuze voor een flexibel pensioen is beperkt.
Draagvlak voor de verschillende vormen van solidariteit is vrij groot.

woensdag 16 april 2014

Belangrijke stap richting Europese Bankenunie

Dinsdag stemde het Europees Parlement in met de oprichting van een Europees mechanisme voor de afwikkeling van probleembanken en de richtlijn Depositogarantiestelsel. Hiermee zet het Europees Parlement een cruciale stap richting een volwaardige Europese Bankenunie. De Nederlandse Vereniging van Banken hecht veel belang aan de oprichting van een Europese Bankenunie omdat het onder meer de financiële stabiliteit bevordert en de link tussen staat en bank doorbreekt
Het SRM regelt op Europees niveau het proces om te bepalen of een bank in resolutie wordt geplaatst en welke stappen moeten worden gezet om de bank failliet te laten gaan. De Europese Centrale Bank (ECB) wordt als Europees toezichthouder hoofdverantwoordelijk voor het bepalen of een bank in resolutie wordt geplaatst. Een Europese resolutie-autoriteit wordt vervolgens verantwoordelijk voor het besluit over het stappenplan bij de afwikkeling van een bank.
Om zo snel en efficiënt mogelijk een besluit te kunnen nemen over dit stappenplan, vaak binnen een weekeinde, is een gestroomlijnde besluitvormingsprocedure afgesproken. Een Europees resolutiefonds zal in 8 jaar tijd moeten worden opgebouwd. In deze 8 jaar worden bijdragen van banken betaald aan nationale ‘potten’. Deze worden geleidelijk samengevoegd, zodat na 8 jaar één Europees fonds ontstaat. Na het eerste jaar wordt 40% van de bijdragen samengevoegd, na twee jaar bedraagt dit 60% van de bijdragen. De exacte bijdragen van de deelnemende banken aan het fonds  worden later dit jaar bepaald. Het SRM treedt per 1 januari 2015 in werking, de bepalingen rond bail-in per januari 2016.
Het BRRD harmoniseert de crisismanagement-aanpak binnen Europa. Zo geeft het dezelfde resolutiebevoegdheden aan alle Europese resolutie-autoriteiten. De richtlijn schrijft onder meer voor dat banken herstel- en afwikkelplannen moeten opstellen waardoor zij in een crisis op een manier kunnen worden afgewikkeld dat dit geen effect heeft op de financiële stabiliteit en de overheid niet (weer) hoeft bij te springen. Een van de belangrijkste instrumenten die een autoriteit hierbij tot zijn beschikking krijgt, is bail-in. Dit houdt in dat aandeelhouders van de bank en crediteuren (o.a. obligatiehouders) als eersten de verliezen bij een bank moeten opvangen om zo de solvabiliteit van de bank te versterken. Elke lidstaat dient in aanvulling hierop een nationaal resolutiefonds op te zetten. Banken die deel uitmaken van de Bankenunie storten de bijdrage in het Europese fonds.
Het fonds kan worden aangesproken nadat bail-in is toegepast op 8% van de totale aanspraken van een bank. Ook regelt de richtlijn strikte regels over hoe en wanneer publiek geld mag worden gebruikt om een bank te versterken, bijvoorbeeld bij zogeheten 'government stabilisation tools' of via een preventieve kapitaalsinjectie door de overheid. De richtlijn gaat in op 1 januari 2015 en geldt voor iedere bank in Europa. Bail-in regels treden per 1 januari 2016 in werking.
De richtlijn DGS geeft de garantie in heel Europa dat spaartegoeden tot 100.000 euro worden gedekt. Banken worden verplicht om vooraf nationale depositogarantiestelsels te financieren. Na tien jaar moet in het DGS-fonds een bedrag zitten van ten minste 0,8 procent van de totale gedekte spaartegoeden. Lidstaten mogen, na akkoord van de Europese Commissie, de grootte van het fonds terugbrengen naar 0,5% van de gedekte spaartegoeden als haar bancaire markt sterk is geconcentreerd.
De uitbetalingstermijn aan spaarders wordt in de komende tien jaar teruggebracht tot zeven werkdagen. Nu is dat nog twintig werkdagen. Verder worden banken verplicht informatie te verstrekken over het DGS op de bankafschriften. De richtlijn moet 12 maanden na inwerkingtreding door de lidstaten worden omgezet in nationale wetgeving.
Eerder werd al overeengekomen dat vanaf november dit jaar de 128 grootste banken in de Eurozone onder Europees toezicht (SSM) worden gesteld bij de Europese Centrale Bank. Hiermee ontstaat een uniforme cultuur en structuur van het banktoezicht in Europa. Dat maakt een gelijke behandeling van banken mogelijk en houdt tegelijkertijd de diversiteit in de Europese bancaire sector in stand.
De nationale toezichthouders blijven verantwoordelijk voor het toezicht op de overige banken. Om het Europese toezicht met een schone lei te beginnen worden de balansen van de 128 banken in de aankomende maanden doorgelicht, gevolgd door een Europese stresstest. Zowel DNB, ECB als banken werken op dit moment zeer hard aan deze doorlichting. Deze doorlichting draagt bij aan het herstel van vertrouwen van de financiële markten in de Europese banken.

dinsdag 15 april 2014

AFM positief over toekomstvisie NVB

Donderdag 10 april heeft de Nederlandse Vereniging van Banken haar toekomstvisie 'Toekomstgericht bankieren' gepubliceerd. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is positief over de plannen die de banken daarin ontvouwen voor de toekomst.
Het is voor het herstel van vertrouwen in de banken cruciaal op de lange termijn dat banken het belang van de klant consequent centraal stellen en dit streven verankeren in hun organisatie én cultuur. Een bankierseed voor alle medewerkers en het daaraan gekoppelde tuchrecht kan daar aan bijdragen en is een belangrijke stap in de cultuurverandering in de sector.
Klanten willen hun financiële instelling eerlijk zien handelen, waar dan ook, met wie dan ook en met wiens informatie dan ook. Ze willen voelen dat hun belang gediend wordt met eerlijke producten en diensten.
De AFM juicht het daarom ook toe dat de sector echt het gesprek aan wil gaan met de maatschappij en iedereen de gelegenheid wil geven om te reageren op haar toekomstplannen. De maatschappelijke rol die de banken nadrukkelijk op zich nemen en die tot uiting komt in het maatschappelijk statuut en de code banken is hierbij van wezenlijk belang. De rol die zij willen nemen in het vergroten van het kennisniveau van consumenten geeft aan dat de banken hun taak serieus nemen.
De AFM neemt de uitnodiging van de NVB om te reageren op de plannen van harte aan. Wij gaan graag met de banken in gesprek over de verdere ontwikkeling van de toekomstige richting van de sector.

Banken laten samenleving zien hoe ze willen bankieren

De Nederlandse Vereniging van Banken presenteert onder de naam Toekomstgericht Bankieren een pakket waarin banken aangeven hoe zij dienstbaar en duurzaam willen bankieren. Met de introductie van een maatschappelijk statuut, vernieuwing van de Code Banken en de invoering van gedragsregels voor medewerkers laten banken zien waar zij voor staan en waarop zij aanspreekbaar zijn. Op die manier wil de sector een bijdrage leveren aan het vertrouwen dat de samenleving in banken stelt.
In de komende periode gaat de NVB met diverse belanghebbenden in gesprek over deze plannen. Een ieder wordt uitdrukkelijk uitgenodigd om feedback te geven op de plannen via www.toekomstgerichtbankieren.nl. Dat kan tot en met 9 mei 2014. De definitieve documenten zullen rond de zomer door de leden van de NVB worden vastgesteld.
Banken spelen als financier van consumenten en bedrijven een cruciale rol in het faciliteren van economische groei. Klanten van banken – en de samenleving als geheel – moeten daarom kunnen rekenen op stabiele, dienstbare en betrouwbare banken. In het maatschappelijk statuut laat de sector zien hoe zij haar rol in de samenleving ziet en volgens welke principes zij wil bankieren en wat klanten van banken mogen verwachten.
Vier jaar na de introductie wordt de Code Banken geactualiseerd omdat inmiddels veel principes uit de code zijn omgezet in wetgeving. De principes in de geactualiseerde Code benadrukken het belang van een beheerste en integere bedrijfsvoering van banken en werken dit belang uit in principes voor de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, adequaat risicomanagement, gedegen auditprocessen en een beheerst, evenwichtig en duurzaam beloningsbeleid.
Nederlandse banken vinden het belangrijk dat iedereen die werkzaam is in de Nederlandse bancaire sector zijn functie integer en zorgvuldig uitoefent. Daarom leggen alle medewerkers van de bank de bankierseed af. In gedragsregels, die zijn afgeleid van de eed of belofte is vastgelegd hoe bankiers zich gedragen bij het uitoefenen van hun functie. Voor het behandelen van klachten over het niet-naleven van de gedragsregels wordt in samenwerking met DSI een Tuchtreglement bancaire sector vastgesteld. Medewerkers van banken worden daarmee aanspreekbaar voor de samenleving als geheel.
De bancaire sector is bezig aan een ongekend veranderingsproces. Er is veel gebeurd om banken stabieler te maken, maar er is ook nog veel te doen. Er is tijd nodig om te zorgen dat een cultuur van dienstbaar en duurzaam bankieren wordt verinnerlijkt. Het statuut, de code en de gedragsregels vormen daarbij belangrijke instrumenten om dat in de sector, bij de bank én bij de medewerkers te realiseren.

Rabobank renoveert ‘spiegelgebouw’ in Utrecht

De 30 jaar oude kantoorlocatie van Rabobank Nederland in Utrecht, beter bekend als het ‘spiegelgebouw’ wordt gerenoveerd. Rabobank heeft aan BAM Utiliteitsbouw, Strukton en Cofely opdracht gegeven om de revitalisatie van dit deel van het hoofdkantoor uit te voeren. De werkzaamheden zijn begin april van start gegaan. Het is de bedoeling dat het pand in februari 2016 geheel gerenoveerd is en weer 25 jaar mee kan.
Rabobank werkt volgens het concept van het ‘Nieuwe Werken”. Het noodzakelijke groot onderhoud aan het ‘spiegelgebouw’ wordt gecombineerd met het inrichten van het negen verdiepingen tellende pand voor het ‘Nieuwe Werken’. De gangen met afzonderlijke kantoorkamers maken plaats voor kantoorfaciliteiten variërend van concentratieplekken tot ontmoetingsplekken en van ruimtes voor vergaderingen tot ruimtes voor presentaties, workshops en ontwikkeling.
Na de revitalisering biedt het kantoor, dat ca. 29.500 m2 beslaat, ruimte voor twintig procentmeer medewerkers. Medewerkers, die nu nog elders in de stad gehuisvest zijn, zullen straks ook gebruikmaken van  de panden aan de Croeselaan. Deze centralisatie van huisvesting betekent een besparing op (huur)kosten voor andere locaties. Daarnaast bevordert het de samenwerking en efficiency.
De kenmerkende spiegelbeglazing van het kantoorpand zal door BAM in zijn geheel worden vervangen, zonder dat het huidige karakter van het gebouw verloren gaat. Het glas wordt vervangen door glas van gelijke kleur, waardoor het aanzicht van buitenaf niet verandert. De gebruikers van het pand zullen echter ervaren dat de inval van zon- en daglicht anders is en dat het nieuwe glas zorgt voor meer comfort en een aangenamer klimaat.
De Rabobank heeft gekozen voor BAM Utiliteitsbouw als hoofdaannemer en Strukton en Cofely als onderaannemers. BAM Utiliteitsbouw zal alle bouwkundige werkzaamheden verrichten. Strukton neemt het werktuigbouwkundige en elektrotechnische deel voor zijn rekening. Cofely verzorgt alles op het gebied van meet- en regeltechniek. BAM Utiliteitsbouw vervult de  coördinerende rol. Alle partijen hebben er vertrouwen in dat deze samenwerking leidt tot het beste resultaat.


maandag 14 april 2014

Contactloos betalen mogelijk voor ING klanten

Vanaf morgen, dinsdag 15 april, kunnen particuliere klanten van de ING contactloos betalen. Door de Betaalpas kort en dicht tegen de betaalautomaat aan te houden kunnen zij  gemakkelijk, snel en veilig betalen. Contactloos betalen is mogelijk met de vernieuwde Betaalpas waarvan de ING er sinds vorig jaar al ruim vier miljoen heeft uitgegeven. Zo heeft meer dan de helft van de klanten  van de ING inmiddels een pas in bezit die geschikt is voor contactloze betalingen.
Met contactloos betalen kunnen klanten razendsnel en gemakkelijk kleine bedragen afrekenen. Voor bedragen tot en met € 25 hoeft geen pincode te worden ingetoetst. De betaling wordt als een gewone pinbetaling verwerkt en direct van de betaalrekening afgeschreven. Arjan Bol, Directeur Betalen van de ING: “Onze proef in Leiden met contactloos betalen heeft vorig jaar aangetoond dat klanten heel tevreden zijn over deze gemakkelijke en snelle manier van betalen. Vanaf morgen maken we deze manier van betalen mogelijk voor onze particuliere klanten en kunnen zij zelf het gemak en de snelheid van contactloos betalen ervaren.”
Contactloos betalen is veilig. Bij aankopen boven € 25 vraagt de betaalautomaat altijd een pincode. Het maximale bedrag dat achter elkaar zonder pincode kan worden betaald is € 50. Als deze limiet bereikt is, dan vraagt de betaalautomaat automatisch om de pincode. Als de pas tussendoor wordt gebruikt om te pinnen dan wordt de stand weer op nul gezet.
In steeds meer winkels kan er contactloos betaald worden. In Nederland zijn er al ruim 30.000 betaalautomaten geschikt voor deze nieuwe manier van betalen.  Wereldwijd zijn er ruim 50 landen waar contactloos betalen mogelijk is, waarvan 34 landen in Europa. Op de betaalautomaat staat hetzelfde logo dat ook op de achterkant van de pas staat. Ondernemers die contactloos betalen mogelijk willen maken voor hun klanten, kunnen betaalautomaten verkrijgen via hun leverancier of eigen bank.
.

Aegon en BPVH bereiken akkoord over vermogen Optas pensioenen

Aegon en de Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden van de Vervoer- en Havenbedrijven (BPVH) hebben een akkoord bereikt over het beklemd vermogen van voormalig havenpensioenfonds Optas, sinds 2007 onderdeel van Aegon. Hiermee komt een eind aan een langdurig geschil tussen beide partijen.
Het akkoord voorziet erin dat Aegon en de Stichting BPVH gezamenlijk de rechter zullen verzoeken om opheffing van de beperkende voorwaarde die nu op een deel van het vermogen van Optas rust, het zogenoemde beklemd vermogen. Als de rechter hiermee akkoord gaat, ontstaat er financiële ruimte voor verbetering van de havenpensioenen.
Deze financiële ruimte bestaat onder meer uit een eenmalige betaling van Aegon aan de Stichting BPVH van 80 miljoen euro, een gunstig tarief voor pensioenpremies en een bijdrage van Aegon van maximaal 20 miljoen euro in de komende jaren ter compensatie van het verlies van pensioenopbouw als gevolg van mogelijke wetswijzigingen per 1 januari 2015.
Dit akkoord volgt op de regeling die de Stichting BPVH in 2010 sloot met de Stichting Optas, de voormalige eigenaar van pensioenverzekeraar Optas.

Vier nieuwe waarschuwingen voor boiler rooms

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft van januari tot april voor vier (vermoedelijke) boiler rooms gewaarschuwd. Beleggers moeten niet ingaan op het aanbod van deze frauduleuze partijen.
Een boiler room is een verzamelnaam voor personen en organisaties die met behulp van gehaaide verkopers naar potentiële beleggers bellen om ze over te halen te investeren in waardeloze of nepaandelen. Beleggers worden onder grote druk gezet om geld naar het buitenland over te maken. Boiler rooms gebruiken vaak betrouwbaar ogende websites. Soms gebruiken ze namen die lijken op die van een bekende financiële organisatie.
Om consumenten te wijzen op specifieke boiler rooms gebruikt de AFM waarschuwingslijsten. Een onderzoek van de toezichthouder zelf kan leiden tot zo’n waarschuwing. Ook neemt de AFM waarschuwingen over van buitenlandse toezichthouders. In het eerste kwartaal van 2014 is er gewaarschuwd voor de volgende partijen:
  • Harden-Krause Private Equity Ltd.
    Vertegenwoordigers van deze partij bellen ongevraagd beleggers en bieden goudopties aan. Als beleggers daarop ingaan en vervolgens hun belang willen verkopen, moeten ze eerst een bedrag overmaken (een ‘security deposit’) om de verkoop definitief te maken. Dit is vermoedelijk oplichting.
  • Global Brokers Asia.
    Deze partij zegt aan vermogensbeheer te doen.
  • Hoover Bright Independent Finance Advisory.
    Vertegenwoordigers bellen naar verluid ongevraagd beleggers en bieden aandelen in Amerikaanse bedrijven aan. Beleggers moeten echter eerst een bedrag (‘security deposit’) betalen. Dit is vermoedelijk oplichting.
  • Clear Gains Ltd. 

vrijdag 11 april 2014

Eigen risico reisverzekering misleidend

Het eigen risico dat bij veel reisverzekeringen voor bagage geldt, is misleidend, dat stelt Reisverzekering.nl. Vaak is een eigen risico per schadegebeurtenis van toepassing. Dat betekent dat bij elke gebeurtenis waardoor schade ontstaat aan bagage, eerst het bedrag van het eigen risico uit eigen portemonnee betaald moet worden. Veel mensen zijn zich hier niet bewust van, waarschuwt Reisverzekering.nl
Wanneer je fototoestel of dure zonnebril bijvoorbeeld wordt gestolen, dan kun je een vergoeding krijgen, mits je hiervoor verzekerd bent. Stel nou dat zo’n zonnebril 150 euro waard is. Wanneer deze gestolen wordt, betaal je bij sommige reisverzekeringen (per schadegebeurtenis) eerst een eigen risico van 100 euro, waardoor je dus nog maar een vergoeding van 50 euro overhoudt. Om een vergoeding te ontvangen van zo’n 50 euro voor je gestolen zonnebril, betaal je dus én de premie voor je reisverzekering én in dit geval een eigen risico van 100 euro.
Bij sommige reisverzekeringen kun je zelf de hoogte van het eigen risico bepalen. In principe geldt dan: hoe lager het eigen risico, hoe meer premie je betaalt. Wanneer je kiest voor geen eigen risico, betekent dat dat je bij een schadegebeurtenis gewoon de vergoeding krijgt uitgekeerd, zonder dat je eerst nog eigen risico betaalt. Je betaalt dan in verhouding wel meer premie voor je reisverzekering.
Op zich is een eigen risico bij een reisverzekering niet erg, als je je er maar bewust van bent. Sophie van der Zee van Reisverzekering.nl legt uit: “Wanneer je een reisverzekering neemt om duurdere bagage te verzekeren is het niet gek dat hiervoor een eigen risico geldt. Aan de andere kant moet je er rekening mee houden dat vaak per type bagage of apparatuur maximale vergoedingen gelden.” Zo bleek al eerder uit onderzoek dat veel reisverzekeringen bijvoorbeeld maar een vergoeding van zo’n 300 euro bieden voor smartphones. En dat terwijl een nieuwe smartphone al gauw 600 a 700 euro kost. Als je dan ook nog eens een eigen risico moet betalen, kom je bedrogen uit.
Een eigen risico is in principe van toepassing per schadegebeurtenis. Mocht je dus beroofd worden, waarbij je fototoestel, zonnebril en smartphone worden gestolen, dan geldt dit als één schadegebeurtenis en is dus eenmalig het eigen risico van toepassing. Let nog steeds wel op dat per type bagage of apparatuur een maximale vergoeding geldt. Gebeurt er tijdens je vakantie meerdere keren iets waardoor jouw bagage schade oploopt of kwijt raakt, dan betaal je per gebeurtenis eigen risico.

donderdag 10 april 2014

Financiële webwinkel hoyhoy.nl zet de markt 'op z'n kop'

Vandaag wordt de financiële webwinkel hoyhoy.nl gelanceerd. Op hoyhoy.nl kunnen bezoekers verzekeringen vergelijken en direct de voordeligste afsluiten om zo vanuit de luie stoel behoorlijk wat geld te verdienen.
Het idee dat het vergelijken en switchen van verzekering veel gedoe met zich meebrengt, weerhoudt de Nederlandse consument er nu nog van regelmatig van verzekering te wisselen. Daardoor betalen ze doorgaans te veel. "Met hoyhoy.nl willen wij mensen ervan bewust maken dat je veel geld kunt 'verdienen' door verzekeringen te vergelijken en maken wij de drempel om vervolgens ook daadwerkelijk actie te ondernemen zo laag mogelijk," aldus Erik Hordijk, directeur van hoyhoy.nl. In de campagne introduceert hoyhoy.nl Aart de Luiaard. Met Aart in de hoofdrol gaat hoyhoy.nl de wereld van het selecteren van een geschikte verzekering behoorlijk ondersteboven keren.
Dat mag letterlijk genomen worden. Luiaards leven immers ondersteboven, waardoor Aart de dingen vanuit een heel ander perspectief bekijkt. Vandaar ook dat er voor is gezorgd dat de merknaam en het logo ondersteboven nog prima te lezen zijn. Maar ook in figuurlijke zin wordt de wereld omgedraaid. Aart gaat de Nederlandse verzekeringsconsument duidelijk maken dat verzekeren niet moeilijk, complex of tijdrovend hoeft te zijn. Het kan ook makkelijk, snel en relaxed. Terwijl je ondertussen ook nog veel geld kunt verdienen. Dat is pas de wereld op zijn kop.
Voor de lancering van hoyhoy.nl werd een compleet nieuwe merknaam, logo en visuele identiteit ontwikkeld. Tevens werd ook de website geoptimaliseerd.

Industriegroep wil nieuw symbool voor Bitcoin

Het bekende symbool voor de Bitcoin zou weleens kunnen verdwijnen. Sinds de geboorte van de Bitcoin is een aantal symbolen en logo’s gebruikt, maar geen van hen is een unicode. Unicode is een internationale standaard voor de codering van binaire codes naar grafische tekens en symbolen, vergelijkbaar met de ASCII-standaard. De standaard voorziet alle tekens en symbolen van alle geschreven talen van een nummer.

Grip op geld zorgt voor minder ruzie

Wie het belangrijk vindt om grip te houden op de eigen financiën heeft minder discussies over geld met familie en kennissen. Een overgrote meerderheid van de Europeanen ziet geldzaken als zijn eigen verantwoordelijkheid, blijkt uit internationaal onderzoek in opdracht van ING
Een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt het belangrijk om grip te houden op geldzaken. Met de stelling ‘ik ben niet geïnteresseerd in financiële zaken’ is 72 procent het (zeer) oneens. In Frankrijk is dat zelfs 89 procent. Nederland eindigt net voor hekkensluiter België, waar 71 procent het (zeer) oneens is met deze uitspraak. Dit blijkt uit een internationaal onderzoek in opdracht van ING onder bijna 12.500 mensen in 13 Europese landen.
De meeste Europeanen hebben hun financiën onder controle, blijkt uit het onderzoek. Gemiddeld 73 procent zegt dat de eerste verantwoordelijkheid voor financiële beslissingen bij hemzelf ligt. Volgens 21 procent van de Europeanen speelt de bank hier een even grote rol in, en 5 procent legt die verantwoordelijkheid volledig bij de bank. Nederlanders (82 procent) nemen, samen met Engelsen, Oostenrijkers en Tsjechen, vooral zelf het heft in eigen hand als het gaat over hun financiën.

Vraag naar financieel specialisten groeit 15%

In het eerste kwartaal van 2014 is de vraag naar financieel specialisten gegroeid met 15% ten opzichte van het eerste kwartaal 2013. De groei die in het vierde kwartaal van 2013 voor het eerst weer werd geconstateerd zet nu sterk door. Deze is in alle functies terug te vinden met als uitschieters accountancy en administrateurs, met respectievelijk +40% en +25%. De aantrekkende vraag komt in een stroomversnelling door een opvallende toename in het aantal actief zoekende financieel specialisten. Hun aantal is gegroeid van 9% naar 20%. "Hierdoor wisselen financieel specialisten sneller van functie waardoor er extra vacatures ontstaan" zegt Erik Kolthof, competence director Finance & ICT bij Yacht. Opvallend is de achterblijvende vraag in Noord Nederland.
De afgelopen jaren lag het aantal actief zoekende financieel specialisten op een laag niveau van ongeveer 9%. 26% stond niet open voor een nieuwe uitdaging en de overgrote meerderheid (65%) was latent zoekend. Dat wil zeggen dat ze alleen in beweging kwamen als ze actief werden benaderd of als ze toevallig hun droomfunctie tegenkwamen. Nu de arbeidsmarkt weer aantrekt is het aantal actief zoekenden sterk gegroeid van 9% naar 20%. Dit komt vooral doordat de latent zoekenden nu actief op zoek zijn gegaan naar een andere werkgever. Meer wisselingen van baan leiden tot meer dynamiek en in duidelijk meer vacatures.
Hoewel er een groei is in alle vacatures, zijn er uitschieters: accountancy (+40%), administrateurs (+ 25%), auditors (15%) en finance managers (14%). De groei in accountancy functies is, net zoals in het vorige kwartaal, terug te voeren naar toenemende vraag vanuit kleinere accountantskantoren die, naast een kwantitatieve behoefte, ook op zoek zijn naar een kwaliteitsimpuls. De grote accountantskantoren, waaronder de big 4, vragen minder financieel specialisten. Bij finance managers en administrateurs is de groei met name te verklaren door de inhaalslag en snellere job rotatie. De vraag naar auditors is al enkele jaren op een structureel hoog niveau door een toenemende behoefte aan compliance, transparantie en control.
Opvallend is de achterblijvende vraag in Noord Nederland. Het totale aantal vacatures in deze regio is gekrompen met 7%. Met uitzondering van de vraag naar accountants laten bijna alle functies een krimp zien. "Deze regio trekt traditioneel later aan waardoor het herstel pas in de loop van 2014 zichtbaar zal worden" aldus Erik Kolthof.

woensdag 9 april 2014

Banken komen met retourpinnen

Een artikel terugbrengen naar de winkel en het aankoopbedrag via de betaalautomaat op je bankrekening retour ontvangen. Dat kan nu bij winkels die via de Rabobank Retourpinnen aanbieden. Retailer Score is met 80 locaties de eerste met de omgekeerde pintransactie kunnen. Klanten die reeds betaalde artikelen terugbrengen naar de winkel, steken de pas in de betaalautomaat, waarna de winkelier aan zijn kant opdracht geeft het aankoopbedrag te retourneren. Na een geslaagde opdracht ontvangt de klant een ondertekende retourpinbon als bewijs. De volgende werkdag wordt het bedrag bijgeschreven op rekening van de klant.

Exact eerste leverancier met bankkoppeling ING

Exact Online is het eerste online boekhoudprogramma in Nederland waarvoor een bankkoppeling bestaat met ING. Deze nieuwe koppeling zorgt ervoor dat bij- en afschrijvingen op Mijn ING Zakelijk iedere dag automatisch online verwerkt worden in de boekhouding van ondernemers. Hierdoor is de administratie up-to-date en besparen ondernemers veel tijd en moeite, omdat handmatig importeren en exporteren van bankafschriften niet langer nodig is.
Naast het automatisch inlezen van bankgegevens, is het later mogelijk betaalopdrachten vanuit Exact Online naar Mijn ING Zakelijk te versturen waar ze worden klaargezet voor betaling. De enige handeling die dan nog vereist is, is het vrijgeven van de betalingen via het gebruikelijke proces. Hierdoor hebben zowel ondernemers als accountants altijd inzicht in de financiële situatie van de onderneming. De bankkoppeling met ING is per direct beschikbaar voor gebruikers van Exact Online. Na de eerste positieve testresultaten met Exact is ING ook voornemens om later dit jaar ook de koppeling met andere grote softwareleveranciers van online boekhouden te realiseren

Coert Beerman beoogd directeur Nederland en Afrika bij Rabobank

Coert Beerman MBA (58) is met ingang van juli 2014 beoogd directeur van Nederland en Afrika bij het internationale bankbedrijf van Rabobank. Hij krijgt de verantwoordelijkheid voor alle wholesale activiteiten in Nederland en Afrika. Dat heeft de raad van bestuur van Rabobank vandaag bekend gemaakt. Beerman is momenteel directievoorzitter van Rabobank Rotterdam. In de afgelopen periode was hij tevens programmavoorzitter Visie 2016, een klantenprogramma waarmee Rabobank inspeelt op de veranderende klantwensen en zich klaar maakt voor de toekomst. Vanwege zijn ervaring met de corporate markt en internationaal georiënteerde bedrijven in de Rotterdamse regio is Beerman bij uitstek geschikt voor deze nieuwe rol.
Coert Beerman begon zijn loopbaan bij de Rabobank in 1983 als senior accountmanager bij Rabobank Schiedam-Vlaardingen. Bij Rabobank Wateringen-Kwintsheul was hij directeur Commerciële Zaken van 1987 tot 1991. Daarna vervulde hij de rol van directievoorzitter bij diverse lokale banken. Sinds 2004 is Beerman directievoorzitter bij Rabobank Rotterdam, één van de grootste lokale Rabobanken. In deze functies heeft Beerman te maken gehad met de grote verscheidenheid in financiële dienstverlening aan zowel particuliere als zakelijke klanten.
Als directievoorzitter van Rabobank Rotterdam heeft hij bijgedragen aan een sterke groei van de bank in alle marktsegmenten. Daarnaast heeft  Beerman in deze periode de betrokkenheid van de bank bij de lokale samenleving versterkt.
Beerman heeft altijd actief deelgenomen aan netwerken en commissies binnen en buiten de bank. Op dit moment is hij nog commissaris bij De Efteling, lid van de Commissie Publiek Belang bij Baker Tilly Berk en voorzitter van de Stichting Vriendenfonds Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam.

dinsdag 8 april 2014

Fred van Heyningen beoogd directeur food en agri international bij de Rabobank

Fred van Heyningen (52) is met ingang van juli 2014 beoogd directeur food en agri international bij de Rabobank. Dat heeft de raad van bestuur van de Rabobank vandaag bekend gemaakt. Van Heyningen wordt verantwoordelijk voor het realiseren van de ambities van de bank om wereldwijd leidend te zijn in bancaire dienstverlening in de food- en agrisector. Fred van Heyningen is momenteel directievoorzitter van Rabobank Westland. Met zijn kennis en ervaring opgedaan in dit internationaal georiënteerde glastuinbouwgebied is hij bij uitstek geschikt om deze nieuwe rol te vervullen.
Fred van Heyningen begon zijn loopbaan bij de Rabobank in 1987. In 1996 heeft hij de bank kort verlaten om in 1999 terug te keren als directeur Bedrijven van Rabobank Midden-Westland. In 2001 werd hij directievoorzitter bij deze bank, welke in 2004 fuseerde tot Rabobank Westland, één van de grootste lokale banken binnen de Rabobank Groep. Van Heyningen heeft in zijn rol als directievoorzitter een belangrijke rol vervuld in het fusieproces. Hij heeft onder meer bijgedragen aan de modernisering van de glastuinbouw en aan innovatie binnen de agrisector. Daarnaast bekleedt hij diverse nevenfuncties, waaronder bestuurslid bij Greenport Holland en bestuurslid van VNO-NCW Westland.
Fred van Heyningen is tevens commissaris van Rabobank N.A. in Californië. In die rol heeft hij kennis en ervaring opgedaan met de internationale food- en agrisector die per regio kunnen verschillen qua omvang, klantbehoefte en wet- en regelgeving.
Van Heyningen heeft een stevig netwerk zowel in de agrarische sector als in de Westlandse samenleving. Hij maakt tevens deel uit van de Commissie Economie en Innovatie van de VVD.

Meerderheid zelfstandigen bouwt geen pensioen op

Meer dan de helft van de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) bouwt geen pensioen op. Dit blijkt uit een gezamenlijke enquête van het  ING Economisch Bureau en ZZP Barometer onder 1.050 zelfstandigen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn hoge kosten en een gebrek aan voldoende financiële middelen. Een derde van de ondervraagde ondernemers verwacht in de toekomst onvoldoende pensioeninkomen te hebben.
Ondanks dat driekwart van de zelfstandigen zijn pensioen belangrijk vindt, bouwt een meerderheid geen pensioen op. Een groot deel van de ondervraagde zelfstandigen maakt zich vooralsnog geen zorgen over zijn pensioen. Slechts een derde verwacht in de toekomst onvoldoende pensioeninkomen te hebben.
De belangrijkste reden dat meer dan de helft van de zelfstandigen zonder personeel geen pensioen opbouwt zijn de hoge kosten die gepaard gaan met het participeren in een pensioenregeling. Daarnaast hebben veel zelfstandigen onvoldoende financiële middelen beschikbaar voor pensioenopbouw. Een derde reden is dat ondernemers al voldoende pensioen hebben opgebouwd. Dit kan in het verleden in loondienst zijn opgebouwd, de pensioenvoorziening in de huidige onderneming is inmiddels voldoende, of de partner heeft een goed pensioen.
Van de zelfstandigen die vrijwillig pensioen opbouwen, doet 42% dit via een lijfrenteregeling. Daarnaast zijn het in privé sparen en/of beleggen, pensioenopbouw via de oudedagsreserve en bank-sparen veel gebruikte pensioenvormen. Het gemiddelde bedrag dat vorig jaar werd gestort voor de pensioenregeling varieert van 500 euro tot meer dan 10.000 euro.