Ondernemingen die giraal betaalverkeer afwikkelen moeten een vergunning aanvragen bij De Nederlandsche Bank (DNB) om hun activiteiten te mogen verrichten, indien zij meer dan 120 miljoen transacties afwikkelen. Afwikkelondernemingen die onder de drempelwaarde blijven, zullen bij DNB moeten melden dat zij afwikkeldiensten verlenen. Sinds 1 januari 2014 bepaalt de Wet financieel toezicht (Wft) dat DNB en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht houden op het girale betaalverkeer in Nederland. Op 5 mei 2014 is het toezicht geformaliseerd door de Regeling DNB afwikkelondernemingen Wft.
Door het toenemende gebruik van betaalpassen kunnen risico's ontstaan voor het gehele financiële systeem; als het betalingsverkeer niet (goed) functioneert en stil komt te liggen, kan dat tot maatschappelijke ontwrichting leiden en kan economische schade ontstaan als betalingen geen doorgang vinden. Voor de financiële markten is het dus van groot belang dat er stabiele, eerlijke en goed werkende afwikkelondernemingen zijn die het girale betalingsverkeer verwerken.
Afwikkelondernemingen zijn verantwoordelijk voor de afhandeling van het girale betalingsverkeer, bijvoorbeeld de verwerking van de betalingen in de supermarkten. AFM en DNB houden beide toezicht op de afwikkelondernemingen. DNB is vergunningverlener en verantwoordelijk voor het toezicht op de prudentiële standaarden. De AFM geeft advies aan DNB en heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de standaarden voor gedragstoezicht. De AFM zal onder andere (mede) toezien op de governance, de effectiviteit en de efficiëntie van afwikkelondernemingen.
DNB hield tot nu toe toezicht op afwikkelondernemingen vanuit haar rol als centrale bank. Alle bestaande afwikkelondernemingen die meer dan 120 miljoen transacties afwikkelen krijgen van rechtswege een vergunning. Wel zullen zij moeten aantonen aan DNB en de AFM, dat zij voldoen aan alle vergunningvereisten.
Door het toenemende gebruik van betaalpassen kunnen risico's ontstaan voor het gehele financiële systeem; als het betalingsverkeer niet (goed) functioneert en stil komt te liggen, kan dat tot maatschappelijke ontwrichting leiden en kan economische schade ontstaan als betalingen geen doorgang vinden. Voor de financiële markten is het dus van groot belang dat er stabiele, eerlijke en goed werkende afwikkelondernemingen zijn die het girale betalingsverkeer verwerken.
Afwikkelondernemingen zijn verantwoordelijk voor de afhandeling van het girale betalingsverkeer, bijvoorbeeld de verwerking van de betalingen in de supermarkten. AFM en DNB houden beide toezicht op de afwikkelondernemingen. DNB is vergunningverlener en verantwoordelijk voor het toezicht op de prudentiële standaarden. De AFM geeft advies aan DNB en heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de standaarden voor gedragstoezicht. De AFM zal onder andere (mede) toezien op de governance, de effectiviteit en de efficiëntie van afwikkelondernemingen.
DNB hield tot nu toe toezicht op afwikkelondernemingen vanuit haar rol als centrale bank. Alle bestaande afwikkelondernemingen die meer dan 120 miljoen transacties afwikkelen krijgen van rechtswege een vergunning. Wel zullen zij moeten aantonen aan DNB en de AFM, dat zij voldoen aan alle vergunningvereisten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.