dinsdag 13 mei 2014

Microfinanciering was in negentiende eeuw geen effectieve armoedebestrijding

Financiële dienstverleners boden in de negentiende eeuw al volop leningen en verzekeringen aan, toch kozen arme Nederlandse huishoudens eerder voor de hulp van vrienden en familie. Zij hadden namelijk het geld niet voor deze microfinancieringen, die echter wel voor hen bedoeld waren. Pas toen de armen kapitaalkrachtiger werden, gingen ze gebruik maken van de financiële instanties - en dus niet andersom, laat de geschiedenis zien. Dat blijkt uit onderzoek van historici van de Universiteit Utrecht.

Om armen de hand te reiken hadden de financiële instanties in Nederland genoeg vernuftige en veelzijdige initiatieven – die verrassend veel verwantschap tonen met moderne microfinanciering-instrumenten. Maar die initiatieven bereikten nauwelijks de arme huishoudens waarvoor ze bedoeld waren, blijkt uit het onderzoek van Oscar Gelderblom, Joost Jonker en Heidi Deneweth.

Huishoudens kozen er in de negentiende eeuw bewust voor om geen of slechts mondjesmaat gebruik te maken van leningen, spaarbanken, hulpbanken of verzekeringsmaatschappijen. Bij financiële nood was het in veel gevallen voordeliger om terug te vallen op de hulp van familieleden, vrienden en buren”, aldus Oscar Gelderblom.

Gelderblom: “Pas toen aan het einde van de negentiende eeuw de lonen begonnen te stijgen, groeide de vraag naar de diensten van spaar- en hulpbanken. Maar zelfs toen lukte het lang niet altijd om kostendekkende hulp te bieden aan de armste burgers.”

Financiële instellingen konden pas een bescheiden bijdrage leveren aan het bestrijden van armoede, toen ze de uitgavenpatronen van armere huishoudens doorzagen en hun dienstverlening daarop aanpasten. Daarbij maakten mensen pas vaker gebruik van microfinanciering toen de lonen begonnen te stijgen. Terugkijkend op de negentiende eeuw, ontstaat zo ook inzicht in de vraag waarom microfinanciering vandaag de dag vaak onvoldoende werkt: financiële dienstverlening volgt op economische groei, niet andersom.

Dit onderzoek komt voort uit het project ‘De Macht en Onmacht van Kredietmarkten’ dat gefinancierd werd door de KNAW. In dit project werkten wetenschappers uit verschillende disciplines – geschiedenis, rechten, economie en sociologie – een jaar lang met een groep van twaalf masterstudenten aan de verzameling en analyse van gegevens over de financiering van arme huishoudens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.