maandag 30 juni 2014

Olga Zoutendijk commissaris bij ABN

Olga Zoutendijk wordt met ingang lid van de Raad van Commissarissen van ABN AMRO Group N.V. en ABN AMRO Bank N.V. voor een termijn van vier jaar. Zoutendijk heeft ruim 25 jaar ervaring in het internationale bankwezen. In haar vorige functie bekleedde zij bij Standard Chartered Bank de rol van Group Head of Wholesale Banking,Asia. Tevens was zij lid van de Global Executive Committee van de Wholesale Bank.

Daarvoor was Zoutendijk werkzaam bij Westpac Banking Corporation en ABN AMRO Bank N.V., alwaar zij diverse senior-beleidsfuncties vervulde in corporate- en investmentbanking en in retail-banking, in Azië, Australië, Europa en in de Verenigde Staten.

VEB participeert in nieuw platform voor alle financiële vragen

Iedereen kan binnenkort op één plek terecht voor vragen over beleggen, hypotheken, sparen of pensioen. Beleggersvereniging VEB start met drie andere partijen het Startpunt Geldzaken. Door veranderde wet- en regelgeving wordt steeds meer eigen initiatief gevraagd van mensen als het gaat om financiële vraagstukken.

De onafhankelijke informatie die de betrokken vier partijen, ieder vanuit hun eigen expertise inbrengen, moet voor ondersteuning zorgen. Het Startpunt Geldzaken maakt het voor iedereen eenvoudiger om met hun geldvragen aan de slag te gaan.

De consument die wil weten of beleggen iets voor hem is, hoe hij zijn inkomen na pensionering veilig kan stellen en hoe hij beter kan rondkomen, iedereen kan straks online terecht bij het Startpunt dat na de zomer van start gaat.

vrijdag 27 juni 2014

Verzekeraars: Lichtpunten na vijf jaar crisis

De Nederlandse verzekeringssector heeft vijf jaar financiële crisis qua solvabiliteit relatief goed doorstaan. Dit jaar zal moeten blijken of het economisch herstel in Nederland doorzet en in welke mate de verzekeringssector daarvan kan profiteren. Naast zorgen over de lage rente en dalende omzet in de levensector waren er ook enkele lichtpuntjes. Zo zijn de winstcijfers bij Leven en Inkomen verbeterd en worden de resultaten van kostenreductieprogramma’s en reorganisaties zichtbaar. Dat blijkt uit het Financieel jaarverslag, opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS), onderdeel van het Verbond van Verzekeraars.

De financiële crisis heeft forse impact op verzekeraars, zowel op de omzet als winstgevendheid. De malaise op de woningmarkt, de lage rente en teruglopende consumentenbestedingen in een verzadigde markt noodzaken verzekeraars tot omvangrijke kostenreductie-programma’s. Ook de komende periode staan verzekeraars voor de opgave verder te rationaliseren. Niettemin blijft de solvabiliteit – de mate waarin verzekeraars hun toekomstige verplichtingen kunnen nakomen – relatief sterk. De ratio’s liggen eind 2013 met respectievelijk 272 en 249 procent nog ruim boven de vereiste norm van 100 procent.

De kerntaak van verzekeraars is uiteraard het overnemen van risico’s en uitkeren van onverwacht optredende schade. Verzekeraars keren jaarlijks uit bij ruim een miljoen schades aan voertuigen en bij gemiddeld 300.000 waterschades. Een grote uitschieter is in 2013 de herfststorm op 28 oktober met zo’n 100 miljoen euro aan schade. Extreme weersomstandigheden zullen naar verwachting ten gevolge van de klimaatverandering vaker tot relatief hoge schadeposten leiden. Ook het aantal grote branden bereikt in 2013 een record, met 148 branden en 637 miljoen schade. Aandacht voor preventie – zowel bij huishoudens als in de zakelijke markt – blijft dan ook onverminderd van belang.

Het resultaat, afgezet tegen de bruto premieomzet, laat een wisselend beeld zien over de diverse sectoren. Schadeverzekeraars halen op 12,5 miljard euro premieomzet in 2013 gemiddeld vier procent resultaat. De levensector schrijft na drie verlieslatende jaren voor het eerst weer zwarte cijfers (elf procent gemiddeld op 18,5 miljard euro premie). Over de hele verzekeringsmarkt gemeten bedraagt de premieomzet 76,5 miljard euro met een gemiddeld resultaat van zes procent. In 2012 was het resultaat met één procent aanzienlijk lager.

De Nederlandse verzekeringssector wil naast het bieden van zekerheid ook een bijdrage leveren aan de maatschappelijke ontwikkeling. In 2013 was er veel aandacht voor de kredietfinanciering van met name het midden- en kleinbedrijf. Verzekeraars namen het initiatief tot het oprichten van een startersfonds voor het mkb en negen verzekeraars presenteerden recent samen met ABN AMRO een nieuw vehikel voor kredietverlening van 280 miljoen euro voor dezelfde doelgroep. Verzekeraars investeren overigens van oudsher al een groot deel van de bezittingen in de Nederlandse economie. Zo werd vorig jaar 62 procent van de activa, ofwel 278 miljard euro, in Nederland geïnvesteerd.

Reisverzekering kan vaak goedkoper

Nederlanders hebben het afgelopen jaar voor 12 procent van de vakanties in het buitenland geen reisverzekering afgesloten. Dat blijkt uit het ContinuVakantieOnderzoek van NBTC-Nipo Research. In 2013 boekten consumenten meer dan 17 miljoen reizen over de grens. Het aantal polissen is in vergelijking met het jaar ervoor gedaald, vertelt woordvoerder Thérèse Ariaans van NBTC-Nipo Research. “Het aantal doorlopende reisverzekeringen daalde met 2 procent. De kortlopende verzekeringen, speciaal afgesloten voor een specifieke vakantie, namen af met 19 procent.”

Hoeveel consumenten bewust geen reisverzekering afsluiten, kan Ariaans niet aangeven. Sandra de Jong, woordvoerder van de Consumentenbond ook niet: “Misschien kiest een deel van de Nederlanders hier echt voor, bijvoorbeeld omdat ze binnen Europa blijven en geen dure apparaten meenemen.”

donderdag 26 juni 2014

Nieuw kompas voor ondernemer met financieringsvraag

Minister Kamp van Economische Zaken heeft  de nieuwe financieringswijzer voor het midden- en kleinbedrijf gelanceerd. De financieringswijzer maakt onderdeel uit van de vernieuwde Ondernemerskredietdesk (OKD) die MKB-Nederland, VNO-NCW en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) samen hebben ontwikkeld en die wordt ondersteund door het ministerie van Economische Zaken.

Door het invullen van deze wijzer kan de ondernemer zijn financieringsbehoefte in kaart brengen en wordt hij of zij gericht op weg geholpen naar aanbieders van passende financieringsvormen. Met behulp van checklists kan de ondernemer zich goed voorbereiden op een financieringsaanvraag. Ook is een meldpunt ingericht voor ondernemers die knelpunten ervaren bij de financiering van hun onderneming.

Minister Kamp van Economische Zaken zegt hierover: “Nu de economie aantrekt, zoeken ondernemers financiering voor hun groeiplannen. Omdat dit via traditionele manieren dikwijls niet lukt, zoeken ondernemers ook naar alternatieve financieringsvormen. Het kabinet ondersteunt dit en faciliteert ondernemers bij het aantrekken ervan. Betrouwbare en toegankelijke informatie voor ondernemers is daarvoor cruciaal. De OKD als privaat initiatief en de financieringsdesk van het digitale ondernemersplein als publiek initiatief voorzien gezamenlijk in deze behoefte. Samen stellen zij ondernemers in staat te groeien en dragen zo bij aan werkgelegenheid en economische groei in Nederland.”

Benelux-landen ondernemen actie tegen grootschalige acquisitiefraude

De drie landen van de Benelux zijn gestart met acties in de strijd tegen acquisitiefraude. Jaarlijks lijden ondernemers meer dan 1 miljard euro schade als gevolg van spooknota’s, valse facturen, piraterij met bankgegevens en acquisitie- of advertentiefraude. Hoewel het bedrag per ondernemer meestal gering is, is de totale fraudesom erg groot. Om dit toenemend probleem grondig aan te pakken, start de Benelux met nieuwe acties zoals een early warning system. De Benelux neemt ook met dit thema het voortouw binnen de Europese Unie.

Uit onderzoek van het Secretariaat-Generaal van de Benelux blijkt dat 80 procent van de ondervraagde ondernemers een viertal keer per jaar te maken krijgt met pogingen tot oplichting via valse facturen, malafide claims met bedrijven- en reclamegidsen en phishing-praktijken. Van de ondernemers ondertekende 22 procent een contract en 12 procent betaalde één of meer facturen. In de ganse Benelux-regio wordt de economische schade op 800 miljoen tot 1 miljard euro geschat. De schade is echter niet alleen financieel. Ondernemers verliezen veel tijd, gaan elkaar wantrouwen, en durven niet makkelijk toegeven het slachtoffer te zijn van zulke praktijken. Slechts 12 procent doet een aangifte. Het merendeel van de oplichtingspogingen (46%) is grensoverschrijdend. Daarbij zijn Belgische bedrijven vaker (24%) doelwit van Nederlandse fraudeurs en Luxemburgse bedrijven het slachtoffer van Belgische oplichters.

De Benelux-landen ondernemen nu gezamenlijk actie met een early warning system  waarmee acquisitiefraude over de grenzen heen gemeld kan worden. Zo zullen de nationale contactpunten, waar klachten van ondernemers binnenkomen, razendsnel informatie uitwisselen over opduikende vormen van fraude. Deze informatie kan ook via een Benelux-platform verspreid worden naar bedrijfsleiders in de hele Benelux. Daarnaast komen er ook preventieve maatregelen op Benelux-niveau. Gedacht wordt aan gezamenlijke campagnes om ondernemers bewust te maken van deze frauduleuze praktijken en hen duidelijk te maken welke stappen ze kunnen ondernemen. Ook zal er worden samengewerkt met de financiële inlichtingeneenheden van de Benelux-landen om de grensoverschrijdende oplichterij in kaart te brengen. Verder zal bijkomend onderzoek verricht worden om de bestemming van geldstromen uit misleidende handelspraktijken in het criminele circuit te achterhalen.

De Nederlandse minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten, de Belgische Staatssecretaris voor Fraudebestrijding,  John Crombez en de ambassadeur van het Groothertogdom Luxemburg in Nederland, Pierre-Louis Lorenz, ondertekenden  als Benelux-Comité van Ministers vandaag een intentieverklaring  om deze frauduleuze en misleidende praktijken een halt toe te roepen en tot actie over te gaan. Hierbij is nauw samengewerkt met de ondernemersorganisaties  UNIZO en MKB Nederland die de alarmbel luiden bij de Benelux-landen.  De drie Benelux-landen lopen met dit initiatief vooruit op de Europese ontwikkelingen om deze grensoverschrijdende oplichterij te stoppen. Bij EU-besprekingen over dit onderwerp zullen ze gemeenschappelijke standpunten nastreven.

Boete Landis Projectontwikkeling voor het illegaal aanbieden van beleggingsobjecten

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 13 juni 2014 een bestuurlijke boete van €24.000 opgelegd aan Landis Projectontwikkeling B.V. (Landis). Landis heeft beleggingsobjecten aangeboden zonder te beschikken over een verplichte vergunning van de AFM.

De AFM heeft vastgesteld dat Landis van 3 december 2010 tot 23 maart 2011 kavels landbouwgrond in Vriezenveen heeft aangeboden aan consumenten. Er werd daarbij gespeculeerd op een waardevermeerdering door een mogelijke bestemmingswijziging. Landis stelde een rendement in het vooruitzicht en het beheer van de grond werd uitgevoerd door een andere partij dan de belegger. Dan is er sprake van het aanbieden van beleggingsobjecten.

Volgens de Wet op het financieel toezicht (Wft) is daarvoor een vergunning verplicht (artikel 2:55 Wft). Landis is sinds 2 november 2012 gestopt met het aanbieden van beleggingsobjecten. Het is belangrijk dat financiële dienstverleners beschikken over een vergunning van de AFM. Een vergunning biedt bescherming aan consumenten. Voordat de AFM een vergunning verleent, toetst zij onder meer of een financiële dienstverlener voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid, geschiktheid en integriteit. Bovendien moet een dienstverlener met een vergunning zich houden aan de zogenoemde doorlopende gedragsregels. Deze gaan onder meer over een zorgvuldige dienstverlening aan consumenten.

Voor de overtreding van Landis geldt een basisbedrag van €2.000.000. Het basisbedrag kan worden verlaagd of verhoogd als de ernst of duur van de overtreding, of de mate waarin de overtreding aan iemand te verwijten valt (verwijtbaarheid) daartoe aanleiding geven. Daarnaast houdt de AFM bij het vaststellen van de hoogte van de boete rekening met de omvang van het eigen vermogen en de financiële draagkracht van de overtreder.

In dit geval is het basisbedrag verlaagd gelet op de duur van de overtreding en de draagkracht van Landis. Op basis hiervan heeft de AFM de boete vastgesteld op €24.000. Het in het besluit vervatte oordeel van de AFM kan door belanghebbende(n) ter toetsing aan de rechter worden voorgelegd.

woensdag 25 juni 2014

ABN AMRO Lease breidt activiteiten uit naar Verenigd Koninkrijk

ABN AMRO Lease heeft een vestiging geopend in het Verenigd Koninkrijk. Hiermee is een belangrijke stap gezet in de uitbreiding van de internationale lease-activiteiten in noordwest Europa.

De Britse vestiging van ABN AMRO Lease N.V., krijgt een hoofdkantoor in Londen. In eerste instantie wordt de dienstverlening gericht op midkap en grotere MKB-ondernemingen, waarbij de activiteiten worden toegespitst op het financieren van industriële bedrijfsmiddelen, machines en transportmiddelen in de sectoren bouw, industrie en transport & logistiek.

De activiteiten in het Verenigd Koninkrijk komen onder leiding te staan van Managing Director George Ashworth. Voorheen was hij hoofd Asset Finance bij Aldermore Bank plc en voorzitter van de afdeling Asset Finance van de Britse Finance & Leasing Association.

Met recent aangenomen, ervaren lease-professionals staat er een sterk team dat via diverse kanalen de markt gaat bedienen. In eerste instantie vindt klantbenadering plaats via bestaande relaties met brokers, het netwerk van ABN AMRO en directe contacten. Overige kanalen naar de markt zullen worden uitgebreid naarmate de capaciteit wordt uitgebreid.

Over de uitbreiding zegt George Ashworth: “ABN AMRO is al meer dan 150 jaar aanwezig in het
Verenigd Koninkrijk en het is ook aan deze kant van het kanaal een erkend merk. Met de lancering van de lease-activiteiten krijgt de markt voor financiering van het Britse MKB een zeer gewenste aanvulling. We kijken er naar uit om met onze sterke balanspositie, een variëteit aan producten en een krachtig merk, de komende maanden en jaren veel Britse ondernemingen als klant te mogen verwelkomen.”

ABN AMRO Lease is in Europa een vooraanstaande speler op het gebied van leasing. Vanuit het hoofdkantoor in Utrecht bedient de organisatie met ongeveer 200 medewerkers de markt in Nederland en over de grens in Duitsland en België. De totale portefeuille bedraagt EUR 3,2 miljard. Voor meer informatie over de activiteiten van ABN AMRO Lease in het Verenigd Koninkrijk kunt u terecht op abnamrolease.co.uk

Aegon past premie Koersplan aan

Voor klanten die in het verleden een Koersplan hebben afgesloten, stelt Aegon de premie van de overlijdensrisicoverzekering waar nodig naar beneden bij. De stap volgt op een reeks eerdere verbeteringen die Aegon sinds 2000 heeft doorgevoerd. De aanpassing geldt voor alle Koersplan-polissen die van 1989 tot en met 1998 zijn verkocht. Een aantal met Koersplan vergelijkbare polissen van Spaarbeleg* komt in aanmerking voor dezelfde aanpassing.

De nieuwe premie is een invulling van de uitgangspunten van de Hoge Raad van wat voor Koersplan een redelijke premie is. Deze moet gebaseerd zijn op de premie die in dezelfde periode – voor een vergelijkbaar risico – in rekening werd gebracht bij een zelfstandige overlijdensrisicoverzekering.

In juni 2013 heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over Koersplan. Die uitspraak ging over de premie voor de overlijdensrisicoverzekering in het Koersplan-product. De uitspraak betrof alleen de deelnemers aangesloten bij Stichting Koersplandewegkwijt. Na de uitspraak kondigde Aegon aan proactief te bekijken of ook voor niet-aangesloten deelnemers compensatie op zijn plaats zou zijn. De premieaanpassing die Aegon vandaag aankondigt, is bedoeld voor deze groep.

De premie is tot stand gekomen na intensief overleg met Stichting Koersplandewegkwijt die op verzoek van Aegon als klankbord heeft gediend. Een aantal onafhankelijke experts heeft de nieuwe premie getoetst op de uitgangspunten van de Hoge Raad. Daarna heeft Aegon de premie in overleg met de stichting nog verder aangescherpt.

Of een klant voordeel heeft van deze extra regeling en zo ja hoeveel, verschilt per persoon. Het wordt vooral bepaald door de leeftijd van de deelnemer op het moment van afsluiten, de duur van de verzekering, de hoogte van de inleg, en van het jaar waarin het product is afgesloten.

De kosten van deze regeling komen ten laste van bestaande middelen. In de afgelopen jaren betaalde Aegon al ruim 800 miljoen euro aan compensaties en productverbeteringen voor klanten met een beleggingsverzekering.

Voor klanten met een Koersplan of een van de andere bovengenoemde verzekeringen is meer informatie beschikbaar op www.aegon.nl/regelingspaarbeleg2014

Klanten van wie de polis nog liep op 14 juni 2013 krijgen automatisch bericht over de uitwerking van deze regeling voor hun persoonlijke situatie. Klanten met een eerder beëindigd product kunnen zich vanaf 15 augustus aanmelden.

dinsdag 24 juni 2014

Award beste langetermijnbelegging opnieuw naar SPF en SPOV

Donderdag 19 juni hebben het Spoorwegpensioenfonds (SPF), Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer (SPOV) en Zwitserleven bij de uitreiking van de FD/IPN Awards de prijs voor de beste langetermijnbelegging in ontvangst genomen. De prijs werd toegekend voor de investering van de pensioenfondsen en de verzekeraar in het SNS FMO Small Medium Enterprises Fonds (SME-fonds). Het SME-fonds is erop gericht om de toegang tot kredietverlening van het midden- en klein bedrijf (mkb) in ontwikkelingslanden te vergroten.

De mogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf om geld te lenen zijn in de meeste ontwikkelingslanden beperkt. Om de kredietverlening aan het mkb te vergroten, verschaft het SME-fonds leningen aan financiële instellingen. De financiële instellingen geven vervolgens met de verkregen financiering leningen aan het mkb.

De fondsmanager van het SME-fonds is SNS Impact Investing. De investeringsmanager is de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO). In het SME-fonds nemen Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars deel. Op dit moment is de omvang van het totale fonds Euro 100 miljoen. Het Spoorwegpensioenfonds en Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer participeren met respectievelijk Euro 25 en Euro 5 miljoen en hebben daarmee als corner stone investors een belangrijke rol gespeeld om het fonds van de grond te krijgen.

De FD/IPN Awards is een gezamenlijk initiatief van het Financieele Dagblad en het pensioenvakblad IPNederland, waarmee ze de aandacht willen vestigen op baanbrekend werk in de pensioensector. Het SME-fonds werd door een vakjury geselecteerd uit ruim dertig inzendingen van institutionele beleggers in Nederland. Vorig jaar wonnen SPF en SPOV met de Strategische aandelenportefeuille (SAP) eveneens deze prijs.

Banken en verzekeraars handelen geleidelijk meer in het belang van de klant



Banken en verzekeraars boeken gestage vooruitgang om het belang van de klant centraal te stellen. Zij moeten dit gedachtengoed nog wel duurzaam verankeren in hun bedrijfscultuur. Dat blijkt uit metingen van de AFM.

In 2013 scoorden de tien grootste banken en verzekeraars gemiddeld een 3,5 op de vijfpuntschaal van het Klantbelang Dashboard van de AFM. De stijgende trend van de afgelopen jaren wordt hiermee voortgezet. De sector heeft de juiste weg ingeslagen, maar de af te leggen weg is nog lang.


De volgende stappen naar het structureel centraal zetten van het klantbelang vereisen verdere veranderingen van het bedrijfsmodel, motivatie van hoog tot laag in de organisatie om de verandering door te zetten, meer regie vanuit de top op de gewenste gedragsverandering bij medewerkers en het daadwerkelijk opbouwen van een ondernemingscultuur die er voor zorgt dat klanten op een veilige manier en eerlijk worden behandeld. “Die cultuurverandering is niet iets wat je van buitenaf kunt afdwingen. De sector is aan zet.” aldus AFM-bestuurder Theodor Kockelkoren.

Voor het realiseren van de plannen en het borgen van de verandering is niet alleen de meer harde, instrumentele kant van belang, zoals het aanpassen van het beleid en procedures. Ook de meer zachte, menselijke kant is juist van belang, zoals het beschrijven van nieuw gewenst gedrag. De AFM constateert daarbij een breed gedeeld besef onder de hoofdrolspelers bij grote banken en verzekeraars dat verder veranderen noodzakelijk en urgent is. Onze rol is om deze verandering te stimuleren. Hierin trekt de AFM samen op met DNB.

Op onderwerpen waar de AFM al enige jaren naar kijkt, zoals informatieverstrekking, spaarbeleid, claimafhandeling en klachtenmanagement, presteren de grote banken en verzekeraars redelijk goed. Sommige verbeteringen gaan verder dan waar de AFM op heeft gemeten. In het licht van recente berichtgeving, verwacht de AFM dat de sector deze proactieve houding ook laat zien bij de verbetering van de dienstverlening aan zakelijke klanten.

Op onderwerpen waar de AFM minder aandacht op heeft gevestigd, zoals beleggingsdienstverlening en pensioenen blijven de prestaties achter. Dit onderstreept het belang van het duurzaam verankeren van het klantbelang in de cultuur. De NVB en het Verbond van Verzekeraars hebben aangegeven de terugkoppeling te gebruiken om de dienstverlening van banken en verzekeraars verder te verbeteren. Een aantal banken en verzekeraars hebben al verbetermaatregelen geïmplementeerd.


maandag 23 juni 2014

Oproep Delta Lloyd aan politiek: Biedt meer flexibiliteit voor beschikbare premieregelingen

De wereld is constant in beweging, maar de pensioenmogelijkheden veranderen nauwelijks. Veel werknemers hebben behoefte aan zekerheid; veel werkgevers hebben behoefte aan een voorspelbare pensioenpremie. Delta Lloyd biedt een pensioenregeling op basis van beschikbare premie met volledige keuzevrijheid voor de werknemer voor een beleggings- en/of voor een gegarandeerd pensioen. Gezien de huidige ontwikkelingen is het wenselijk dat de politiek het mogelijk maakt om voor beschikbare premieregelingen standaard meer premie in te kunnen leggen en ook na de pensioendatum te kunnen beleggen. Hierdoor past deze pensioenregeling beter in de huidige tijd.

Diederik Schouten, directeur Delta Lloyd Leven, “47% van de werknemers met een pensioenregeling bij een verzekeraar heeft een beschikbare premieregeling . Wij vinden dat de politiek meer flexibiliteit moet bieden voor beschikbare premieregelingen. In de huidige regelgeving wordt op pensioendatum het volledige kapitaal omgezet in een direct ingaand pensioen. We zien graag dat het mogelijk wordt om ook na de pensioeningang een deel van het kapitaal te kunnen beleggen. Hierdoor komt er uitzicht op meer beleggingsrendement en dat kan voor de werknemer een hogere pensioenuitkering betekenen.

Daarnaast is het wenselijk dat werknemers en werkgevers fiscaal de mogelijkheid krijgen om standaard meer premie in te leggen in een beschikbare premieregeling. Dit is nu wel mogelijk voor een pensioenregeling op basis van middelloon. Bij de vaststelling van de premie van een middelloonregeling wordt namelijk rekening gehouden met de huidige lage rentestand. Als dit ook mogelijk wordt voor beschikbare premieregelingen kan de werknemer meer kapitaal opbouwen en is er meer ruimte voor eventuele indexatie. Werknemers en werkgevers krijgen hierdoor een pensioenregeling die nog beter aansluit bij hun wensen en behoeften.”

Het vernieuwde Persoonlijk Pensioen Plan biedt werkgevers een voorspelbare pensioenpremie. Daarnaast worden werkgevers niet geconfronteerd met onverwachte lasten, ook niet bij waardeoverdracht. Werknemers kunnen hun pensioenpremie en/of de beleggingswaarde helemaal of gedeeltelijk omzetten in gegarandeerd pensioen. Door ondersteuning met het portaal Pensioen Services Online en de pensioenplanner krijgen werknemers vooraf inzicht in de financiële gevolgen van hun keuzes. Daarnaast zijn er uitlegvideo’s beschikbaar over gegarandeerd pensioen, beleggen en risico’s.

Minister Kamp lanceert nieuwe Ondernemerskredietdesk

Minister Kamp van Economische Zaken lanceert op woensdag 25 juni 2014 de vernieuwde Ondernemerskredietdesk (OKD), samen met de voorzitters van MKB Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Deze portal is een wegwijzer voor ondernemers die op zoek zijn naar informatie over financiering en helpt hen om goed voorbereid op de juiste plek aan te kloppen.

De OKD bevat naast uitleg over financieringsvormen een geheel nieuw ontwikkelde financieringswijzer. Door het invullen van de financieringswijzer wordt de financieringsbehoefte van de ondernemer in kaart gebracht en wordt deze gericht op weg geholpen naar aanbieders van deze passende financieringsvormen. Met behulp van checklists kan de ondernemer zich voorbereiden voor een financieringsaanvraag. Ook is een meldpunt ingericht voor ondernemers die knelpunten ervaren bij de financiering van hun onderneming.

De vernieuwde OKD is ontwikkeld door MKB Nederland/VNO-NCW en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en wordt ondersteund door het ministerie van Economische Zaken. De website bestaat sinds 2009 toen duidelijk werd dat veel MKB'ers na het ontstaan van de financiele crisis het moeilijk vinden om aan financiering te komen. De vernieuwing van de OKD is noodzakelijk om beter in te kunnen spelen op het huidige financieringslandschap dat snel verandert.

Naast minister Kamp zullen onder leiding van moderator Stefan Wijers ook de voorzitters van MKB Nederland, Michaël van Straalen, en de NVB, Chris Buijink, spreken over de vernieuwde OKD en de kredietverlening. Paul Dirken, voorzitter van de Commissie Zakelijke Dienstverlening van de NVB, zal de aanwezigen door de vernieuwde OKD rondleiden.

zaterdag 21 juni 2014

Janet Yellen geeft weer een impuls aan de beurzen

De internationale financiële markten kenden een uitgesproken positieve week. Weliswaar werden er geen bedrijfsresultaten gepubliceerd maar er gebeurde toch voldoende om de beurzen te steunen, zowel op macro-economisch gebied, als op het terrein van het bedrijfsnieuws. De stemming werd vooral bepaald door de verklaringen na afloop van de vergadering van het Federal Open Market Committee. Voorzitter Janet Yellen gaf aan dat er geen zorgen hoeven te zijn over de inflatievooruitzichten ondanks de stijging van de kerninflatie in mei tot 2% (vergeleken met 1,8% in april). Wel is ze verrast over de recente snelle daling van de werkloosheid, maar ze houdt er rekening mee dat er bij verder economisch herstel ontmoedigde werknemers (die niet meer als werkloze geregistreerd zijn) weer op de arbeidsmarkt zullen terugkeren. Dat zou de daling van de werkloosheid vertragen.

vrijdag 20 juni 2014

Hoe ABN AMRO klantgegevens gebruikt

In een artikel van de Correspondent wordt gesproken over een aanbieding van ABN AMRO aan klanten die net een kindje hebben gekregen. In het artikel wordt de link gelegd met eerdere publiciteit over het gebruik van klantgegevens door banken. ABN AMRO ontkent dat: de bank benadrukt dat de bank geen klantgegevens verstrekt of verkoopt aan derden. Ook doet de bank geen analyses op basis van betaalgedrag van klanten om die vervolgens te gebruiken voor commerciële aanbiedingen van derden.

Het gaat hier om een aanbieding van ABN AMRO aan haar klanten. De aanbieding is een kadobon van in dit geval Prénatal als de klant een spaarrekening opent. ABN AMRO hoopt de klant hiermee een relevant en aantrekkelijk aanbod te doen. Klanten kunnen het aangeven dat zij geen aanbiedingen meer willen ontvangen. ABN AMRO zal hier dan direct mee stoppen.

'Financiële bijsluiters banksparen onduidelijk'

De verplichte financiële bijsluiters bij uitkerende bankspaarproducten zijn zo summier dat je er als consument nauwelijks iets aan hebt. Dat stelt vergelijkingssite Sparen.nl op basis van een eigen onderzoek. “Wij hebben de bijsluiters van 10 banken bekeken en geen enkele partij vermeldt hierin met welke kosten de consument precies te maken krijgt”, licht Teun van Mullekom van Sparen.nl toe. “Daarnaast geven de banken wel een indicatie van de opbrengst, maar het is totaal onduidelijk waar dit op gebaseerd is.”

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) verplicht aanbieders van complexe financiële producten, zoals bankspaarrekeningen, om een financiële bijsluiter te verstrekken. Hierin staat informatie over rendementen, risico’s en kosten met als doel de consument een verantwoorde keuze te laten maken bij de aanschaf. Volgens Van Mullekom schiet bij de bijsluiters voor uitkerende bankspaarproducten vooral de informatie over kosten en opbrengst te kort. “Hierdoor kun je als consument juist geen goede keuze maken puur op basis van de bijsluiters.”

Zo staat in het onderdeel kosten van de bijsluiters voor uitkerende bankspaarproducten alleen vermeld dat deze verwerkt zijn in de uitkering. Maar om welke kosten het gaat en hoe hoog die zijn, wordt niet gemeld. Kosten die vaak komen kijken bij een uitkerende bankspaarrekening zijn bijvoorbeeld afsluit- en advieskosten en een vast bedrag per uitkering.

Daarnaast geven alle banken aan hoeveel je maandelijks krijgt uitgekeerd als je 20.000 euro inlegt op de uitkerende bankspaarrekening. In dit onderdeel wordt slechts één bedrag genoemd, maar het is totaal niet duidelijk hoe dit bedrag wordt berekend.

ABN AMRO en Rabobank geven aan dat de banken zelf nauwelijks invloed hebben op de inhoud van de financiële bijsluiter. “De AFM heeft een generator waarin wij enkele gegevens invullen over ons product. Vervolgens rolt hier een gestandaardiseerde bijsluiter uit”, aldus de woordvoerder van ABN AMRO.

De AFM stelt dat de financiële bijsluiters voldoen aan de voorschriften. “We nemen bewust geen individuele kosten hierin mee, zodat consumenten de producten beter kunnen vergelijken”, meldt de woordvoerder.

Van Mullekom betwist dit. “De kosten bij de uitkerende bankspaarrekeningen zijn veelal niet individueel, maar juist voor elke klant gelijk, zoals het bedrag dat je betaalt per uitkering. Deze kosten zijn dus heel goed inzichtelijk te maken door ze te vermelden in de bijsluiters. Door dit te doen kunnen consumenten de producten juist veel beter met elkaar vergelijken dan nu het geval is.”

Om echt een goede vergelijking te maken, raadt Van Mullekom aan altijd zelf of via een financieel adviseur na te gaan wat de kosten bij verschillende banken zijn en bij welke aanbieder je uiteindelijk de hoogste uitkering krijgt voor het bedrag dat je inlegt. “Alleen zo krijg je echt een goed beeld van de kosten en de opbrengst.”

donderdag 19 juni 2014

Vier vragen over de beursintroductie van NN

Nationale Nederlanden keert terug naar de beurs. Wat moet een belegger weten? Na jaren van dringen bij de uitgang op het Beursplein 5 vinden ondernemingen nu ook weer de ingang. Chemisch distribiteur IMCD kondigde recent een beursgang aan, en Nationale Nederlanden, nu onder de naam NN, komt ook weer terug naar de beurs. Een aanzienlijk deel van aandelen wordt geplaatst bij verschillende institutionele beleggers. Maar NN wil ook particuliere beleggers in haar aandeelhoudersbestand. In het op dinsdag gepubliceerde prospectus, een verplicht informatiedocument bij beursgangen, van maar liefst 745 pagina's geeft NN een overzicht van de kansen en risico's van een belegging in het aandeel.

woensdag 18 juni 2014

ABN AMRO versobert inkomen management groep

ABN AMRO heeft met ingang van 1 januari van dit jaar het inkomen van de management groep (de laag onder de Raad van Bestuur) drastisch versoberd. De versobering bestaat uit het verlagen van de variabele beloning van 100% naar 20%. Om de 80% verlaging enigszins te compenseren heeft de management groep per 1 januari een salarisverhoging gehad van 20% op het vaste deel van het salaris. Ondanks deze verhoging gaan zij er per saldo in inkomen op achteruit. Dit ligt gemiddeld tussen de 5 en 10%. ABN AMRO loopt met deze maatregel vooruit op komende wetgeving.
Het FD focust vanochtend vooral op de verhoging van het vaste deel van het salaris, waardoor het lijkt alsof de management groep er in 2014 op vooruit gegaan is in inkomen. Daar is dus geen sprake van.

Verzekeraars maken start met financiering MKB

Een groep van negen verzekeraars investeert via ABN AMRO in kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf (MKB). De betrokken partijen presenteren vandaag een nieuwe samenwerking, waarmee een brug wordt geslagen tussen het beschikbare beleggingsvermogen bij verzekeraars en de vraag naar krediet vanuit het MKB. ABN AMRO speelt een verbindende rol door de kredietverstrekking en het risicomanagement te verzorgen.

De negen verzekeraars Achmea, Aegon, a.s.r., Delta Lloyd, Generali, De Goudse, Nationale-Nederlanden, SNS REAAL en VvAA, steken – onder coördinatie van het Verbond van Verzekeraars – samen met ABN AMRO in totaal 280 miljoen euro in de samenwerking MKB Financiering. De verzekeraars en ABN AMRO zijn elk goed voor de helft van dit bedrag. In de samenwerking wordt het risico en het rendement op de nieuwe MKB-leningen ook fifty-fifty verdeeld tussen ABN AMRO en de verzekeraars.

De partijen mikken met de financiering op het kleinere MKB. De kredieten bedragen maximaal één miljoen euro en hebben een looptijd van maximaal zeven jaar. Voor met name kleine en middelgrote ondernemingen is krediet via de bank vaak de enige mogelijke vorm van financiering.

Voor de verzekeringssector is de samenwerking een concrete mogelijkheid om te investeren in het MKB in Nederland, een categorie die nog nauwelijks toegankelijk is voor verzekeraars. De samenwerking is een resultaat van het position paper ‘Investeren in Nederland’, dat het Verbond vorig jaar heeft uitgebracht. Voor ABN AMRO zijn de beschikbare gelden een nieuwe bron van kapitaal en funding. Voor de MKB-klanten verandert aan de voorkant niets: het loket voor hun financiering blijft ABN AMRO.

De partijen presenteerden de nieuwe samenwerking op het jaarlijkse event van het Verbond over de rol van verzekeraars in een veranderende wereld. Naar verwachting zal op korte termijn worden gestart  met de gezamenlijke financiering van het MKB. De samenwerking MKB Financiering is daarmee één van de eerste gezamenlijke financieringsinitiatieven richting MKB dat, na bekendmaking van tal van plannen, ook daadwerkelijk van start gaat.

Nederlandse verzekeraars beleggen al ruim zestig procent van hun vermogen in de Nederlandse economie. Door middel van deze samenwerking investeren ze in kredietverstrekking aan veelbelovende bedrijven die de financiering goed kunnen gebruiken. Eerder al investeerden de negen verzekeraars dertig miljoen euro in Qredits, dat kleine kredieten (tot 150.000 euro) verstrekt aan het klein-MKB. De kredietvraag zal naar verwachting stijgen door de aantrekkende economie.

'Verbeter de wereld, koop een obligatie'

Financiële innovatie staat niet in een goed daglicht. Aandelenleaseconstructies, het verpakken van rommelhypotheken en flitshandel, zoals onlangs schokkend beschreven in het boek ‘Flash boys’ van Michael Lewis, zijn allemaal voorbeelden van financiële innovatie met desastreuze gevolgen. “Stop de financiële innovatie” roepen sommigen, maar dat is zoiets als ‘stop met nadenken’.

Veel financiële innovaties zijn aan het begin van hun leven enthousiast ontvangen, maar het overmatig of onjuist gebruik ervan heeft soms tot grote maatschappelijke schade geleid waardoor Warren Buffet derivaten zelfs ‘weapons of mass destruction’ is gaan noemen. Toch zijn deze financiële instrumenten heel nuttig, net zoals een hamer nuttig is. Met een hamer kun je huizen bouwen maar je kunt er ook iemands hoofd mee in slaan. Het is aan de gebruiker van de hamer om de keuzes te maken. Financiële innovatie is in zichzelf dus geen slechte zaak, maar je moet nieuwe instrumenten wel op een goede manier gebruiken. Hoe doen we dat? Door transparant te zijn, het instrument eenvoudig te houden en elke volgende stap opnieuw tegen het licht  en onze waarden te houden.

Een mooi voorbeeld van een financiële innovatie met een positief effect is de in november door ABN AMRO geïntroduceerde Social Impact Bond. Kort gezegd investeren private partijen in de aanpak van een maatschappelijk probleem dat de overheid veel geld kost. De overheid betaalt hen terug met het geld dat zij hierdoor bespaart, inclusief een eventueel rendement. Door een samenwerking met de gemeente Rotterdam, het bedrijf de Buzinezzclub en Start Foundation wordt deze innovatie sinds 19 december 2013 ook echt toegepast. De Buzinezzclub helpt 160 Rotterdamse werkloze jongeren zonder startkwalificatie aan het werk of terug naar school, waardoor zij sneller dan gemiddeld uit een uitkering stromen. De gemeente Rotterdam betaalt de investeerders terug op basis van het aantal uitkeringen dat hierdoor bespaard wordt. Samen met Start Foundation investeert ABN AMRO in deze obligatie: ‘put your money where your mouth is’.

Het houdt natuurlijk niet op in Rotterdam. We zijn in gesprek met diverse andere gemeentes om dit instrument ook daar in te zetten om jeugdwerkeloosheid te helpen terugdringen. Er zijn nog veel meer maatschappelijke problemen die hier mogelijk baat bij hebben:  zorg, veiligheid, biodiversiteit, enz. Daarnaast willen we op termijn ook klanten van de bank de gelegenheid geven om hun geld op deze manier aan het werk te zetten: ‘Verbeter de wereld, koop een obligatie’.

Door creativiteit, vakkennis en ambitie in te bedden in een goede bedrijfscultuur kunnen we financiële innovaties blijven ontwikkelen die bijdragen aan de kracht van (de BV) Nederland.

dinsdag 17 juni 2014

OM schikt voor ruim zeven miljoen in witwasonderzoek

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost Nederland is met vier Zwitserse verdachten in een strafrechtelijk onderzoek naar onder andere witwassen, valsheid in geschrifte, deelneming aan een criminele organisatie en het doen van onjuiste belastingaangiften een transactie  overeengekomen.  De verdachten doen afstand van onroerend goed en banksaldi ter waarde van ruim zeven miljoen euro.

Het onderzoek richt zich op het onroerend goed dat - door middel van een B.V.- in gebruik was bij een ondernemer in sekshuizen in Nederland. Deze sekshuizen, maar ook privéwoningen waarvan de ondernemer en diens familie gebruik maakten, werden alle gehuurd van een drietal Zwitserse rechtspersonen. Deze rechtspersonen te weten Kreman AG, Sunflower Real Estate AG en Rivet Immobilien & Verwaltungs AG werden bestuurd door de Zwitserse bestuurder Lenzlinger. Met de drie rechtspersonen en hun bestuurder is de transactie overeengekomen. .

Uit het onderzoek bleek dat ongeveer de helft van de omzet van de seksclubs buiten de boeken werd gehouden. Daarvan werden diverse uitgaven gedaan. Geld dat niet direct werd besteed,  werd door een geldloper naar het kantoor van de bestuurder in Zwitserland vervoerd. De drie Zwitserse rechtspersonen leenden dat geld vervolgens uit aan de B.V. van ondernemer en kochten onroerend goed in Nederland, dat bij de B.V. van de ondernemer in gebruik kwam. Aldus was er sprake van witwassen van de "zwart gemaakte" omzet van de sekshuizen.

Op 30 januari 2013 vonden in dit onderzoek een groot aantal invallen plaats en zijn meerdere verdachten, onder wie de seksondernemer, aangehouden. Op alle sekshuizen en privéwoningen is beslag gelegd.

De politie heeft aan de twaalf gemeenten waar zich sekshuizen bevinden een bestuurlijke rapportage uitgebracht. In ieder van deze gemeenten zal afzonderlijk worden bezien wat er met de panden dient te gebeuren.

De overeengekomen transactie  bepaalt dat namens de drie Zwitserse rechtspersonen, de Zwitserse bestuurder afstand doet van al het  onroerend goed  (naar schatting ter waarde van € 7.786.200,-) en van de door het OM  beslagen banksaldi van de rechtspersonen (totaal ongeveer €80.000,-).

Het gaat om ernstige financiële delicten die gedurende een lange periode - waarschijnlijk vanaf 1984 - hebben kunnen plaatsvinden via de financiële constructie. Eén van de hoofddoelstellingen van het strafrechtelijk onderzoek is het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel. Met deze transactie wordt dit doel bereikt.

De seksondernemer - tevens hoofdverdachte - en een tweetal andere verdachten dienen zich - vermoedelijk voorjaar 2015 - te verantwoorden voor hun rol in deze zaak bij de Meervoudige Kamer van de rechtbank Noord-Nederland.

ING Bank biedt NL20 Index Sprinters

ING Bank is begonnen met het aanbieden van NL20 Index Sprinters. De Sprinters zijn vanaf vandaag verhandelbaar en bieden de mogelijkheid met een hefboom te profiteren van een koersstijging of een koersdaling van de NL20 Index.

De NL20 Index is een nieuwe puur Nederlandse index bestaande uit de 20 grootste beursgenoteerde Nederlandse bedrijven die Nederlands ondernemerschap vertegenwoordigen.

De NL20 Index bestaat uit de twintig grootste in Nederland genoteerde bedrijven, gemeten naar markt kapitalisatie en gecorrigeerd voor de hoeveelheid vrij verhandelbare aandelen (free float). Met één herwegingsmoment per jaar en het herinvesteren van dividenden is de NL20 Index een voorspelbare en efficiënte benchmark voor particuliere en institutionele beleggers.

De NL20 Index is een initiatief van TOM (The Order Machine) en is ontwikkeld in samenwerking met NASDAQ OMX, een van 's werelds grootste ontwikkelaars van indices. De real time markt data is beschikbaar via de NL20 Index website (www.NL20index.nl

Consumenten beter informeren over kosten van rood staan

Consumenten moeten beter worden voorgelicht door banken over de kosten die zij jaarlijks maken voor hun betaalrekening, waaronder de kosten voor rood staan. Deze aanbeveling doet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op basis van het onderzoek ‘Rood staan op particuliere betaalrekeningen’ dat CEG voor ACM heeft uitgevoerd. Hierin is onderzocht of consumenten die rood staan schade ondervinden van onvoldoende concurrentie tussen banken.

Het rentepercentage voor rood staan is een onderdeel van de betaalrekening. Het onderzoek bekijkt of banken marktmacht hebben en te hoge rentes en kosten kunnen rekenen voor rood staan op particuliere betaalrekeningen. Dat blijkt niet het geval. Consumenten betalen in vergelijking met het buitenland relatief weinig voor hun betaalrekening waaronder de dienst rood staan. Bovendien ondervinden banken concurrentie van de vele aanbieders van consumptief krediet, dat gezien wordt als alternatief voor rood staan.

ACM vindt het niet nodig om de bestaande regels voor de maximumtarieven voor rood staan verder aan te scherpen. Dit kan namelijk zelfs ongewenste effecten hebben. Zo kan verlaging van de maximale rente op rood staan ertoe leiden dat banken consumenten die vaak rood staan uitsluiten. Die consumenten vinden dan mogelijk hun weg in ongewenste en nog duurdere alternatieven. Daarnaast kan verlaging van de maximale rente op rood staan ertoe leiden dat consumenten meer gaan betalen voor andere onderdelen van het betaalpakket.

ACM ziet mogelijkheden voor meer bescherming van consumenten die vaak rood staan. ACM vindt dat banken consumenten beter moeten informeren over de totale kosten die zij jaarlijks maken voor hun betaalpakket waaronder de kosten van rood staan. Hierdoor neemt het kostenbewustzijn van deze consumenten toe en worden zij minder kwetsbaar voor financiële tegenvallers. De Autoriteit Financiële Markten heeft al enige tijd aandacht voor rood staan en kan ook deze aanbeveling meenemen bij haar beleid.

maandag 16 juni 2014

InShared: noviteit met volledig digitale schadeafhandeling

InShared gaat als eerste verzekeraar in de wereld alle eenvoudige schadeclaims van begin tot einde digitaal afhandelen. Het gaat om circa 60 procent van de gevallen. Met deze stap gaat de online schadeverzekeraar het schadeafhandelingsproces voor verzekerden sneller, makkelijker en volledig transparant maken. De online schadehulp maakt hiermee een eind aan de ergernissen van consumenten bij het indienen van schadeclaims. Daarnaast verwacht de organisatie met deze digitaliseringslag aanzienlijk te kunnen besparen op de schadekosten wat uiteindelijk ten goede komt aan haar verzekerden.

Hoewel het online of mobiel melden van schades inmiddels bij verschillende verzekeraars mogelijk is, is de afhandeling achter de schermen nog altijd mensenwerk. In zowel binnen- als buitenland. Onnodig, aldus de directie van InShared. Het gros van de schadegevallen zijn namelijk eenvoudig van aard, waardoor afhandeling volledig te automatiseren is. Dit komt het gebruikersgemak en de transparantie ten goede. Bij de meer complexere schades blijft menselijke begeleiding en ondersteuning van toepassing.

In ruim een jaar tijd ontwikkelde de schadeverzekeraar in eigen beheer een systeem, waarbinnen het volledige schadeafhandelingsproces online doorlopen wordt. In een eigen online schademap kunnen verzekerden alle informatie terugvinden. Van het indienen van de claim tot alle correspondentie met betrokken partijen. Door middel van een tracking en tracing systeem kunnen klanten van InShared alle stappen in het proces bovendien zelf op de voet volgen.

Beleggingsadviezen gebaseerd op technische analyse hebben geen voorspellende waarde

Beleggers worden dagelijks geconfronteerd met beleggingsadviezen om aandelen te kopen, vast te houden of te verkopen. Zij doen er verstandig aan om aanbevelingen naast zich neer te leggen wanneer deze alleen zijn gebaseerd op technische analyse. Gemiddeld gezien zeggen deze adviezen niets over de toekomstige aandelenkoers. Fundamentele beleggingsadviezen zijn wél relevant. Zo stelt Dirk Gerritsen die op 13 juni promoveert aan de Universiteit Utrecht.
Technisch analisten doen op basis van onder andere aandelenkoersen uit het recente verleden uitspraken over het mogelijke toekomstige koersverloop van aandelen. Uit het onderzoek van Dirk Gerritsen blijkt dat de voorspellingen van deze analisten gebaseerd zijn op trends in de koers van aandelen. Koopadviezen worden voorafgegaan door een koersstijging in de week voor afgifte van het advies, terwijl verkoopadviezen voorafgegaan worden door een koersdaling.

Echter, in zijn onderzoek toont Gerritsen aan dat er geen bijzondere koersbewegingen meer plaatsvinden ná publicatie van een advies. Het advies heeft dus geen voorspellende waarde voor de koers van het aandeel.

Fundamentele aandelenadviezen zijn doorgaans gebaseerd op de waardering van een bedrijf door een analist. De waardering wordt door deze analist vergeleken met de huidige beurskoers waarna een koop-, houd-, of verkoopadvies wordt afgegeven. “Het koersrendement van aandelen na de publicatie van deze beleggingsadviezen ligt in lijn met het gegeven advies”, aldus Dirk Gerritsen. Dit betekent dat de aandelenkoers stijgt na een koopadvies, en daalt na een verkoopadvies.

Verder blijkt uit onderzoek naar adviesveranderingen dat de koers gewoonlijk stijgt na adviesverhogingen en daalt na adviesverlagingen. Dit geldt zowel op de dag van de afgifte van het advies als de dag erna. Het feit dat er ook rendementen waarneembaar zijn ná de publicatie van het advies geeft aan dat dit type adviezen meerwaarde heeft voor beleggers.

Fundamenteel analisten publiceren gewoonlijk ook een koersdoel. Dit is een inschatting van het koersniveau van het aandeel twaalf maanden na het advies. Het promotieonderzoek van Gerritsen toont een positief verband aan tussen het voorspelde rendement en de overnamepremie die betaald wordt bij een bedrijfsovername.

Aangekondigde overnames waarbij het overnamebod lager is dan het gemiddelde koersdoel blijken vaker niet door te gaan dan geplande overnames waarbij het bod het koersdoel overstijgt. Hieruit blijkt dat, naast de fundamentele aandelenadviezen, ook de afgegeven koersdoelen van fundamenteel aandelenanalisten relevante beleggingsinformatie bevat.

vrijdag 13 juni 2014

Julius Baer versterkt haar Nederlandse private banking team

Julius Baer, een van de voornaamste gespecialiseerde wereldwijd opererende private banks rondde vorige maand de overdracht van door de haar overgenomen International Wealth Management activiteiten van Merrill Lynch in Nederland af. Daarmee kreeg Julius Baer toegang tot een nieuwe en aantrekkelijke wealth management markt. In lijn met haar wens om de aanwezigheid in Nederland te versterken heeft de bank deze maand haar team uitgebreid met drie private banking professionals. 

Deze maand heeft Julius Baer haar Nederlandse team uitgebreid met de aanstelling van Eelco Pronk, Ben van de Velde en Huib Dekker als relatie manager. Het team breidt daarmee haar capaciteit fors uit en onderstreept daarmee haar ambities in deze markt. Alle drie de heren bekleedden voorheen de positie van Senior Beleggingsadviseur bij Rabobank Private Banking Vermogensmanagement.

Pronk (44) werkte voor hij in 2006 in dienst trad bij Rabobank in diverse functies bij ABN AMRO Private Banking. Zijn eerste banen vervulde Eelco bij de Koninklijke Landmacht na de afronding van zijn studie Militaire Bedrijfskunde aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda.

Huib Dekker (48) trad net als Eelco in 2006 bij Rabobank in dienst. Ook hij werkte daarvoor bij ABN AMRO Private Banking en wel als Hoofd Beleggingsspecialist. Huib studeerde HEAO bedrijfseconomie.

Ben van de Velde (47) werkte reeds vanaf 2002 bij Rabobank en werkte daarvoor ook als beleggingsadviseur bij Van Lanschot en ING Private Banking. Zijn eerste baan was bij ABN AMRO na de afronding van zijn studie Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Na een soepel verlopen voorbereidingsfase en intensieve trainingsprogramma’s, zijn op 10 en 11 mei 2014 de medewerkers en klantrelaties van de private banking entiteit van Merrill Lynch in Nederland overgeheveld naar de systemen van Julius Baer. Dankzij de reputatie van Julius Baer als toonaangevende gespecialiseerde private bank met wereldwijd bereik en sterke kapitaalratio’s kunnen Nederlandse klanten profiteren van de unieke lokale en internationale investeringskennis, van de aangeboden diensten, en van de verbeterde propositie die de combinatie kan bieden.

ACM doet aanbevelingen om concurrentie in de bankensector te vergroten

Zorg voor minder en eenvoudigere regels voor banken. Evalueer het vergunningsstelsel voor banken en maak het makkelijker voor consumenten om over te stappen. Dat is een greep uit de negen aanbevelingen die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) doet aan de minister van Financiën en het kabinet in een studie naar toetredingsdrempels tot de Nederlandse bankensector. Toetreding van nieuwe banken, of de dreiging daarvan, zorgt voor meer concurrentie. Dit is belangrijk omdat de concurrentie in de bankensector sinds de financiële crisis is verslechterd. Meer concurrentie leidt tot lagere prijzen, betere dienstverlening en meer keuze voor bedrijven en consumenten.

In de bankensector is regelgeving en toezicht voor alle banken – groot of klein – grotendeels hetzelfde. Terwijl een faillissement van een kleine bank minder schadelijk is voor de economie dan van een grote bank. Toetreders worden daardoor onnodig zwaar belast. Recente initiatieven van De Nederlandsche Bank (DNB) waarbij ze meer rekening houdt met de mogelijke schade zijn een stap in de goede richting. Henk Don, bestuurslid van ACM: “Wij pleiten voor meer maatwerk bij regelgeving en toezicht. Initiatieven zoals kredietunies komen tot nu toe nauwelijks van de grond omdat zij aan onevenredig zware regels moeten voldoen.”

Regels voor banken zijn omvangrijk en complex geworden. Dit maakt het voor nieuwe banken minder aantrekkelijk om toe te treden. ACM adviseert daarom bestaande regels, waar mogelijk, te verminderen of vereenvoudigen. Verschillende partijen in de bankensector geven verder aan dat de onzekerheid tijdens de procedure en de afhoudende instelling van DNB hen terughoudend had gemaakt om een vergunning aan te vragen. ACM doet geen uitspraak over de juistheid van deze ervaringen, maar benadrukt dat verwachtingen van toetreders al een drempel kunnen zijn om een bank te beginnen. ACM neemt de signalen serieus en adviseert daarom om het vergunningsstelsel van DNB te evalueren.

Onzekerheid over toekomstige regels voor hypotheken kan ertoe leiden dat nieuwe banken wachten met hun beslissing om in Nederland actief te worden. ACM adviseert het kabinet om deze onzekerheid tot een minimum te beperken. Consumenten stappen weinig over met hun betaal- of spaarrekening naar een andere bank. Dit maakt het voor een toetreder moeilijk om voldoende klanten te winnen. ACM doet daarom een aantal concrete aanbevelingen zodat meer consumenten gaan overstappen, zoals het verbeteren en bekender maken van de overstapservice voor betaalrekeningen.

ACM vindt het wenselijk dat er weer volledig vrij verkeer van kapitaal binnen Europa is. Hierdoor kan buitenlands spaargeld gebruikt worden om in Nederland kredieten te verstrekken. Nationale toezichthouders hebben dit kredietverkeer tussen Europese landen na de crisis beperkt. Dit komt omdat bij eerdere faillissementen van banken die in meer landen werken, de lasten werden gedragen door de overheid van het land van herkomst. ACM pleit voor het invoeren van een Europese garantieregeling voor spaargeld en het verbeteren van de Europese regels die ervoor zorgen dat ongezonde banken failliet kunnen gaan zonder schade aan de economie. Hierdoor hoeven nationale toezichthouders deze beperkingen niet meer opleggen. Wanneer deze regels effectief zijn, zorgen ze er ook voor dat grote banken hun oneigenlijke concurrentievoordeel verliezen omdat ze niet meer gered hoeven te worden door de overheid.

woensdag 11 juni 2014

Minder dan helft Nederlanders komt goed rond

Nederlanders zijn positiever over hun persoonlijke economische situatie dan vorig jaar. In werkelijkheid zijn de geldproblemen echter toegenomen. Minder dan de helft van de Nederlanders zegt goed te kunnen rondkomen. Niet alleen de problemen bij mensen met een beneden modaal inkomen nemen verder toe, ook de modale inkomens hebben het dit jaar aanzienlijk zwaarder gekregen. Dit constateert creditmanagementorganisatie GGN in haar jaarlijkse onderzoek Zo betaalt Nederland.

Hoewel het aantal mensen dat verwacht komend jaar meer te kunnen besteden voor het eerst sinds jaren sterk is gestegen (van 29 % naar 48%), hebben meer mensen moeite met de betaling van hun rekeningen. Minder dan de helft (47%) van de huishoudens zegt goed rond te kunnen komen, 40% kan net uitkomen, de overige 13% kan dit niet. Ook het aantal huishoudens dat rood staat is gestegen, van 42% naar 46%. Henk Keizer, voorzitter van de raad van bestuur van GGN: "Het is interessant dat Nederland positiever is gaan denken over de economie en de toekomst van het eigen huishoudboekje, terwijl juist meer mensen moeite hebben het hoofd financieel boven water te houden. Dat is wishful thinking: het gevaar is dat mensen alvast gaan voorsorteren op de positieve ontwikkelingen die zij verwachten. Één kleine tegenvaller kan dan al voor grote problemen zorgen."

Het betaalgedrag is niet verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren: nog steeds betaalt 36% van de Nederlanders hun rekeningen weleens te laat. Geldgebrek ligt daar in de helft van de gevallen aan ten grondslag, maar 'gemakzucht' en 'vergeten te betalen' komen dit jaar weer vaker voor dan de afgelopen 2 jaar.

Vooral de zorg lijdt onder het betaalgedrag van Nederland. Facturen van zorgverzekeraars en zorgverleners (huisarts, tandarts, fysiotherapeut) staan bovenaan de lijst van rekeningen die te laat worden betaald. Voor het eerst staat de energierekening in de top 3 van slecht betaalde rekeningen.

Opvallend is dat juist de modale inkomens het zwaarder hebben gekregen. Zij ervaren meer betaalproblemen dan vorig jaar en betalen vaker te laat. Henk Keizer: "Onze gerechtsdeurwaarders geven al enige tijd aan dat zij steeds vaker in andere (duurdere) wijken komen dan een paar jaar geleden. We zien dat nu ook terug in de resultaten van het onderzoek. De groep met betaalproblemen verbreedt zich."

Wat bij jongeren opvalt is hun nonchalante houding. Zij neigen ernaar hun situatie te positief in te schatten en problemen weg te wuiven. Zij zijn vaker te laat gaan betalen, waarbij vergeetachtigheid en gemakzucht veel vaker dan gemiddeld de oorzaken zijn. Ook hebben zij vaker geen gedetailleerd zicht op hun financiële situatie en uitgavenpatroon. Van de groep van 18 t/m 24 jaar ervaart 3% grote en 14% kleine betaalproblemen. Meer dan de helft van hen denkt hier echter liever niet over na, bijna driekwart verwacht dat de problemen tijdelijk zijn en jongeren liggen er minder dan gemiddeld wakker van. Henk Keizer: "Ik maak me echt grote zorgen over de houding van jongeren ten opzichte van hun financiële situatie. In onze dagelijkse praktijk hebben we namelijk een significante stijging gezien van het aandeel jongeren t/m 25 jaar." Bij GGN stroomde meer zaken in van jongeren t/m 25 jaar: van 15% van het totaal in 2012 naar 18% in 2013. Het aantal loon-/bankbeslagen bij jongeren steeg van respectievelijk van 11% naar 16%.

GGN deed voor het twaalfde achtereenvolgende jaar onderzoek onder een representatieve steekproef (N = 3.370) van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek werd uitgevoerd door Motivaction. Analyses werden uitgevoerd door Motivaction en het Nibud.

Zorgen bij consument over restschuld blijven

Ondanks het voorzichtige herstel van de woningmarkt maken nog steeds veel consumenten zich zorgen over hun financiële toekomst omdat zij bij verkoop van hun woning een aanzienlijke restschuld overhouden. Veel mensen hebben behoefte aan informatie over de eigen mogelijkheden. Het informatiepunt restschulden van de gezamenlijke banken biedt voor hen een goed vertrekpunt om goed voorbereid in gesprek te gaan met de bank.

Dit blijkt uit de tussentijdse evaluatie van het informatiepunt restschulden dat in februari werd gelanceerd. Tot nu toe hebben 35.000 mensen deze website bezocht. 300 mensen lieten daar vragen en opmerkingen achter. 18 mensen vroegen om een herbeoordeling van een afgewezen verzoek aan de bank voor een hypotheek waarin een restschuld was opgenomen. Enkele daarvan hebben alsnog een hypotheek gekregen.

De signalen bevestigen op hoofdlijnen dat banken bereid blijken om restschulden te financieren. Het beeld dat bij velen in de samenleving bestond dat banken restschuldfinanciering in de weg staan wordt dus niet gestaafd. In veel situaties blijkt het inkomen van de consument ontoereikend om op verantwoorde wijze de restschuld mee te financieren. Financiering van restschulden leidt immers tot hogere maandlasten over een periode van ten minste tien jaar en die moet iemand kunnen dragen.

Zoals was afgesproken bij de lancering van het informatiepunt heeft de NVB de evaluatie besproken met de Vereniging Eigen Huis (VEH). Daarbij heeft de VEH onder andere de suggestie gedaan om nog beter in beeld te brengen wat de lasten zijn voor iemand die restschuld wil meefinancieren in een nieuwe hypotheek. De ervaring leert dat mensen die overwegen te verhuizen, willen kunnen uitrekenen wat een nieuwe hypotheek hen kost. Dat staat uiteraard los van de weging die de bank maakt of een dergelijke hypotheek verantwoord is. De NVB neemt deze suggestie ter harte.

Veel van de vragen die bij het informatiepunt binnen kwamen, horen eigenlijk thuis bij de eigen bank of adviseur. Blijkbaar bestaat hier toch een bepaalde terughoudendheid bij de consument. Voor de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is dit een belangrijk signaal. Samen met haar leden zal zij de komende maanden werken aan verbetering van de aanspreekbaarheid van banken op dit punt.

Omdat het informatiepunt duidelijk in een behoefte voorziet, zal de website www.restschuldinfo.nl voorlopig in de lucht blijven.

maandag 9 juni 2014

ABN AMRO geprezen voor begrijpelijke taal

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) constateert dat banken klantinformatie begrijpelijker en beter vindbaar hebben gemaakt. In haar rapport over klantvriendelijke informatie geeft de AFM aan dat ABN AMRO bovengemiddeld presteert op dit gebied. "Daar zijn we heel blij mee", zegt Lenny van Oeveren, die als Programmamanager Begrijpelijke Taal bij ABN AMRO mede een cultuuromslag veroorzaakte.

Woorden als 'middels' of 'voorts', ze zijn zoveel mogelijk verbannen uit het vocabulaire van ABN AMRO. "In het verleden werd er door banken te veel in formele taal en vaktaal geschreven", legt Van Oeveren uit. "Neem de volgende zin: 'Voor het passeren van de hypotheek dient een afspraak te worden gemaakt bij de notaris.' Je moet je dan afvragen of een klant wel weet waar dit over gaat. Veel duidelijker is: 'U moet een afspraak maken bij uw notaris om uw hypotheekakte te ondertekenen'."

Van Oeveren legt uit hoe ABN AMRO onduidelijke taal aangepakt heeft: "We hebben video’s uit onderzoek van AFM bekeken. Je zag daarin duidelijk hoe klanten worstelden met onze informatie. Dat moest anders. We zijn gestart om alle informatie voor onze particuliere klanten te vereenvoudigen. Vervolgens hebben we dit uitgebreid naar andere uitingen van de bank. Het uitgangspunt is altijd de klant: welke informatie heeft hij nodig? Niet ons product of ons proces, maar de klant en zijn belevingswereld staat centraal."

Ontelbare klantbrieven, brochures en webteksten werden de afgelopen jaren onder handen genomen, aan de particuliere en later ook de zakelijke kant van ABN AMRO. Het uitgangspunt voor de teksten is steeds hetzelfde: particuliere én zakelijke klanten krijgen duidelijke informatie die goed doorzoekbaar en snel leesbaar is. "Toch zien we tussen de teksten wel verschillen. In teksten voor particuliere klanten leggen we veel uit; niet iedereen is immers thuis in de meestal ingewikkelde financiële onderwerpen. Het kennisniveau van grotere zakelijke klanten is vaak hoger, daar houden we rekening mee. Toch zijn ook aan die kant de teksten klantgerichter gemaakt door minder juridisch en met minder vaktaal te schrijven. Want ook een zakelijke klant leest graag snel en efficiënt door onze teksten heen."

Inmiddels is het merendeel van de teksten voor klanten van ABN AMRO herschreven. Het proces dat hieraan voorafging was best moeilijk, zegt Van Oeveren. "Het is een omvangrijk traject. Hadden we hier niet de tijd voor genomen, dan was het ons niet gelukt. We vragen aan medewerkers die al heel lang op een bepaalde manier werken, om dat anders te doen. Zij zien de noodzaak voor verandering soms niet meteen. Met het programma Begrijpelijke Taal sleutelen we aan het DNA van de organisatie. Toch is beter schrijven geen hogere wiskunde. Met een schrijfopleiding en de juiste ondersteuning kunnen veel medewerkers begrijpelijker leren schrijven."

Volgens Lenny van Oeveren is het begrijpelijk maken en houden van teksten een continu proces. Ze ervaart dat haar collega’s zich steeds bewuster worden van het gebruik van begrijpelijke taal. "In het begin was het voor medewerkers merkbaar wennen. Nu zijn we een paar jaar verder en zijn de resultaten zichtbaar. Collega’s die sceptisch zijn, komen we veel minder tegen. De meesten zijn heel enthousiast. Ze komen zelf met hun klantbrieven om te vragen wanneer die worden aangepakt."

vrijdag 6 juni 2014

Vrijwilligers maken jongeren financieel wijs

Steeds meer jongeren kampen met schulden. Er is een grote behoefte aan onderwijs over geldzaken. Voorkomen is beter dan genezen.

Een groeiend aantal jongeren steekt zich in de schulden. Van de thuiswonende mbo-studenten heeft 15 procent een gemiddelde schuld van 700 euro, blijkt uit onderzoek van het Nibud. Voor 23 procent van de uitwonende mbo’ers is dat gemiddeld 2.500 euro.

De behoefte aan financiële educatie bij mbo-instellingen is groot, vertelt directeur Gijs Wintzen van Stichting Leven En Financiën (LEF). “Dat merken we elke dag. Aan acquisitie bij scholen hoef ik geen tijd te besteden. Dat kun je een luxe noemen, maar het geeft ook een probleem weer.” Stichting LEF biedt mbo-opleidingen een lesprogramma dat bestaat uit 4 delen van anderhalf uur. Twee gastdocenten verzorgen deze lessen. Dit zijn vrijwilligers die werken als financieel adviseur. LEF beschikt over een groep van zo’n 500 vrijwilligers.

Stichting LEF richt zich op mbo-studenten, omdat die “wel leren spenden, maar niet leren sparen”, zegt Wintzen. “Mbo-studenten staan vol in het leven: ze hebben mobiele telefoons, ze staan continu bloot aan online verleidingen en reclame. Ze hebben geen geld meer in handen; het is allemaal giraal. Ze hebben ook bijna allemaal inkomsten en wonen vaak nog thuis. Als ze eenmaal het huis uitgaan, hebben ze nooit geleerd te budgetteren. Wij willen ze zelfstandig en zelfredzaam maken.” Het gaat ook om een grote groep van ruim een half miljoen jongeren, stelt Wintzen.

donderdag 5 juni 2014

‘Monyq wil consument wapenen tegen financiële industrie’

De Nederlandse startup Monyq wil consumenten helpen met hun financiële huishouding. Wapenen tegen de  financiële industrie, zoals het bedrijf formuleert. Vandaag is de gelijknamige app en website gelanceerd, en daar komt een eigen betaalpas bij. ‘Dat de financiële wereld rijp is voor iets nieuws mag duidelijk zijn.’

Igor Kluin is een ondernemer met een behoorlijke track record. Hij zat ooit in de reclame, maar was ook oprichter en CEO van energiebedrijf Qurrent (onder meer sponsor van Utopia van SBS) en medeoprichter van De Groene Zaak. Daarnaast is hij een van de mentoren voor Rockstart Accelerator.

Sinds september 2013 werkt Kluin aan Monyq, dat deels uit eigen frustraties is voortgekomen. “Van arm tot rijk, iedereen die ik spreek heeft moeite met het beheer van zijn financiële huishouding”, zegt Kluin tegen Emerce. “Meestal hebben ze het overzicht niet, of begrijpen ze niet wat er bedoeld wordt. Ik had zelf ooit drie kapitaalverzekeringen die ik in een verloren moment eens in een Excel-bestand ben gaan vergelijken, en toen zag ik pas dat het geen zin had om ze alle drie aan te houden. Wij willen mensen straks helpen met inzicht bieden in hun financiele situatie.”

Kredietrisico's Oost-Europa nemen toe in 2014

Bedrijven in Oost-Europa kampen met een gebrek aan liquide middelen, waardoor betalingsachterstanden kunnen oplopen. Zo is ruim een derde van de onbetaalde facturen na 90 maanden oninbaar. Ruim 4 op de 10 bedrijven in Oost-Europa maakt zich zorgen over dit gebrek aan cashflow. Dit blijkt uit de Betalingsbarometer van Atradius.

De economische groei in Oost-Europa zal naar verwachting in 2014 vertragen. Zo groeit het bruto binnenlands product dit jaar met 1,7 procent in vergelijking met 2 procent in 2013. Hoewel de groeipercentages in de onderzochte landen - Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije - positief zijn, verwacht Atradius niet dat het aantal faillissementen hiermee evenredig afneemt. Deze nemen naar verwachting zelfs toe, wat leidt tot grotere kredietrisico's voor bedrijven in de regio. Een meerderheid van de bedrijven benadrukt dat de beperkte beschikbaarheid van liquide middelen de belangrijkste oorzaak is voor betalingsachterstanden. Dit geldt voor 58,6 procent van de ondernemingen als het gaat om binnenlandse verkopen en voor 37,5 procent met betrekking tot buitenlandse afzet. Maar liefst 41,7 procent van de bedrijven in Oost-Europa vindt het zorgwekkend dat er onvoldoende cashflow is. Dit is 41 procent meer dan in West-Europa, waar 29,6 procent van de bedrijven deze zorg deelt.

Hoewel naar verwachting meer bedrijven in Oost-Europa in 2014 te maken kunnen krijgen met betalingsachterstanden is het hier met de betalingsmoraal beter gesteld dan in West-Europa. 31,9 procent van de waarde van uitstaande facturen ligt na de vervaldatum, terwijl dit in West-Europa voor 37,6 procent van de vorderingen geldt. In Oost-Europa staat 3,5 procent van de facturen 90 dagen na de vervaldatum nog open en 1,2 procent van de facturen wordt uiteindelijk als oninbaar afgeschreven. In West-Europa is 4,9 procent van de rekeningen na 90 dagen nog steeds niet voldaan en is 1,7 procent na deze termijn oninbaar. In Slowakije krijgen bedrijven het vaakst te maken met achterstallige betalingen. Ondernemers in Tsjechië moeten de meeste vorderingen als oninbaar afschrijven. Ondanks de verschillen in betalingsmoraal is het percentage facturen die meer dan 90 dagen na de vervaldatum oninbaar zijn zowel in Oost- als in West-Europa redelijk consistent, met achtereenvolgens 34 en 35 procent.
 

woensdag 4 juni 2014

Rabobank ontwikkelt samen met klanten nieuwe online omgeving

Een aantal klanten van de Rabobank, voornamelijk ZZP'ers, kan sinds begin mei ervaring gaan opdoen met een eerste concept van een totaal nieuwe online omgeving. Stapsgewijs wordt dit uitgebreid naar meer klanten en meer gebruiksmogelijkheden. De bank gebruikt de meningen en ervaringen van de klanten om de dienstverlening en online-services te verbeteren. Klanten hebben in 2016 één persoonlijke online omgeving voor al hun financiële zaken. Het onderscheid tussen internet- of mobielbankieren bestaat dan niet meer.

Naast een volledig nieuw ontwerp en een andere manier van navigeren (via een cirkelvormig menu) wordt de nieuwe online omgeving veel persoonlijker. In de eerste fase van dit concept kunnen klanten een eigen naam geven aan hun rekening en daar ook een afbeelding bij plaatsen. Uiteraard kan de klant ook geld overmaken. Met één druk op de knop is een medewerker bereikbaar via chat of email. Ook ziet de klant direct de naam en foto van die medewerker. Daarnaast ontvangt hij relevant nieuws en informatie  over de branche waar de ondernemer actief is. Zoals onderzoeksrapporten of attenderingen op interessante bijeenkomsten bij hem in de buurt.

Tijdens de proefperiode, die tot eind van het jaar duurt, wil de Rabobank samen met haar klanten stap voor stap dit concept in verschillende fases testen en ontwikkelen. "Door in deze nieuwe omgeving onze dienstverlening vergaand online beschikbaar te maken en dit te combineren met de advieskracht en het netwerk van de lokale bank willen we nog persoonlijker en relevanter voor onze klanten zijn", zegt Ron Droste, directeur Particulieren.

De Rabobank kiest er bewust voor om de pilot te starten met voornamelijk ZZP'ers  (zelfstandigen zonder personeel). ZZP'ers hebben vaak een dubbele relatie met de bank: als particuliere en als zakelijke klant. Bovendien zijn het vaak innovatieve mensen, die open staan voor vernieuwing.

Als de verschillende pilotfases zijn afgerond wordt de nieuwe omgeving aan alle klanten beschikbaar gesteld. In eerste instantie alleen voor de klanten die mobielbankieren. De verwachting is dat dit eind 2014 zal zijn. Daarna zal de huidige internetbankier-omgeving aangepast worden. Uiteindelijk hebben alle klanten in 2016 de beschikking over één persoonlijke online bankomgeving voor al hun financiële zaken.

Veel beleggers kiezen voor relatief korte beleggingstermijn

Nederlandse particuliere beleggers kiezen vaak voor een korte beleggingstermijn. Meer dan 70 procent kiest voor een beleggingshorizon die korter is dan 12 jaar. En 45% van de beleggers kiest voor een periode korter dan 8 jaar. Dit blijkt uit de ING BeleggersBarometer van de maand mei. Deze kwam uit op een stand van 133, vier punten lager dan in april. Net als in de afgelopen maanden blijven beleggers de algemene economische situatie in Nederland positief waarderen. Wat opvalt is dat nu ook de eigen financiële situatie beter wordt gewaardeerd. De stijging die de afgelopen twee maanden op dit vlak was waar te nemen, zet in mei iets verder door. Meer dan driekwart van de beleggers zag zijn of haar financiële situatie gelijk blijven of verbeteren.

Het thema van begin 2013 is weer terug op de beurs: de zoektocht naar direct rendement, de zogenoemde ‘search for yield’. Bob Homan, hoofd van het ING Investment Office: “Dat verklaart de stijgende populariteit van vastgoedaandelen en aandelen in bedrijven die een relatief stabiel dividend uitkeren. Met een wereldwijd teruggezakte rentestand, de Nederlandse staat bijvoorbeeld betaalt inmiddels minder dan 1,7% op 10 jaars leningen, zie je dat beleggers het rendement elders zoeken.”
De rente is gedaald door twijfel over de economische groei. In de VS vielen groeicijfers tegen door het slechte winterweer en er waren ook tegenvallers in de opkomende markten. Homan deelt deze twijfel niet: “Recente cijfers uit de VS wijzen erop dat daar het herstel toch echt doorzet, ook al viel het eerste kwartaal wat tegen. Europa loopt wat achter, maar de ECB heeft aangegeven bereid te zijn om verregaande maatregelen te nemen mochten die nodig zijn,” aldus Homan.
ING BeleggersBarometer mei 2014 - 133.

Meer dan 80% van de particuliere beleggers zegt (deels) voor de langere termijn te beleggen. Hiervan belegt de helft alleen maar voor de lange termijn, terwijl de andere helft dit combineert met beleggen voor de korte(re) termijn. Gevraagd naar de eigen beleggingshorizon, geeft 72% aan dat deze niet langer is dan 12 jaar. Bij 20% ligt deze zelfs tussen 0 en 4 jaar en bij 25% tussen 5 en 8 jaar. Daarnaast belegt driekwart van de beleggers ook met geld dat ze op korte termijn nodig denken te hebben. Ook geeft slechts iets meer dan de helft van de beleggers aan hun portefeuille af te stemmen op hun  beleggingshorizon.

Homan: “Beleggers lijken te denken dat ze met pakweg 8 tot 10 jaar bezig zijn ‘op de lange termijn’. Ervaringen uit het verleden leren echter dat het rendement op dergelijke periodes behoorlijk kan fluctueren. Wie naar de wereldindex kijkt in de afgelopen 40 jaar, ziet dat je pas bij 13 jaar aaneengesloten beleggen in aandelen zeker was geweest van een positief rendement. En pas bij een periode van 15 jaar altijd meer had opgehaald dan met sparen. Omgekeerd geldt dat koersen op korte termijn flink kunnen schommelen. Hoe dichter bij het einde van je beleggingshorizon, hoe minder risicovol je dus zou moeten beleggen. Het is echt van belang dat je je portefeuille afstemt op zowel je doel als je horizon.”

Nadat al veel eerder de algemene economische situatie in Nederland én de inschatting van de waarde van de eigen portefeuille positiever werden beoordeeld, lijkt nu ook de eigen financiële situatie van beleggers te verbeteren. De afgelopen maand noteerde nog maar 22% een verslechtering van de eigen financiën. Dit was een maand geleden nog 29%. De verbetering gaat met kleine stapjes: de groep waarbij de situatie gelijk is gebleven wordt wat groter, de groep waarbij deze is verbeterd blijft even groot.