Boete Landis Projectontwikkeling voor het illegaal aanbieden van beleggingsobjecten
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 13 juni 2014 een bestuurlijke boete van €24.000 opgelegd aan Landis Projectontwikkeling B.V. (Landis). Landis heeft beleggingsobjecten aangeboden zonder te beschikken over een verplichte vergunning van de AFM.
De AFM heeft vastgesteld dat Landis van 3 december 2010 tot 23 maart 2011 kavels landbouwgrond in Vriezenveen heeft aangeboden aan consumenten. Er werd daarbij gespeculeerd op een waardevermeerdering door een mogelijke bestemmingswijziging. Landis stelde een rendement in het vooruitzicht en het beheer van de grond werd uitgevoerd door een andere partij dan de belegger. Dan is er sprake van het aanbieden van beleggingsobjecten.
Volgens de Wet op het financieel toezicht (Wft) is daarvoor een vergunning verplicht (artikel 2:55 Wft). Landis is sinds 2 november 2012 gestopt met het aanbieden van beleggingsobjecten. Het is belangrijk dat financiële dienstverleners beschikken over een vergunning van de AFM. Een vergunning biedt bescherming aan consumenten. Voordat de AFM een vergunning verleent, toetst zij onder meer of een financiële dienstverlener voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid, geschiktheid en integriteit. Bovendien moet een dienstverlener met een vergunning zich houden aan de zogenoemde doorlopende gedragsregels. Deze gaan onder meer over een zorgvuldige dienstverlening aan consumenten.
Voor de overtreding van Landis geldt een basisbedrag van €2.000.000. Het basisbedrag kan worden verlaagd of verhoogd als de ernst of duur van de overtreding, of de mate waarin de overtreding aan iemand te verwijten valt (verwijtbaarheid) daartoe aanleiding geven. Daarnaast houdt de AFM bij het vaststellen van de hoogte van de boete rekening met de omvang van het eigen vermogen en de financiële draagkracht van de overtreder.
In dit geval is het basisbedrag verlaagd gelet op de duur van de overtreding en de draagkracht van Landis. Op basis hiervan heeft de AFM de boete vastgesteld op €24.000. Het in het besluit vervatte oordeel van de AFM kan door belanghebbende(n) ter toetsing aan de rechter worden voorgelegd.
De AFM heeft vastgesteld dat Landis van 3 december 2010 tot 23 maart 2011 kavels landbouwgrond in Vriezenveen heeft aangeboden aan consumenten. Er werd daarbij gespeculeerd op een waardevermeerdering door een mogelijke bestemmingswijziging. Landis stelde een rendement in het vooruitzicht en het beheer van de grond werd uitgevoerd door een andere partij dan de belegger. Dan is er sprake van het aanbieden van beleggingsobjecten.
Volgens de Wet op het financieel toezicht (Wft) is daarvoor een vergunning verplicht (artikel 2:55 Wft). Landis is sinds 2 november 2012 gestopt met het aanbieden van beleggingsobjecten. Het is belangrijk dat financiële dienstverleners beschikken over een vergunning van de AFM. Een vergunning biedt bescherming aan consumenten. Voordat de AFM een vergunning verleent, toetst zij onder meer of een financiële dienstverlener voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid, geschiktheid en integriteit. Bovendien moet een dienstverlener met een vergunning zich houden aan de zogenoemde doorlopende gedragsregels. Deze gaan onder meer over een zorgvuldige dienstverlening aan consumenten.
Voor de overtreding van Landis geldt een basisbedrag van €2.000.000. Het basisbedrag kan worden verlaagd of verhoogd als de ernst of duur van de overtreding, of de mate waarin de overtreding aan iemand te verwijten valt (verwijtbaarheid) daartoe aanleiding geven. Daarnaast houdt de AFM bij het vaststellen van de hoogte van de boete rekening met de omvang van het eigen vermogen en de financiële draagkracht van de overtreder.
In dit geval is het basisbedrag verlaagd gelet op de duur van de overtreding en de draagkracht van Landis. Op basis hiervan heeft de AFM de boete vastgesteld op €24.000. Het in het besluit vervatte oordeel van de AFM kan door belanghebbende(n) ter toetsing aan de rechter worden voorgelegd.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.