donderdag 31 juli 2014

Budgetbeheer beïnvloedt het gebruik van de pinpas

De meeste consumenten zijn van mening dat betalen met de pinpas hen het beste helpt bij het budgetteren, maar mensen in kwetsbare groepen vinden vooralsnog contant afrekenen handiger dan betalen met de pinpas. Een belangrijke reden is dat contant geld hen meer inzicht biedt in hun uitgaven dan de pinpas. Innovaties kunnen ertoe leiden dat ook deze mensen vaker met de pinpas betalen, bijvoorbeeld door consumenten direct na een betaling te laten zien hoeveel geld zij nog over hebben.

Dit blijkt uit DNB-onderzoek. Wanneer consumenten vaker met de pinpas betalen in plaats van met contant geld, neemt de veiligheid in winkels en horecagelegenheden toe en dalen de kosten van het betalingsverkeer voor de maatschappij als geheel.

Zowel contant geld als de pinpas kunnen ieder op hun eigen manier consumenten helpen inzicht te krijgen in hun uitgaven. Uit het DNB-onderzoek blijkt dat Nederlanders over het algemeen vinden dat de pinpas hen het beste inzicht biedt in hun totale uitgaven en aan welke goederen en diensten zij hun geld hebben besteed. Via de bankafschriften valt namelijk af te leiden bij welke winkels is betaald. Zij ervaren echter geen verschil in nut tussen de twee betaalmiddelen als het gaat om het verkrijgen van inzicht in de hoeveelheid geld die nog over is om te besteden, het resterende budget.

Banken en verzekeraars moeten rapportcijfer klantgerichtheid openbaar maken

Vereniging Eigen Huis (VEH), de Consumentenbond en beleggersvereniging VEB willen dat banken en verzekeraars het rapportcijfer bekendmaken dat zij van de toezichthouder AFM hebben gekregen voor hun klantgerichtheid, de zogenoemde score Klantbelang Centraal. In een gezamenlijke brief aan de financiële instellingen schrijven VEH, de Consumentenbond en VEB dat het ongewenst en niet van deze tijd is dat zij niet open zijn over hun prestaties. Bart Combée, directeur Consumentenbond: 'We geven de instellingen tot 20 augustus om hun scores bekend te maken en anders ondernemen we stappen.'

De AFM beoordeelt elk jaar de mate waarin tien grote banken en verzekeraars* het belang van de klant centraal stellen in diverse producten, diensten en processen. De toezichthouder geeft een rapportcijfer aan de financiële instelling in zijn geheel, en op aparte onderdelen als sparen, hypotheekadvies en belegginsdienstverlening. De AFM heeft alleen bevoegdheid de gemiddelde scores van alle onderzochte instellingen tezamen openbaar te maken, en niet de individuele scores per bank of verzekeraar. Banken en verzekeraars mogen dat wel zelf doen, maar alleen de Rabobank is transparant over zijn scores. Combée: 'Aan een gemiddeld cijfer voor de hele sector hebben consumenten natuurlijk niets. Ze willen weten wat de individuele prestaties zijn. Alleen daarmee kunnen ze instellingen met elkaar vergelijken en een afgewogen keuze maken'.

De drie belangenorganisaties willen niet alleen dat de banken en verzekeraars hun individuele scores openbaar maken, ze willen ook weten wat zij van hun rapportcijfer vinden en welke stappen zij, zo nodig, gaan zetten om de score te verbeteren. De AFM drukt de score op het Klantbelang Dashboard uit op een schaal van 1 tot en met 5. De sector in totaal scoorde vorig jaar het cijfer 3,5. Bij een 3 geldt dat 'de klantbelang-centraal gedachte voorkomt, maar in de praktijk te vrijblijvend wordt toegepast', aldus de AFM. Een 4 duidt erop dat 'de klantbelang centraal-gedachte herkenbaar een rol speelt en dat de instelling op de goede weg is.'

*De grote tien banken en verzekeraars die de AFM heeft onderzocht zijn ABN Amro, Achmea, AEGON, ASR, Delta Lloyd, ING, F. van Lanschot, Nationale Nederlanden, Rabobank en SNS REAAL.

woensdag 30 juli 2014

AFAS moet stoppen met automatische koppeling internetbankieren ING

Het online huishoudboekje van softwareontwikkelaar AFAS mag geen automatische koppeling naar internetbankieren van de ING bevatten. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist.

Via het onlineplatform AFAS Personal biedt AFAS sinds medio 2009 aan particuliere klanten een online huishoudboekje aan om beter inzicht te krijgen in hun geldzaken. Particuliere ING-betaalrekeninghouders kunnen handmatig hun transactiegegevens uit Mijn ING downloaden in een Excelbestand en vervolgens uploaden in AFAS Personal. Het online huishoudboekje is gratis. Daarnaast biedt AFAS gebruikers van het online huishoudboekje een pluspakket aan voor 2,99 euro per maand.

UWV verwacht verder banenverlies financiële sector

Ondanks de aantrekkende economie moet de financiële sector rekening houden met verder verlies van banen de komende jaren. Dit blijkt uit een sectoranalyse die UWV vandaag heeft gepubliceerd. UWV gaat uit van een afname van 15.000 banen de komende vijf jaar, een krimp van zes procent. Sinds 2007 nam de werkgelegenheid in de sector al af met 38.000 banen. Ondanks het banenverlies is het belang van de financiële sector gegroeid tijdens de crisis. Ook ziet UWV goede kansen op werk of stage in bepaalde financiële beroepen.

De werkgelegenheid in de sector financiële dienstverlening is tussen 2007 en 2013 met 9 procent gekrompen. Het aantal banen van werknemers daalde in deze periode met 38.000 tot 248.000. Het banenverlies deed zich relatief gezien het sterkst gelden bij het aantal zelfstandigen dat in de sector werkzaam is. Dit aantal is in 2013 een kwart lager dan in 2007. UWV verwacht dat de negatieve ontwikkeling van de werkgelegenheid de komende jaren zal voortzetten. Tot 2019 zal het aantal banen van werknemers naar verwachting met nog eens 14.000 dalen (-6%) tot 226.000 banen.

Het aantal vacatures dat ontstond in de financiële sector bevond zich op een dieptepunt in 2013. Waren er in het topjaar 2007 nog 62.000 vacatures, in 2013 was dit aantal afgenomen tot 19.000, een daling met 69 procent. UWV verwacht dat het aantal vacatures in de sector de komende jaren weer licht zal stijgen. Het aantal vacatures zal in de periode 2015-2019 gemiddeld 27.000 per jaar bedragen. Het blijft daarmee ver verwijderd van het recordniveau van voor de crisis.

De beste kans op werk is er de komende jaren op mbo-niveau voor commercieel medewerkers bank- en verzekeringswezen en salarisadministrateurs. Op hbo- en wetenschappelijk niveau liggen er kansen voor financieel specialisten en voor ICT-functies, zoals webdeveloper en securityspecialist.

Het belang van de financiële sector voor de Nederlandse economie is de afgelopen jaren gegroeid in weerwil van de crisis. Het vertegenwoordigde 8% van het bbp in 2012, tegen 6% in 2006. De toename van het aandeel in het bbp gecombineerd met de forse afname van de werkgelegenheid wijst op een zeer sterke stijging van de arbeidsproductiviteit. Technologische ontwikkelingen, zoals internet en digitalisering, en de forse personeelsreductie van de afgelopen jaren liggen hieraan ten grondslag. De verdergaande digitalisering zal de komende jaren tot meer verlies van banen leiden, met name op de lagere mbo-niveaus. Daar staat tegenover dat de ontwikkelingen ook zullen zorgen voor nieuwe werkgelegenheid zoals Big Data specialisten. Deze 'nieuwe banen' zullen het verdwijnen van 'oude werkgelegenheid' echter niet volledig kunnen compenseren.

Eigen Huis: advieskosten tijdens looptijd hypotheek moeten duidelijker

Vereniging Eigen Huis roept de AFM op om financiële dienstverleners te verplichten duidelijk aan te geven welke diensten zij tijdens de looptijd van een hypotheek leveren en tegen welke prijs. De meeste hypotheekadviseurs zijn terughoudend en onduidelijk over hun advieskosten bij veelvoorkomende wijzigingen tijdens de looptijd van een hypotheek. Zij geven geen inzicht in welke diensten kosteloos worden aangeboden en voor welke diensten moet worden betaald en wat dat dan kost, zo blijkt uit recent mysteryshopper-onderzoek door Vereniging Eigen Huis. Alleen met een klip en klare vermelding van diensten en prijzen in het dienstverleningsdocument (dvd) kan de klant een goede afweging maken bij zijn keuze voor een passende hypotheekadviseur.

Uit onderzoek van de AFM bleek vorige week dat 20 procent van de recente hypotheekafsluiters er voor kiest om een serviceabonnement bij de tussenpersoon af te sluiten. De overige consumenten zijn van plan de adviseur pas te betalen als ze daadwerkelijk advies nodig hebben over bijvoorbeeld renteherziening, extra aflossen, bijlenen of aanpassen van de hypotheek. Veel eigenwoningbezitters krijgen in de 30 jaar die hun hypotheek loopt met één of meer van deze wijzigingen te maken.

Antwoorden op vragen over de kosten van advies worden door een groot deel van de bij het onderzoek van Vereniging Eigen Huis bezochte hypotheekadviseurs vooruitgeschoven naar het moment dat de betreffende vraag of kwestie aan de orde komt. Een goedkope dienstverlening bij het afsluiten van de hypotheek zou op termijn erg kostbaar kunnen zijn als blijkt dat de tussenpersoon hoge kosten voor zijn advies tijdens de looptijd rekent. Klanten moeten weten wat ze krijgen voor hun geld en de tarieven en serviceniveaus van hypotheekadviseurs kunnen vergelijken. Daarvan is nu geen sprake.

Vereniging Eigen Huis legt de resultaten van haar onderzoek voor aan de AFM. De vereniging vraagt de toezichthouder financiële dienstverleners te verplichten de tarieven en het serviceniveau van hun betaalde en kosteloze dienstverlening duidelijk in hun dvd op te nemen.

Vereniging Eigen Huis stuurde in het voorjaar van 2014 een mysteryshopper van Marlyse Research op pad om een bestaande hypotheek bij een nieuwe tussenpersoon onder te brengen. In dit onderzoek werden in totaal veertien vestigingen van landelijke hypotheekketens: Hypotheekshop, De Hypotheker, Huis & Hypotheek, Hypotheekvisie en Van Bruggen Adviesgroep bezocht. Belangrijkste uitkomsten waren dat het vinden van een nieuwe tussenpersoon niet op al te grote problemen stuit, maar dat de transparantie over diens tarieven en activiteiten veel te wensen over laat.

dinsdag 29 juli 2014

Fortis aansprakelijk voor misleidende mededelingen in 2008

​Fortis heeft in 2008 beleggers misleidend en onvolledig geïnformeerd, zodat aandeelhouders recht hebben op schadevergoeding, zo heeft het gerechtshof Amsterdam vandaag geoordeeld.  

De beslissing van het hof betreft een procedure die de belangenorganisatie FortisEffect en enkele voormalige aandeelhouders tegen Fortis (tegenwoordig Ageas geheten) en de Nederlandse Staat hebben aangespannen.

In september 2008, tijdens de mondiale kredietcrisis, is Fortis in zwaar weer komen te verkeren. Dit gebeurde nadat een internationaal consortium bestaande uit Fortis, Royal Bank of Scotland en Banco Santander de Nederlandse bank ABN AMRO had overgenomen. Twee achtereenvolgende reddingsoperaties door (o.a.) de Nederlandse Staat hebben er toen toe geleid dat de Nederlandse activiteiten van het Fortis-concern, inclusief ABN AMRO, in handen van de Staat zijn gekomen.
Die reddingsoperaties speelden zich af in de periode van 28 september tot en met 3 oktober 2008 en hebben de Staat € 16,8 miljard gekost.

Het hof heeft vandaag geoordeeld dat Fortis in die periode onrechtmatig heeft gehandeld door beleggers misleidend en onvolledig te informeren. Volgens het hof heeft Fortis beleggers misleid door na de eerste reddingsoperatie in de media te berichten dat Fortis er “financieel sterker voorstond dan ooit”. Hierdoor heeft Fortis, die wist dat die informatie onjuist was, aan de markt een misleidend signaal afgegeven en beleggers op het verkeerde been gezet. Deze beleggers hebben - mogelijk - naar aanleiding van de gewraakte mededelingen besloten aandelen Fortis te kopen of deze te behouden. Zij kunnen daardoor schade hebben geleden. Fortis is voor die schade aansprakelijk, zo oordeelde het hof.

De vorderingen van FortisEffect en de aandeelhouders tegen de Nederlandse Staat heeft het hof afgewezen. De berichtgeving van de Staat in de media over de financiële positie van Fortis en de mededelingen van minister Bos (Financiën) daarover in de Tweede Kamer acht het hof niet te positief en ook niet misleidend. Die mededelingen waren namelijk niet gericht tot de beleggers maar hadden tot doel te voorkomen dat rekeninghouders en spaarders van Fortis op grote schaal hun tegoeden zouden opnemen. Het hof heeft hierbij oog voor de speciale verantwoordelijkheid van de Staat om ervoor te zorgen dat het bancaire systeem niet ontwricht zou worden door een eventueel faillissement van een grote bank als Fortis.

FortisEffect en de aandeelhouders hadden ook verzocht om ongedaanmaking van de transactie in oktober 2008 waarbij de Nederlandse Staat het Nederlandse deel van het Fortis-concern  heeft gekocht. Die vorderingen heeft het hof afgewezen omdat, naar zijn oordeel, bij die reddingsoperatie geen rechtsregels zijn geschonden.

De omvang van de door Fortis aan de aandeelhouders te vergoeden schade zal in een aparte procedure door het hof worden beoordeeld.

Hogere belastingpost tempert winst Deutsche Bank

Deutsche Bank heeft in het tweede kwartaal de winst met bijna een derde zien afnemen. De winst van Deutsche Bank kwam het afgelopen kwartaal uit op 237 miljoen euro, tegenover 334 miljoen euro  vorig jaar. De winstdaling komt deels doordat Deutsche Bank meer belasting moest betalen: de belastingpost nam met bijna 50 procent toe. Ook kosten door strengere regelgeving en de lage rentestanden speelden het financiële concern parten.

Beurzen trotseren politieke spanningen

De AEX kon over de week per saldo ongeveer een procent winst boeken. De vorige week genoemde geopolitieke problemen zijn er nog steeds. De situatie in het Midden-Oosten (m.n. de Gazastrook) laat geen verbetering zien en ook de recente ontwikkelingen in Oekraïne / Rusland zijn weinig bemoedigend. Beleggers leken deze week echter meer oog te krijgen voor macro-economische cijfers en bedrijfsresultaten, waar we er deze week ook weer genoeg van hadden. De afnemende risico-aversie was ook terug te vinden in andere beleggingscategorieën. Zo verloor goud afgelopen week ongeveer 2%, en kon ook de olieprijs ietsje terug. De tien-jaars rente liep de afgelopen week een heel klein beetje op, zowel in de VS als Europa. Per saldo blijft de rente echter hardnekkig laag staan en wij gaan er vanuit dat dit zal veranderen als beleggers meer oog krijgen voor het economisch herstel en centrale banken hun stimulerende maatregelen (verder) terugschroeven. Hierbij verwachten wij dat de rente in de VS het voortouw zal nemen, gevolgd door de rente in Europa.

maandag 28 juli 2014

Oliver Spalt benoemd tot hoogleraar Behavioral Finance

Tilburg University heeft dr. Oliver Spalt met ingang van 1 juli 2014 benoemd tot hoogleraar Behavioral Finance bij de Tilburg School of Economics and Management. Spalt gebruikt kennis uit de psychologie om te onderzoeken hoe mensen financiële beslissingen nemen. Zijn leerstoel is gevestigd bij het departement Finance.

Oliver Spalt zal zich richten op onderzoek en onderwijs binnen het vakgebied Behavioral Finance- het vakgebied dat psychologische inzichten gebruikt om het gedrag van individuen, instellingen en bedrijven op de financiële markten te verklaren. Hij onderzoekt de invloed van irrationeel gedrag op de prijsvorming en risico’s in financiële markten.

In zijn onderzoek kijkt Spalt onder meer naar beloningen van managers, risicovolle fusies en overnames en verkeerde investeringsbeslissingen. Hij publiceert in prestigieuze vaktijdschriften zoals het Journal of Finance, het Journal of Financial Economics en de Review of Financial Studies.

vrijdag 25 juli 2014

Een op vijf hypotheeksluiters kiest voor serviceabonnement

Een meerderheid van de consumenten die een hypotheek afsluiten, kiest ervoor geen serviceabonnement te nemen. Eén op de vijf recente hypotheeksluiters heeft een dergelijk abonnement wel afgesloten. Bij een nieuwe hypotheek biedt een financiële adviseur in de helft van de gevallen een serviceabonnement aan.

Dat blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder 323 consumenten die tussen november 2013 en april 2014 een hypotheek hebben afgesloten. Het marktonderzoek is uitgevoerd door GfK Panel Services.

Sinds de invoering van het provisieverbod voor complexe financiële producten bieden steeds meer financiële dienstverleners serviceabonnementen aan. De klant betaalt dan periodiek, bijvoorbeeld maandelijks, voor bepaalde dienstverlening.

De belangrijkste reden om een serviceabonnement te sluiten is het ‘veilige gevoel’. Een derde van de consumenten die een serviceabonnement nemen, noemt als belangrijkste reden dat het goedkoper is dan op een later moment een adviseur apart betalen voor bepaalde dienstverlening.

Consumenten die geen abonnement hebben genomen, zijn van plan om een adviseur pas te betalen als ze van zijn diensten gebruikmaken. Anderen zeggen geen advies nodig te hebben en zelf aan de slag te gaan. In sommige gevallen maken diensten voor de nazorg deel uit van de advieskosten die consumenten hebben betaald bij het afsluiten van een hypotheek.

Ten opzichte van de vorige meting is men nu stelliger over de toegevoegde waarde van een serviceabonnement: In het najaar 2013 was bijna de helft neutraal over de toegevoegde waarde of wist men het niet. In de meting van voorjaar 2014 is dit ruim een derde. Bijna 30 procent ziet wel de toegevoegde waarde van een serviceabonnement (23 procent in 2013) en 34 procent ziet geen toegevoegde waarde (28 procent in 2013). Logischerwijs ziet een overgrote meerderheid van de afsluiters wel meerwaarde in een serviceabonnement.

Uit eerder onderzoek van de AFM blijkt dat het merendeel van de financiële dienstverleners op een goede manier omgaat met het aanbieden van serviceabonnementen. Zij bieden hun klanten abonnementen aan met relevante dienstverlening en brengen geen dubbele kosten in rekening aan klanten die in het verleden al provisie hebben betaald of nog steeds betalen. Wel is in de helft van de gevallen de informatieverstrekking over abonnementen onduidelijk.

In het consumentenonderzoek zeggen zeven op de tien consumenten die een serviceabonnement hebben afgesloten, vooraf te zijn geïnformeerd over prijs en inhoud van de dienstverlening. Een op de vijf is niet tijdig geïnformeerd, vergelijkbaar met de najaarsmeting van 2013.

Op 31 mei 2014 heeft de AFM de uitkomsten van het onderzoek gepubliceerd. Michiel Denkers heeft de resultaten toen toegelicht in het TV-programma Kassa. Op de consumentenwebsite van de AFM zijn veelgestelde vragen over nazorg en service-abonnementen te vinden.

donderdag 24 juli 2014

Lasten koophuis dalen naar niveau 1999

De rentelast van een koophuis is gedaald naar het niveau van 1999. In het tweede kwartaal van 2014 betaalde een koper gemiddeld 677 euro per maand. Dat is evenveel als eind 1999. Oorzaken hiervan zijn de historisch lage hypotheekrente en de nog altijd lage woningprijs. De maandlasten bereikten een piek in 2008. Dat jaar betaalde een nieuwe eigenaar gemiddeld 1.148euro per maand. Begin 2014 dook die rentelast, voor het eerst sinds 1999, weer onder de 700 euro.

Dit blijkt uit doorrekeningen van financieel consumentenplatform Wegwijs.nl, dat gebruik maakt van eigen data, data van het Kadaster en data van het CBS. Er wordt gerekend met een 10 jaar vaste bruto hypotheekrente.

Volgens Olaf Geysendorpher, directeur van Wegwijs.nl, zorgt de lage rentelast automatisch voor een veel betere betaalbaarheid van koopwoningen. Geysendorpher: "In 1999 lag het modale inkomen op Euro 24.050. In 2014 op 33.500 euro. Met rentelasten die praktisch gelijk zijn, is een koopwoning dus ruim een kwart goedkoper geworden. De betaalbaarheid is sinds het begin van de meting in 1991 nooit beter geweest dan nu."

"Ter vergelijking: iemand die in mei 2014 een koophuis kocht en de hypotheekrente 10 jaar vast zette, betaalde 26,2% van het inkomen aan bruto rente. In mei 2008 was dit 47,2%."

Sinds 1 januari 2013 is iedere woningeigenaar verplicht maandelijks af te lossen op een nieuwe hypotheek, mits hij of zij in aanmerking wil komen voor fiscale aftrek. Toch vallen de gevolgen hiervan volgens Geysendorpher op dit moment mee: "Uiteraard zorgt de verplichte aflossing voor hogere lasten. Anderzijds spaarden veel Nederlanders voorheen ook voor aflossing, alleen niet voor het volledige hypotheekbedrag."

"Met de lage rente van dit moment is de invloed van die extra aflossing beperkt. In mei 2007, ruim voordat de woningmarkt instortte, betaalde je voor een hypotheek 995 euro aan bruto rentelasten bij een gemiddelde woning. Per mei 2014 was dat Euro 979, echter óp dat moment inclusief de verplichte aflossing."

Begin jaren negentig was de hypotheekrente in Nederland hoog. De hypotheekrente 10 jaar vast bedroeg destijds 9,5%. Dit zorgde voor hoge woonlasten. Midden jaren negentig daalde de hypotheekrente, maar steeg tegelijkertijd de huizenprijs.

Tussen mei 1998 en mei 1999 daalde de 10 jaar vaste hypotheekrente van 5,80% naar 4,90%. De woningprijs steeg in hetzelfde jaar van 124.500 naar 144.800 euro. Een jaar later stegen zowel de hypotheekrente (6,20%) als de huizenprijs (172.100 euro). In slechts twee jaar tijd ging de woningprijs dus omhoog met 47.600 euro.

Geysendorpher: "De historie toont aan dat je als particulier geen enkele invloed hebt op factoren als de hypotheekrente en huizenprijs. Het enige dat je kunt doen, is op het juiste moment een beslissing maken over het kopen van een huis of oversluiten van een hypotheek. Nu, 2014, is zo'n moment."

woensdag 23 juli 2014

Huiseigenaren profiteren dit jaar nog van fiscaal voordeel

Eind dit jaar lopen verschillende fiscale voordelen voor huiseigenaren af. Dit jaar is het nog extra gunstig om een schenking te doen voor de woning. Ook een verbouwing is door de lagere btw op arbeidskosten vriendelijker voor de portemonnee.

De lang uitgestelde verbouwing, de energiebesparende maatregelen, en zelfs de aankoop van een woning; de overheid maakt het dit jaar aantrekkelijker om de knoop door te hakken. Huiseigenaren kunnen profiteren van een aantal tijdelijke maatregelen. Op 1 januari 2015 stoppen deze regelingen.
.
Vereniging Eigen Huis pleit ervoor dat sommige maatregelen langer geldig blijven. “We kunnen alleen nog niet aangeven in welke gevallen we voor verlenging gaan pleiten”, zegt woordvoerder Manon van Essen van Vereniging Eigen Huis. “Daarbij moeten we zorgvuldige afwegingen maken. Het is daarbij ook de vraag wat er op Prinsjesdag gaat veranderen.” De belangenorganisatie voor huiseigenaren krijgt veel vragen van leden over de tijdelijke verruimingen, vertelt Van Essen. “Ze maken zich zorgen over wat er gaat gebeuren. Ook wij kunnen niet voorspellen of regelingen wel of niet worden verlengd. We houden op onze website wel een overzicht bij van de veranderingen.”

dinsdag 22 juli 2014

Banken blokkeren preventief betaalpassen slachtoffers vlucht MH17

Internationale media berichtten na de ramp dat mogelijk bankpassen van slachtoffers zijn gestolen. Voorop staat dat een bankpas zonder pincode in principe onbruikbaar is. Waar nodig monitoren banken transacties uit de betreffende regio extra sinds de ramp.

Zoals eerder gemeld, zullen de banken eventuele schade die - ondanks de zeer kleine kans daartoe - voortkomt uit misbruik van passen vergoeden aan de nabestaanden.

De Nederlandse banken blokkeren preventief de betaalpassen en waar mogelijk creditcards van de slachtoffers van de verongelukte vlucht MH17. De banken doen dit in nauw overleg met de Rijksoverheid. Zo wordt voorkomen dat passen worden misbruikt. Door de maatregelen hoeven de nabestaanden zelf geen aanvraag meer te doen voor het blokkeren van een pas. Nabestaanden ondervinden geen hinder van de maatregel. Een betaalpas of creditcard is persoonsgebonden. Aan de maatregel zijn voor de nabestaanden geen kosten verbonden.

Blokkering van de betaalpas leidt niet tot blokkering van de betaalrekening zelf. De betaalrekening die is gekoppeld aan een betaalpas blijft gewoon werken. Automatische afschrijvingen en dergelijke blijven doorgaan. Een en/of-rekening voor een achterblijvende partner blijft ook te gebruiken. Die kan daarmee dus blijven internetbankieren en betalen. Wat er uiteindelijk precies moet gebeuren met de betaalrekening hangt af van de individuele omstandigheden en moet in overleg met de bank door de nabestaanden worden vastgesteld.

Startupbootcamp start fintech accelator

Startupbootcamp heeft de tien startups aangekondigd die drie maanden mogen meedraaien in het zogenoemde fintech programma in Londen. De teams uit Europa, Afrika en de VS richten zich op financiële toepassingen. Er doet één Nederlands bedrijf mee. De tien bedrijven hebben al 6 miljoen euro aan financiering opgehaald, en 70 procent genereert al omzet. Begeleiding krijgen ze van Lloyds en Rabobank, MasterCard en SBT Venture Capital.

AFM legt boete op aan Cas Assurantiën B.V. voor te hoge adviesvergoeding

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 10 juli 2014 een bestuurlijke boete van €100.000 opgelegd aan Cas Assurantiën B.V. (Cas). De AFM heeft vijf klantdossiers onderzocht waarin Cas in de periode van september 2012 tot en met november 2012 heeft geadviseerd over en bemiddeld in het oversluiten van beleggingsverzekeringen. De boete is opgelegd omdat Cas in de vijf klantdossiers vergoedingen in rekening heeft gebracht die gelet op de aard en reikwijdte van de dienstverlening kennelijk onredelijk zijn.

Dit zijn overtredingen van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (artikel 149a, eerste lid, BGfo (oud) / artikel 86c BGfo (nieuw)). Het is de eerste keer dat de AFM een boete oplegt voor de overtreding van deze norm.

De AFM heeft vanaf 2012 intensief toezicht gehouden op de oversluitmarkt van beleggingsverzekeringen. Met verschillende marktpartijen zijn gesprekken gevoerd en bij een aantal van hen is onderzoek uitgevoerd. Dit heeft geleid tot informele en formele handhavingmaatregelen, naar aanleiding waarvan deze marktpartijen hun werkwijze hebben aangepast.

Het doel van de kennelijk onredelijkheidnorm is te voorkomen dat bemiddelaars of adviseurs beloningen in rekening brengen voor hun werkzaamheden die, gelet op de daarmee gemoeide inspanningen, niet kunnen worden gerechtvaardigd. Cas was op 30 juli 2012 al eerder door de AFM gewaarschuwd voor overtreding van deze norm. Uit onderzoek van de AFM daarna is gebleken dat Cas in de vijf onderzochte klantdossiers nog steeds te hoge vergoedingen in rekening bracht. Zo bracht Cas voor het oversluiten van bijvoorbeeld 1 beleggingsverzekering €1.200 euro in rekening, voor het oversluiten van 2 beleggingsverzekeringen €1.000 en voor het oversluiten van 3 beleggingsverzekeringen €1.900. De in rekening gebrachte vergoedingen staan niet in verhouding tot de werkzaamheden zoals die blijken uit de klantdossiers. Cas heeft niet kunnen aantonen dat zij daadwerkelijk alle in rekening gebrachte uren aan de klant heeft besteed.

Voor deze overtreding geldt een basisbedrag van €2.000.000. Het basisbedrag kan worden verhoogd of verlaagd als de ernst of duur van de overtreding of de mate van verwijtbaarheid daartoe aanleiding geeft. In dit geval ziet de AFM geen aanleiding het basisbedrag te verhogen of verlagen. Bij het vaststellen van de hoogte van de boete houdt de AFM ook rekening met de grootte van de onderneming. De grootte van de onderneming is in deze zaak reden om de boete vast te stellen op €100.000.

maandag 21 juli 2014

Consumenten helpen bij Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Consumenten hebben handige tips voor het verbeteren van de informatie van verzekeraars. Dat blijkt uit de nieuwe feiten en cijfers die Stichting toetsing verzekeraars heeft gepubliceerd. Het panel van bijna achthonderd personen heeft inmiddels informatie van zo’n dertig verzekeraars beoordeeld.

Verzekeraars met het Keurmerk Klantgericht Verzekeren moeten voldoen aan de normen die de Stichting toetsing verzekeraars stelt. Daarnaast adviseert de stichting verzekeraars om aan de slag te gaan met de tips van het consumentenpanel. Dat online panel bestaat sinds 2013 en helpt bij het beoordelen of verzekeringsinformatie vindbaar en duidelijk is. De 786 deelnemers lezen een brochure en de polisvoorwaarden en krijgen vervolgens een aantal vragen voorgelegd. Bijvoorbeeld: ben ik meteen niet meer verzekerd als ik de premie een keer vergeet te betalen? Vervolgens geven ze aan wat het antwoord is en waar het staat in de voorwaarden. Zo wordt zowel de begrijpelijkheid als de vindbaarheid getoetst.

Sinds de start zijn diverse verzekeringen onderzocht, variërend van de aanvullende zorg- en kapitaalverzekering tot de uitvaart- en verzuimverzekering. Het panel blijkt goede inzichten en verbeterpunten te geven. Een goede inhoudsopgave vinden zij bijvoorbeeld heel belangrijk om de weg te vinden in de informatie. Verder kunnen zij het antwoord beter vinden als de verschillende artikelen of rubrieken in de voorwaarden op zichzelf staan. Ook vinden zij de voorwaarden soms vaag, waardoor zij denken dat de verzekeraar uiteindelijk in hun nadeel zal beslissen. Verder stellen zij rekenvoorbeelden, tabellen en illustraties zeer op prijs. De stichting roept keurmerkhouders op iets doen met deze verbetersuggesties.  

Verzekeraars met het Keurmerk vertegenwoordigen samen zo’n 65 procent van het totale premievolume. Sinds begin 2014 is dat redelijk stabiel: er is één nieuwe keurmerkhouder bijgekomen en één verzekeraar is gestopt met het voeren van het Keurmerk.

vrijdag 18 juli 2014

Nieuwe statistiek laat zien dat kleinste kredieten aan het MKB het hardst krimpen

De krimp in de bancaire kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf (MKB) heeft zich eind vorig jaar vooral voorgedaan bij de kleinere leningen. Terwijl het totaalbedrag aan uitstaande leningen aan het MKB in het vierde kwartaal van 2013 0,9% lager lag dan in de drie maanden daarvoor, was in de categorie leningen tot EUR 250.000 sprake van een daling met 1,6%.

Dit blijkt uit een nieuwe statistiek over de bancaire kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf (MKB) die de Nederlandsche Bank (DNB) heeft opgezet. Hoewel het aandeel van de leningen tot EUR 250.000 slechts 11% van het totaal uitstaande MKB-krediet bedraagt, betreft het 85% van de MKB-bedrijven met bankkrediet. De nieuwe statistiek verschaft aanvullend inzicht in de dynamiek van de financiering van het MKB en kan zo bijdragen aan het vinden van oplossingen voor eventuele knelpunten.

De financiering van het MKB staat in de belangstelling. Kleine bedrijven geven aan dat ze moeite hebben om aan krediet te komen, mede doordat banken scherper op de risico’s letten. Door de crisis is de financiële positie van een deel van het MKB echter sterk verzwakt, waardoor de kredietwaardigheid van de betrokken bedrijven is afgenomen. Bovendien speelt de afgenomen vraag naar krediet een belangrijke rol in de krimp van het kredietvolume. Een analyse van de problematiek werd tot nu toe gehinderd doordat er geen goede gegevens beschikbaar waren over de ontwikkeling van de bancaire kredietverlening aan het MKB.

Om meer zicht te krijgen op de ontwikkeling van de kredietverlening aan het MKB in Nederland is een nieuwe statistiek opgezet. Voortaan rapporteren de drie grootbanken ieder kwartaal, op een onderling consistente manier over de kredietverlening aan het MKB – bedrijven met een omzet kleiner dan EUR 50 miljoen. Het MKB biedt werkgelegenheid aan ongeveer 60% van alle werknemers in het bedrijfsleven. De grootbanken vertegenwoordigen het overgrote deel van de bancaire kredietverlening aan het MKB. Inmiddels hebben de grootbanken gerapporteerd over het derde en vierde kwartaal van 2013.

Eind 2013 staat er voor ongeveer EUR 143 miljard aan kredietverlening uit bij het MKB in Nederland. Dit bedrag komt overeen met ongeveer 40% van de totale kredietverlening aan bedrijven. Ten opzichte van 2013K3 is het uitstaande MKB-kredietvolume in 2013K4 met 0,9% gekrompen.

Vooral de kleinere leningen – leningen met een omvang tot EUR 250.000 – krompen sterk, met 1,6% kwartaal-op-kwartaal. Het uitstaand kredietvolume van deze kleinere leningen is met EUR 15 miljard – 11% van de totale kredietverlening aan het MKB – relatief beperkt (Figuur 2; linkerpaneel). Niettemin heeft 85% van het MKB met een banklening een lening van minder dan EUR 250.000 (Figuur 2; rechterpaneel). Ter vergelijking, het uitstaande volume kredieten met een omvang tussen EUR 250.000 en EUR 1 miljoen is EUR 35 miljard, maar beslaat niet meer dan 10% van het MKB met een banklening. Ten slotte is slechts 4% van de uitstaande bankleningen aan het MKB groter dan EUR 1 miljoen.

Studie biedt verbeterkansen voor premiepensioen

Pensioenregelingen op basis van beschikbare premie (zogeheten DC-regelingen) kunnen nog verder worden verbeterd. Als het wordt toegestaan om ook in de uitkeringsfase beleggingsrisico te dragen, kan een hoger pensioenresultaat worden bereikt en wordt de pensioenuitkering minder beïnvloed door de rentestand op de pensioendatum. Dit voorstel, uit een rapport dat het ministerie van Sociale Zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd verdient het om verder te worden uitgewerkt. Dat stelt het Verbond van Verzekeraars in reactie op de studie: ‘Onderzoek optimalisering overgang van opbouw – naar uitkeringsfase en de inrichting daarvan in premie – en kapitaalovereenkomsten’. Het is volgens het Verbond positief dat wordt gezocht naar doorontwikkeling van DC-regelingen, aangezien deze pensioenregelingen de laatste jaren in opkomst zijn. Van 2002 tot 2012 is het aantal deelnemers met een beschikbare premieregeling bij verzekeraars verdubbeld van ongeveer 25 procent tot 50 procent (bron: DNB.) Verzekeraars hebben het idee voorgelegd van een variant van een variabele annuïteit, waarbij over de pensioendatum heen belegd kan worden. Het is wel belangrijk dat deelnemers een eigen keuze kunnen maken met betrekking of zij een gegarandeerde, vaste, uitkering wensen ofwel een met beleggingsresultaten en levensverwachting meebewegende, variabele pensioenuitkering.

donderdag 17 juli 2014

Bedrijven krijgen € 10 miljard aan rekeningen nooit betaald

Bedrijven bezorgen elkaar een jaarlijkse schadepost van rond de € 10 miljard doordat rekeningen niet worden betaald. Het Nederlands bedrijfsleven realiseert een jaaromzet van rond de € 1.550 miljard. Het grootste deel, ongeveer driekwart, betreft leveringen tussen bedrijven (business-to-business), zowel binnenlands als via export. Een deel hiervan leveren bedrijven op krediet, waarbij er een risico bestaat dat er nooit betaald wordt. Deze schadepost is niet gering en komt uit op een jaarbedrag van € 10 miljard dat moet worden afgeschreven. Op de totale omzet scheelt dit gemiddeld bijna 0,9% marge, zo blijkt het berekeningen van ING Economisch Bureau.

Het economisch klimaat verbetert al enige kwartalen, maar is nog verre van florissant. Ook het aantal faillissementen is dalende, maar bevindt zich nog altijd op een relatief hoog niveau. Hiermee samenhangend bestaat het risico op laat of zelfs niet betalende afnemers, wat voor bedrijven soms tot een beduidend hoger dan verwachte schadepost kan leiden. Het risico op niet-betaling ontstaat wanneer bedrijven leveren op krediet. Het verkopen op krediet helpt een bedrijf vaak eerder aan business en biedt de mogelijkheid een duurzame relatie met de afnemer op te bouwen. Het leveren op krediet behelst echter ook een bepaald risico en legt beslag op schaars (werk)kapitaal. Uiteindelijk moet gemiddeld 2,2% van het uitstaande debiteurensaldo worden afgeschreven. Alleen al voor de verkopen binnen Nederland betekent dit op jaarbasis een niet geïnd bedrag van circa € 6 miljard. Aan exportzijde bedraagt dit naar schatting € 4 miljard.

Vliegticketverzekering lang niet altijd nodig

Vakantiegangers kunnen bij steeds meer online vliegticketaanbieders een verzekering afsluiten die uitkeert bij een faillissement van de luchtvaartmaatschappij. Zo’n garantie kan handig zijn, maar is lang niet altijd nodig.

Het is de nachtmerrie van elke vakantieganger. Het ticket naar Thailand is maanden geleden geboekt en een week voor vertrek gaat de luchtvaartmaatschappij failliet. Honderden euro’s gaan in rook op en wie op zo’n korte termijn een nieuwe vlucht wil boeken, betaalt de hoofdprijs.
.
Bij steeds meer partijen die online losse vliegtickets verkopen, kunnen reizigers een ticketgarantie of -verzekering afsluiten. Die vergoedt het ticket als de luchtvaartmaatschappij failliet gaat. In de meeste gevallen wordt een maximale schade van 1500 tot 2000 euro vergoed. Consumenten betalen meestal een vast bedrag van zo’n 6 à 7 euro voor de verzekering, ongeacht de prijs van het ticket.

De ticketverzekering is populair, zeggen reisbedrijven. Bij online reisbedrijf Travix, onder meer bekend van CheapTickets.nl, Vliegwinkel.nl en BudgetAir.nl, heeft ongeveer één op de vijf reizigers deze zomer zo’n garantie genomen. Bij CheapTickets.nl groeide het aantal reizigers dat voor een garantie kiest het afgelopen jaar met 25%.

woensdag 16 juli 2014

Ruim 12.000 mensen biechten vermogen op aan Belastingdienst

Ruim 12.000 mensen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hun verzwegen vermogen boetevrij te melden bij de fiscus. Dat kon tot 1 juli. Op de laatste dag meldden zich nog ruim 1.200 mensen.

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën is tevreden. “Veel mensen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om boetevrij vermogen aan te geven. Dat levert de Staat naar verwachting zo’n 900 miljoen euro op. Dit is een mooi resultaat dankzij de inspanningen van de Belastingdienst.”
Mensen die hun vermogen in binnen- of buitenland verborgen hadden voor de Belastingdienst konden van 2 september 2013 tot 1 juli van dit jaar gebruik maken van een versoepeling van de inkeerregeling. Deze regeling hield in dat zij geen boete hoefden te betalen over de ontdoken belasting. Uit ervaringscijfers van de afgelopen jaren blijkt dat het gemiddeld ingekeerde vermogen ca een half miljoen euro per persoon bedraagt. Dit bedrag levert een eenmalige extra belastingopbrengst op van ca 75.000 euro per persoon. Bij 12.000 inkeerders gaat het dan om 6 miljard euro ingekeerd vermogen en een opbrengst voor de schatkist van zo’n 900 miljoen euro. De exacte opbrengst is in de loop van volgend jaar bekend.

Bij de start van de versoepeling van de regeling meldden zich 20 mensen per dag. Tegen het nadere van de deadline liep dat aantal op tot ongeveer 200 mensen per dag. Op de laatste dag noteerde de fiscus ruim 1.200 inkeerders. Bijna 90% van het totaal aantal mensen dat hun vermogen inkeerde was ouder dan 50 jaar. De meest gehoorde reden om in te keren is dat mensen af willen van de steen in hun maag. Ook het feit dat landen (zoals Luxemburg en Zwitserland) hun bankgeheim opheffen of overgaan tot automatische gegevensuitwisseling is een reden voor mensen om gebruik te maken van de regeling.

Met ingang van 1 juli 2014 bedraagt de boete bij het inkeren van vermogens 30% van de ontdoken belasting. Vanaf 1 juli 2015 wordt deze boete verhoogd naar 60%. Mensen die zonder vrijwillig hun vermogen in te keren tegen de lamp lopen, riskeren een boete die kan oplopen tot 300%.

Pinnen in buitenland niet vanzelfsprekend

Met een goede voorbereiding kunnen consumenten grotendeels voorkomen dat ze in het buitenland zonder geld komen te zitten. Soms mislukt het echter toch, blijkt uit meldingen bij de Consumentenbond. Passen worden geweigerd of de opnamelimiet is erg laag, vooral buiten Europa. De Consumentenbond raadt reizigers aan om naast de bankpas ook een alternatief betaalmiddel - zoals een creditcard - mee te nemen.

Sinds 2013 blokkeren de meeste banken bankpassen voor gebruik buiten Europa. Consumenten die Europa verlaten, wordt aangeraden de dag voor vertrek de blokkade tijdelijk op te heffen. Welke landen onder Europa vallen verschilt vreemd genoeg per bank, zoals te lezen is bij 'Betalen in het buitenland'.

Banken als ING en Rabobank vermelden op hun website in welke landen er beperkingen gelden bij  geldautomaten. Bankklanten wordt aangeraden een nieuwe pas minimaal één keer in Nederland te gebruiken voor ze de grens over gaan. Meer tips en waarschuwingen staan in de Reisgids van juli 2014.

Buiten de eurozone is het voordeliger om geld op te nemen in de lokale munteenheid in plaats van in euro's, omdat banken vaak ongunstige wisselkoersen rekenen bij het omrekenen naar euro's. Reizigers kunnen daarom het beste kiezen voor geldopname of betaling in lokale valuta.

Binnen eurolanden is zowel betalen als geld opnemen met je betaalpas in principe gratis (Let op: geld opnemen met een creditcard is nooit gratis!). Van pinners in Duitsland krijgt de Consumentenbond echter nog regelmatig meldingen over kosten oplopend tot €6 per geldopname. Dit mogen banken vragen als zij dit ook bij hun eigen klanten doen, maar het moet wel duidelijk op de automaat vermeld staan.

Onderhandelingen belastingverdragen in 2014

De Nederlandse overheid onderhandelt voortdurend met andere landen over (nieuwe) belastingverdragen. In het overzicht dat ieder kwartaal door het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gepubliceerd, staan de landen genoemd waarmee op dit moment onderhandelingen lopen.

Nederland zal nieuwe gesprekken aangaan met België, Canada en Bulgarije. Doel van de onderhandelingen is een nieuw of gewijzigd belastingverdrag. Een dergelijk verdrag omvat enerzijds afspraken die moeten voorkomen dat bedrijven of burgers dubbel belasting betalen en anderzijds voorkomen dat er geen belasting wordt betaald. Dit wordt bewerkstelligd door de heffingsrechten tussen Nederland en het desbetreffende andere land te verdelen.

Op 30 augustus 2013 heeft het kabinet aangekondigd om 23 ontwikkelingslanden waarmee Nederland een belastingverdrag heeft, of waarmee onderhandelingen lopen, aan te bieden om anti-misbruikmaatregelen in die verdragen op te nemen. Het gaat om de volgende landen: Bangladesh, Egypte, Ethiopië, Filippijnen, Georgië, Ghana, India, Indonesië, Kenia, Kirgizië, Malawi, Marokko, Moldavië, Mongolië, Nigeria, Oeganda, Oekraïne, Oezbekistan, Pakistan, Sri Lanka, Vietnam, Zambia en Zimbabwe. Voor het eind van 2014 zal met deze landen contact zijn gelegd. Indien het onderhavige belastingverdrag verouderd is, bestaat tevens de mogelijkheid dat modernisering van het belastingverdrag aan de orde komt.

Ondernemers en burgers die beschikken over fiscale informatie die van belang kan zijn voor de lopende of voorgenomen onderhandelingen kunnen schriftelijk contact opnemen met het Ministerie van Financiën (Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen, Afdeling Internationale Zaken, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag). Het ministerie kan die informatie vervolgens betrekken bij de onderhandelingen. Met het oog op het onderhandelingsprogramma voor de komende jaren is fiscale informatie over andere landen ook welkom.

dinsdag 15 juli 2014

ABN AMRO: Kwart toename aantal verstrekte hypotheken in Q2

ABN AMRO constateert een verder herstel van de woningmarkt. In het tweede kwartaal van 2014 nam het aantal verstrekte hypotheken met 23% toe ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

In het totaal verstrekte de bank voor 1,92 miljard euro aan hypotheken in het tweede kwartaal van dit jaar. In dezelfde periode in 2013 was dit 1,56 miljard.

Voor Q3 verwacht ABN AMRO een stijging in de hypotheekverstrekking, omdat de bank in het tweede kwartaal een stijging zag in de hypotheekaanvragen. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2013 nam het aantal hypotheekoffertes voor de belangrijkste hypotheekmerken van ABN AMRO met 93% toe.

Nervositeit op de financiële markten weer toegenomen

Beleggers reageerden de afgelopen week nerveus op een aantal tegenvallende economische ontwikkelingen. Daarnaast trokken problemen bij de Portugese bank Espirito Santo de aandacht. De nervositeit leidde tot koersdalingen op nagenoeg alle mondiale aandelenmarkten ten opzichte van de hoge (soms record)standen die vorige week nog werden bereikt.

Op de obligatiemarkten stegen – met uitzondering van de Europese periferie – de koersen. Dit was enerzijds de gebruikelijke reactie bij beleggers die de veilig geachte havens opzoeken en anderzijds het gevolg van een paar tegenvallende economische cijfers. Een voorbeeld daarvan was de daling van de Duitse industriële productie in mei (met bijna 2% ten opzichte van april), nadat in de voorgaande week was gebleken dat ook de industriële orders een gevoelige daling hadden ondergaan. Ook de woorden van ECB-president Mario Draghi dat een opkoopprogramma van obligaties in de eurozone tot de mogelijkheden blijft behoren, speelt een rol bij de daling van de obligatierentes tot historisch lage niveaus.

DNB wordt nationale afwikkelingsautoriteit

De minister van Financiën stelt voor DNB aan te wijzen als afwikkelingsautoriteit voor banken in Nederland. Deze nieuwe verantwoordelijkheid sluit aan bij de bestaande taken en deskundigheid van DNB. De organisatie van DNB wordt op een aantal punten aangepast om de onafhankelijkheid van deze afwikkelingstaak te waarborgen.

Wereldwijd hebben overheden tijdens de crisis steun aan banken moeten verlenen. Het faillissement van een grote, internationaal actieve bank zou onaanvaardbare risico’s met zich meebrengen voor de financiële stabiliteit en economie. Instrumenten om banken ordelijk af te wikkelen waren niet voorhanden. Het is dan ook van belang dat specifieke afwikkelingsautoriteiten worden opgericht, die toegerust met geloofwaardige instrumenten en bevoegdheden tijdig en slagvaardig kunnen ingrijpen in een falende instelling.

Tegen deze achtergrond vinden nu fundamentele veranderingen plaats, die de komende tijd van kracht worden. Zo moet op 1 januari 2015 de richtlijn over herstel en afwikkeling van banken (Bank Recovery and Resolution Directive, BRRD) zijn geïmplementeerd in nationale wetgeving. De BRRD verplicht tot het opstellen van herstel- en afwikkelingsplannen en geeft de EU-lidstaten instrumenten voor de afwikkeling van banken. Vanaf dezelfde datum treedt de verordening over het Europese afwikkelmechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM) stapsgewijs in werking. Het SRM regelt de besluitvorming over afwikkeling van banken binnen de bankenunie. Aan het begin van 2016 wordt de besluitvorming over de afwikkeling van de grootste, grensoverschrijdende banken naar Europees niveau getild, met één centrale afwikkelingsautoriteit (die wordt bestuurd door de Single Resolution Board, SRB).

In het kader van deze institutionele veranderingen moeten nationale afwikkelingsautoriteiten worden aangewezen. Deze autoriteiten nemen zitting in de SRB en zullen in die hoedanigheid deelnemen aan besluitvorming over de afwikkeling van Nederlandse grootbanken (of van in Nederland gevestigde onderdelen van een buitenlandse bank). Daarnaast worden zij verantwoordelijk voor de uitvoering van besluiten van de SRB en voor de afwikkeling van de nationale, kleinbanken. Zo zal de afwikkelingsautoriteit afwikkelingsplannen voor deze instellingen gaan opstellen, beoordelen of de instelling moet worden afgewikkeld en besluiten over de inzet van afwikkelingsinstrumenten.

De minister stelt voor om deze afwikkelingstaak aan DNB toe te wijzen, vanwege de synergiën met de andere DNB taken. Zo waarborgt het beleggen bij DNB een nauwe en effectieve samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de afwikkelingsautoriteit en de toezichthouder. De inzichten uit het toezicht zijn relevant voor de afwikkelingsfunctie, vanwege de specifieke kennis over de individuele instellingen. Voorts kan zo de bestaande deskundigheid van DNB met betrekking tot het opstellen van herstel- en afwikkelingsplannen voor banken en ten aanzien van crisismanagement worden benut. Door deze synergievoordelen is aanwijzing van DNB kostenefficiënt en kan in “vredestijd” worden volstaan met een kleine divisie, die in crisistijd soepel kan uitbreiden. Door deze opzet is het niet nodig dat een separate autoriteit wordt opgericht, in een tijd waarin reeds twee nieuwe Europese autoriteiten voor toezicht op en afwikkeling van banken van start gaan.

De BRRD schrijft voor dat de nationale afwikkelingsautoriteit onafhankelijk moet zijn. Dit is ook relevant in de bankenunie, waarbij nationale autoriteiten bevoegd blijven voor zowel toezicht op als afwikkeling van kleinere instellingen. Onafhankelijkheid borgt dat de doelstellingen van de verschillende taken helder blijven, bijvoorbeeld in de afweging van maatregelen voor probleembanken. De voorbereiding en uitvoering van afwikkelingstaken worden hiertoe belegd bij een aparte divisie binnen DNB die op enige afstand staat van het toezicht.

Om binnen DNB onafhankelijke besluitvorming te borgen, zal in een aantal aanvullende regelingen worden voorzien. Zo wordt de afwikkelingstaak toebedeeld aan een directielid die niet tevens eerstverantwoordelijk is voor het toezicht op banken, financiële stabiliteit of monetair beleid. Hoewel bij besluitvorming binnen DNB de directie op basis van consensus besluit, kan de directeur afwikkeling bij belangrijke afwikkelingsbesluiten (waaronder de vaststelling van de hoeveelheid bail-inbare instrumenten die een instelling moet aanhouden) de beslissende stem uitbrengen.

In het wettelijke mandaat dat de minister voornemens is aan de Tweede Kamer voor te leggen, zal worden bepaald dat bij de uitvoering van de afwikkelingstaak het beroep op publieke middelen in beginsel moet worden vermeden. Alleen indien het noodzakelijk is om de andere afwikkelingdoelstellingen te verwezenlijken, zoals het waarborgen van financiële stabiliteit, is een beroep op publieke middelen in ultimum mogelijk.

maandag 14 juli 2014

KPMG: 'Aantal vermogensbeheerders zal in 2030 gehalveerd zijn'

Het aantal vermogensbeheerders dat op dit moment wereldwijd actief is, zal over vijftien jaar gehalveerd zijn. De daling is een gevolg van het feit dat in het jaar 2030 het profiel van de gemiddeld klant van de vermogensbeheerder er volledig anders uitziet, van de opkomst van nieuwe technologieën en van het toenemend gebruik van het internet door de klant. In het onderzoeksrapport 'Investing in the future' geeft KPMG een beeld van de toekomst van het wereldwijde vermogensbeheer.

"De belangrijkste verandering die op de vermogensbeheerder afkomt is dat hij te maken krijgt met een jonger en meer divers klantenbestand, dat de eigen verantwoordelijkheid gaat nemen voor de oudedagvoorziening en dus minder aan de vermogensbeheerder over laat", zegt Roel Menken, partner bij KPMG en specialist op het gebied van vermogensbeheer.

Menken: "In 2030 zal de generatie X, mensen geboren tussen 1961 en 1980, met pensioen gaan, en zullen nieuwe generaties zich aandienen, generaties die aanzienlijk verschillen van de huidige. Bovendien zal het vermogen van de nieuwe middenklasse in met name de opkomende markten dan zeer omvangrijk zijn. Ontwikkelingen die het wereldwijde vermogensbeheer drastisch zullen hervormen en gaan zorgen voor de grootste shake-up in de sector ooit."

Het onderzoek van KPMG signaleert dat het er in de toekomst niet langer om gaat dat vermogensbeheerders díe klanten aan zich binden die over voldoende kapitaal beschikken en ook bereid zijn om dat geld te investeren.

Menken: "De vermogensbeheerder van de toekomst moet werken aan een relatie met klanten die in feite bij de wieg begint en bij het graf eindigt, klanten die in toenemende mate uit alle geledingen van de bevolking komen en bovendien steeds jonger zijn. Daarnaast zullen ze er rekening mee moeten houden dat bij deze relatief jonge groep investeerders de vrouw een steeds grotere vinger in de pap heeft en vaker bepaalt wat er met het vermogen van het gezin gebeurt.

Menken constateert dat de technologie een belangrijke rol speelt bij de toekomst van de sector. Menken: "De behoeften en verwachtingen van de klant zullen er over vijftien jaar totaal anders uitzien. Zij zullen een steeds grotere behoefte hebben aan maatwerk als het gaat om informatie en advies. Bovendien zal de klant van de toekomst in toenemende mate online zaken willen doen in plaats van een persoonlijk gesprek. Vermogensbeheerder zullen dan ook op zoek moeten naar een technologie die hen in staat stelt de klant beter te begrijpen en in te spelen op zijn behoefte.

 Zo hebben vermogensbeheerders nog een lange weg te gaan als het gaat om het gebruik van big data, de informatie die als gevolg van het toenemende gebruik van sociale netwerken en multimedia door consumenten beschikbaar komt. De bedrijven investeren weliswaar veel geld in informatietechnologie, maar de aandacht gaat onvoldoende uit naar het scheppen van een IT-omgeving die tegemoet komt aan de behoeften van morgen."

Volgens KPMG bieden alle veranderingen aanzienlijke mogelijkheden voor nieuwe spelers op de markt en zal bovendien een vloedgolf van fusies en overnames op gang komen. Menken: "Nieuwe spelers hebben geen last van verouderde systemen en kunnen heel snel een concurrent van formaat worden als zij er ook in slagen om bijvoorbeeld het gebruik van big data in te passen in hun strategie. Het valt dan ook niet uit te sluiten dat een aantal trusted brands, zoals Google en Apple, zich op de markt begeeft. Als geen ander bedrijf hebben zij aantrekkingskracht op een breed en jong publiek en zijn zij in staat om in korte tijd veel van deze nieuwe klanten aan zich te binden."

Beveiligd huis kan premie schelen

De schade door een inbraak kan behoorlijk in de papieren lopen. Met de juiste maatregelen komen inbrekers een stuk minder snel binnen. En wie zijn huis goed beveiligt, kan soms korting krijgen op de inboedelverzekering.

Het is een domper op vakantievreugde. Ineens komt er een bericht of telefoontje van de buren: er is ingebroken. Sieraden weg, stereo weg en braakschade aan ramen en de deuren. Dan is het te hopen dat de inboedelverzekering uitkeert. Maar dat exclusieve schilderij en die onvervangbare broche van oma komen natuurlijk nooit meer terug.
.
Het ministerie van Veiligheid en Justitie meldt dat het aantal inbraken in de eerste helft van 2014 met 15% is gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar het neemt niet weg dat er in 2013 nog altijd bijna 90.000 inbraken werden gepleegd.

vrijdag 11 juli 2014

AFM publiceert reacties op oproep om mee te denken met de Agenda 2015

Op de oproep om input te leveren op de AFM-agenda 2015 zijn ruim 40 reacties binnengekomen. Ze zijn afkomstig van een breed scala aan partijen, van onafhankelijke adviseurs en koepelorganisaties tot consumenten. De AFM ziet de opmerkingen als waardevolle input voor het opstellen van de plannen voor 2015.

Belangrijke punten die vaker terugkomen zijn zorgvuldige afsluiting van dossier over beleggingsverzekeringen, de neveneffecten van het provisieverbod en het belang van duidelijke communicatie over pensioenen. Op het gebied van kapitaalmarkten wordt onder meer aandacht gevraagd voor het beijveren van gestroomlijnde rapportageverplichtingen die voortvloeien uit de verschillende Europese wetgevingstrajecten zoals EMIR en MiFID II.

Zes partijen gaven aan dat hun reactie niet mocht worden gepubliceerd. De AFM publiceert half oktober de voorlopige plannen voor 2015. Ook hierop kunt u dan uw reactie geven.

donderdag 10 juli 2014

'Belangrijk dat banken eigen gedragsregels opstellen'

Ter ondersteuning van de publieke consultatie van het pakket ‘Toekomstgericht bankieren’ heeft de Nederlandse Vereniging van Banken onderzoek laten doen onder een representatieve groep Nederlanders. Op factoren als betrouwbaarheid, duidelijkheid, service en stabiliteit worden banken positief beoordeeld, zo blijkt uit het onderzoek van TNS NIPO. Verbeterpunten zijn het beloningsbeleid, klantgerichter werken en transparanter werken.

Nederlanders hechten meer waarde aan de impact van tuchtrecht (58%) dan aan de bankierseed (36%). Een meerderheid van de ondervraagden (56%) vindt het belangrijk dat banken hun eigen gedragsregels opstellen zodat medewerkers en samenleving weten waar ze aan toe zijn. NVB-voorzitter Chris Buijink: ‘Wij zien deze percentages als een steun in de rug maar er is onmiskenbaar nog veel te doen.’

Het pakket ‘Toekomstgericht bankieren’ bevat gedragsregels die zijn afgeleid van de bankierseed en het tuchtrecht die vanaf 1 januari a.s. voor alle medewerkers van banken gaan gelden. De uitkomsten van het onderzoek van TNS NIPO worden bij de verwerking van de resultaten van de consultatie betrokken.
Maatschappelijk statuut

De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) gebruikt de komende maanden om de resultaten van de publieke consultatie te verwerken. ‘Toekomstgericht bankieren’ bestaat naast de gedragsregels voor bankiers uit het maatschappelijk statuut en de vernieuwde Code Banken en wordt na de zomer definitief vastgesteld en gepubliceerd.

In april en mei kon het publiek via de website van de NVB op het pakket reageren. Ruim 2200 mensen hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, waarvan 2000 via het particuliere initiatief www.verteljebankdewaarheid.nl. Ook een twintigtal maatschappelijke organisaties, waaronder de Consumentenbond, heeft een reactie gegeven.

woensdag 9 juli 2014

ABN AMRO introduceert site voor intermediairs

ABN AMRO introduceert een nieuwe site voor intermediairs. De site bevat een open deel dat voor iedereen toegankelijk is en een gesloten deel dat alleen toegankelijk is voor intermediaire relaties van de bank.

Het open deel van intermediair.abnamro.nl bevat onder meer een overzicht van actuele hypotheekrentes, nieuws en voorwaarden voor samenwerking. Het gesloten deel biedt tools en systemen voor klantbediening. Het blijft overigens mogelijk om met behulp daarvan elke hypotheekklant van ABN AMRO te bedienen, ook als deze klant niet eerder bij de betreffende intermediair is geweest. Daarnaast is er binnen het gesloten deel maatwerk informatie voor  de intermediair en zijn klanten te vinden, zoals diverse rapportages, werknemersarrangementen en gegevens van contactpersonen. Uiteraard is daarbij de beveiliging van de gegevens van klanten en van intermediairs gewaarborgd; de bank hanteert zeer strikte beveiligingsprotocollen die voldoen aan wet- en regelgeving.

Joan Berger, directeur Intermediaire Verkoop ABN AMRO: ‘De bank investeert in systemen en informatiebronnen die de intermediair nodig heeft bij zijn bedrijfsvoering en advisering. Met de lancering van deze nieuwe site onderstreept ABN AMRO het belang van het intermediaire kanaal voor haar distributiestrategie en klantbediening.’

Aegon neemt onna-onna over

Aegon is nu volledig eigenaar van onna-onna, bemiddelaar in verzekeringen voor vrouwen. Aegon heeft op 30 juni alle aandelen verworven in Newdutch BV, het bedrijf achter onna-onna. In september 2011 had Aegon al vijftig procent van de aandelen van de oprichters gekocht.

Met deze transactie verandert er verder niets voor onna-onna. Het bedrijf blijft zelfstandig opereren vanuit zijn locatie in Amsterdam en werkt verder aan het uitbouwen van het bedrijf. De klanten en werknemers van onna-onna ondervinden geen gevolgen van de aandelenkoop. De volledige overname van onna-onna was bij de aandelenkoop in 2011 al voorzien.

Onna-onna is een verkoop- en serviceorganisatie die zich primair richt op de doelgroep vrouwen. Opgericht in 2008 als bemiddelaar in autoverzekeringen voor vrouwen. Na een aantal jaren is het assortiment uitgebreid met andere schadeverzekeringen. Distributie gaat met name via www.onna-onna.nl en via Independer, ondersteund door een call center. Hoge kwaliteit en uitstekende service vormen het uitgangspunt in de dienstverlening.

Onna-onna is een van de ventures van Aegon. Andere ventures zijn Facebook-verzekeraar Kroodle, online-bank Knab en hypotheekadviseur eyeOpen.

dinsdag 8 juli 2014

Financiële sector ziet effectiviteit AFM toenemen

Zakelijke marktpartijen oordelen positiever over de effectiviteit van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Ruim vier op de tien respondenten van financiële instellingen is positief hierover, tegenover 29 procent in 2011. Zij bevestigen het belang van de door de AFM ingezette koers om structureel in dialoog te zijn met de markt over prioriteiten in het toezicht en de wijze waarop. Hier valt in hun ogen nog winst te behalen. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO onder ruim tweeduizend zakelijke stakeholders waarbij de respondenten medewerkers zijn van onder toezicht staande instellingen.

Voorzitter Merel van Vroonhoven van de AFM: “De AFM houdt structureel de vinger aan de pols voor wat betreft het eigen functioneren, onder meer door onderzoeken. Het is fijn om te bemerken dat stakeholders ervaren dat onze effectiviteit toeneemt. Het commentaar van de markt biedt goede aanknopingspunten voor verdere verbetering van de uitvoering van ons toezicht.”

De AFM blijft dan ook aandacht geven aan de kritiekpunten van zakelijke marktpartijen die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. De toezichthouder moet nog meer inzicht geven in haar prioriteiten en effecten, en beter laten zien dat ze de markt begrijpt, zo geven de respondenten aan. De AFM wil die punten adresseren door onder meer op alle niveaus in gesprek te zijn met marktpartijen, input te vragen op haar plannen voor 2015 en werkbezoeken en praktijkdagen te organiseren in de sector.

De AFM onderzoekt ook de ervaringen van consumenten. Van Vroonhoven: ‘’Die blijven heel kritisch over de ontwikkelingen in de financiële sector. Door effectief toezicht te houden dragen wij bij aan een gerechtvaardigd vertrouwen in de financiële sector. Vergroten van gerechtvaardigd vertrouwen is in de eerste plaats een taak van banken, verzekeraars en financieel adviseurs, maar ook de AFM speelt daarbij vanzelfsprekend een rol.’’

Uit de meest recente zakelijke meting blijkt dat handelsplatformen het meest positief (75 procent) zijn over de effectiviteit van de AFM. Gevolgd door banken (54 procent) en beursgenoteerde ondernemingen (52 procent). Accountantsorganisaties – vooral kleinere kantoren – zijn het minst positief (32 procent). Het is de enige groep die de effectiviteit van de AFM minder waardeert dan twee jaar geleden, het aandeel ontevreden respondenten steeg van een op de tien naar een op de vijf. Zij zijn samen met adviseurs en bemiddelaars (38 procent positief) de meest kritische stakeholders. Van alle respondenten is ongeveer een op de tien negatief en vier op de tien is neutraal over de effectiviteit van de AFM.
effectiviteit-afm-13

Merel van Vroonhoven: “We zijn tevreden dat het oordeel over de effectiviteit van ons toezicht is gestegen. Vooral omdat ons toezicht is gericht op het behalen van een zo groot mogelijk effect. We passen ons toezicht steeds opnieuw aan om in te spelen op veranderende omstandigheden.” De AFM legt bijvoorbeeld meer de nadruk op activiteiten die normconform gedrag bevorderen. Te denken valt aan de rol van oriëntatiepunt bij de introductie van nieuwe wetgeving.

Stakeholders die persoonlijk contact hebben (gehad) met de AFM, hebben vaker een positief oordeel over de AFM. Het onderzoek toont dan ook het belang aan om in gesprek te blijven met marktpartijen. Om te bespreken of wat we doen effectief is, onze prioriteiten toe te lichten en om feedback te krijgen. We doen dat op alle niveaus, met individuele gesprekken, via seminars, rondetafelgesprekken of bijvoorbeeld via het Ondernemersloket en het Adviserend Panel.

De AFM slaagt er daarnaast nog beter dan twee jaar gelden in om haar stakeholders te bereiken via de website of interviews. Marktpartijen waarderen vooral de digitale nieuwsbrieven van de AFM, zeven van de tien lezers vinden deze nieuwsbrieven (zeer) goed.

maandag 7 juli 2014

Constructieve dialoog bankiers-wetenschappers

Op donderdag 3 juli vond bij de Nederlandse Vereniging van Banken een constructieve dialoog plaats tussen bankbestuurders, economen en betrokken deskundigen over de kapitalisatie van banken op weg naar Europees Toezicht. De bijeenkomst was zo constructief dat er een vervolgbijeenkomst gepland wordt rond de bekendmaking van de uitkomsten van de Asset Quality Review (AQR) en de stresstesten van banken door de ECB (dat is rond 17 oktober).

AFM waarschuwt voor zes nieuwe boiler rooms

Beleggers moeten oppassen voor zes nieuwe (vermoedelijke) boiler rooms, waarvoor de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in het tweede kwartaal van dit jaar heeft gewaarschuwd. Beleggers moeten niet ingaan op het aanbod van deze frauduleuze partijen.

Een boiler room is een verzamelnaam voor personen en organisaties die met behulp van gehaaide verkopers naar potentiële beleggers bellen om ze over te halen te investeren in waardeloze of nepaandelen. Beleggers worden onder grote druk gezet om geld naar het buitenland over te maken. Boiler rooms gebruiken vaak betrouwbaar ogende websites. Soms gebruiken ze namen die lijken op die van een bekende financiële organisatie.

Om consumenten te wijzen op specifieke boiler rooms gebruikt de AFM waarschuwingslijsten. Een onderzoek van de toezichthouder zelf kan leiden tot zo’n waarschuwing. Ook neemt de AFM waarschuwingen over van buitenlandse toezichthouders. In het tweede kwartaal van 2014 is er gewaarschuwd voor de volgende partijen:
TJB Trading
 Deze partij benadert consumenten met het aanbod aandelen te kopen. Diverse buitenlandse toezichthouders hebben ervoor gewaarschuwd en manen beleggers niet met TJB Trading in zee te gaan.


Lansley Everett and Moore LLC 
Deze partij benadert consumenten met het aanbod om aandelen Accupoll Holding Corp. van hen over te nemen.


Century Direct Group Ltd
Deze partij benadert consumenten met het aanbod om aandelen Solamon Energy Corp. te kopen en hierbij als ‘broker’ namens de consument op te treden. Century Direct Group Ltd werkt mogelijk samen met Davis Ward & Beck Partners LLC.


Davis Ward & Beck Partners LLC
Deze partij benadert consumenten met het aanbod om aandelen Solamon Energy Corp die in het bezit van deze consumenten tegen betaling over te nemen. Hiervoor moeten de aandelen wel uit een zogenaamd depositie worden vrijgemaakt door middel van de betalingen van een ‘restriction fee’ aan Davis Ward & Beck Partners LLC. Davis Ward & Beck Partners LLC werkt mogelijk samen met Century Direct Group Ltd.


GMO Global
Toezichthouders in Hong Kong en Japan hebben voor deze partij gewaarschuwd.


Daido Holdings Group
Daido Holdings Group benadert consumenten met het aanbod aandelen te kopen. De toezichtautoriteit in Japan waarschuwt voor de frauduleuze praktijk van ‘cold calling’, waarbij beleggers ongevraagd worden benaderd met het aanbod te beleggen in financiële producten als aandelen.

vrijdag 4 juli 2014

Stichting redt e-Gulden van ondergang

De nieuwe Stichting Electronic Gulden Foundation neemt de begeleiding van de Nederlandse crypto valuta Electronic Gulden over van de initiatiefnemers. De uitrol van de crypto valuta liep volgens de stichting niet helemaal naar wens.

In april werd e-Gulden, een alternatief voor de euro voor de Nederlandse burger, via de nationale media aan het Nederlandse publiek voorgesteld. Publicitair was de introductie een groot succes, maar er kwam een kink in de kabel. Bij de initiatiefnemers konden pakketjes van vijftig e-Guldens per Nederlander worden aangevraagd. De andere helft zou dan door het elektronische ‘minen’ van e-Guldens in omloop worden gebracht. Van de 10,5 miljoen e-Guldens is slechts een klein deel daadwerkelijk uitgekeerd.

Ministerie van Financiën legt nieuwe regels over bescherming derivatenbeleggers aan markt voor

Het ministerie van Financiën vraagt marktpartijen om te reageren op het concept wetsvoorstel voor de Wijzigingswet Financiële Markten 2016. Een belangrijk onderdeel van dit wetsvoorstel is een regeling voor de bescherming van derivatenbeleggers bij faillissement van een bank of beleggingsonderneming.

In de huidige situatie lopen beleggers in derivaten – in vergelijking tot beleggers in aandelen en/of obligaties – een hoger risico in een dergelijke situatie. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft zich in de afgelopen jaren sterk gemaakt voor een beschermingsregeling van deze categorie beleggers. Het indienen van reacties is mogelijk tot 13 augustus 2014.

Financiële instellingen toetsen nieuwe klanten voor FATCA

Financiële instellingen gaan vanaf 1 juli 2014 voor nieuwe klanten vaststellen of zij mogelijk belastingplichtig zijn in de V.S. Dit is een voortvloeisel van de overeenkomst tot uitwisseling van gegevens die het ministerie van Financiën 18 december 2013 sloot met de Amerikaanse overheid. Aanleiding hiervoor is de Amerikaanse belastingwet, Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA).

Deze wetgeving is bedoeld om ervoor te zorgen dat Amerikaans belastingplichtigen, die buiten de Verenigde Staten tegoeden aanhouden, correct belastingaangifte doen bij de Amerikaanse belastingdienst, de IRS.

Nieuwe klanten kan gevraagd worden een formulier in te vullen waaruit moet blijken of de klant een US Person is. Meer informatie over dit formulier vindt u in het blok aan de rechterzijde op deze pagina (Self Certification formulieren).

 Indien uw bank heeft vastgesteld dat u een U.S. person bent, worden uw gegevens verstrekt aan de Nederlandse belastingdienst, die deze doorgeeft aan de IRS.

Wanneer bent u een US Person?

Wanneer u belastingplichtig bent, betekent dit dat u aangifte moet doen. Of u belasting moet betalen is onder andere afhankelijk van het belastingverdrag tussen Nederland en de V.S. of bijvoorbeeld uw inkomen. De IRS omschrijft een Amerikaans belastingplichtige als een US Person. U wordt mogelijk door uw bank benaderd als een of meerdere van de onderstaande situaties op u van toepassing is/zijn:
•U heeft een Amerikaans paspoort
•U woont in de V.S.
•U bent geboren in de V.S.
•U heeft een Amerikaans woon-, postadres of telefoonnummer
•U maakt periodiek geld over naar de V.S.
•U heeft een gevolmachtigde met een Amerikaans adres
•U heeft een Per Adres (P/A) in de V.S.
•Ook organisaties kunnen een US Person zijn, bijvoorbeeld wanneer ze zijn gevestigd in de V.S. of zijn opgericht naar Amerikaans recht.

Volgens de Amerikaanse belastingdienst, de IRS, lopen de V.S. jaarlijks veel geld aan belastinginkomsten mis, doordat belastingplichtigen geen of onvolledig aangifte doen. Een groot deel daarvan schrijft de IRS toe aan Amerikanen die buiten de V.S. wonen of daar bezittingen hebben. Daarom is de Amerikaanse wet FATCA in het leven geroepen.

De NVB publiceerde al eerder informatie op haar website om klanten die mogelijk Amerikaans belastingplichtig zijn te informeren.


donderdag 3 juli 2014

Helft verzekeraars doet niets voor eerlijke toegang tot medicijnen

De helft van de 10 grootste verzekeraars in Nederland doet niets om de toegang van armen tot geneesmiddelen te bevorderen. Alle 10 verzekeraars investeren wel voor in totaal Euro 29,7 miljard (waarvan Euro 5,2 miljard voor eigen rekening) in 20 grote farmaceutische bedrijven die hierin het verschil kunnen maken. Aegon, Allianz, ASR, Generali en Legal & General hebben op geen enkele wijze kunnen aantonen dat zij de VN 'Mensenrechten Richtlijnen voor Farmaceutische Bedrijven in relatie tot Toegang tot Medicijnen' toepassen in hun beleggingsbeleid. Achmea, ING en SNS Reaal hebben aan de Eerlijke Verzekeringswijzer toegezegd om hun beleid ten aanzien van toegang tot geneesmiddelen in het komende jaar te verbeteren. Dat blijkt uit het tweede praktijkonderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer.

Het onderzoek richtte zich op de keuzes die de grootste levensverzekeraars in Nederland maken bij hun investeringen in grote internationale farmaceutische bedrijven. Onderzocht is of de score van de farmaceutische bedrijven op de Access to Medicine Index meetelt in de investeringsbeslissingen van verzekeraars.

'Het recht op noodzakelijke medicijnen is vastgelegd in internationaal recht, zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het juridisch bindende VN-verdrag voor Economische, Sociale en Culturele Rechten. Maar voor een derde van de wereldbevolking is dat recht niet vanzelfsprekend. Je zou verwachten dat alle verzekeraars die investeren in farmaceutische bedrijven zich actief houden aan VN-verdragen en richtlijnen voor betere toegang tot geneesmiddelen, maar dat is niet zo', aldus Peter Ras van de Eerlijke Verzekeringswijzer.

Het praktijkonderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer richtte zich specifiek op levensverzekeraars omdat zij over de lange termijn beleggen en als aandeelhouders invloed kunnen uitoefenen op de bedrijven waarin zij investeren. De onderzochte (moeder-)bedrijven zijn ING, Achmea, SNS Reaal, ASR, Delta Lloyd, Aegon, Allianz, APG Loyalis, Legal & General en Generali. Per thema en per sector krijgen de verzekeraars een rapportcijfer voor hun investeringsgedrag. Deze scores kunnen oplopen van 1 (zeer slecht) tot 10 (uitstekend).

Geen enkele verzekeraar blijkt bij voorkeur te investeren in farmaceutische bedrijven die goed scoren op de Access to Medicines Index. Achmea kondigde tijdens dit onderzoek wel aan dat zij het Access to Medicines Investor Statement zal ondertekenen. APG, Delta Lloyd en SNS Reaal deden dit al. Achmea en SNS Reaal hebben aangetoond dat zij farmaceuten hebben aangesproken op het belang van betere toegang tot medicijnen.

Vijf verzekeraars, Aegon, Allianz, ASR, Generali en Legal & General hebben op geen enkele wijze aangetoond dat zij farmaceuten aanspreken op het belang van verbeterde toegang tot medicijnen én hebben geen formele toezegging gedaan om hun beleggingsbeleid ten aanzien van de toegang tot medicijnen voor arme bevolkingsgroepen te verbeteren.

'Uit dit praktijkonderzoek blijkt dat verzekeraars nog veel kunnen verbeteren in de toepassing van hun mensenrechtenbeleid in hun beleggingen', zo stelt Ras. 'Hoeveel een verzekeraar belegt in een farmaceut blijkt vooral af te hangen van de beurswaarde van een bedrijf en niet zozeer of dit bedrijf zich ook aan VN-richtlijnen houdt om de armsten te helpen. Enkele verzekeraars laten zien dat ze wel stappen zetten om toegang tot medicijnen te bevorderen; laten de andere verzekeraars daar een voorbeeld aan nemen.'

Consumenten kunnen op eerlijkeverzekeringswijzer.nl informatie vinden over het maatschappelijk beleid van de (moederbedrijven van de) top tien van levensverzekeraars in Nederland. Zij kunnen zien hoe hun verzekeraar scoort op diverse duurzaamheidsthema's en deze ook aanschrijven om commentaar te geven.