Een meerderheid van de consumenten die een hypotheek afsluiten, kiest ervoor geen serviceabonnement te nemen. Eén op de vijf recente hypotheeksluiters heeft een dergelijk abonnement wel afgesloten. Bij een nieuwe hypotheek biedt een financiële adviseur in de helft van de gevallen een serviceabonnement aan.
Dat blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder 323 consumenten die tussen november 2013 en april 2014 een hypotheek hebben afgesloten. Het marktonderzoek is uitgevoerd door GfK Panel Services.
Sinds de invoering van het provisieverbod voor complexe financiële producten bieden steeds meer financiële dienstverleners serviceabonnementen aan. De klant betaalt dan periodiek, bijvoorbeeld maandelijks, voor bepaalde dienstverlening.
De belangrijkste reden om een serviceabonnement te sluiten is het ‘veilige gevoel’. Een derde van de consumenten die een serviceabonnement nemen, noemt als belangrijkste reden dat het goedkoper is dan op een later moment een adviseur apart betalen voor bepaalde dienstverlening.
Consumenten die geen abonnement hebben genomen, zijn van plan om een adviseur pas te betalen als ze van zijn diensten gebruikmaken. Anderen zeggen geen advies nodig te hebben en zelf aan de slag te gaan. In sommige gevallen maken diensten voor de nazorg deel uit van de advieskosten die consumenten hebben betaald bij het afsluiten van een hypotheek.
Ten opzichte van de vorige meting is men nu stelliger over de toegevoegde waarde van een serviceabonnement: In het najaar 2013 was bijna de helft neutraal over de toegevoegde waarde of wist men het niet. In de meting van voorjaar 2014 is dit ruim een derde. Bijna 30 procent ziet wel de toegevoegde waarde van een serviceabonnement (23 procent in 2013) en 34 procent ziet geen toegevoegde waarde (28 procent in 2013). Logischerwijs ziet een overgrote meerderheid van de afsluiters wel meerwaarde in een serviceabonnement.
Uit eerder onderzoek van de AFM blijkt dat het merendeel van de financiële dienstverleners op een goede manier omgaat met het aanbieden van serviceabonnementen. Zij bieden hun klanten abonnementen aan met relevante dienstverlening en brengen geen dubbele kosten in rekening aan klanten die in het verleden al provisie hebben betaald of nog steeds betalen. Wel is in de helft van de gevallen de informatieverstrekking over abonnementen onduidelijk.
In het consumentenonderzoek zeggen zeven op de tien consumenten die een serviceabonnement hebben afgesloten, vooraf te zijn geïnformeerd over prijs en inhoud van de dienstverlening. Een op de vijf is niet tijdig geïnformeerd, vergelijkbaar met de najaarsmeting van 2013.
Op 31 mei 2014 heeft de AFM de uitkomsten van het onderzoek gepubliceerd. Michiel Denkers heeft de resultaten toen toegelicht in het TV-programma Kassa. Op de consumentenwebsite van de AFM zijn veelgestelde vragen over nazorg en service-abonnementen te vinden.
Dat blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder 323 consumenten die tussen november 2013 en april 2014 een hypotheek hebben afgesloten. Het marktonderzoek is uitgevoerd door GfK Panel Services.
Sinds de invoering van het provisieverbod voor complexe financiële producten bieden steeds meer financiële dienstverleners serviceabonnementen aan. De klant betaalt dan periodiek, bijvoorbeeld maandelijks, voor bepaalde dienstverlening.
De belangrijkste reden om een serviceabonnement te sluiten is het ‘veilige gevoel’. Een derde van de consumenten die een serviceabonnement nemen, noemt als belangrijkste reden dat het goedkoper is dan op een later moment een adviseur apart betalen voor bepaalde dienstverlening.
Consumenten die geen abonnement hebben genomen, zijn van plan om een adviseur pas te betalen als ze van zijn diensten gebruikmaken. Anderen zeggen geen advies nodig te hebben en zelf aan de slag te gaan. In sommige gevallen maken diensten voor de nazorg deel uit van de advieskosten die consumenten hebben betaald bij het afsluiten van een hypotheek.
Ten opzichte van de vorige meting is men nu stelliger over de toegevoegde waarde van een serviceabonnement: In het najaar 2013 was bijna de helft neutraal over de toegevoegde waarde of wist men het niet. In de meting van voorjaar 2014 is dit ruim een derde. Bijna 30 procent ziet wel de toegevoegde waarde van een serviceabonnement (23 procent in 2013) en 34 procent ziet geen toegevoegde waarde (28 procent in 2013). Logischerwijs ziet een overgrote meerderheid van de afsluiters wel meerwaarde in een serviceabonnement.
Uit eerder onderzoek van de AFM blijkt dat het merendeel van de financiële dienstverleners op een goede manier omgaat met het aanbieden van serviceabonnementen. Zij bieden hun klanten abonnementen aan met relevante dienstverlening en brengen geen dubbele kosten in rekening aan klanten die in het verleden al provisie hebben betaald of nog steeds betalen. Wel is in de helft van de gevallen de informatieverstrekking over abonnementen onduidelijk.
In het consumentenonderzoek zeggen zeven op de tien consumenten die een serviceabonnement hebben afgesloten, vooraf te zijn geïnformeerd over prijs en inhoud van de dienstverlening. Een op de vijf is niet tijdig geïnformeerd, vergelijkbaar met de najaarsmeting van 2013.
Op 31 mei 2014 heeft de AFM de uitkomsten van het onderzoek gepubliceerd. Michiel Denkers heeft de resultaten toen toegelicht in het TV-programma Kassa. Op de consumentenwebsite van de AFM zijn veelgestelde vragen over nazorg en service-abonnementen te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.