Nederland investeert meer in microfinanciering. De totale financiering voor de allerarmsten in de wereld steeg van € 2,1 miljard in 2010 tot 2,5 miljard in 2013. Maar er zijn grote regionale verschillen. Latijns Amerika loopt nog steeds voorop met circa €750 miljoen. Afrika kreeg in de afgelopen vier jaar €78 miljoen meer financiering. Het totaal kwam daarmee in 2013 uit op €334 miljoen. Dat is ook hard nodig omdat in Afrika 55% van de mensen met minder dan €1 per dag moet rondkomen. Vooral investeringen die mobiel bankieren in Afrika mogelijk maken, waren populair bij Nederlandse financiers.
De Nederlandse financiers, verenigd in het NpM-platform voor inclusieve financiering, spenderen 31% van hun middelen in Latijns Amerika (circa € 750 miljoen). Dat is niet verwonderlijk. De microfinancieringssector in veel Latijns Amerikaanse landen is immers meer ontwikkeld dan op andere continenten. De regio biedt veel investeringskansen om een sociale impact te realiseren tegen een acceptabel financieel rendement en risico.
De toevertrouwde middelen aan Afrika namen met € 78 miljoen toe. Daarmee steeg het aandeel van Afrika in de totale financiering van de NpM-leden van 12% in 2010 tot 13% in 2013. Dat lijkt een minieme toename, maar is toch een enorme prestatie. Investeringsprojecten in Afrika zijn doorgaans klein van omvang, waardoor veel projecten nodig zijn om groei te bewerkstelligen. Zo werden in 2010 bijna 400 Afrikaanse projecten gefinancierd. In 2013 waren dat er 600. Nederlandse financiers richten zich vooral op de uitrol van mobiel bankieren. Hierdoor krijgen ook Afrikanen in dunbevolkte gebieden toegang tot financiële diensten die anders alleen in de stad verkrijgbaar zijn.
Nederlandse financiers willen hun belang in Afrika verder vergroten omdat de sociale impact daar groot is. Dat is echter geen gemakkelijke opgave. “Het is de wens van veel financiers om meer geld in Afrika te investeren. Maar het hoge risicoprofiel en het geringe aantal projecten die binnen de mandaten van Nederlandse financiers passen, belemmeren een snelle groei. Het zal nog wel een aantal jaren duren voordat Nederlandse financiers een substantieel groter deel van hun totale vermogen in Afrika investeren”, aldus Roy Budjhawan, hoofd ING Microfinanciering.
De Nederlandse financiers, verenigd in het NpM-platform voor inclusieve financiering, spenderen 31% van hun middelen in Latijns Amerika (circa € 750 miljoen). Dat is niet verwonderlijk. De microfinancieringssector in veel Latijns Amerikaanse landen is immers meer ontwikkeld dan op andere continenten. De regio biedt veel investeringskansen om een sociale impact te realiseren tegen een acceptabel financieel rendement en risico.
De toevertrouwde middelen aan Afrika namen met € 78 miljoen toe. Daarmee steeg het aandeel van Afrika in de totale financiering van de NpM-leden van 12% in 2010 tot 13% in 2013. Dat lijkt een minieme toename, maar is toch een enorme prestatie. Investeringsprojecten in Afrika zijn doorgaans klein van omvang, waardoor veel projecten nodig zijn om groei te bewerkstelligen. Zo werden in 2010 bijna 400 Afrikaanse projecten gefinancierd. In 2013 waren dat er 600. Nederlandse financiers richten zich vooral op de uitrol van mobiel bankieren. Hierdoor krijgen ook Afrikanen in dunbevolkte gebieden toegang tot financiële diensten die anders alleen in de stad verkrijgbaar zijn.
Nederlandse financiers willen hun belang in Afrika verder vergroten omdat de sociale impact daar groot is. Dat is echter geen gemakkelijke opgave. “Het is de wens van veel financiers om meer geld in Afrika te investeren. Maar het hoge risicoprofiel en het geringe aantal projecten die binnen de mandaten van Nederlandse financiers passen, belemmeren een snelle groei. Het zal nog wel een aantal jaren duren voordat Nederlandse financiers een substantieel groter deel van hun totale vermogen in Afrika investeren”, aldus Roy Budjhawan, hoofd ING Microfinanciering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.