vrijdag 30 januari 2015

Belastingaangifte ook voor adviseurs niet makkelijk

Belastingaangifte doen blijkt nog niet zo eenvoudig. Bij een steekproef van de Consumentenbond maakte iets meer dan de helft van de 15 deelnemers een belangrijke fout in de aangifte. Opvallend is dat de 30 ingeschakelde belastingadviseurs het er niet zo heel veel beter van af brachten: slechts 53% had het bij het rechte eind. De Consumentenbond vond bij de adviseurs beginnersfouten en een stapel slordigheidsfouten.

De proefpersonen schakelden voor hun aangifte één adviseur met en één zonder keurmerk in. Adviseurs die aangesloten zijn bij het Register Belastingadviseurs handelen twee van de drie aangiften foutloos af, terwijl hun collega's zonder keurmerk met slechts 40% nog slechter scoren dan de consumenten zelf. In één aangifte werd bijvoorbeeld een verkeerde geboortedatum ingevuld, in een andere werd verbouwingshypotheek niet opgenomen. In één geval maakt de adviseur zelfs een fout die de consument €2000 zou kosten. Het vervelende is dat de belastingbetaler in alle gevallen zelf aansprakelijk is voor gemaakte fouten, ook als de aangifte is ingevuld door een adviseur.

Twee van de adviseurs drongen er bij de consument op aan om zijn DigiD af te staan en vroegen ook om het persoonlijke wachtwoord daarbij. Niet prettig, want hiermee kunnen zij  persoonlijke gegevens van de consument inzien en wijzigen. De Consumentenbond adviseert consumenten nooit hun DigiD-wachtwoord uit handen te geven. Het volledige artikel over dit onderzoek is te lezen in de Consumentengids van februari. Consumenten die hun eigen aangifte doen, kunnen tips vinden op de website en in de Belastinggids van de Consumentenbond.


Geld als stuwende kracht achter circulaire economie

In de overgang van een lineaire naar een circulaire economie speelt geld een sleutelrol. Dat zie je dagelijks in iets kleins als statiegeld op flessen. Maar ook op grote schaal blijven producenten eigenaar over bouwgrondstoffen in hun producten. Voor financiers, bedrijven en de overheid een spannende ontwikkeling zonder duidelijke route.

We weten waar we naartoe willen: spullen op zo’n manier produceren dat je ze aan het einde van de rit zo intact mogelijk kunt recyclen. Liever hergebruik je de onderdelen van een apparaat, in plaats van alleen de grondstoffen. Dat kan altijd nog. In onze huidige economie doen we het nog op de oude manier. We produceren om zo veel mogelijk te verkopen, over de rest maken we ons niet al te druk. Hoe we zonder brokken van de huidige naar de nieuwe situatie komen? Dat is de vraag. Maar de belangrijkste stap is simpel: gewoon beginnen.

donderdag 29 januari 2015

Consument maakt zich nauwelijks zorgen over deflatie

De meeste consumenten maken zich weinig of helemaal geen zorgen over deflatie. Inflatie wordt als een groter probleem gezien voor de Nederlandse economie. Wanneer prijzen zouden dalen, zou een deel van de consumenten aankopen uitstellen. Zo zou een kwart van de consumenten de aankoop van een auto uitstellen, wanneer deze volgend jaar 2% goedkoper is. Voor kleinere aankopen, zoals de aanschaf van een huishoudelijk apparaat, geldt dat slechts voor 10% van de consumenten. Dit blijkt uit de ING Vraag van Vandaag van afgelopen week onder gemiddeld 55.500 respondenten per dag. Dalende prijzen zouden op zichzelf geen reden hoeven zijn om meer dan anders aankopen uit te stellen. Naast de ontwikkeling van prijzen is de rente van cruciaal belang bij de vraag of uitstellen van aankopen loont.

Nederlanders betalen voor de goederen en diensten die ze kopen momenteel 0,1% minder dan vorig jaar, volgens de Europese definitie voor inflatie. Ook in de eurozone als geheel dalen de consumentenprijzen. In een aantal landen (Spanje, Griekenland, Polen, Bulgarije) ligt de inflatie zelfs al geruime tijd onder nul. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft vorige week het besluit genomen staatsobligaties van eurolanden te gaan opkopen om de Europese economieën aan te jagen en de dreiging van deflatie tegen te gaan. De meeste consumenten (80%) maken zich echter weinig of geen zorgen over deflatie. Slechts 1 op de 5 zegt zich veel zorgen te maken over een voortdurende daling van het prijspeil.

'Leg macht zorgverzekeraars aan banden'

GroenLinks wil de macht van zorgverzekeraars aan banden leggen en schijnkeuzevrijheid in de zorg terugdringen. Tweede Kamerlid Corinne Ellemeet zal daarvoor vandaag een aantal voorstellen doen in het Kamerdebat over zorgverzekeraars. Zo wil ze het aantal polissen per zorgverzekeraar beperken en een verbod op de budgetpolis.

Ellemeet: "Minister Schippers heeft de afgelopen jaren enkel oog gehad voor de kosten van de zorg, terwijl het moet gaan om de kwaliteit. Daardoor is de balans tussen patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars zoekgeraakt. Zorgverzekeraars zijn te machtig en de rol van de patiënt is te klein."

Ellemeet wil zorgaanbieders beter in positie brengen in onderhandelingen met zorgverzekeraars. Daarnaast moeten medische beroepsgroepen en patiënten werken aan uniforme kwaliteitsnormen, waardoor het voor zorgverzekeraars en patiënten beter mogelijk wordt om de kwaliteit van zorgaanbieders te beoordelen.
 
 Ook stelt Ellemeet voor dat zorgverzekeraars in de toekomst nog slechts drie polissen voor de basisverzekering mogen aanbieden:  één naturapolis, één restitutiepolis en één meerjarenpolis.  Dat betekent dat de budgetpolis verdwijnt.

Ook wil Ellemeet dat er een provisieverbod komt, zodat er een einde komt aan vergelijkingswebsites die verdienen aan de verkoop van bepaalde polissen en verzekerden kunnen vertrouwen op objectieve informatie. Voortaan moet er een onafhankelijke website komen waar objectieve informatie te vinden is over alle zorgpolissen.

Ellemeet: "Er is nu geen echte keuzevrijheid maar schijnkeuzevrijheid voor de verzekerde. Mensen zien door de bomen het bos niet meer en worden door zorgverzekeraars gelokt met cadeautjes en misleidende informatie. We moeten het voor mensen mogelijk maken om een goed geïnformeerde keuze te maken en dat begint bij onafhankelijke informatie en een overzichtelijk aanbod van verschillende zorgpolissen."
 

ABN: In 2014 2,7 miljard euro aan extra aflossingen op de hypotheekportefeuille

Klanten van ABN AMRO hebben in 2014 voor 2,7 miljard euro extra afgelost op de hypotheek. Dat is een groei van 18% ten opzichte van 2013 en van 56% ten opzichte van 2012. Nog niet eerder hebben klanten voor zo’n groot bedrag extra afgelost als in 2014.

Vooral in december was het aantal extra aflossingen hoog, namelijk ruim 600 miljoen euro. Traditioneel zijn de laatste weken van het jaar een periode waarin veel meer (extra) wordt afgelost op de hypotheek. De verruimde schenkingsvrijstelling die tot 1 januari 2015 van kracht was, heeft hieraan bijgedragen.

In meer dan de helft van de gevallen is de extra aflossing 10.000 euro of lager. Echter fors hogere aflossingen komen ook voor. Klanten met een ‘onder water’ hypotheek lossen gemiddeld gezien de helft minder af dan klanten die niet ‘onder water’ staan. Vooral klanten tussen de 40 en 50 jaar losten extra af.

Klanten van ABN AMRO met een hypotheek die ‘onder water’ staat, kunnen – ook in 2015 - tot aan WOZ-waarde boetevrij aflossen.

NVB voert dialoog over mensenrechten en transparantie

De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) wil in dialoog met maatschappelijke organisaties en vakbonden werken aan een convenant op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO).

In een dergelijk IMVO-convenant moeten afspraken worden gemaakt over de rol die banken kunnen spelen bij het voorkomen van mensenrechtenschendingen.  De NVB heeft de SER gevraagd om zo'n dialoog te begeleiden. De SER staat positief tegenover dit verzoek en zal de mogelijkheden verkennen of en op welke wijze de SER een faciliterende rol kan spelen bij de totstandkoming van een dergelijk IMVO-convenant.

Omdat banken als financiële partner betrokken zijn bij de volle breedte van het Nederlands bedrijfsleven, krijgen zij op het gebied van mensenrechten te maken met een scala aan dilemma’s over hun rol en verantwoordelijkheid in de keten, in verschillende sectoren en in vele landen. Nederlandse banken zijn zich  bewust van hun positie en zijn dan ook zeer actief op het gebied van het (door)ontwikkelen van beleid rondom IMVO, zowel individueel als collectief.

Een IMVO-convenant kan hierop een nuttige aanvulling zijn omdat een systematische dialoog met stakeholders kan leiden tot een verdieping van het inzicht in de problematiek. Bruikbare conclusies over de rol van banken inzake mensenrechten in de keten zullen helpen in de dagelijkse bankpraktijk. Bovendien is het waarschijnlijk dat er ook buitenlandse belangstelling zal bestaan voor dergelijke resultaten.

Naast mensenrechten blijft ook transparantie een belangrijk gespreksonderwerp in de dialoog met maatschappelijke organisaties. In de in september 2014 gepubliceerde visie werd het belang van transparantie al genoemd.

De Eerlijke Bankwijzer (EBW) heeft in 2014 een bijeenkomst over ‘banken en transparantie’  georganiseerd in samenwerking met EY en gefaciliteerd door het Ministerie van Financiën.

De Eerlijke Bankwijzer heeft gevraagd om een vervolg op deze bijeenkomst en verzocht de NVB een actieve rol te spelen. Deze uitnodiging neemt de NVB graag aan.

De NVB zal daarom in het eerste kwartaal van 2015 een bijeenkomst organiseren waar banken en stakeholders hun wensen en verwachtingen op het gebied van transparantie kunnen wisselen. Voor banken geldt daarbij als uitgangspunt het visie-document Verantwoording en Transparantie in de Nederlandse banksector.

woensdag 28 januari 2015

DNB heeft geen goud gekocht

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft geen goud gekocht. Verschillende media melden dinsdag op basis van cijfers van het IMF dat de goudvoorraad van DNB zou zijn toegenomen in december 2014. Dit is onjuist, zegt de bak. De goudvoorraad bedroeg in december 2014 in totaal 19,691 miljoen fine troy ounce, en gelijk is gebleven ten opzichte van alle maanden daaraan voorafgaand.

'Delta Lloyd 'misbruikte' informatie DNB'

Delta Lloyd heeft in 2012 gehandeld met rentederivaten naar aanleiding van een uitnodiging voor een vertrouwelijke vergadering bij De Nederlandsche Bank (DNB). Dat meldt Het Financieele Dagblad op basis van bronnen. De verzekeraar zou actief hebben lopen hengelen naar het gespreksonderwerp. Die combinatie is de reden voor de hoge boete die de toezichthouder uitdeelde aan Delta Lloyd. De toezichthouder is woedend dat Delta Lloyd zou hebben gehandeld met rentederivaten op basis van vertrouwelijke informatie dat de rekenrente zou worden aangepast.

'Vermogens worden niet belast maar gesubsidieerd'

Ieder jaar ontvangen mensen op hun vermogens meer subsidie dan dat zij aan belasting betalen. De subsidie op vermogen bedraagt €14,3 miljard, terwijl de belastingen op vermogen €13,2 miljard bedragen. De vermogens worden dus jaarlijks gesubsidieerd voor ruim €1 miljard. Dat blijkt uit onderzoek van Aldert Boonen bij De Burcht, Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging.

De subsidie op vermogens bestaat uit de hypotheekrenteaftrek. Via onder andere de vermogensrendementsheffing, het eigen woningforfait, de erfbelasting en de OZB wordt het vermogen belast. Door fiscale vrijstellingen, zoals de kapitaalverzekering eigen woning en het vrijgestelde vermogen in box 3 loopt de schatkist op jaarbasis ruim €3 miljard mis.

Uit het onderzoek blijkt verder dat vermogens zeer ongelijk zijn verdeeld. Deze ongelijke verdeling versterkt de ongelijkheid in tal van andere sociale aspecten. Zo zijn rijke mensen gezonder dan arme mensen, vinden rijkeren beter betaalde banen en gaan kinderen van rijke ouders vaker naar het hoger onderwijs. Succes wordt zo overerfbaar.

Op zich is dat niet direct problematisch, als mensen ervoor kunnen kiezen om vermogen op te kunnen bouwen. Maar de dagelijkse praktijk laat zien dat het vooral de mensen met hoge inkomens zijn die vermogen op kunnen bouwen. En er tekent zich een duidelijke scheidslijn af tussen mensen die een huis hebben gekocht en mensen die huren. Mensen met een eigen woning bouwen, door de jaren heen, een groot vermogen op in de woning. Daarnaast geven zij relatief steeds minder uit aan woonlasten, in tegenstelling tot huurders.

Om de ongelijke verdeling van vermogen en de negatieve consequenties daarvan een halt toe te roepen wil De Burcht mensen meer mogelijkheden te geven om te sparen, bijvoorbeeld door de
spaarloonregeling te herintroduceren. Daarnaast raadt men aan belastingtarieven voor werkenden, ondernemers en aandeelhouders gelijk te trekken. Dat zorgt voor lastenverlichting voor lage inkomens, die daardoor vermogens op kunnen bouwen en topt de allerhoogste vermogens af.

'Minder nettoloon door onwetendheid over loonstrook'

Een op de vijf loonstroken die aan het begin van elk nieuwe jaar bij de werknemer op de mat vallen, is niet correct. Dit komt omdat wijzigingen veelal niet secuur worden doorgevoerd. Daardoor blijft er geld liggen; bij de werknemer en vaak ook bij de werkgever. Werknemers die twijfels hebben over de juistheid van hun loonstrookje, kunnen dit vanaf 26 januari 2015 kosteloos en 100 procent discreet laten controleren via www.kloptmijnloon.nl.

Zoals gebruikelijk aan het begin van elk jaar, hebben ook in 2015 weer allerlei wijzigingen en nieuwe maatregelen invloed op de hoogte van het nettoloon. Denk aan onder meer de veranderingen van belastingpercentages, de fiscale bijtellingen en de vakantiedagenopbouw. Ook de leeftijd van de werknemer heeft invloed op het loon. Het is de ervaring van Timeflex, specialist in flexibele arbeidszekerheid, dat elk jaar weer circa twintig procent van de loonstrookjes die zij tegenkomt niet klopt. Dat is vrijwel altijd in het nadeel van de werknemer, en vaak ook in het nadeel van de werkgever.: "Voor onze werkgevers én werknemers herstellen we deze fouten jaarlijks, maar we wilden onze kennis nu graag breder toegankelijk maken. Namelijk voor iedere werknemer in Nederland. Met de Nationale Loonstrookdagen 2015 willen we zorgen dat zij geen geld laten liggen."

Via www.kloptmijnloon.nl hebben werknemers uit alle branches vanaf 26 januari 2015 de mogelijkheid om hun loonstrook over de maand januari te uploaden. Ze kunnen deze ook verzenden per e-mail. Specialisten van Timeflex voeren dan geheel kosteloos een analyse uit. Als zij een fout ontdekken in het loonstrookje, krijgt de werknemer en/of de werkgever hierover een melding. "Vanzelfsprekend wordt zeer vertrouwelijk omgegaan met de informatie."

dinsdag 27 januari 2015

Fusie tussen Verbond van Verzekeraars en FOV rond

De fusie tussen het Verbond van Verzekeraars en de Federatie van Onderlinge Verzekeringsmaatschappijen (FOV) is rond. De algemene ledenvergaderingen van zowel Verbond als FOV hebben hiermee ingestemd.

De fusie tussen beide belangenbehartigers voor verzekeraars is met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 een feit. Het FOV-geluid krijgt een goede verankering als platform binnen het Verbond, zodat alle leden zich goed kunnen herkennen in de nieuwe organisatie, die de slagkracht van de belangenbehartiging van de sector moet vergroten en versterken.

De belangenbehartiging van de voormalige FOV-leden wordt per 1 februari verzorgd door het Verbond via het nieuwe Platform Onderlinge Verzekeraars. Dat platform zal regelmatig bijeenkomsten organiseren voor onderlinge verzekeraars en heeft net als de andere afdelingen en platformen binnen het Verbond een eigen werkplan. Directeur Chris van Toor van de FOV maakt de overstap naar het Verbond en gaat de functie van manager van het platform bekleden. Het Verbondsbestuur wordt uitgebreid met één zetel om de specifieke belangen van onderlinge en coöperatieve verzekeraars ook op het hoogste niveau te borgen.

Toezicht en regelgeving worden steeds complexer en nemen toe in intensiteit, zeker in aanloop naar de invoering van het Europese toezichtsregime Solvency II per 2016. Het is dan ook belangrijk dat één krachtige brancheorganisatie hierover in gesprek is met toezichthouders en politiek, in zowel Nederland als Europa. De algemene ledenvergaderingen van Verbond en FOV zijn ervan overtuigd dat zij door bundeling van elkaars sterke punten deze krachtige brancheorganisatie vormen.

AFM: 12.500 meldingen in 2014

Toezichthouder de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft in 2014 bijna 12.500 meldingen van consumenten ontvangen. Een derde hiervan was een signaal voor toezicht. Meldende consumenten leveren een belangrijke bijdrage om de financiële markten eerlijk te laten werken.

In 2014 zijn er 12.349 meldingen via het Meldpunt Financiële Markten gedaan bij de AFM. Bijna de helft van de meldingen kwam via het online contactformulier, 48% via het gratis telefoonnummer 0800 – 5400 540 en 3% per post.

 De meeste meldingen (24%) gingen over (advies bij) een hypotheek, 23% betrof verzekeringen en 12% was een melding over consumptief krediet. Ten opzichte van 2013 was de relatieve stijging in meldingen over pensioenen het grootst.

Een melding kan aanleiding zijn voor een nader onderzoek door de AFM. Bijna 3500 meldingen zijn in 2014 als signaal doorgezet naar toezichtsafdelingen. Onderzoeken van de AFM kunnen leiden tot maatregelen, bijvoorbeeld het opleggen van een boete. Meldingen die we ontvangen leveren een belangrijke bijdrage aan ons toezicht om de financiële markten eerlijk te laten werken. In 2014 heeft de AFM naar aanleiding van meldingen onderzoek gedaan naar onder andere het hersteladviesbeleggingsverzekeringen en naar uitvaartverzekeringen. In ons onderzoek is dankbaar gebruik gemaakt van de meldingen door consumenten over (mogelijke) misstanden. Lees in het artikel Van signaal tot onderzoek hoe de AFM werkt als er een melding wordt gedaan.

De AFM biedt geen persoonlijk (financieel) advies en mag geen terugkoppeling geven over de afhandeling van een melding. Na een openbare waarschuwing of relevante maatregel, neemt de AFM wel actief contact op met consumenten die daar recent over gebeld of gemaild hebben.

maandag 26 januari 2015

NVB: Goede voorbereiding essentieel bij start beleggen

Consumenten die willen gaan beleggen moeten zich goed voorbereiden op een eerste gesprek met de beleggingsadviseur. Informatie over de financiële situatie, het financiële doel en de bereidheid om risico’s te nemen zijn essentieel bij het samenstellen van een passende beleggingsportefeuille.

De Nederlandse Vereniging van Banken heeft daarom een brochure ontwikkeld die klanten helpt om zich voor te bereiden op een eerste gesprek. NVB-voorzitter Chris Buijink overhandigde de eerste exemplaren van de brochure op een discussiemiddag over verantwoord beleggen aan directeur Paul Koster van de Vereniging Effecten Bezitters en Tim Mortelmans, hoofd toezicht bij de AFM.

Omdat de overheid zich op tal van terreinen terugtrekt wordt het voor consumenten steeds belangrijker om zelf vermogen op te bouwen. Voor de studie van de kinderen,  het pensioen of extra zorg op de oude dag. Beleggen kan daarin naast sparen een aantrekkelijk alternatief zijn.

Volgens NVB voorzitter Buijink willen banken hun klanten daar zo goed mogelijk bij helpen: ‘Banken beseffen dat deze ontwikkelingen extra verantwoordelijkheden met zich meebrengen om de consument te helpen op een verantwoorde manier te beleggen.’ Tegelijkertijd is ook de kritische consument onmisbaar. ‘’We moeten dit samen doen. De consument die eigen verantwoordelijkheid neemt en zich verdiept in de eigen persoonlijke situatie is hiervoor onmisbaar’, aldus Buijink.

Van werknemer tot grootaandeelhouder: iedereen een gelijke pensioenregeling

Het pensioenstelsel moet grondig op de schop voor de hele beroepsbevolking. Grote veranderingen in de arbeidsmarkt, zoals de demografische ontwikkelingen en de opkomst van allerlei nieuwe arbeidsvormen (flexwerkers, zzp-ers etc) maken dit noodzakelijk. Maar wie gaat dat regelen en wat zijn de eisen voor een nieuw toekomstbestendig pensioenstelsel? Dat is de centrale vraag op het pensioenseminar van de Universiteit Maastricht op 26 januari. Het seminar brengt 100 deelnemers uit de wetenschap en praktijk van de pensioenwereld samen.

Hoogleraar Ferdinand Grapperhaus, tevens Kroonlid van de SER, is van mening dat de veranderde solidariteitsverhoudingen in de maatschappij een grondige herziening van het pensioenstelsel nodig maken. Hij bepleit voor de gehele beroepsbevolking een minimale opbouwverplichting voor pensioen en zorgverzekeringen.

Arjan Soede van het CPB wijst erop dat de inkomensbehoeften van ouderen kleiner wordt naarmate de leeftijd stijgt, en dat vrouwen met een aanmerkelijk grotere inkomensdaling te maken krijgen bij het overlijden van hun partner dan andersom. Soede pleit voor meer gelijkwaardigheid door verlaging van het aanvullende ouderdomspensioen van de werkgever wanneer de partner overlijdt. Dat is in lijn met de systematiek van het nabestaandenpensioen en sluit tevens beter aan bij de financiële behoeften van de nabestaande.

Prof. Andries de Grip, directeur van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), gaat in op duurzame inzetbaarheid. Hij pleit voor het vervangen van ontziemaatregelen, zoals extra verlofdagen of een lichter takenpakket, door trainingen en scholing om de competenties van oudere medewerkers op peil te houden.

Veelvuldige wisselingen van werkgever en grensoverschrijdend werken leiden tot intransparantie in de pensioensituatie van werknemers en financiële risico’s zoals dubbele belastingheffing. Lilian van Duijnhoven, director bij PwC, pleit voor omzetting van de zogenaamde ‘Defined Benefit’ regelingen in ‘Defined Contribution’ regelingen, waarbij alleen de pensioenpremie wordt toegezegd maar op voorhand geen uitsluitsel bestaat over de uiteindelijke hoogte van de pensioenuitkering. Daarbij hoort ook een systeem van verplichte waardeoverdracht van pensioen bij het wisselen van werkgever.

Anouk Bollen-Vandenboorn (UM-ITEM) pleit voor introductie van een arbeidsvormneutraal pensioenkader (ANP). In dit nieuwe fiscale systeem krijgt iedere werkende ongeacht zijn arbeidsvorm dezelfde fiscale ruimte om pensioen op te bouwen.

Het pensioenseminar in Maastricht markeert de start van het Institute for Transnational and Euregional Cross Border Cooperation and Mobility (ITEM). ITEM wordt gedragen door de Universiteit Maastricht, Provincie Limburg, NEIMED (Hogeschool Zuyd), Gemeente Maastricht en EMR (Euregio Maas Rijn). Het instituut richt zich op grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit, internationale dienstverlening en verbetering van het investerings- en vestigingsklimaat. Het expertisecentrum is de spil van onderzoek, advisering, kennisuitwisseling en trainingsactiviteiten. Het pensioenseminar laat zien hoe door de voor ITEM typerende combinatie van wetenschappelijke en interdisciplinaire aanpak concrete praktische oplossingen worden aangedragen.

vrijdag 23 januari 2015

ActiZ lanceert de NL Zorgobligatie

Om nu en in de toekomst goede zorg te leveren, moeten zorgorganisaties in de ouderen- en thuiszorg blijven investeren in goede faciliteiten. Traditionele financiers, zoals banken zijn ook in de zorgsector terughoudender geworden bij het verstrekken van leningen. Daarom komt ActiZ met een oplossing: de NL Zorgobligatie.

De kennispartners Creditreform, Rutgers & Posch, AFS, ILFA Treasury Support en EnterNext (het Euronext initiatief voor financieringsoplossingen voor middelgrote en kleine ondernemingen) tekenen daarvoor vandaag een intentieverklaring om deze obligatie de komende maanden vorm te geven.

De komende jaren verdubbelt het aantal 80+ers, terwijl het budget voor de zorg niet meegroeit. De aanleiding voor ActiZ om op zoek te gaan naar nieuwe zorgconcepten en aanvullende financieringsbronnen: de NL Zorgobligatie. De obligatie lijkt een goed middel om nieuwe financieringsbronnen aan te boren: van de lokale burger tot de (inter)nationale belegger. De NL Zorgobligatie is een vereenvoudigd programma voor de uitgifte van obligaties en helpt om de communicatie tussen de beleggers en de zorgorganisaties eenvoudiger te laten verlopen.

Acht leden van ActiZ gaan de komende maanden aan de slag om hun obligatie vorm te geven. Zij hopen daarmee gezamenlijk circa Euro 150 miljoen te kunnen ophalen. Noodzakelijke financiering voor investeringen in met name vastgoed en nieuwe ontwikkelingen op dat gebied. De acht leden zullen bij de ontwikkeling van de obligatie intensief worden ondersteund door de kennispartners Creditreform, EnterNext, Rutgers & Posch, AFS, ILFA en ActiZ.

Het idee van zorgobligaties in de ouderen- en thuiszorg past binnen de visie van ActiZ, waarin de samenleving (de wijk, de buurt) betrokken wordt bij de zorg en ondersteuning voor ouderen. Daarom is aan de obligatie ook een crowdfunding formule gekoppeld. Hiervoor is een speciaal platform ingericht waar alleen maatschappelijke projecten op basis van een obligatie geld kunnen ophalen, AndersFinancieren.nl

FGH Bank wordt geïntegreerd in Rabobank

FGH Bank, onderdeel van Rabo Vastgoedgroep, wordt als expertisecentrum voor commercieel vastgoed geïntegreerd binnen Rabobank. Medewerkers en klanten van FGH Bank en van Rabo Vastgoedgroep zijn geïnformeerd over de integratie, die aansluit bij de strategie en cultuurbeweging van de Rabobank, die is gericht op de vorming van ‘One Rabobank’. Deze bundeling en stroomlijning van activiteiten draagt bij aan de kracht van de Rabobank om haar klanten op gebied van commercieel vastgoed optimaal te bedienen.

Jan van Nieuwenhuizen, lid van de raad van bestuur van Rabobank benadrukt dat het financieren van commercieel vastgoed een belangrijke activiteit is binnen Rabobank. “De vastgoedexpertise van FGH Bank zal worden voortgezet in een nieuw vastgoedexpertisecentrum binnen Rabobank waardoor kortere lijnen voor de klant ontstaan en optimaal gebruik te maken is van de gebundelde vastgoed- en bancaire kennis. Ons doel is een zo goed mogelijke dienstverlening aan onze klanten te bieden.”
 
De huidige directievoorzitter van FGH Bank, Peter Keur, zal per 1 februari 2015 terugtreden. In goed overleg blijft hij tot 1 juni 2015 als adviseur met betrekking tot vastgoedvraagstukken betrokken bij Rabobank. De integratie is een geschikt moment om ruimte te maken voor Fred Weenig, eerder onder meer werkzaam als Directeur Wholesale Clients Nederland binnen Rabobank, die hem onder voorbehoud van goedkeuring van de toezichthouders, zal opvolgen als directievoorzitter. Dhr. Weenig is tevens aangesteld als integratiemanager voor dit proces.  

donderdag 22 januari 2015

GroenLinks: Maatregelen ECB tonen gebrek aan daadkracht eurolanden

“De Europese Centrale Bank probeert weer eens te repareren wat politici keer op keer nalaten, namelijk de economie weer op gang helpen”, zo analyseert GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout de beslissing van de ECB om iedere maand ter waarde van 60 miljard euro obligaties op te kopen om de deflatie in de eurozone te bestrijden.

De eurolanden, met Duitsland en Nederland voorop, legden met hun jarenlange verstikkend bezuinigingsbeleid de vraag in de eurozone lam. “Nu schadelijke deflatie dreigt, is het terecht dat de ECB naar onorthodoxe middelen grijpt”, constateert Eickhout. “Dezelfde partijen die nu deze stap van de ECB veroordelen, liggen telkens dwars bij een ambitieus Europees investeringsbeleid.”

Eickhout ziet echter twee grote problemen met de aangekondigde maatregelen van Mario Draghi, de voorzitter van de ECB. Ten eerste is het hoogst onzeker of de miljarden die de ECB in de economie pompt op de juiste plek terecht komen. “Kwantitatieve verruiming leidde er in andere landen toe dat de beurzen stegen, maar hun reële economie werd er niet aantoonbaar sterker van”, aldus Eickhout.

Eickhout had liever gezien dat de ECB specifieke obligaties voor nuttige, duurzame investeringen opkocht: “Het Europese investeringsplan van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker is veel te mager om de Europese economie uit het slop te krijgen. Hulp van de ECB zou daar erg welkom zijn. Dan is er meer zekerheid dat het monetaire beleid bijdraagt aan extra vraag in de reële economie." GroenLinks presenteerde eerder een veel ambitieuzer alternatief voor het investeringsplan van Juncker.

Ten tweede is Eickhout kritisch dat onder druk van Duitsland getornd wordt aan de eenheid van de monetaire unie. Door een deel van de hypothetische risico's op verliezen van de ECB niet te delen tussen alle eurolanden, wordt de indruk gewekt dat de eurozone geen eenheid is. Dat is slecht voor het vertrouwen in onze munt. De euro kan niet functioneren als eurolanden niet als één blok achter hun munt gaan staan.

VVD: Risico herverdeling lidstaten niet bij Nederlandse belastingbetaler

"De VVD staat voor een onafhankelijke Centrale Bank. Hoewel wij geen voorstander zijn van een mogelijk besluit om staatsschulden op te kopen is dat aan de onafhankelijke bank. Dat kunnen en willen we niet verbieden. Wij zitten er echter niet op te wachten de risico’s van andere landen te importeren" zo betoogde Mark Harbers gisteren in een debat met Minister Dijsselbloem in de Tweede Kamer. Bij de introductie van de Euro heeft de VVD, net als Nederlandse en Duitse regering gepleit voor een sterke en onafhankelijke centrale bank met een duidelijke en eenduidige opdracht: zorg dat de waarde van het geld stabiel blijft en houdt de inflatie laag. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft hiervoor een aantal knoppen waaraan gedraaid kan worden, zoals het wijzigen van de rentestand en de mogelijkheid om geld te scheppen.

De inflatie in de Eurozone is sinds enige tijd erg laag en de ECB vreest zelfs voor deflatie, een cyclus van dalende prijzen. Om dit te voorkomen lijkt de laatste tijd de ECB een nieuwe knop op haar bestuurspaneel te willen introduceren: Quantitative Easing (QE) of Kwantitatieve Verruiming. Bij Quantitative Easing print de Europese Centrale Bank nieuw geld en koopt hiermee schulden van de overheden in de Eurozone op. Voorstanders beweren dat, omdat investeerders hun overheidsschulden verkopen aan de centrale bank, er geld vrijkomt dat geïnvesteerd kan worden in de economie. Hierdoor zou de inflatie toenemen. Ook geloven zij dat Quantitative Easing laat zien dat de centrale bankiers er alles aan zullen doen om de economie van de Eurozone te ondersteunen.

De VVD gelooft in een onafhankelijke centrale bank, zonder bemoeienis van politici. Het verleden heeft immers bewezen dat het voor politici verleidelijk is de geldpers aan te zetten om plannen te bekostigen. De VVD is niet enthousiast over het opkopen van staatschulden door de ECB. Wij zien meer nadelen dan voordelen, zoals het risico van bubbels in de economie of het risico dat de overheden bepaalde landen achterover gaan leunen en niet zelf hun economie hervormen omdat schulden toch door een ander worden opgekocht. De VVD respecteert echter ook de onafhankelijkheid van de ECB.

De VVD vindt echter ook dat politieke besluiten moeten worden genomen door democratisch verkozen politici. Het opkopen van staatsschulden door de ECB, afhankelijk van de vorm waarin dat gebeurt, risico’s van die staatsschulden van de landen naar de ECB verschuiven en daarmee naar alle lidstaten van de Eurozone gezamenlijk en hiermee uiteindelijk naar de nationale belastingbetaler. Een dergelijke keuze vindt de VVD politiek en niet aan de centrale bank. ‘’Ik zie een groot risico dat we op deze wijze via de achterdeur risico’s binnenkrijgen die we niet willen hebben’’, aldus Mark Harbers.

Een meerderheid van de Tweede Kamer deelde de zorgen van de VVD. De Kamer stemde voor een motie van de VVD waarbij de Tweede Kamer uitsprak dat een dergelijke deling van risico’s ongewenst is.


Buma: ECB besluit is onverantwoord en een slechte beslissing

Het CDA wil zo snel mogelijk een debat met premier Mark Rutte en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem over het ECB-besluit om staatsleningen te gaan opkopen bij banken. Sybrand Buma vindt het onbegrijpelijk dat Rutte en Dijsselbloem 'dit laten gebeuren'

Buma: 'De ECB gaat 1140 miljard euro in de Europese economie pompen. De geldkraan gaat zonder enige voorwaarden aan probleemlanden te stellen voluit open. Dat is een onverantwoordelijke en slechte beslissing. Het is op lange termijn een aanjager van inflatie, een rem op hervormingen en fnuikend voor de concurrentiepositie.'

Landen als Italië en Frankrijk kunnen meer gaan lenen en hoeven minder te hervormen. Voor Nederland betekent het vooral meer risico’s. Het is dan ook onbegrijpelijk dat premier Rutte en minister Dijsselbloem dit laten gebeuren. Het is een politieke keuze om te accepteren dat de Europese Centrale Bank zo ingrijpt in de economie. Het is een monetaire politiek waar Nederland altijd van heeft gegruwd.”

Het CDA wil hier opheldering over van het kabinet, en wil zo spoedig mogelijk een debat.

Leenstelsel roept veel vragen op

De kogel is door de kerk. Het sociaal leenstelstel komt er. Studenten die op 1 september 2015 naar het hbo of de universiteit gaan, krijgen geen basisbeurs meer.

De basisbeurs verdwijnt. De Eerste Kamer heeft ingestemd met de invoering van het sociaal leenstelsel. Wie in september 2015 een nieuwe studie aan hbo of universiteit begint, kan alleen nog geld lenen. Voor studenten die al een basisbeurs ontvingen, verandert er niets. Nu krijgen ze 3.434 euro per jaar als ze op kamers wonen, en 1.233 euro als ze bij hun ouders wonen. Alleen voor mbo-leerlingen blijft de basisbeurs en de aanvullende beurs bestaan.

Ook nu al hebben veel studenten een aanvullende lening bij DUO. De gemiddelde studieschuld van afgestudeerden is 15.000 euro. Geluiden dat die schuld door het leenstelsel zou oplopen tot 40.000 euro spreekt minister Bussemaker van Onderwijs tegen.

Nieuwe stappen in beheerste aanpak van bankfalen

In 2014 zijn belangrijke stappen gezet in het opzetten van een Europees kader voor de aanpak van banken die in de problemen komen, ook wel resolutie genoemd. Dit kader, bestaande uit een resolutie-autoriteit en regelgeving, staat inmiddels in de steigers. Op Europees niveau is een Europese resolutie-autoriteit, de Single Resolution Board, opgericht en per 1 januari 2015 van start gegaan. In Nederland is DNB per 1 januari 2015 aangewezen als nationale resolutie-autoriteit.

Vooruitlopend op deze nieuwe taak heeft De Nederlandsche Bank (DNB) in 2014 de complexiteit en afwikkelbaarheid van de Nederlandse grootbanken onderzocht en vertaald naar een resolutiestrategie en eerste, concrete operationele resolutieplannen. De grootbanken zullen op basis van deze plannen de komende tijd de nodige acties moeten ondernemen.

In de financiële crisis zagen Europese overheden zich genoodzaakt om een groot aantal banken te redden. Banken bleken te verweven met elkaar binnen het financiële stelsel en te belangrijk voor de reële economie om failliet te gaan (“too-big-to-fail”). Om dergelijke problemen in de toekomst te voorkomen, zijn stevige maatregelen genomen. Zo zijn kapitaalseisen verhoogd en is het Europese bankentoezicht op 4 november 2014 gestart. Verder is macroprudentieel beleid in ontwikkeling om systeemrisico’s het hoofd te bieden en is de bankensector in omvang afgenomen.

Beleggingsprofessionals verwachten zwakke groei wereldeconomie in 2015

Wereldwijd verwachten beleggingsprofessionals dat de wereldeconomie in 2015 slechts 2 procent groeit, zo blijkt uit de 2015 Global Market Sentiment Survey van het CFA Instituut. Onder de ondervraagden waren portfoliomanagers, researchanalisten en 'C-suite executives'. Politieke risico's, waaronder separatistische en nationalistische bewegingen, werden genoemd als de meest onderschatte risico's die de markten de komende vijf jaar negatief kunnen beïnvloeden. Bij de jaarlijkse enquête van het CFA Instituut werden 5.259 CFA-charterholders en -leden ondervraagd voor een representatief overzicht van de visie van professionele beleggers over de hele wereld. Het volledige rapport en enquête-uitslagen treft u hier: www.cfainstitute.org/gmss. 

Daarnaast voorzien de respondenten slechts bescheiden stijgingen van de aandelenindices. De verwachtingen variëren van 4,8 procent groei voor de S&P 500 tot 1,9 procent voor de EuroStoxx 50 en 1,6 procent voor de Nikkei 225. Ook toonden leden zich bezorgd over ethische kwesties rondom vertrouwen en marktintegriteit, zoals marktfraude en de behoefte aan verbeterde regulering en toezicht op mondiaal systeemrisico dat nodig is om het vertrouwen van beleggers en de integriteit van de markt te verbeteren.

•Voorzichtigheid omtrent vooruitzichten voor wereldeconomie, ook groeivertraging voor lokale markten verwacht. Gemiddeld verwachten leden voor 2015 een groei voor de wereldeconomie van 2,0 percent. Waar ondervraagden in India uitgaan van een robuuste toename van 5,8% voor hun binnenlandse economie, verwachten leden in Zwitserland, Japan, Frankrijk en Brazilië voor hun thuismarkten allemaal minder dan 1% groei.

•Verenigde Staten en China opnieuw beschouwd als beste beleggingsmogelijkheden. Net als in 2014 worden de Verenigde Staten en China beschouwd als de potentieel best presterende aandelenmarkten voor het aankomende jaar. De vier beste markten waren: de Verenigde Staten, China, India en Rusland.

•Stijging voorspeld voor beursindices wereldwijd. De S&P 500-index stijgt naar verwachting 4,8 procent, de EuroStoxx 50 1,9 procent en de Nikkei 225 1,6 procent. Respondenten voorspellen dat het rendement op Amerikaans schatkistpapier met een looptijd van 30 jaar 3,46% bedraagt, een stijging ten opzichte van 3,21% op 30 september 2014.

•Aanhoudende zorg over beëindiging kwantitatieve verruiming risico voor prestaties lokale markten. 57 procent van de ondervraagden is van mening dat pogingen van centrale banken wereldwijd om hun kwantitatieve verruiming af te bouwen hun lokale markten negatief zal beïnvloeden. Vorig jaar was dit nog 68 procent. Gevraagd daarentegen naar de factor die in 2015 de positiefste invloed op de wereldmarkten zou hebben, koos bijna een derde van de respondenten (30 procent) voor “aanhoudend soepel beleid bij centrale banken”.

woensdag 21 januari 2015

Smartphones dragen bij aan groei iDEAL

Consumenten hebben nog nooit zo vaak als het afgelopen jaar met hun pinpas betaald of een iDEAL-betaling gedaan. Met ruim een kwart meer iDEAL-betalingen laten Nederlanders zien vertrouwen te hebben in elektronisch betalen. Dat zegt Betaalvereniging Nederland.

In 2014 werd 180,2 miljoen keer met iDEAL afgerekend, een stijging van 26,4 procent ten opzichte van 2013. Sinds de marktintroductie eind 2005 bedraagt het totaal aantal iDEAL-betalingen 695,4 miljoen. Het toenemend gebruik van smartphones en tablets levert een belangrijke bijdrage aan deze groei.

'Minister, laten we samen doen'

Banken, verzekeraars en pensioenfondsen roepen minister Dijsselbloem op jaarlijks samen een visiegesprek te voeren en te kijken wat goed gaat en beter kan in de sector. De organisaties reageren hiermee op de kritiek die de minister afgelopen zaterdag in het NRC uitte op de financiële sector.

In zijn opinieartikel ‘Banken, stop die lobby, anders komt 2008 terug' (NRC, 17.1) signaleert minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem ‘massieve weerstand’ van banken, verzekeraars en pensioenfondsen tegen kabinetsmaatregelen voor duurzaamheid van de financiële instellingen.

Dat ligt volgens de sector anders. Op dit moment zetten sector en overheid zich in voor een Europese bankenunie en gelijke regels voor alle financiële instellingen. Dat betekent ook gelijke kapitaalseisen in alle lidstaten en geen Nederlandse ‘solotoer’. Extra kapitaalseisen aan banken in combinatie met een sterkere economische groei kan leiden tot een onevenwichtige situatie. Het door de minister zelf aangehaalde onderzoek wijst daarop. Bij een groei hoger dan 1,2 procent en/of hogere kapitaalbuffers dan 4 procent kunnen er volgens De Nederlandsche Bank (DNB) problemen ontstaan. Een toenemende financieringsvraag van het MKB mag geen ‘groeibreker’ zijn.

Verzekeraars zijn ook voorstander van het Europese regime dat hogere kapitaaleisen voorschrijft en voeren dat zelfs een jaar eerder in maar hechten wel aan een gelijk speelveld in Europa, ook voor aan te houden buffers. Ook economen zien een rechtstreeks verband tussen werkgelegenheid, groei en de beschikbaarheid van risicokapitaal. Zo investeren verzekeraars 60 procent van hun vermogen van 400 miljard euro in Nederland. Geld dat in buffers zit kan niet vrij belegd worden.

De Eerste Kamer was het eens met het argument van de Pensioenfederatie tegen de voorgestelde tussentijdse aanpassing van de rekenrente. Staatssecretaris Klijnsma van SZW heeft daarop DNB verzocht de nieuwe rekenrente niet in te voeren. Een ordentelijke democratische gang van zaken.

In de woningmarkt heeft de financiële sector zich net als het kabinet sterk gemaakt voor verantwoorde leennormen en de behoedzame herijking van het overheidsbeleid om de totale schuld te verminderen.

'Wij, de brancheorganisaties van banken, verzekeraars en pensioenfondsen, delen zijn streven om een herhaling van de crisis van 2008 te voorkomen. Met tal van maatregelen zorgen we ervoor ‘de lessen van de vorige crisis langer dan een paar jaar vast te houden’, zoals de minister bepleit.'

Regiobank, Obvion en BLG Wonen genomineerd voor Hypotheek Award 2015

Regiobank, Obvion en BLG Wonen door consument genomineerd voor de 'Beste Beheer' categorie Hypotheek Award 2015. Winnaars van de consumentenprijs worden op 11 februari 2015 bekendgemaakt tijdens het 24e Hypotheken Event in Almere.

De Hypotheken Awards zijn een initiatief van onderzoeksbureau GfK en IIR. GfK deed onderzoek onder consumenten naar tevredenheid en de Net Promoter Score. Deze score toont aan in welke mate klanten hun verstrekker zullen aanbevelen aan vrienden. Op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken is een ranglijst opgesteld. De beste drie zijn genomineerd. Tijdens het event wordt de winnaar bekendgemaakt, alsook de aanbieder die de meeste vooruitgang heeft geboekt ten opzichte van afgelopen jaren.

Voor de categorie 'Beste Beheer' ondervroeg GfK bestaande klanten van 18 verschillende aanbieders naar hun ervaringen met de hypotheekverstrekker.

Het onderzoek voor de categorie 'Beste Advies' wordt over 2 weken afgerond. Voor dit onderzoek ondervroeg GfK consumenten die in 2014 een adviesgesprek hebben gehad voor een nieuwe hypotheek. Ook voor deze categorie worden genomineerden en een winnaar verkozen.

ECB komt over de brug

De verwachting is dat ECB-president Draghi donderdag een grootschalig aankoopprogramma, met inbegrip van staatsobligaties, zal aankondigen. Het heeft er lang om gespannen of de ECB kwantitatieve verruiming (quantitative easing – QE) in januari of in maart zou aankondigen, maar een aantal factoren lijkt er nu toch op te wijzen dat het deze week gaat gebeuren. Enkele ECB-functionarissen hebben gezegd dat de bank ‘klaar is om in actie te komen’ en daarmee niet te lang moet wachten.

Verder ziet het ernaar uit dat het Europese Hof van Justitie, met zijn advies over de aankoop van staatsobligaties via het OMT-programma, het licht op groen heeft gezet voor QE door de ECB.

Door de negatieve inflatie als gevolg van de scherpe daling van de olieprijzen lijkt bovendien het gevoel dat er haast bij is, bij de ECB te zijn gegroeid. Lagere olieprijzen zijn natuurlijk geweldig voor de economische groei en over het algemeen negeren centrale banken schommelingen in de olieprijzen. Nu de inflatie zo ver van het doel verwijderd is, vreest de centrale bank echter voor haar geloofwaardigheid.

dinsdag 20 januari 2015

Delta Lloyd introduceert online beheerportaal inkomensverzekeringen

Delta Lloyd introduceert het online beheerportaal Inkomen Services Online. In het portaal kunnen werkgevers en verzekeringsadviseurs inkomensverzekeringen online inzien en beheren. Daarnaast is het mogelijk om snel wijzigingen door te geven zoals in- en uitdiensttredingen en salariswijzigingen.

Inkomen Services Online is toegankelijk voor zowel werkgevers als verzekeringsadviseurs. Werkgevers kunnen daardoor kiezen of zij het beheer van hun inkomensverzekeringen zelf of door hun verzekeringsadviseur laten doen. De werkgever moet hiervoor wel toestemming geven aan zijn adviseur.

Gerard van Rooijen, directeur Inkomen & Verzuim Delta Lloyd: “Met de introductie van Inkomen Services Online hebben we een belangrijke stap gezet in het uitbreiden van onze digitale dienstverlening. Zo maken we het beheren van inkomensverzekeringen nog makkelijker en efficiënter voor zowel onze klanten als voor de verzekeringsadviseurs.”

Naast online inzicht in inkomensverzekeringen en werknemersgegevens, zorgt Inkomen Services Online er voor dat werkgevers snel duidelijkheid hebben over hun premie voor het nieuwe jaar. Inkomen Services Online is beschikbaar voor de alle verzuim- en WIA-verzekeringen van Delta Lloyd.

Nederlanders zijn positief gestemd over hun financiële toekomst

Het 'Investor Pulse' onderzoek van BlackRock, één van de meest omvangrijke onderzoeken over sparen, beleggen en de pensioenopbouw ooit uitgevoerd, laat onder meer zien dat Nederlanders relatief positief gestemd zijn over hun financiële toekomst. Ze hebben niet alleen een positievere kijk op hun financiële toekomst dan andere Europeanen (51% tegenover 47%), maar zijn ook optimistischer dan in het vorige onderzoek toen nog maar 44% positief gestemd was.

Meer dan de helft van de Nederlanders (53%) vertrouwt erop de juiste beslissingen te nemen als het om sparen en beleggen gaat; dat is meer dan in alle andere Europese landen. Dit zelfvertrouwen is soms echter onterecht. In het algemeen weten Nederlanders weinig over beleggen en financiële planning; dit percentage is bovendien hoger dan in andere Europese landen. Slechts 38% zegt zich serieus bezig te houden met de financiële planning, tegenover een gemiddelde van 52% voor alle Europese landen.

Veel Nederlanders denken dat spaargeld 'achter de hand' een veilige manier is om meer greep op hun financiën te houden. Als gevolg hiervan wordt 78% van de Nederlandse portefeuilles in spaargeld aangehouden; dit is het hoogste percentage van heel Europa. Nederlanders gaven aan in te zien dat ze eigenlijk minder dan de helft als spaargeld zouden moeten aanhouden. Gemiddeld werd 42% als het ideale percentage genoemd. Maar toch zijn velen van plan in de komende 12 maanden nog meer te gaan sparen.

Bob Hendriks, Hoofd Retail Nederland bij BlackRock, zegt over deze onderzoeksresultaten: "Tegen de achtergrond van een aanhoudend lage rente en het effect van inflatie op spaartegoeden, maar ook de toenemende nadruk van de overheid op de persoonlijke verantwoordelijkheid voor de financiële toekomst, is het zorgwekkend dat de meeste Nederlanders in een 'winterslaap' blijven als het om hun financiën gaat. Het is raadzaam dat ze in actie komen en door middel van een 'financiële routine' het heft in handen nemen. Uit het onderzoek komt ook een groep mensen naar voren die goed weet hoe ze dit moeten aanpakken. Van deze mensen, die lang niet allemaal tot de zeer vermogende Nederlanders behoren, kunnen ook anderen veel leren."

Globaal gezien behoort één op de tien (10%) Nederlanders tot deze groep. Verrassend is dat deze groep niet alleen uit zeer vermogende mensen bestaat: deze groep verdient gemiddeld Euro 45.000 per jaar. Mensen in deze groep zijn meer dan anderen geneigd om te plannen voor de lange termijn, ze spreiden hun beleggingen breder en willen graag meer te weten komen over hoe ze hun geld harder voor zich kunnen laten werken. Driekwart (77%) van deze groep spaarders en beleggers heeft het gevoel meer greep te hebben op hun financiële toekomst en een nog iets hoger percentage (81%) voelt zich zelfverzekerd in het nemen van beslissingen over sparen en beleggen.

Deze groep spaarders en beleggers, die we 'ALERT' hebben genoemd, heeft een aantal opvallende eigenschappen gemeen, waardoor ze de toekomst met meer vertrouwen tegemoet zien (zie bijlage).

Hoofd Retail Nederland bij BlackRock, zegt over deze groep spaarders en beleggers: "We kunnen veel leren van de manier waarop 'alerte' beleggers naar hun spaargeld en beleggingen kijken, hun beleggingen spreiden, de prioriteit geven aan de pensioenopbouw en actief omgaan met planning en advies. Als mensen regelmatig op zo'n manier hun portefeuille zouden oppoetsen, zou dat een grote invloed kunnen hebben op hun financiële toekomst. Net zoals veel mensen in het voorjaar hun huis een opfrisbeurt geven, zouden ze regelmatig even goed naar hun financiële situatie kunnen kijken, om na te gaan of ze nog goed op koers zijn om hun financiële doelen te verwezenlijken."

In het onderzoek werden 27.500 mensen in 20 landen over de hele wereld geïnterviewd, waarvan 1.000 Nederlanders. Waar in dit bericht wordt gesproken over Europese gemiddeldes, wordt gedoeld op de onderzochte deelnemers in België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.


maandag 19 januari 2015

Hoe komen al die ‘objectieve’ economische cijfers tot stand?

Hoe gezond de economie van een land is, blijkt uit cijfers van groei, werkloosheid, inflatie en overheidstekorten. Toch zijn deze cijfers vaak verre van objectief. Daniel Mügge ontving een ERC Starting Grant om te onderzoeken hoe deze indicatoren gedefinieerd en gemeten worden en welke politieke keuzes achter de formules voor deze indicatoren schuilgaan.

De kerncijfers die landen gebruiken om inzichtelijk te krijgen hoe het gesteld is met de economische situatie, zijn niet objectief, betoogt Mügge. ‘Cijfers als inflatie en werkloosheid komen op een bepaalde manier tot stand – de mensen die de cijfers samenstellen en de onderliggende rekenformules bepalen de uitkomsten.’

Zo is het bijvoorbeeld een keuze om onbetaald werk, bijvoorbeeld binnen huishoudens, wel of niet mee te nemen in de berekening van het Bruto Nationaal Product, of om militaire uitgaven niet als kosten, maar als investering in de boeken op te nemen. ‘Wat ook opvalt, is dat de financiële sector in het BNP van veel landen heel positief naar voren komt en als een echte groeimotor wordt gezien. De vraag is of dat wel echt klopt, en of een andere onderliggende formule niet voor heel andere conclusies zou hebben gezorgd.’

Ook het wel of niet meewegen van de informele economie, met name in ontwikkelingslanden, kan grote gevolgen hebben. ‘Je kunt ervoor kiezen om de informele economie niet mee te nemen in de kerncijfers van bijvoorbeeld Nigeria, en dan tot de conclusie komen dat het heel slecht gaat met de economie aldaar. Terwijl het maar de vraag is of de officiële cijfers niet een totaal vertekend beeld geven.’

Voor het ERC-onderzoek is dit soort kritiek het vertrekpunt. Er zijn geen juiste 'formules', maar de rekenmethodes die een land heeft gekozen, hebben wel enorme politieke, sociale en economische invloed. Het doel is dan ook niet om 'betere' formules te ontwikkelen, maar om de keuzes die landen hebben gemaakt, beter te begrijpen.

Mügge doet reeds gerelateerd onderzoek in de EU- en OESO-landen. Het ERC-onderzoek bestudeert deze vraagstukken op mondiaal niveau: welke rol hebben bijvoorbeeld de Verenigde Naties gespeeld om statistische modellen ook in bijvoorbeeld Afrika in te voeren? De onderliggende formules, bijvoorbeeld over de meting van economische groei of inflatie, waren eigenlijk voor geïndustrialiseerde landen ontwikkeld. Hebben ontwikkelingslanden hun economisch beleid dus op ongeschikte, of vertekende, data moeten baseren? Of hebben zij zelf, uit eigenbelang, aan die cijfers getornd? Case studies in India, China, Brazilië en Zuid Afrika zullen hier meer licht op werpen.

Het onderzoek is zowel wetenschappelijk als maatschappelijk zeer relevant, vindt Mügge. ‘Als wetenschapper is het interessant om gebruikte formules te contextualiseren. Macro-economische cijfers staan niet boven de politiek maar zijn zelfs speelbal van politieke processen. Daarnaast valt er nog veel te winnen binnen de sociale en economische wetenschappen: het besef dat die cijfers niet alleen niet objectief zijn maar ook een bepaalde lading hebben, is nog amper ingedaald. En ten slotte wil ik hiermee een bijdrage leveren aan het politiek-maatschappelijke debat – door meer kennis over de betekenis en achtergrond van bepaalde cijfers kun je beter gefundeerde discussies voeren.’

Vermogen rijkste 1% in 2016 groter dan dat van rest wereldbevolking

Als de groeiende ongelijkheid geen halt wordt toegeroepen, is in 2016 het gezamenlijke vermogen van de rijkste 1% groter dan het vermogen van de overige 99% van de wereldbevolking. Deze waarschuwing geeft Oxfam Novib aan de vooravond van het jaarlijkse Wereld Economisch Forum in het Zwitserse Davos.

Het nieuwe Oxfam onderzoeksrapport Wealth: Having it All and Wanting More, toont aan dat de rijkste 1 procent hun aandeel in de mondiale welvaartsgroei van 44 procent in 2009 naar 48 procent in 2014 heeft zien groeien. In dit tempo zal in 2016 hun aandeel boven de 50 procent uitkomen. Van deze rijkste 1 procent was in 2014 het gemiddeld vermogen per persoon 2,7 miljoen dollar.

Van de resterende 52 procent van het mondiale vermogen was in 2014 bijna alles (46 % ) in handen van de rest van het rijkste vijfde deel van de wereldbevolking. De resterende 80 procent van de wereldbevolking moest de overgebleven 5,5 procent delen, gemiddeld 3.851 dollar per volwassene. Dat is slechts 1/700e deel van het gemiddelde individuele vermogen van de rijkste 1 procent.

Farah Karimi, algemeen directeur Oxfam Novib: 'Willen we echt in een wereld leven waarin één procent meer bezit dan de rest van ons allemaal samen ? De omvang van de wereldwijde ongelijkheid is ronduit verbijsterend, en ondanks de wereldwijde aandacht voor het onderwerp, wordt de kloof tussen de rijksten en de rest steeds groter '.

'In de afgelopen 12 maanden hebben wereldleiders zoals president Obama en IMF-directeur Christine Lagarde gezegd dat deze extreme ongelijkheid aangepakt moet worden, maar we wachten nog steeds op oplossingen. Het wordt tijd dat de wereldleiders aan de slag gaan. Arme mensen worden dubbelhard getroffen door de toenemende ongelijkheid - zij krijgen een steeds kleiner deel van economische koek', aldus Karimi.

Oxfam is dit jaar ook uitgenodigd in Davos. Winnie Byanyima , directeur Oxfam International, is medevoorzitter van de jaarlijkse economisch top. Zij waarschuwt dat de groeiende inkomensongelijkheid de strijd tegen wereldarmoede in gevaar brengt, want nog steeds heeft 1 op de 9 mensen wereldwijd niet genoeg te eten en meer dan 1 miljard mensen moet het doen met minder dan 1,25 dollar per dag.

Oxfam meldde tijdens de vorige top in Davos dat de 85 rijkste mensen ter wereld samen meer vermogen hebben dan de armste 50 procent (3,5 miljard mensen) samen. Dat aantal is nu tot 80 gedaald - in baar geld is het vermogen van de rijkste 80 tussen 2009 en 2014 verdubbeld.

Oxfam Novib roept regeringen op tot een actieplan van zeven punten:

· Bestrijding van belastingontwijking door bedrijven en rijke individuen
· Investeringen in universele, gratis openbare voorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs
· Eerlijk delen van fiscale lasten, verschuiving daarvan van werk en consumptie naar kapitaal en vermogen
· Invoering van minimum lonen en van voor elke arbeider lonen waarvan die kan leven
· Invoering van wetgeving op gelijke beloning en bevordering van economisch beleid dat eerlijk is voor vrouwen
· Voldoende sociale vangnetten voor de armste mensen, zoals de garantie op een minimuminkomen
· Overeenstemming over een mondiaal doel om inkomensongelijkheid aan te pakken

Het nieuwe onderzoeksrapport Wealth: Having it all and wanting more, is onderdeel van de in oktober 2014 gestarte Oxfam Novib campagne Even It Up. Deze campagne richt zich op groeiende wereldwijde inkomensongelijkheid en de aanpak daarvan. Oxfam Novib vroeg 3 gerenommeerde fotografen om hun licht te laten schijnen op deze vraag. Kadir van Lohuizen, Benedicte Kurzen en Munem Wasif maakten beeldverhalen van rijke en arme families in Nederland, Niger en Bangladesh, zo krijgt het verschil tussen rijk en arm wereldwijd een gezicht.

Zwitserse centrale bank verrast financiële markten

Onverwacht heeft de Zwitserse centrale bank donderdag besloten om de koppeling van de frank met de euro los te laten. De frank schoot onmiddellijk in waarde omhoog en de aandelenkoersen verloren fors terrein.

De stap van de Zwitserse centrale bank is ingegeven door de hoge prijs die moet worden betaald voor het in stand houden van de koppeling. Toen drie jaar geleden - in het brandpunt van de Europese schuldencrisis - beleggers een afkeer van risico kregen en hun aandelen verkochten, zochten ze massaal naar veilige havens en de Zwitserse frank was één van die havens. De koers van de frank kwam daardoor onder opwaartse druk en dat schaadde de concurrentiepositie van de Zwitserse economie. De Zwitserse centrale bank besloot daarom de frank aan de euro te koppelen en om een koersstijging te voorkomen intervenieerde ze in de valutamarkt.

Dit beleid stuit nu op grenzen, maar het stoppen daarmee leidt uiteraard alsnog tot een stevige waardestijging van de (ontketende) frank. De frank steeg na de aankondiging onmiddellijk met 30%, om vervolgens te stabiliseren op een winst van bijna 20%. Dit is uiteraard nadelig voor de exportpositie van Zwitserland en dus ook voor het (winter)toerisme dat in één klap 20% duurder wordt.

Vrees voor verzekerbaarheid staat toepassing DNA-onderzoek in de weg

Twee derde van de Nederlanders vreest dat een DNA-onderzoek het moeilijker kan maken een levensverzekering af te sluiten. De regels hierover zijn onbekend en worden ervaren als onvoldoende vertrouwenwekkend. Dat blijkt uit een onderzoek dat is verricht door het informatiecentrum voor Erfelijkheid, het Erfocentrum.

Het Erfocentrum en het Verbond van Verzekeraars hebben naar aanleiding van het onderzoek afgesproken de regelgeving met betrekking tot erfelijk onderzoek meer onder de aandacht te brengen en waar nodig te verhelderen.

DNA-onderzoek naar het risico op erfelijke kanker vergroot de kans op vroegtijdige ontdekking van de kanker en adequate behandeling. Als mensen weten dat ze een verhoogd risico hebben op erfelijke kanker, is ook preventief onderzoek en vaak preventieve behandeling mogelijk. Daardoor kunnen mensen langer gezond blijven.

Het Erfocentrum vroeg 326 respondenten hoe zij tegenover DNA-onderzoek naar erfelijke belasting voor kanker staan. Opvallend is dat bijna twee derde van de respondenten (64%) bezorgd of zelfs zeer bezorgd is over de invloed van de uitkomst van DNA-onderzoek op de mogelijkheid van het afsluiten van een verzekering. Slechts 9% is daarover helemaal niet bezorgd, en 28% enigszins bezorgd. Deze resultaten komen overeen met die van vergelijkbaar onderzoek onder 1200 Amerikanen.

In de praktijk vragen aanbieders van levens- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen niet naar resultaten van erfelijkheidsonderzoek bij verzekeringen tot een grensbedrag. Verzekeraars volgen daarmee regelgeving, die juist tot doel heeft eventuele drempels bij het aanvragen van erfelijkheidsonderzoek weg te nemen. Ook boven deze 'vragengrens' wordt in veel gevallen niet naar resultaten van DNA-onderzoek geïnformeerd, hoewel dat volgens de regels wel zou mogen.

Aanvragers van een verzekering hebben echter vaak geen duidelijk beeld hoe de regels worden toegepast, wat zorgt voor terughoudendheid bij het kiezen voor genetisch onderzoek. Het Erfocentrum is van mening dat mensen weloverwogen moeten kunnen kiezen voor een genetisch onderzoek zonder bang te hoeven zijn voor negatieve gevolgen voor hun verzekerbaarheid. Dat standpunt wordt onderschreven door het Verbond van Verzekeraars, dat heeft toegezegd de bekendheid met de regels bij erfelijkheidsonderzoek te vergroten.
Het Verbond zal hier onder meer via zijn consumentenwebsite www.vanatotzekerheid.nl aandacht aan besteden. Het Erfocentrum biedt op haar website www.erfelijkheid.nl een special over erfelijkheid en verzekeren aan.

Zorgprofessionals herkennen de terughoudendheid bij mensen die zich zorgen maken om de gevolgen van een erfelijkheidsonderzoek voor verzekerbaarheid. "Deze mensen zijn bang dat in de toekomst de regels alsnog ongunstig uitgelegd kunnen worden", zegt Alma Schiphorst, psychosociaal medewerker erfelijkheidsadvisering van het AMC Amsterdam. 'We horen van familieleden dat mensen om deze reden erfelijkheidsonderzoek, ook waar gezondheidswinst mee te behalen is, uitstellen of er zelfs vanaf zien.'

Klaas Dolsma, directeur van het Erfocentrum: "In de toekomst zal DNA-onderzoek steeds gewoner worden. Mensen die zich preventief laten onderzoeken op een erfelijke belasting mogen dan niet bang meer zijn daarop afgerekend te worden." Dat uitgangspunt onderschrijft Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars . "Wij vinden het belangrijk dat de verzekerbaarheid het doen van preventief onderzoek naar erfelijkheid niet in de weg staat. Juist daarom zijn deze afspraken gemaakt. Die gaan we nu meer onder de aandacht brengen".

vrijdag 16 januari 2015

Ruim 5 miljoen contactloze betalingen door ING klanten

Sinds de introductie van contactloos betalen in april 2014 hebben ING klanten al meer dan 5 miljoen keer contactloos betaald. Inmiddels is ruim 80 procent van de Betaalpassen van ING voorzien van contactloos betalen (6,5 miljoen passen). Het gemiddelde bedrag dat contactloos wordt betaald, is 5,69 euro.

Inmiddels zijn er in Nederland ruim 60.000 betaalautomaten die geschikt zijn voor contactloos betalen, een verdubbeling ten opzichte van de start in april 2014. Niet verwonderlijk, want nieuwe betaalautomaten zijn standaard voorzien van de contactloos betalen functionaliteit.

Buiten Nederland komt het contactloos betalen steeds vaker voor. Ook ING klanten betalen al regelmatig contactloos in andere landen. De top 10 wordt aangevoerd door Polen, Groot Brittannië en Duitsland. In Polen is het contactloos betalen al verder ingeburgerd en kunnen klanten bij veel bekende ketens terecht.

Focus AFM in 2015 op zakelijke markt, accountants en kapitaalmarkten

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) zet extra in op toezicht op financiële dienstverlening aan zakelijke partijen, accountantsorganisaties en kapitaalmarkten. Ook besteedt de AFM in 2015 bijzondere aandacht aan de brede onderwerpen technologische ontwikkelingen, inzicht in consumentengedrag en ‘gedrag en cultuur’. Daarnaast handhaaft zij de negen toezichtthema’s uit 2014.

De sector maakt bijzondere veranderingen door. Marktpartijen worden geconfronteerd met een reeks van ingrijpende veranderingen. Een veelheid aan nieuwe regels en de niet afnemende hoge verwachtingen van de samenleving zijn daarin doorslaggevende factoren. “Hun volle agenda mag hen intussen niet afhouden van één gezamenlijke topprioriteit: een duurzaam herstel van vertrouwen”, stelt AFM-voorzitter Merel van Vroonhoven in het voorwoord van de Agenda 2015. Er bestaat een breed gedeelde overtuiging dat het anders moet in de financiële sector. “Daarvoor is – nog steeds - een fundamentele aanpassing van gedrag en cultuur vereist. De veranderingen die hiervoor nodig zijn, moeten degenen die het aangaat uiteraard zelf realiseren.”

Er zijn de afgelopen periode veel maatregelen genomen om kwetsbaarheden in ons financiële stelsel aan te pakken. Risico’s verdwijnen echter niet zomaar, zullen zich verplaatsen en zich in nieuwe gedaanten voordoen. De vergroting van kapitaalbuffers van banken en vermindering van hun balansrisico’s leiden ertoe dat financiële risico’s zich verplaatsen van bankbalansen naar de kapitaalmarkten. Daarmee neemt het grote belang van goed functionerende kapitaalmarkten verder toe. De AFM zet in 2015 dan ook extra in op het toezicht op die markten, met een sterke focus op goede prijsvorming, eerlijke informatieverschaffing, beheersing van risico’s en het tegengaan van marktmisbruik.

De afgelopen periode hebben zich incidenten voorgedaan rondom financiële dienstverlening aan zakelijke klanten, waaronder het midden- en kleinbedrijf. Dienstverlening op het gebied van rentederivaten, kredietverlening en bijzonder beheer verdienen bijzondere aandacht. Het toezicht op de zakelijke markt zal daarom in aanzienlijke mate worden geïntensiveerd.

In september 2014 heeft de AFM moeten vaststellen dat de kwaliteit van een groot deel van de accountantscontroles nog steeds niet voldoende is. Het aantal incidenten lijkt toe te nemen. Onze interventies in de vorm van handhaving, feitelijke rapportages en de publieke aandacht die wij hebben gevraagd voor noodzakelijke fundamentele hervormingen en cultuuromslag in de sector hebben in de politiek en de media gehoor gekregen. Wij zullen ons toezicht op accountantsorganisaties in 2015 verder versterken en intensiveren.

De AFM besteedt ook extra aandacht aan een aantal belangrijke brede ontwikkelingen. Ten eerste hebben we meer aandacht voor de impact van technologische ontwikkelingen, zoals technische innovaties met betrekking tot de beurshandel en online en mobiele bedieningsconcepten. De AFM wil zich ervoor inspannen dat haar toezichtexpertise op deze veranderingen blijft aansluiten. Ook willen wij het gedrag van beleggers en consumenten beter begrijpen om de effectiviteit van ons toezicht te blijven vergroten. Wij maken daarom in onze werkzaamheden in toenemende mate gebruik van inzichten uit gedragswetenschappen zoals de gedragseconomie. Tot slot hebben wij bijzondere aandacht voor gedrag en cultuur. Er bestaat een breed gedeelde overtuiging dat duurzaam vertrouwen alleen kan ontstaan als gevolg van gedrag en cultuur waarin dienstbaarheid, zorgvuldigheid, transparantie en duurzaamheid vanzelfsprekend zijn.

Onze oproep in mei om mee te denken en de consultatie van de concept-Agenda in oktober 2014 is positief door consumenten en de markt opgepakt. We hebben verschillende opmerkingen en suggesties ontvangen die we goed konden gebruiken bij het opstellen en uitwerken van onze plannen. In februari publiceren wij de verdere uitwerking van de plannen. Op die manier willen wij inzichtelijk maken op welke manier wij algemene themadoelstellingen uitwerken en realiseren.

NVB-voorzitter kondigt top aan over financiering MKB

Komend voorjaar zal een ‘top over de financiering van het MKB-bedrijfsleven’ worden georganiseerd met alle betrokken partijen. De NVB, MKB-Nederland en VNO-NCW nemen hiervoor gezamenlijk het initiatief NVB-voorzitter Chris Buijink kondigde dit aan in een toespraak tijdens de NVB-Nieuwjaarsreceptie. ‘Zo’n top is bij een aantrekkende economische groei essentieel. Alle krachten moeten daarvoor worden benut en gebundeld. Van traditionele én van nieuwe financiers. Dat is de uitdaging voor Nederland en Europa,’ zo sprak Buijink.

Doel van de top is om alle stakeholders die bij de financiering van het MKB betrokken zijn bij elkaar te brengen en met elkaar de richting te bepalen hoe de toekomstige financiering van het MKB eruit ziet. Betrokken partijen zijn onder meer ondernemers en hun organisaties, brancheverenigingen, banken, alternatieve aanbieders van financiering en  investeerders in het MKB. In een toelichting zegt Buijink: ‘Het MKB is de motor van onze economie. De afgelopen jaren hebben laten zien dat financiering geen vanzelfsprekendheid is en in veel opzichten een andere aanpak vergt dan voor de crisis. Uitgangspunt is dat gebrek aan passende financiering in een aantrekkende economie geen groeibreker mag zijn.’

Het initiatief volgt op de aankondiging van minister Kamp van Economische Zaken om te komen tot één loket voor ondernemers die op zoek zijn naar financiering. Voor dat doel lanceerden NVB en MKB Nederland eind vorig jaar de vernieuwde Ondernemerskredietdesk. Daarop kunnen ondernemers zien welke aanbieders van financiering op de markt zijn en welke stappen zij moeten zetten om tot een kansrijke financieringsaanvraag te komen, zoals het opstellen van een ondernemingsplan.

Financiering is in veel gevallen niet langer iets tussen twee partijen en daarom is een brede aanwezigheid van stakeholders bij de top gewenst, aldus Buijink. Qua opzet van de top valt te denken aan bij voorbeeld paneldebatten en het presenteren van de ervaringen van ondernemingen die op een manier gefinancierd zijn die representatief is voor de toekomst. Initiatiefnemers werken de top komende weken verder uit.

donderdag 15 januari 2015

FIOD doorzoekt Trustkantoor

De FIOD heeft een trustkantoor in Nijmegen en een woning van een van de directeuren doorzocht. Er is administratie in beslag genomen. De doorzoekingen vonden plaats in het kader van het ‘Trust and Company Service Providers project’ (TCSP) van de belastingdienst en het Functioneel Parket.

Nieuw crowdlending platform voor consumenten

Op de markt voor consumentenleningen heeft zich een nieuwe speler gemeld: Lendex. Bij Lendex kan iedereen een lening aanvragen, zonder tussenkomst van banken. Investeerders bepalen er of ze de lening willen financieren. Deze vorm van lenen wordt ook wel peer-to-peer lending of crowdlending genoemd.

Het doel van Lendex is om de markt voor consumentenleningen eerlijk en transparant te maken. Daarom gaat Lendex als eerste partij de daadwerkelijke percentages wanbetalingen publiceren. Bestuurder Hans Molenaar legt uit: “Iedere kredietvertrekker beschikt over wanbetalingspercentages, maar wij zijn de eerste partij die ze ook daadwerkelijk publiceren. Dit gaat vragen oproepen bij consumenten, waardoor andere platforms in deze trend mee zullen gaan. Uiteindelijk zal het leiden tot meer transparantie in de hele financiële markt.”

Met crowdlending wil Lendex de black box van het bankwezen openen. Oprichter Miglena Dobreva: “Bij banken zijn veel processen en systemen onnodig ingewikkeld, tot frustratie van de consument. Maar de consument heeft geen keus, omdat de vier grote banken praktisch de hele markt voor consumentenkredieten in handen hebben. Met Lendex bieden wij deze mensen een nieuwe optie. Door onze lage kosten houden we de rente, die vrijwel volledig naar de investeerder gaat, bovendien laag.”

Via Lendex is lenen goedkoper en levert een investering meer rendement op. Dit komt door de lage kostenstructuur en beperkte overheadkosten. Dobreva: “Banken zijn instituten, met alle bijbehorende kosten. Het slimme systeem van Lendex is zo gebouwd dat we weinig mensen nodig hebben om het bedrijf draaiende te houden. Vergelijkbare initiatieven in het buitenland tonen aan dat de kosten, na de initiële investering,  meer dan 60% lager uitvallen in vergelijking met de traditionele aanbieders.  Dat voordeel komt rechtstreeks ten goede aan de consument en de investeerder, door lage rentes en hoge rendementen. Dat vinden wij wel zo eerlijk.”

Iedere consument kan op de website van Lendex een lening aanvragen. Aan de hand van persoonlijke en financiële gegevens wordt diegene vervolgens in een risicocategorie geplaatst, met een bijbehorende rente. Investeerders bepalen vervolgens of en hoeveel geld ze in het desbetreffende project willen investeren. Net als bij de bank doet Lendex eerst een objectieve risicobeoordeling om de kredietwaardigheid van een lener te bepalen.

Lendex verstrekt uitsluitend aflopende leningen, en dus geen doorlopende kredieten waar de banken zo gek op zijn. De looptijd is bij alle leningen tussen 1 en 5 jaar, waarbij de looptijd en het bedrag geen invloed hebben op de rente in tegenstelling tot bij de bank. “Dit vinden wij een duidelijk en eerlijk systeem,” besluit Molenaar. “Met deze nieuwe aanpak zetten we een belangrijke stap in de modernisering van de financiële sector.”