Van werknemer tot grootaandeelhouder: iedereen een gelijke pensioenregeling
Het pensioenstelsel moet grondig op de schop voor de hele beroepsbevolking. Grote veranderingen in de arbeidsmarkt, zoals de demografische ontwikkelingen en de opkomst van allerlei nieuwe arbeidsvormen (flexwerkers, zzp-ers etc) maken dit noodzakelijk. Maar wie gaat dat regelen en wat zijn de eisen voor een nieuw toekomstbestendig pensioenstelsel? Dat is de centrale vraag op het pensioenseminar van de Universiteit Maastricht op 26 januari. Het seminar brengt 100 deelnemers uit de wetenschap en praktijk van de pensioenwereld samen.
Hoogleraar Ferdinand Grapperhaus, tevens Kroonlid van de SER, is van mening dat de veranderde solidariteitsverhoudingen in de maatschappij een grondige herziening van het pensioenstelsel nodig maken. Hij bepleit voor de gehele beroepsbevolking een minimale opbouwverplichting voor pensioen en zorgverzekeringen.
Arjan Soede van het CPB wijst erop dat de inkomensbehoeften van ouderen kleiner wordt naarmate de leeftijd stijgt, en dat vrouwen met een aanmerkelijk grotere inkomensdaling te maken krijgen bij het overlijden van hun partner dan andersom. Soede pleit voor meer gelijkwaardigheid door verlaging van het aanvullende ouderdomspensioen van de werkgever wanneer de partner overlijdt. Dat is in lijn met de systematiek van het nabestaandenpensioen en sluit tevens beter aan bij de financiële behoeften van de nabestaande.
Prof. Andries de Grip, directeur van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), gaat in op duurzame inzetbaarheid. Hij pleit voor het vervangen van ontziemaatregelen, zoals extra verlofdagen of een lichter takenpakket, door trainingen en scholing om de competenties van oudere medewerkers op peil te houden.
Veelvuldige wisselingen van werkgever en grensoverschrijdend werken leiden tot intransparantie in de pensioensituatie van werknemers en financiële risico’s zoals dubbele belastingheffing. Lilian van Duijnhoven, director bij PwC, pleit voor omzetting van de zogenaamde ‘Defined Benefit’ regelingen in ‘Defined Contribution’ regelingen, waarbij alleen de pensioenpremie wordt toegezegd maar op voorhand geen uitsluitsel bestaat over de uiteindelijke hoogte van de pensioenuitkering. Daarbij hoort ook een systeem van verplichte waardeoverdracht van pensioen bij het wisselen van werkgever.
Anouk Bollen-Vandenboorn (UM-ITEM) pleit voor introductie van een arbeidsvormneutraal pensioenkader (ANP). In dit nieuwe fiscale systeem krijgt iedere werkende ongeacht zijn arbeidsvorm dezelfde fiscale ruimte om pensioen op te bouwen.
Het pensioenseminar in Maastricht markeert de start van het Institute for Transnational and Euregional Cross Border Cooperation and Mobility (ITEM). ITEM wordt gedragen door de Universiteit Maastricht, Provincie Limburg, NEIMED (Hogeschool Zuyd), Gemeente Maastricht en EMR (Euregio Maas Rijn). Het instituut richt zich op grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit, internationale dienstverlening en verbetering van het investerings- en vestigingsklimaat. Het expertisecentrum is de spil van onderzoek, advisering, kennisuitwisseling en trainingsactiviteiten. Het pensioenseminar laat zien hoe door de voor ITEM typerende combinatie van wetenschappelijke en interdisciplinaire aanpak concrete praktische oplossingen worden aangedragen.
Hoogleraar Ferdinand Grapperhaus, tevens Kroonlid van de SER, is van mening dat de veranderde solidariteitsverhoudingen in de maatschappij een grondige herziening van het pensioenstelsel nodig maken. Hij bepleit voor de gehele beroepsbevolking een minimale opbouwverplichting voor pensioen en zorgverzekeringen.
Arjan Soede van het CPB wijst erop dat de inkomensbehoeften van ouderen kleiner wordt naarmate de leeftijd stijgt, en dat vrouwen met een aanmerkelijk grotere inkomensdaling te maken krijgen bij het overlijden van hun partner dan andersom. Soede pleit voor meer gelijkwaardigheid door verlaging van het aanvullende ouderdomspensioen van de werkgever wanneer de partner overlijdt. Dat is in lijn met de systematiek van het nabestaandenpensioen en sluit tevens beter aan bij de financiële behoeften van de nabestaande.
Prof. Andries de Grip, directeur van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), gaat in op duurzame inzetbaarheid. Hij pleit voor het vervangen van ontziemaatregelen, zoals extra verlofdagen of een lichter takenpakket, door trainingen en scholing om de competenties van oudere medewerkers op peil te houden.
Veelvuldige wisselingen van werkgever en grensoverschrijdend werken leiden tot intransparantie in de pensioensituatie van werknemers en financiële risico’s zoals dubbele belastingheffing. Lilian van Duijnhoven, director bij PwC, pleit voor omzetting van de zogenaamde ‘Defined Benefit’ regelingen in ‘Defined Contribution’ regelingen, waarbij alleen de pensioenpremie wordt toegezegd maar op voorhand geen uitsluitsel bestaat over de uiteindelijke hoogte van de pensioenuitkering. Daarbij hoort ook een systeem van verplichte waardeoverdracht van pensioen bij het wisselen van werkgever.
Anouk Bollen-Vandenboorn (UM-ITEM) pleit voor introductie van een arbeidsvormneutraal pensioenkader (ANP). In dit nieuwe fiscale systeem krijgt iedere werkende ongeacht zijn arbeidsvorm dezelfde fiscale ruimte om pensioen op te bouwen.
Het pensioenseminar in Maastricht markeert de start van het Institute for Transnational and Euregional Cross Border Cooperation and Mobility (ITEM). ITEM wordt gedragen door de Universiteit Maastricht, Provincie Limburg, NEIMED (Hogeschool Zuyd), Gemeente Maastricht en EMR (Euregio Maas Rijn). Het instituut richt zich op grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit, internationale dienstverlening en verbetering van het investerings- en vestigingsklimaat. Het expertisecentrum is de spil van onderzoek, advisering, kennisuitwisseling en trainingsactiviteiten. Het pensioenseminar laat zien hoe door de voor ITEM typerende combinatie van wetenschappelijke en interdisciplinaire aanpak concrete praktische oplossingen worden aangedragen.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.