vrijdag 27 februari 2015

Vijf jaar cel voor plofkraken bij banken

De rechtbank Den Haag heeft vier mannen veroordeeld voor het plegen van meerdere plofkraken bij geldautomaten in onder meer Delft en Schiedam, van april tot en met september 2013. De mannen hebben zich volgens de rechtbank ook schuldig gemaakt aan heling van twee motoren in 2014 en de diefstal van zes rollen koperdraad. Bovendien waren twee van hen verantwoordelijk voor een inbraak in Rijswijk, waarbij onder meer modeltreinen werden gestolen. Een van de mannen heeft vijf jaar celstraf gekregen. De anderen kregen celstraffen variërend van twee tot drie jaar.

Met behulp van gasflessen bliezen de mannen meerdere geldautomaten op, met als doel geld te stelen. Zowel via vingerafdrukken als afgeluisterde gesprekken, heeft de politie hun identiteit achterhaald. Ook is er bewijs van de aanschaf van materialen ten behoeve van de plofkraken en heeft de politie DNA-materiaal van hen aangetroffen. Op basis hiervan oordeelt de rechtbank dat er voldoende bewijs is om de mannen te veroordelen.

Tijdens een politiecontrole hebben agenten twee gestolen motoren aangetroffen in een opslagruimte in Delft. Eén van de mannen was in dat pand aanwezig. De rechtbank ziet voldoende bewijs voor heling, omdat hij had kunnen weten dat de motoren van diefstal afkomstig waren. De man had op verzoek van iemand die hij nauwelijks

Nooit meer dubbel verzekerd

Nog even en de duik in de schoenendoos is overbodig. Rondslingerende papieren maken plaats voor de persoonlijke omgeving op de computer en de smartphone. Dat zorgt voor meer grip op geldzaken.

Consumenten krijgen een eigen online kluis voor hun particuliere verzekeringspolissen. Dat kan een eind maken aan zoektochten naar rondslingerende paperassen. Het Verbond van Verzekeraars laat hiervoor een beveiligde digitale omgeving bouwen. Veel verzekeraars hebben al laten weten dat ze mee gaan doen. Daardoor zal meer dan driekwart van alle verzekeringen straks in de kluis terug te vinden zijn. Dat percentage loopt volgens het Verbond nog verder op.

Ook moet het mogelijk worden om anderen te machtigen om de gegevens te bekijken. Familieleden kunnen zo bijvoorbeeld zien of er een uitvaartpolis is. De klant houdt zelf de regie over zijn digitale kluis, verzekert het Verbond. Een aparte stichting zal het beheer gaan regelen. De gegevens komen niet in een centrale database. Elke keer dat de consument de online omgeving raadpleegt, worden de data rechtstreeks opgehaald bij de verzekeraars. De poliskluis moet in 2017 in de lucht zijn.

Controleer altijd zelf de belastingaangifte

Bijna de helft van de Nederlanders laat een adviseur belastingaangifte doen. Een expert kan helpen om voordeel te behalen. Maar de belastingbetaler blijft zelf verantwoordelijk, ook als er fouten in de aangifte sluipen.

De Belastingdienst let scherp op belastingconsulenten die waarschijnlijk met opzet voor hun klanten onjuiste aangiften hebben ingediend. De FIOD heeft 5 verdachten aangehouden. Deze adviseurs zouden aftrekposten verzinnen, zoals ziektekosten en schenkingen. Zo probeerden ze ten onrechte belastingvoordelen te regelen.

Als een fiscaal dienstverlener een aanbod doet dat te mooi is om waar te zijn, dan is dat het waarschijnlijk ook, waarschuwt de Belastingdienst. Als de aangifte onjuist is, kan de fiscus een boete opleggen. Klanten van belastingadviseurs zijn soms op de hoogte van fraude met hun aangifte, maar soms ook niet, stelt de Belastingdienst. “Ook al heeft een adviseur de aangifte gedaan, de belastingbetaler blijft zelf verantwoordelijk voor de aangifte”, zegt Bram van Eijndthoven, hoofd van het ING Fiscaal Bureau.

donderdag 26 februari 2015

eyeOpen.nl claimt eerste volledige hypotheekvergelijker

eyeOpen.nl introduceert naar eigen zeggen als eerste hypotheekadviseur een vergelijker voor hypotheken die ook de andere voorwaarden met elkaar vergelijkt en weegt. Alleen door alle voorwaarden, zoals de maximale boetevrije aflossing of de boete die je bij verhuizing kan krijgen met elkaar te vergelijken, krijgen consumenten een volledig beeld van de hypotheek, zegt het bedrijf.

Hypotheekvoorwaarden zoals een boete die je moet betalen bij de verkoop van je woning, annuleringskosten van de hypotheekofferte of de verplichting om een overlijdensrisicoverzekering van de geldverstrekker af te sluiten (die vaak duurder is), worden in de bestaande rentevergelijkers niet meegewogen.

Neem nu het voorbeeld van een consument die een hypotheek heeft afgesloten met een rente die bijvoorbeeld 0,2 procent lager is dan andere hypotheekrentes op dat moment. In de voorwaarden zit een boete percentage van 3 procent voor het aflossen van de hypotheek naverkoop van de woning. Dit komt neer op € 6.000,- boete bij een hypotheek van € 200.000,- . Als deze consument besluit om na vijf jaar te verhuizen dan heeft hij omgerekend € 1.200,-per jaar extra betaald, met andere woorden 0,6% extra en veel meer dan het rentevoordeel van 0,2 procent bij het afsluiten van de hypotheek. Door ook naar de voorwaarden te kijken en niet alleen naar de laagste rente, was hij voordeliger uit geweest en had hij de boete kunnen voorkomen.


Lakeman: tuchtklacht tegen KPMG als ABN AMRO swapschade verdoezelt

Directeur Pieter Lakeman van Swapschade BV acht een afboeking door ABN AMRO van 3,65 miljard euro ten laste van het resultaat 2014 gepast. Dit vanwege ingediende en nog in te dienen schadeclaims van MKB-ondernemers die de dupe zijn van renteswaps die ABN AMRO hen verkocht. En ook vanwege de gevolgen van de Vestia-zaak. Als accountant KPMG goedkeuring geeft aan een jaarverslag dat onvoldoende cijfermatig inzicht biedt in swap-risico's voor het vermogen, resultaat en de solvabiliteit van ABN AMRO dient Lakeman namens Swapschade BV een tuchtklacht in.

Swapschade BV treedt op voor gedupeerde MKB-bedrijven. Volgens Lakeman is ABN AMRO in het uitoefenen van haar zorgplicht jegens deze bedrijven tekort geschoten door hen grote aantallen renteswaps te verkopen. Het betreft een omstreden en zeer complex financieel product dat bij MKB-bedrijven tot grote schade leidt.

In een brief aan het bestuur van KPMG wijst Lakeman er namens Swapschade BV op dat ABN AMRO sinds 2005 grote winsten boekte met de verkoop van renteswaps. Hij spreekt van 'verkooppraktijken die zich kenmerken door ernstige misleiding, zo niet bedrog'. Lakeman voorziet dat de bank dit jaar in toenemende mate geconfronteerd wordt met door de rechter toegewezen schadeclaims. Alleen al voor het MKB kunnen die tot ver boven de 2 miljard euro oplopen.

Dat het aantal klachten van MKB-ondernemers tot op heden nog beperkt lijkt te blijven wijt Swapschade BV aan de bij veel ondernemers levende angst dat hun kredieten worden opgezegd als zij met een claim tegen de bank komen. Lakeman verwacht echter dat mede als gevolg van in 2015 en 2016 te verwachten publiciteit over het renteswap-schandaal steeds meer ondernemers het aandurven om hun schade te verhalen en daarbij succes zullen boeken. Pogingen van ABN AMRO om het aantal en de grootte van nog in te dienen claims te beperken zullen naar de stellige overtuiging van Swapschade BV schipbreuk lijden.

Als KPMG het jaarverslag 2014 (inclusief verslag van de directie en de Raad van Commissarissen) goedkeurt zónder dat potentiële beleggers voldoende cijfermatig inzicht wordt geboden in de verliesgevende fase waarin de bank in 2014 bij directe afboeking volgens Lakeman verkeerde, is KPMG volgens Swapschade BV civiel aansprakelijk. Voor de accountant die namens KPMG tekent geldt een tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. Dit alles geldt tevens als in de jaarrekening 2014 onvoldoende cijfermatig inzicht wordt geboden in negatieve vooruitzichten van ABN AMRO.

Swapschade BV adviseert KPMG om zich juridisch goed op de hoogte te (laten) stellen van de risico's inzake renteswaps. Maar niet door advocaten of juristen die voor ABN AMRO of een andere bank actief waren of zijn. Want, aldus Pieter Lakeman, van hen kan geen objectieve analyse worden verwacht. Gaat KPMG tóch met hen in zee, dan zal Lakeman als de zaak voor de rechter komt benadrukken dat de accountant 'het risico om door partijdige advocaten op het verkeerde been te worden gezet bewust heeft willen aanvaarden.'

Overigens zegt Swapschade BV het opvallend te vinden dat ABN AMRO 'haast heeft met de komende beursgang'. 

Rabobank: 2014 een positief keerpunt

De Rabobank Groep boekte in 2014 een nettowinst van 1.842 miljoen euro, lager dan een jaar geleden. Het onderliggende resultaat steeg fors ten opzichte van 2013, toen eenmalige posten het resultaat per saldo positief beïnvloedden. 2014 was voor de bank in veel opzichten een positief keerpunt: Herstel van vertrouwen is ingezet, zegt de bank.

2015 laat een gemengd beeld zien. Enerzijds zijn er positieve economische vooruitzichten, anderzijds het besef dat het voor een deel van Rabo's klanten nog een lastig jaar blijft.

De 8,8 miljoen klanten, waarvan 7,6 miljoen in Nederland, tonen zich zeer loyaal aan de bank. Naast het klantenprogramma Visie 2016 kreeg de verbetering van de interne controlesystemen de volle aandacht.

Rabo Vastgoedgroep heeft te maken met nog steeds moeilijke marktomstandigheden. Het segment vastgoed realiseerde een nettoverlies van 263 miljoen euro, 551 miljoen euro minder dan in 2013. In 2013 waren de afwaarderingen op grondposities en herwaardering van grondexploitaties nog hoog. De kosten kredietverliezen bij vastgoedfinancier FGH Bank bleven hoog en drukten het resultaat.

Beter inzicht in kosten beleggen na invoering provisieverbod

Door het provisieverbod zijn de kosten van beleggingsdienstverlening zichtbaar voor de klant nu deze direct worden betaald. Particuliere beleggers zijn sinds de invoering vaker op de hoogte van deze kosten. Ook is het nu gemakkelijker om kosten van beleggingsdienstverlening te vergelijken. Dat blijkt uit marktonderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder 618 beleggers. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau GfK.

Sinds de invoering van het provisieverbod zeggen meer beleggers informatie te hebben gezien over de kosten van beleggingsdienstverlening. Was dat eind 2013 nog 57% van de beleggers, nu is dat 72%. Onder beleggers die gebruik maken van een financieel adviseur is dat gestegen naar 81%. Ruim de helft van alle beleggers zegt te weten wat zij procentueel per jaar aan kosten betalen. Een derde heeft dat wel in een overzicht (gezien), of weet wel (ongeveer) de bedragen, maar kan geen percentages noemen. Opmerkelijk is dat 16% geen interesse heeft in de kosten, of het te veel gedoe vindt om dat uit te zoeken.

Bijna de helft ervaart dat de kosten van beleggingsdienstverlening overzichtelijker zijn geworden door de invoering van het provisieverbod, voor vermogensbeheerklanten geldt dat nog vaker. Daarnaast vindt twee vijfde van alle beleggers dat de kosten van dienstverleners beter met elkaar vergeleken kunnen worden. Dit zegt echter nog niets over de zichtbaarheid van de kosten van het product of financieel instrument waarin wordt belegd. Mifid II en PRIIPS (en dus de Vergelijkende Kostenmaatstaf) gaan daar wel voor zorgen. Bij het nemen van een beleggingsbeslissing moeten beleggers drie zaken meewegen: rendement, beleggingsrisico en kosten van beleggen.

Een goede spreiding van de portefeuille wordt vaak genoemd als belangrijke beleggingstip. Toch vraagt de AFM zich af of de Nederlandse belegger dit goed voor ogen heeft. Een krappe meerderheid (55%) geeft aan maar één soort belegging (exclusief sparen) in de portefeuille te hebben en het gemiddeld aantal soorten beleggingen in de portefeuille komt uit op 1,7. De vraag is dan of hier sprake is van beleggingsfondsen met effecten die goed over de verschillende regio’s en sectoren zijn verdeeld, of dat dit bijvoorbeeld afzonderlijke Nederlandse aandelen zijn. In het laatste geval doet die belegger er goed aan om na te denken over de risico’s die hij daarbij loopt.

In 2013 had nog 10% van adviesklanten en 3% van de beheerklanten voornemens om over te stappen naar het execution only-kanaal als gevolg van het provisieverbod. Het aantal echte overstappers op basis van dit consumentenonderzoek onder beleggers is marginaal, want consumenten zetten hun intenties niet altijd om in daadwerkelijke acties.

De beelden uit deze consumentenmonitor bevestigen het beeld dat de AFM heeft van deze ontwikkelingen: “Door het provisieverbod is de belegger zich meer bewust van de kosten van beleggingsdienstverlening. Dat is iets wat wij natuurlijk toejuichen, want kosten bepalen in grote mate het uiteindelijke rendement. Daarnaast bevestigen de uitkomsten onze indrukken, dat beleggers niet massaal overstappen naar execution only”.


woensdag 25 februari 2015

Verzekeraars gaan digitale poliskluis bouwen

Het Verbond van Verzekeraars wil een digitale poliskluis laten bouwen, waar consumenten hun particuliere verzekeringen kunnen inzien. De meeste verzekeraars hebben al toegezegd mee te werken, waardoor meer dan 75 procent van alle verzekeringen beschikbaar komt in de beveiligde online omgeving.

De online omgeving is een website waarop men de gegevens van alle particuliere verzekeringen kan inzien op de computer, tablet of smartphone. Ook kan de consument anderen, bijvoorbeeld familie, machtigen om zijn gegevens te laten inzien, bijvoorbeeld in verband met een uitvaartpolis. De klant kan verder checken of hij niet dubbel verzekerd is, of dat er juist een verzekering ontbreekt.

Nieuw 20 euro biljet

De president van de ECB, Mario Draghi, heeft dinsdag het nieuwe bankbiljet van €20 onthuld in het hoofdkantoor van de ECB in Frankfurt en maakte daarbij bekend dat het op 25 november 2015 in omloop zal worden gebracht.

In het nieuwe biljet is een innovatief echtheidskenmerk opgenomen in de vorm van een "portretraampje" in het hologram. Wanneer het biljet tegen het licht wordt gehouden, wordt het raampje doorzichtig en toont het een portret van de mythologische figuur Europa dat aan beide zijden van het biljet zichtbaar is. Het nieuwe €20-bankbiljet heeft, net als de nieuwe biljetten van €5 en €10, een "smaragdgroen cijfer" en in het watermerk een portret van Europa.

Zoals ECB-president Draghi verklaarde: "Het portretraampje is een echte innovatie in de bankbiljettentechnologie. Het is de uitkomst van al het door het Eurosysteem verrichte werk om ervoor te zorgen dat de eurobankbiljetten goed bestand blijven tegen vervalsing. Dit zal het vertrouwen dat de 338 miljoen burgers in het eurogebied hebben in hun bankbiljetten, nog groter maken".

Het nieuwe €20-biljet is het derde biljet van de Europa-serie, die geleidelijk de oorspronkelijke serie eurobankbiljetten, die in 2002 is ingevoerd, zal vervangen. Het €5-bankbiljet van de Europa-serie is in mei 2013 in omloop gekomen, het €10-biljet in september 2014. Het €20-bankbiljet dat vandaag is onthuld zal in de loop der tijd worden gevolgd door nieuwe versies van de bankbiljetten van €50, €100, €200 en €500.

Het €20-biljet is een van de meest frequent gebruikte eurobankbiljetcoupures. Het wordt op grote schaal verspreid via geldautomaten, het wordt door vele verkoop- en kaartjesautomaten geaccepteerd, en het wordt vaak door detailhandelaars op echtheid gecontroleerd met behulp van kleine apparaten bij hun kassa's.

Om fabrikanten van bankbiljettenapparatuur en overige betrokkenen te helpen zich voor te bereiden op de komst van de nieuwe €20-bankbiljetten vóór de invoering ervan, hebben de ECB en de nationale centrale banken van het Eurosysteem informatie gegeven en vooraf de nieuwe bankbiljetten ter beschikking gesteld zodat bankbiljettenapparatuur kon worden getest en aangepast. Een Partnership-Programma – vergelijkbaar met dat voor het nieuwe €10-biljet in 2013, met meer dan 300 partners in heel Europa – geeft aanvullende informatie om fabrikanten te helpen ervoor te zorgen dat bankbiljettensorteermachines en detectieapparaten in het gehele eurogebied op tijd klaar zijn voor de invoering op 25 november 2015.


Buitenlands klinkende naam schrikt belegger af

Heet je Mustafa en beheer je een beleggingsfonds, dan krijg je 10% minder beleggingen dan wanneer je John had geheten. Beleggers kopen een aandelenfonds minder snel als de manager van dat fonds een buitenlands klinkende naam heeft, ook al presteert het fonds hetzelfde als andere. Dat blijkt uit onderzoek van de Tilburgse hoogleraar Oliver Spalt en twee collega’s uit Mannheim en Miami naar beleggingen in Amerikaanse aandelenfondsen. “Discriminatie speelt ook in financiële markten een rol”, aldus Spalt.  

De onderzoekers verzamelden de namen van alle fondsmanagers die een actief Amerikaans aandelenfonds beheerden tussen 1993 en 2011 en vroegen een willekeurige steekproef van 150 Amerikanen om aan te geven welke namen buitenlands klinken. Na statistische analyse blijken aandelenfondsen die beheerd worden door iemand met een buitenlands klinkende naam zo’n 10% minder investeringen te krijgen dan aandelenfondsen met managers met typisch Amerikaanse namen. “Naar schatting lopen aandelenfondsen met managers met buitenlands klinkende namen hierdoor per jaar ruim 133.000 dollar mis”, stelt Spalt.

Ook ontdekten de onderzoekers dat grote terroristische aanslagen een rol spelen in de investeringsbeslissing van beleggers. Na 9/11 kochten beleggers duidelijk minder aandelen van fondsen met managers met namen uit het Midden-Oosten en Zuid-Azië dan van fondsen met managers met andere buitenlands klinkende namen. “Dit hebben we opnieuw getest na de aanslagen bij de Boston Marathon in april 2013. Ook hier zien we een duidelijk daling van investeringen in aandelenfondsen met managers wier naam buitenlands klinkt, helemaal bij Arabisch klinkende namen.”

Kijken beleggers überhaupt naar de identiteit van hun fondsmanagers? Ja, aldus Spalt. “We hebben een online enquête gedaan in de Verenigde Staten, waarin we deelnemers vroegen of ze de fondsmanager kennen als ze aandelen kopen. Van de respondenten geeft 64% aan dat de identiteit van de fondsmanager een belangrijke rol speelt bij de keuze van een fonds en zegt 57% de fondsmanager te kennen bij het maken van die keuze.”

Een andere serie tests laat zien dat ook de omgeving van een belegger een rol speelt. “Beleggers die wonen in een regio met meer mensen van buitenlandse origine, investeren meer in fondsen met buitenlands klinkende managers”, aldus Spalt. “Dit noemen we ‘in-group bias’: mensen denken automatisch positiever over mensen uit wat ze als hun eigen groep beschouwen, en zijn onverschillig of zelfs negatief over mensen van buiten hun eigen groep.”

Het onderzoek laat volgens Spalt zien dat ook beleggers zich laten leiden door hun onderbuikgevoel. “Je zou denken dat beleggers alleen geïnteresseerd zijn in de opbrengst van een fonds, in de cijfertjes. Niet dus; ook beleggers laten zich leiden door niet-rationele motieven.”

dinsdag 24 februari 2015

Economie gebaat bij minder fiscale prikkels tot sparen en lenen

Nederlandse huishoudens hebben de afgelopen decennia zowel hun bezittingen als schulden fors zien groeien. Dat is mede het gevolg van overheidsmaatregelen op het gebied van pensioenen en wonen. Het overheidsbeleid op deze terreinen wordt meestal niet in samenhang bezien. Integraal beleid, met minder verstorende fiscale prikkels, kan zowel huishoudens zelf als de economie als geheel ten goede komen.

De afgelopen decennia zijn de balansen van huishoudens fors gegroeid. Het positieve saldo van hun bezittingen en schulden is toegenomen van ruim twee keer het bruto binnenlands product (bbp) in 1982 tot bijna vier keer het bbp anno 2012

We kunnen leren van de Gouden Eeuw

De wereld van het grote geld en de financiën van ‘gewone’ huishoudens zijn diep verweven, dat staat buiten kijf na de crisis in 2008. Maar volgens Oscar Gelderblom, hoogleraar Financiële geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, laat de geschiedenis zien dat er niet één manier is om onze geldzaken te regelen. In Nederland bestond al ver vóór 1800 een goed functionerend financieel systeem, waarin burgers veel zelf deden en de overheid zorgde voor aanvullende financiële diensten voor huishoudens en kleine ondernemingen. Op 19 februari vertelt hij tijdens zijn oratie wat we op financieel vlak kunnen leren van de Gouden Eeuw.

Het grote geld van Amsterdam in de Gouden Eeuw – het is een spannend en leerzaam verhaal dat zich uitstekend leent voor publieksboeken, TV series of games. Maar het is ook een verhaal dat vaak verkeerd verteld wordt. Er is meestal zóveel aandacht voor de moderne trekken van de Amsterdamse beurs, dat gemakkelijk vergeten wordt dat de overgrote meerderheid van de bevolking niets met deze wereld van doen had. Dat de geldzaken van de meeste inwoners van Amsterdam op een heel andere manier georganiseerd waren.

In de Gouden Eeuw was de haute finance een onderonsje van kooplieden, financiers en hun welgestelde familieleden. Geld lenen deden burgers en ondernemers bij familieleden, buren of instanties die dichtbij hen stonden, zoals gildes. Ook al waren er in de zeventiende en achttiende eeuw in Amsterdam wél heftige koersschommelingen, spraakmakende bankroeten, en grove financiële schandalen, deze raakten nooit de geldzaken van de gewone man en vrouw in de straat.

Dat zet aan het denken, vindt Gelderblom: “Zou er in onze huidige samenleving niet een grotere scheiding moeten zijn tussen de financiële sector en de huishoudboekjes van gezinnen? Zijn we niet beter af met een degelijke, saaie financiële sector die alleen simpele producten aanbiedt? Zouden we de grote financiële spelers niet beter op kunnen sluiten in hun eigen, goed bewaakte, internationale reservaat? Een financial zoo, zoals een Amerikaanse econoom het al in de jaren 90 van de vorige eeuw omschreef. Dankzij de regels binnen het reservaat en de omheining van een dergelijke financiële dierentuin blijft eventuele schade dan binnen de perken.”Natuurlijk bieden in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst. Toch kunnen we volgens de historicus een hoop leren van de manier waarop huishoudens en bedrijven vroeger hun geldzaken regelden. Zo konden Amsterdammers in de zeventiende eeuw al hun geldzaken regelen op één plek: het stadhuis. Ook bood de overheid zelf financiële diensten aan. En met standaardcontracten, bijvoorbeeld voor schuldverklaringen, kon er veel meer aan burgers zelf worden overgelaten.Vooral grote, internationaal opererende ondernemingen lijken niet zonder de diverse en complexe diensten te kunnen die de financiële sector aanbiedt. Toch is sinds de crisis ook duidelijk geworden dat die complexe dienstverlening, áls ze al onmisbaar is voor een deel van het bedrijfsleven, wel zó georganiseerd moet zijn dat ze geen schade berokkent aan de rest van de samenleving.



maandag 23 februari 2015

MoneyWise doet onderzoek naar ZZP pensioen

MoneyWise heeft onderzoek gedaan naar de nieuwe ZZP Pensioenen die in 2015 op de markt zijn gekomen. Het betreft hier het ZZP Pensioen, Bright Pensioen en Brand New Day. De drie aanbieders zijn ondergebracht in een vergelijkingsmodule. Hierin zijn alle kosten verwerkt en wordt rekening gehouden met de fiscale voordelen van de producten.

De conclusie van dit onderzoek is duidelijk. Consumenten ( ZZP-ers) die een dergelijk product willen afsluiten moeten dit doen op basis van onvolledige en onjuiste informatie. Opvallend hierbij is dat hierbij door aanbieders niet wordt voldaan aan de wettelijke eisen die de AFM stelt aan dergelijke producten.

De nieuwe woekerpolis? De online offertes die klanten kunnen opvragen bij Bright Pensioen en ZZP pensioen schetsen een te rooskleurig en in sommige gevallen zelfs een foutief beeld. Het is bijzonder dat nieuwe spelers in deze markt die strijden voor transparantie en betere producten, indicatie berekeningen aanbieden die doen denken aan het woekerpolis tijdperk: het niet meenemen van alle kosten en onduidelijke en oncontroleerbare uitgangspunten gebruiken.

Gezien de intenties van Bright en het ZZP pensioen kunnen we aannemen dat er sprake is van 'beginnersfouten'. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat men moedwillig een verkeerde voorstelling van cijfers geeft en onvolledige informatie verstrekt. Maar het was verstandiger geweest als beide partijen hun huiswerk beter hadden gedaan. Nu overtreedt men wettelijke regels en geeft klanten onjuiste informatie.

Europese kapitaalmarktunie draagt bij aan groei

De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) steunt de voorstellen van de Europese Commissie op weg naar een Europese kapitaalmarktunie. De voorstellen stimuleren vrij verkeer van kapitaal, verminderen verbrokkeling van financiële markten en dragen zo bij aan economische groei.

Om de Nederlandse economie optimaal te kunnen ondersteunen, moeten Nederlandse banken grensoverschrijdend kunnen opereren, met Europa als thuismarkt. Geïntegreerde Europese kapitaalmarkten zijn daarbij een vereiste. De kapitaalmarktunie moet zorgen voor een efficiënte, concurrerende en diverse Europese kapitaalmarkt en is daarmee – in combinatie met de Europese bankenunie - van groot belang voor Nederlandse banken.

De voorstellen van de Europese Commissie doen recht aan de belangrijke rol voor de banken bij de financiering via de kapitaalmarkt. De verbreding van het financieringsaanbod naar alternatieve vormen die de Commissie door het verder ontwikkelen van kapitaalmarkten nastreeft, is van belang voor het Europese midden- en kleinbedrijf. Ook op nationale schaal zet de Nederlandse Vereniging van Banken zich hiervoor in.

Het zou verder goed zijn als in het kader van de voorstellen voor de ‘Capital Markets Union’ de impact van bestaande en voorgenomen regelgeving zou worden bezien. De plannen voor een Financiële transactietaks en de structurele hervormingen in de bankensector (waaronder scheiding van activiteiten) zorgen voor hoge transactiekosten en hebben een negatief effect op rol van Europese banken bij het onderhouden van markten. Zo zullen de kosten voor de essentiële rol van ‘market making’ door banken hoger worden en liquiditeit zal wegvloeien uit de Europese kapitaalmarkten. Dit ondermijnt het succes van de kapitaalmarktunie.

vrijdag 20 februari 2015

Fors meer winst voor ABN

ABN AMRO rapporteert een onderliggende nettowinst van 1.551 miljoen euro voor heel 2014 en 400 miljoen over het vierde kwartaal van 2014. De onderliggende nettowinst over 2014 verdubbelde ten opzichte van 2013. De gerapporteerde nettowinst over 2014 is 1.134 miljoen. Dat is inclusief een negatief effect van eenmalige bijzondere posten van 417 miljoen (de verplichte bijdrage voor SNS Reaal en de vergoeding in verband met de nieuwe pensioenregeling)

Volgens Gerrit Zalm, voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO, heeft de bank jet jaar 2014 afgesloten met een sterk vierde kwartaal. 'Ook hebben we goede vooruitgang geboekt bij het halen van de voor 2017 gestelde financiële doelen. Dit was vooral te danken aan een daling van de kredietvoorzieningen en een stijging van de inkomsten. Het herstel van de Nederlandse economie en de huizenmarkt komt in deze cijfers naar voren.'

In 2014 ontwikkelde de bank extra initiatieven om het klantbelang verder centraal te stellen. Zo werd in 2014 een brede sectorbenadering bij klanten van Corporate Banking uitgerold. Andere initiatieven betreffen technologische verbeteringen gericht op de steeds sneller groeiende trend naar digitalisering. Zalm: 'We zijn tevreden met de vooruitgang die we in 2014 voor onze klanten en onze aandeelhouder hebben geboekt. Kijkend naar de toekomst verwachten we dat de economische groei in Nederland zal doorzetten, waardoor onze kredietvoorzieningen naar verwachting kunnen afnemen en bedrijfsactiviteiten kunnen toenemen. Tegelijkertijd moet de financiële sector echter voldoen aan steeds strikter wordende wet- en regelgeving en dit brengt kosten met zich mee. Diverse verplichte kostenposten zullen in 2015 naar verwachting fors toenemen en de pensioenlasten zullen als gevolg van de huidige lage rentestand stijgen.'

Arctic Blue Capital wint The AIF Factor

Arctic Blue Capital kwam als winnaar uit de bus van The AIF Factor, een verkiezing die georganiseerd werd door ABN AMRO Clearing op het vierde Amsterdam Investor Forum. Dit grondstoffenfonds (een commodity trading advisor ofwel CTA) eindigde met afstand op de eerste plaats. Er waren in totaal zes kandidaten, allen alternatieve beleggingsfondsen, die drie minuten kregen voor hun elevator pitch aan ruim 250 genodigden. Institutionele beleggers, funds of funds en vermogende particulieren waren hierin vertegenwoordigd, naast een jury van vier gerespecteerde alternatieve beleggers uit het 'Just don't call me a fund of hedge funds panel'.

De andere kandidaten voor de AIF Factor waren Skënderbeg Fund van Skenderbeg Alternative Investments AG, Trium Blackwall Fund van Blackwall Capital Investment AG, Nordkinn Fixed Income Macro Fund van Nordkinn Asset Management AB, QLAB Convexity DL Fund van QLAB Invest Switzerland en NextAM Tendance Finance van Tendance Finance.

Halve AEX zou tegen ultralage rente kunnen lenen op de kapitaalmarkt

Door de acties van de ECB kan ieder kredietwaardig bedrijf voor een appel en een ei geld ophalen. Dat geldt ook voor bijna de helft van de AEX-bedrijven. Het lijkt een daad omgeven door symboliek. Een paar weken voordat de iWatch van Apple in de winkels komt haalde het bedrijf geld op in Zwitserland, het land van de horlogemakers. Maar met romantiek had deactie van Apple niets te maken. Het was de lage rente die de doorslag gaf.  Apple leende afgelopen dinsdag 875 miljoen dollar in Zwitserland tegen een rente van 0,28 procent voor tien jaar. Ook Unilever wist onlangs tegen spottarieven te lenen. Eind januari haalde het concern 750 miljoen euro voor zeven jaar uit de markt tegen 0,5 procent rente per jaar.

donderdag 19 februari 2015

Rabo: voor meeste klanten voldoet het rentederivaat

Voor de meeste Rabobank-klanten in het Nederlandse midden- en kleinbedrijf die een financiering hebben met variabele rente en een rentederivaat, blijkt het product te voldoen. Dat volgt uit de herbeoordelingen die de Rabobank heeft uitgevoerd. Rabo reageert daarmee onder meer op klachten zoals die door VARA's Zembla naar voren zijn gebracht.
Wat is ook alweer het vraagstuk? Een rentederivaat is bedoeld om bij een (Euribor) lening met variabele rente de renterisico’s voor de ondernemer te beperken. Ten tijde van het afsluiten van veel derivaten, in de periode 2007-2009, was de combinatie van een variabele lening met een rentederivaat voor klanten qua prijs aantrekkelijker dan een lening met een vaste rente.
Aan het einde van de looptijd is de waarde van het rentederivaat altijd nul. Gedurende de looptijd van een rentederivaat kan er een positieve marktwaarde ontstaan (in geval van rentestijging) of een negatieve marktwaarde (bij rentedaling). Deze tussentijdse waarde is alleen van belang als het product tussentijds wordt beëindigd. 
 
Hoeveel Rabobank-klanten hebben een rentederivaat? 
 Ruim 8.000 MKB klanten van de 800.000 zakelijke Rabobank-klanten in Nederland hebben een zakelijke financiering met een rentederivaat. Afgelopen jaar heeft de Rabobank met meer dan 7.900 van deze klanten in het midden- en kleinbedrijf (mkb) stil gestaan bij de individuele financiële positie en in het bijzonder het rentederivaat. De bank kijkt of het product bij aanvang passend is geweest, of de klant afdoende is geïnformeerd over de werking en risico’s van het product en of de bank gedurende de looptijd van het product zorgvuldig heeft gehandeld.
 
Wat is de uitkomst van de herbeoordeling?
Bij veruit de meeste van de klanten met een derivaat voldoet het product. Bij een beperkt aantal mkb-klanten constateert de Rabobank onvolkomenheden in de dienstverlening rond een rentederivaat.  In dat geval lost de bank dat samen met de klant op. Daar waar de bank een fout heeft gemaakt en sprake is van nadeel voor de klant, gebeurt het herstel voor rekening van de bank.
Indien de bank en de klant er samen niet uitkomen, kan de klant een klacht indienen via de algemene klachtenprocedure van de bank. Momenteel heeft de bank  180 klachten in behandeling, waarvan er 17 onder de rechter zijn. Ook kan een mkb-klant gebruikmaken van de laagdrempelige beroepsprocedure bij het Kifid (Klachteninstituut Financiële Dienstverlening). De Autoriteit Financiële Markten (AFM) onderzoekt sinds de zomer van 2014 de dienstverlening door banken op het gebied van rentederivaten en het opvolgen van de AFM-aanbevelingen door de banken. Naar verwachting zal de AFM binnen enkele weken haar bevindingen rapporteren.
 
Waarom zijn de herbeoordelingen gestart?
De Rabobank is eind 2013 gestart met de herbeoordeling van rentederivaten bij haar mkb-klanten, nadat interne rapportages en rapportages van de AFM aangaven dat dit nodig was. Dit werd mede ingegeven doordat bij veel klanten de rente sinds het afsluiten van het derivaat niet was gestegen, maar gedaald. Klanten die hun rentederivaat tussentijds wilden beëindigen kregen te maken met een negatieve marktwaarde. Een situatie die klanten zich ten tijde van het afsluiten van het rentederivaat, in een periode van hoge rentetarieven, nauwelijks konden voorstellen.
 
De herbeoordeling van de rentederivaten vindt zoveel mogelijk plaats als onderdeel van het jaarlijkse revisiegesprek dat de Rabobank heeft met haar klanten over de gehele dienstverlening, waaronder ook de bedrijfsfinanciering. In de loop van 2014 heeft de Rabobank het herbeoordelingskader verder aangescherpt, mede op basis van signalen van de AFM. Vanwege deze aanscherping heeft de Rabobank voor een deel van de klanten aanvullende herbeoordelingen uitgevoerd.  Voor alle klanten met een rentederivaat, die de aandacht hebben van bijzonder beheer en voor de klanten met een complex rentederivaat en voor de klanten waar sprake is van een overhedge verwacht de bank deze aanvullende herbeoordeling eind februari 2015 af te ronden . Vervolgens zullen de klanten met een financiering tot een miljoen euro, in combinatie met een rentederivaat, aanvullend herbeoordeeld worden. Voor de overige mkb-klanten met een rentederivaat vindt deze aanvullende herbeoordeling in 2015 plaats tegelijkertijd met het jaarlijkse revisiegesprek met de bank.
 
Waar wordt bij een herbeoordeling naar gekeken?

De Rabobank moet uit het klantdossier kunnen constateren of de wensen en uitgangspunten van de klant en de risico’s met betrekking tot de producten met de klant zijn besproken en of de klant deze heeft geaccepteerd. Wanneer dit niet te herleiden is, gaat de Rabobank in gesprek met de klant om alsnog het juiste beeld uit het verleden helder te krijgen. Ook wordt gekeken en opnieuw beoordeeld of de klant bij het aangaan van de dienstverlening adequaat is geïnformeerd over de werking van het product.
 
Zijn rentederivaten nog steeds in trek?
De aantrekkingskracht van rentederivaten is sterk verminderd. Klanten geven aan hun lopende derivaat na de einddatum niet te willen verlengen. Dat heeft onder andere te maken met de introductie van complexe Europese Wet- en Regelgeving en de huidige lage marktrente. Bovendien leidt wet- en regelgeving, die vereist dat de bank haar producten periodiek tegen het licht houdt, ertoe dat de Rabobank rentederivaten uitsluitend nog aan zal bieden voor klanten met een financiering vanaf drie miljoen euro. 

DNB legt een last onder dwangsom op aan Indubel Vermogensbeheer

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft op 3 december 2014 een last onder dwangsom opgelegd aan Indubel Vermogensbeheer, gevestigd te Amsterdam, vanwege het niet tijdig aanleveren van financiële rapportages aan DNB. Dit is een overtreding van artikel 3:72, eerste lid, van de Wft in samenhang met de bij of krachtens het vijfde lid van dit artikel gestelde voorschriften.

De last onder dwangsom strekt ertoe dat Indubel Vermogensbeheer N.V. niet langer artikel 3:72, eerste lid, van de Wft in samenhang met de bij of krachtens het vijfde lid van dit artikel gestelde voorschriften, overtreedt. Meer specifiek betekent dit dat Indubel Vermogensbeheer N.V. wordt gelast om de financiële rapportages (COREP en FINREP) over het derde kwartaal van 2014 alsnog bij DNB in te dienen.

DNB heeft vastgesteld dat de Indubel Vermogensbeheer N.V. tot op heden niet aan de last heeft voldaan. Dat betekent dat de informatie nog steeds aan DNB moet worden geleverd.De onderneming heeft reeds tenminste één dwangsom verbeurd. De dwangsom bedraagt EUR 500,- per week met een maximum van EUR 5.000,-.

Onderzoek naar kredietwaarschuwing

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) doet onderzoek naar de kredietwaarschuwing ‘Let op! Geld lenen kost geld’. De AFM bekijkt wat belanghebbenden vinden van de waarschuwing en hoe de waarschuwing het gedrag van consumenten beïnvloedt. De waarschuwingszin is een van de maatregelen van de overheid om de schuldenproblematiek onder consumenten terug te dringen

De invloed op het gedrag van consumenten in de praktijk toetst de AFM onder meer in samenwerking met een grote marktpartij. Deze marktpartij past hiervoor gedurende het onderzoek bepaalde reclames voor geld lenen aan.

De waarschuwingszin is ingevoerd in 2009 en is een van de maatregelen van de overheid om de schuldenproblematiek onder consumenten terug te dringen. De doelstelling is consumenten te attenderen op de gevolgen van lenen. Bij de ontwikkeling van de slogan bleek uit consumentenonderzoek dat het merendeel van de geënquêteerden vond dat ‘Let op! Geld lenen kost geld’ het beste wijst op de nadelige gevolgen van lenen.

woensdag 18 februari 2015

'Rabobank snoert klanten de mond'

De Rabobank dwingt haar klanten om klachten over de renteswap in te trekken. Dat blijkt uit de ZEMBLA-uitzending ‘Bang voor de Bank’ van woensdag 18 februari. Jurist Pieter Lijesen stelt in ZEMBLA dat de Rabobank haar klanten onder druk zet als ze klagen over hun problemen met hun renteswap: 'Bij klanten die te maken hebben met een afkoopsom van hun swap van 400.000 euro stelt de Rabobank voor om 38.000 euro terug te betalen. Maar dan moet u wel tekenen dat u uw claimrechten verspeeld.' Lijesen vertegenwoordigd 450 klanten van de Rabobank die in financiële problemen zijn gekomen door hun renteswap. Bedrijfseconoom Patrick van Gerwen adviseert gedupeerde ondernemers. Volgens hem doen banken dit om de negatieve beeldvorming rondom de grote problemen met renteswaps te beïnvloeden. 'Als de klachten niet meer als klachten te boek staan, bereiken ze ook de toezichthouder niet. Zo lijkt het probleem kleiner dan het is,' aldus Van Gerwen in ZEMBLA.

Binnenvaartschipper Wim Blonk laat in de ZEMBLA uitzending een brief van de Rabobank zien waarin staat dat als hij zijn klacht intrekt over de totstandkoming van zijn renteswap, de bank zijn rente niet verhoogt.

'Persoonlijk ervaar ik dat als een vorm van chantage. Je klacht intrekken of ze passen de rente aan. Voor mij zijn het allebei slechte opties.' De binnenvaartschipper is niet de enige die onder druk wordt gezet. Zijn collega kreeg van de accountmanager van de Rabobank te horen: 'Als jij een klacht indient, sla je mij in het gezicht. En je weet wat dat betekent.'  Blonk had een renteswap gekocht om zich te beschermen tegen een stijgende rente, maar kreeg bij het ingaan van zijn swap tot zijn verbazing te maken met een variabele opslag, een veelgehoorde klacht onder klanten met swaps. Zij kregen de afgelopen jaren ook te maken met hoge afkoopsommen, als gevolg van de sterk gedaalde rente. Dit zet ondernemers muurvast bij hun bank.

In de ZEMBLA–uitzending komt een tuinder aan het woord die vertelt hoe hij door de Rabobank onder druk wordt gezet. Hij is in ernstige financiële problemen geraakt door zijn swap maar kan slechts rekenen op een geringe compensatie. Mondeling is hem verteld dat hij met niemand over de totstandkoming van zijn swap mag praten. Per brief zegt de Rabobank dat de compensatie alleen doorgaat als hij afziet van het recht te procederen tegen de bank. Uit angst voor represailles van de bank wil de tuinder alleen anoniem zijn verhaal doen.

Eind vorig jaar hebben de banken van minister Dijsselbloem en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de opdracht gekregen om door renteswaps veroorzaakte problemen in kaart te brengen en op te lossen. Vanaf 2007 zijn er aan 17000 ondernemers van het MKB renteswaps verkocht. Deze financiële producten zijn gekoppeld aan een lening met variabele rente verkocht om de klant te beschermen tegen een stijgende rente. Dat het product juist een financieel risico oplevert als de rente gaat dalen, is aan de meeste ondernemers niet verteld. Volgens Patrick van Gerwen is het product ook veel te ingewikkeld voor kleine ondernemers. 'Het is geschikt voor een bankier op de Zuid-As, niet voor een binnenvaartschipper.'

Volgens de Rabobank zijn er slechts 180 ondernemers die een klacht hebben ingediend. Volgens jurist Pieter Lijesen zijn veel meer ondernemers in de problemen geraakt en zijn er dus veel meer klachten.  Hij komt deze week met een massaclaim tegen de Rabobank die hij namens 450 klanten indient. Volgens jurist Pieter Lijesen handelt de Rabobank 'vooral uit damage control voor de bank zelf. '

De Belastingdienst, de FIOD en het Functioneel Parket doen onderzoek naar vijf mogelijk malafide facilitators

De FIOD heeft maandag en dinsdag doorzoekingen gedaan en verdachten aangehouden in vijf strafrechtelijke onderzoeken onder leiding van het Functioneel Parket naar belastingfraude. De verdachten presenteerden zich als fiscaal dienstverlener. Zij hebben vermoedelijk voor hun klanten opzettelijk een groot aantal onjuiste aangiften inkomstenbelasting ingediend.

De verdenking is dat de verdachte fiscaal dienstverleners gefingeerde aftrekposten, zoals ziektekosten en giften, in de aangiften van hun klanten opvoerden. De valse aangiften waren bedoeld om ten onrechte hoge teruggaven inkomstenbelasting te ontvangen. De FIOD heeft doorzoekingen gedaan in: Den Haag, Soest, Haarlem, Spaarndam, Doetinchem, ’s-Heerenberg en Utrecht. Er is administratie in beslag genomen. Een 55-jarige man uit ’s-Heerenberg, een 58-jarige man uit Soest en een 64-jarige man uit Utrecht zijn aangehouden voor verhoor.

Als een fiscaal dienstverlener een aanbod doet dat te mooi is om waar te zijn, dan is dat het waarschijnlijk ook. Uiteindelijk blijft iedereen zelf verantwoordelijk voor zijn belastingaangifte, ook als daarvoor een tussenpersoon wordt ingeschakeld. Als de aangifte onjuist is, vordert de Belastingdienst het teveel uitbetaalde bedrag terug bij de belastingplichtige. Daarbij kan ook een boete worden opgelegd. De komende weken verstuurt de Belastingdienst ruim 8000 brieven naar klanten van de facilitators om te controleren of de aangifte daadwerkelijk onjuist is.

Mensen die misbruik maken van fiscale aftrekposten schaden de schatkist en daarmee andere belastingbetalers. Fraude ondermijnt het systeem. Daarom treden de Belastingdienst, de FIOD en het Functioneel parket samen op in de aanpak van deze zogenoemde fiscale dienstverleners. Soms zijn derden op de hoogte van de fraude met hun aangifte, soms ook niet.

Online broker Lynx breidt uit naar Frankrijk

Lynx breidt vanaf 17 februari haar beleggingsdiensten uit naar Frankrijk. Door deze stap is de online broker, naast Nederland, België, Duitsland, Finland en Tsjechië, nu in zes landen actief.

In Frankrijk is een groot aantal brokers actief, waaronder ook enkele Nederlandse partijen. Desondanks ziet Lynx nog voldoende kansen op de Franse markt. "Uit ons marktonderzoek blijkt dat de aanwezige brokers in Frankrijk niet de handelsmogelijkheden en tools bieden waar de actieve belegger naar op zoek is.", zegt Sander Schwanen, branch manager van Lynx Nederland. "Vooral het handelen op de Amerikaanse beurs is voor Franse beleggers zeer beperkt toegankelijk, terwijl zowel Amerikaanse aandelen als opties steeds populairder worden in Europa."

Brecht Huys leidt de Franse branche. "Lynx heeft over de afgelopen jaren vanuit België haar diensten geboden aan honderden Franse beleggers zonder ons op dit land te focussen. Uitbreiden naar de Franse markt was dan ook een logische vervolgstap voor Lynx."

dinsdag 17 februari 2015

Nederlanders hebben weinig geldgeheimen

Eerlijkheid duurt het langst. Toch vindt bijna een derde van de Europeanen het normaal om geldzaken geheim te houden voor de partner. De Fransen staan aan kop: 42 procent vindt het prima om niet alles met de ander te delen. De Nederlanders zijn juist het minst geneigd om hun financiële handel en wandel te verzwijgen. Slechts 13 procent houdt wel eens iets geheim, blijkt uit het ING International Survey onder ruim 12.500 consumenten in 13 landen.
.
Dat suggereert volgens de onderzoekers dat openheid over geldzaken meer gemeengoed is bij Nederlanders, vergeleken met de rest van Europa. “Het is een goede zaak dat veel Nederlanders de geldzaken met hun partner bespreken”, zegt Heidi van Eijk, manager marketing Financieel fit van ING. “Je kunt pas weloverwogen financiële keuzes maken als je weet hoe je er samen voor staat.”

Herbeoordelingsproces rentederivaten: stand van zaken

Eind 2014 hebben MKB klanten die op 1 april 2014 een lopend rentderivaat bij ABN AMRO hadden, een brief gekregen met daarin informatie over het herbeoordelingsproces. In dit proces kijkt ABN AMRO of het rentederivaat passend is geadviseerd en of het rentederivaat ook nu nog past bij de positie van de klant.

Een team van meer dan 100 mensen is momenteel full time bezig om elk klantdossier te beoordelen. Elk dossier wordt daarbij getoetst op tientallen criteria. Specialisten gaan in detail door de dossiers heen en maken een grondige analyse.

In totaal heeft ABN AMRO zo’n 350.000 MKB klanten van wie er ca.4.500 een of meerdere rentederivaten hebben. De portefeuille omvat in totaal zo’n 6.000 rentederivaten. Met ondernemers die een rentederivaat hebben en die in de bedrijfseconomische problemen zitten, is de bank in gesprek. Het aantal klachten dat de bank heeft gehad van MKB ondernemers met een rentederivaat ligt rond de 120.

De planning is om aan het einde van het eerste kwartaal 2015 de beoordeling van de dossiers gereed te hebben. Vervolgens wordt in het in tweede kwartaal contact gezocht met de klanten om de beoordeling te bespreken. Als blijkt dat er problemen zijn geconstateerd, wordt in overleg met de klant over een oplossing gesproken.

Een rentederivaat is een financieel product waarmee een ondernemer grip kan krijgen op zijn rentelasten als hij ervoor kiest te lenen tegen een variabele rente. Het is niet een eenvoudig product. De minister van Financiën heeft banken gevraagd om in nauw overleg met de AFM goed te bekijken of deze producten in het verleden passend zijn geadviseerd.

maandag 16 februari 2015

Consument bespaart 15% door provisieverbod

De invoering van het provisieverbod dat per 1 januari 2013 van kracht ging, heeft voor consumenten geleid tot een besparing van 15%. Het uurtarief dat de consument betaalt, daalde van gemiddeld € 122 per uur in 2012 tot gemiddeld € 107 per uur in 2014. De gemiddelde prijsdaling hangt af van het soort financieel product en kan nog veel verder oplopen. Voor een hypotheekadvies betaalt men nu gemiddeld € 1.700. Voorheen liepen deze kosten al gauw op tot € 3.000. Dit blijkt uit het jaarlijks onderzoek van GfK naar de gevolgen van het provisieverbod.

Door het provisieverbod mogen financieel adviseurs geen provisie meer ontvangen van een aanbieder, maar moeten ze zich voor hun advies rechtstreeks laten betalen door de consument. Consumenten krijgen hierdoor inzicht in de kosten voor financieel advies en dit heeft de concurrentie tussen financieel adviseurs aangescherpt.

De invoering van het provisieverbod leidt voor tweederde van de financieel adviseurs tot een daling van inkomsten. De helft van deze groep ziet zelfs een daling van meer dan 20%. 98% van de onafhankelijke financieel adviseurs ervaart het provisieverbod dan ook als een oneerlijke situatie in de markt. Banken hoeven niet te leven van advieskosten, zij verdienen hun geld met het renteverschil op de hypotheek en kunnen hierdoor hun advieskosten richting de consument laag houden.

Volgens Eric Landwaart, Industry Director Financial Services van GfK, zullen de tarieven de komende jaren nog verder onder druk komen te staan. “Onder druk van de ontwikkelingen zullen steeds meer concepten ontstaan waarbij consumenten delen van de werkzaamheden zelf gaan uitvoeren. De effciency die dit oplevert is noodzakelijk vanuit het perspectief van kostenbeheersing en afgedwongen door de prijsdruk in de markt. Dit betekent wel dat de prijsdruk nog verder toeneemt en er steeds minder adviseurs nodig zijn. Het provisieverbod is daarmee een zeer goede ontwikkeling voor de consument, maar holt de beroepsgroep van financieel adviseurs verder uit, aldus Landwaart.

SNS REAAL in Chinese handen

SNS REAAL en de internationaal opererende Chinese verzekeringsmaatschappij Anbang Group Holdings Co. Ltd., een volledige dochter van Anbang Insurance Group Co. Ltd. (Anbang), hebben een voorwaardelijke overeenkomst gesloten voor de verkoop van verzekeraar REAAL N.V. (REAAL). De overeenkomst is zaterdag 14 februari 2015 ondertekend, na instemming van minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën op basis van advies van NLFI.

Met de overeenkomst is een belangrijke stap gezet om verzekeringsgroep REAAL een goede toekomst te bieden. Minister Dijsselbloem heeft de Tweede Kamer maandag geïnformeerd over de voorwaardelijke overeenkomst. Het verkoopproces, dat medio vorig jaar is gestart, heeft geresulteerd in een bindend bod van Anbang. De voorwaardelijke overeenkomst bestaat uit:
  • een koopprijs van € 150 miljoen waarmee de aandelen in verzekeraar REAAL worden overgenomen door Anbang van de Holding SNS REAAL;
  • herkapitalisatie van REAAL door Anbang tot een niveau van 140 tot 150% (Solvency II); naar schatting € 770 miljoen tot € 1 miljard;
  • aflossing/herfinanciering door Anbang van de interne leningen van REAAL aan SNS Bank en de Holding SNS REAAL ter waarde van € 552 miljoen;
  • een prijsaanpassingsmechanisme voor (markt)waardeontwikkelingen van REAAL tussen 31 december 2014 en 1 juli 2015.
Verschillende vervolgstappen zullen de komende tijd moeten uitwijzen of de verkoop definitief kan plaatsvinden. Voorwaarden zijn onder meer het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar door Anbang van De Nederlandsche Bank (DNB) en goedkeuring van de Chinese verzekeringstoezichthouder.

Omdat verzekeringsgroep REAAL minder oplevert dan de boekwaarde leidt dit tot een boekverlies bij de Holding SNS REAAL. Hoewel SNS Bank zelf voldoende kapitaal heeft, verslechtert de kapitaalratio van de Holding en SNS Bank tezamen. De Holding moet op grond van de toepasselijke regelgeving namelijk met SNS Bank mee worden geconsolideerd. Om dit op te lossen zal de band tussen de Holding en SNS Bank worden doorbroken door SNS Bank direct onder de Staat te plaatsen. SNS Bank kan zich vervolgens gereed maken voor privatisering, bijvoorbeeld via een onderhandse verkoop of een beursgang. De Holding, waarin ook verzekeringsgroep REAAL was ondergebracht, zal op termijn worden ontmanteld.

Voor het direct onder de Staat plaatsen van SNS Bank zal de Staat de marktwaarde van SNS Bank betalen aan SNS REAAL. De definitieve marktwaarde zal in de komende maanden worden vastgesteld. Momenteel wordt hiervoor een geschatte waarde van € 2,7 miljard gehanteerd. Deze € 2,7 miljard wordt eerst verrekenend met de overbruggingslening van € 1,1 miljard, die werd afgesloten bij de nationalisatie van SNS REAAL op 1 februari 2013. Voor het resterende bedrag krijgt de Holding SNS REAAL een vordering op de Staat. De verkoop van verzekeraar REAAL en de verplaatsing van SNS Bank hebben een beperkt effect op zowel de EMU-schuld (geschat 0,05% van het bbp) als het EMU-saldo (idem) in 2015. Uiteindelijk is het aan het CBS en Eurostat om de gevolgen op het EMU-saldo en de EMU-schuld vast te stellen.

'SSL-beveiliging van Belgische banken zo lek als een zeef'

Het SSL-encryptieprotocol dat de Belgische financiële instellingen gebruiken om de communicatie met hun klanten te beveiligen, is vaak zeer kwetsbaar. Dat zegt de Belgische beveiligingsblogger Yeri Tiete. SSL-encryptie wordt door miljoenen websites gebruikt voor de beveiliging bij online aankopen, financiële transacties en het versturen van persoonsgegevens. Volgens Tiete implenenteren de banken SSL op een slechte manier en talmen ze te lang met het doorvoeren van belangrijke bugfixes en updates.

Rente daalt alsmaar verder

De langetermijnrente, afgemeten aan het rendement van de jongste Nederlandse tienjarige staatslening, is verder gedaald. De rente bedroeg in januari gemiddeld 0,5 procent. Een maand eerder was de rente gemiddeld 0,8 procent. De rente is sinds eind 2013 bijna onafgebroken gedaald. In januari 2014 was het niveau 2,1 procent.

De stand in januari 2015 is de laagste sinds het begin van de tijdreeks van De Nederlandsche Bank (DNB) medio 1986. De hoogste rentestand in deze reeks werd gemeten in oktober 1990 (9,2 procent). In bijna alle Europese landen is de rente op de staatsschuld momenteel historisch laag. Nederland wordt gerekend tot de meest kredietwaardige landen van Europa en behoort daardoor tot de landen met de laagste rente.

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in september 2014 de rentetarieven aangepast. Het belangrijkste rentetarief van de ECB, de reporente, is op 10 september 2014 met 0,10 procentpunt verlaagd naar 0,05 procent. De depositorente  is eveneens met 0,10 procentpunt verlaagd. Dit rentetarief bedraagt vanaf 10 september -0,20 procent.

Winstdelende verzekeringen kat in zak voor consumenten

Consumenten die via een winstdelende verzekering sparen voor de aflossing van hun hypotheek komen mogelijk in financiële problemen. Uit onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat verzekeraars - net als bij woekerpolissen - hoge kosten in rekening brengen voor deze verzekeringen. Ook zijn veel verzekeraars bij het afsluiten veel te rooskleurig geweest over het te behalen eindkapitaal. De Consumentenbond roept verzekeraars op om consumenten eerlijk te zeggen hoe de polis er voor staat en vervolgens hen te helpen om over te stappen naar een goedkoper spaarproduct.

'Winstdelende verzekeringen kunnen net als woekerpolissen voor consumenten een tikkende tijdbom zijn, die afgaat als aan het eind van de looptijd blijkt dat het voorspelde eindkapitaal niet is gehaald', zegt Bart Combée, directeur Consumentenbond. 'Wij vinden dat verzekeraars consumenten daarover niet in onwetendheid kunnen laten. Ze moeten open kaart spelen en consumenten vervolgens helpen overstappen naar bijvoorbeeld een bankspaarproduct'.

Er zijn naar schatting enkele honderdduizenden consumenten met een winstdelende verzekering. Als er niets gebeurt, komen deze mensen miljarden te kort bij het aflossen van hun hypotheek. De Consumentenbond gaat onderzoeken in hoeverre verzekeraars hun zorgplicht voor klanten met deze 'lokpolissen' nakomen en roept de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op om ook naar de zaak te kijken.

Het onderzoek van de Consumentenbond is gebaseerd op 36 dossiers die lezers van de Geldgids toezonden. Verreweg de meeste polissen met winstdeling zijn gekoppeld aan een hypotheek. De gemiddelde kosten zijn 2,5% per jaar en daarmee veel te hoog. Combée: 'Bij woekerpolissen is er sprake van aan- en verkoopkosten voor beleggingen en beheerkosten in de beleggingsfondsen. Dat soort kosten worden niet gemaakt bij lokpolissen. De kosten zouden dus veel lager moeten zijn dan die van woekerpolissen.'

De kosten hebben een flinke impact op het eindresultaat: 2,5% kosten betekent namelijk niet dat de verzekeraar 2,5% van de premie aan kosten inhoudt, maar dat 2,5% van het rendement opgaat aan kosten.

Stel, een verzekerde legt gedurende 30 jaar elke maand €400 in. Als de verzekeraar elke keer 2,5% van de inleg inhoudt, ontvangt de consument op de einddatum €268.130 bij een brutorendement van 4%. Dat is slechts €6875 minder dan wanneer er geen kosten waren ingehouden. Gaat er echter jaarlijks 2,5% kosten af van het rendement, dan is het nettorendement geen 4, maar 1,5%. De einduitkering bedraagt dan €181.646. Door de hoge kosten is dit maar liefst €93.360 minder. Samen met de sterk tegenvallende winstuitkeringen zorgt dat ervoor dat vrijwel niemand met de opbrengst zijn hypotheek kan aflossen.


vrijdag 13 februari 2015

Mondiaal bankieren krijgt regionale trekjes

In het internationaal bankieren is een structurele transformatie gaande, zo blijkt uit recent DNB-onderzoek. Op de Amsterdamse Zuidas blijven Nederlandse banken het beeld domineren. Maar in de skyline van de hoofdsteden van opkomende markten worden Westerse banken minder dominant. Hier zijn banken uit de eigen regio sterk in opmars.

Sinds de crisis is de internationale kredietverlening afgenomen. Althans voor zover het gaat om de kredieten die banken direct verstrekken aan partijen in andere landen. Tegelijkertijd is de kredietverlening door lokale vestigingen van buitenlandse banken onverminderd belangrijk gebleven. Echter, er zijn verschuivingen gaande in het eigendom van de lokale vestigingen: banken uit een groter aantal landen bezitten nu buitenlandse vestigingen, waarbij de regionale focus is toegenomen.

Nog nooit zoveel klachten over Belastingdienst/Toeslagen

De Nationale ombudsman ontving in 2014 een recordaantal klachten over de Belastingdienst/ Toeslagen. Het totaal aantal schriftelijke klachten steeg met 59% t.o.v. 2013. Deze forse stijging is voor de Nationale ombudsman reden geweest om een onderzoek in te stellen.

Belangrijkste klacht is de trage behandeling van aanvragen, wijzigingsverzoeken, bezwaarschriften, klachten en andere verzoeken. Veel burgers klagen erover dat zij door de lange behandelingsduur in de financiële problemen komen. Ook klagen velen over het gebrek aan informatie tijdens de behandeling van hun aanvraag of verzoek. Zij weten niet wanneer er beslist wordt over hun recht op toeslag.

Uit het onderzoek komen de volgende knelpunten naar voren: onvoldoende (ruimte voor) maatwerk en dienstverlening als burgers daarom vragen, gebrek aan voortvarendheid bij het nemen van beslissingen en het oplossen van problemen, onvoldoende informatieverstrekking over vertraging of over de stand van zaken, het niet nakomen van toezeggingen en het onbehandeld laten van toegestuurde stukken.

Frank van Dooren, waarnemend Nationale ombudsman: "Het gaat jaarlijks om ruim zeven miljoen toeslagen aan bijna zes miljoen huishoudens. Het overgrote deel gaat weliswaar goed, maar toch krijgen vele tienduizenden gezinnen te maken met een trage of inadequate reactie van Toeslagen. Gezinnen met lage inkomens zijn erg afhankelijk van de toeslagen, ze komen hierdoor financieel in de knel."

Aanbevelingen

De Nationale ombudsman doet vier aanbevelingen aan de Belastingdienst/Toeslagen:
• Lever maatwerk aan de burgers, die te lang moeten wachten op een beslissing of een betaling;
• Maak terughoudend gebruik van de (verruimde) beslistermijnen;
• Laat een burger tijdig weten hoe lang hij nog moet wachten op een beslissing en kom toezeggingen na;
• Zorg ervoor dat toegestuurde stukken verwerkt en behandeld worden.

donderdag 12 februari 2015

Financiële instellingen beheersen de risico’s rond benchmarks nog onvoldoende

Benchmarks vervullen een belangrijke functie in het financiële systeem. Maar het bijdragen aan of gebruiken van benchmarks brengt ook risico’s met zich mee. Financiële instellingen beheersen deze risico’s nog niet voldoende. Het is daarom belangrijk dat zij de beheersing in een hoger tempo op orde brengen.

Dit concluderen De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van een inventariserend onderzoek naar de totstandkoming en het gebruik van financiële benchmarks, de risico’s van manipulatie en de mate waarin Nederlandse financiële instellingen deze integriteitsrisico’s weten te beheersen. De toezichthouders verwachten dat professionele marktpartijen de risico’s van benchmark-manipulatie onderkennen en beheersen en actief werk maken van de benodigde cultuuromslag in financiële markten. Het belang daarvan is door de Libor-affaire en het recente valutaschandaal nogmaals onderstreept. Het gezamenlijke rapport is vandaag door beide toezichthouders gepubliceerd.

In dit onderzoek zijn verschillende benchmarks onder de loep genomen, zoals benchmarks voor rentetarieven, valutakoersen en grondstoffenprijzen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden bij 10 banken en 15 andere financiële en niet-financiële instellingen.

Grotere Nederlandse banken zijn gestart met het evalueren van hun betrokkenheid bij benchmarks en het aanscherpen van het interne beheersingsraamwerk. Deze evaluatie omvat ook de bredere integriteitsrisico’s in de valutahandel. De toezichthouders vinden dat verdere aandacht nodig is voor het realiseren van de benodigde cultuuromslag bij financiële instellingen die bijdragen aan benchmarks. Dit is noodzakelijk om de integriteit van benchmarks te waarborgen en belangenconflicten bij financiële instellingen te voorkomen. Daarbij hebben financiële instellingen die gebruik maken van benchmarks ook een verantwoordelijkheid.

De toezichthouders bieden good practices om de bewustwording van integriteitsrisico’s rond benchmarks te vergroten en de risicobeheersing te verbeteren. DNB en de AFM verwachten dat Nederlandse financiële instellingen de good practices betrekken in hun bedrijfsvoering. In de loop van dit jaar wordt beoordeeld of de instellingen voldoende voortgang boeken in het verbeteren van de risicobeheersing, inclusief het gebruik van de good practices. Eveneens dit jaar wordt het nog lopende onderzoek naar betrokkenheid van financiële instellingen bij valutahandel afgerond. DNB en de AFM gaan ook na hoe Nederlandse (financiële) instellingen bij grondstoffenbenchmarks betrokken zijn.

De AFM heeft per 1 januari 2015 de bevoegdheid op te treden tegen manipulatie van benchmarks. Hiermee loopt Nederland vooruit op Europese regelgeving, die is vervat in de Market Abuse Regulation. De nieuwe bevoegdheid vormt een aanvulling op het bestaande instrumentarium van de Nederlandse toezichthouders. Naast de mogelijkheid om benchmarkmanipulatie bestuursrechtelijk aan te pakken, zal het ook strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Doorzoekingen en aanhouding in onderzoek naar faillissementsfraude

De FIOD heeft woensdag doorzoekingen gedaan in vier woningen en vier bedrijfspanden in Veendam, Emmen, gemeente Menterwolde en Oude Pekela in een onderzoek naar faillissementsfraude en belastingfraude.

De verdenking is dat er goederen en geld zijn onttrokken aan de failliete boedel van een bedrijf. Het nadeel wordt geschat op circa een miljoen euro en auto’s. De vermoedelijke katvanger is aangehouden voor verhoor. Het gaat om een 38-jarige man uit de gemeente Menterwolde. Er is administratie in beslag genomen. Het onderzoek is gestart na aangifte door de curator.

Handel berust in belangrijke mate op vertrouwen. Faillissementsfraude ondermijnt het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen en brengt de maatschappij op verschillende vlakken schade toe. Om te zorgen dat burgers en bedrijven vertrouwen kunnen hebben in het handelsverkeer is de aanpak van faillissementsfraude van groot belang.

woensdag 11 februari 2015

Rabobank lanceert betaalapp

De Rabobank introduceerde vandaag de Rabo Wallet voor haar klanten in Leiden. Een app die betalen met een mobiele telefoon mogelijk maakt. De Rabobank zegt daarmee de eerste Nederlandse bank te zijn die een dergelijke oplossing biedt. Volgens Jeroen Verrijdt, directeur Betalen en Sparen bij de Rabobank, willen klanten steeds meer toepassingen op hun mobiele telefoon. ‘Mobiel bankieren is de afgelopen jaren al enorm populair geworden en betalen met de mobiel is daarop een logisch vervolg.’

Winst voor Nationale Nederlanden

Nationale-Nederlanden (NN) heeft in het vierde kwartaal weer winst gemaakt, na een verlies een jaar eerder. Die winst komt op 197 miljoen euro, tegen een verlies vabn 157 miljoen euro een jaar eerder. NN zag de omzet vorig jaar met bijna 13 procent groeien tot ruim 1,3 miljard.

NN werd vorig jaar afgesplitst van ING en is zelfstandig naar de beurs gegaan. De verzekeraar gaat zijn merken anders in de markt zetten. Zo gaat International ING Insurance verder als NN of Nationale-Nederlanden, wordt ING Investment Management nu NN Investment Partners en wordt het logo in Nederland gelijk aan het groepslogo.

ING Bank keert weer dividend uit



ING betaalt voor het eerst sinds het ten tijde van de kredietcrisis een beroep moest doen op staatssteun weer dividend aan zijn aandeelhouders. Zij mogen onderling 470 miljoen euro verdelen, oftewel 40 procent van de in het vierde kwartaal behaalde winst.

De bank heeft in het vierde kwartaal een nettowinst geboekt van 1,18 miljard euro, bijna twee keer zo veel als een jaar eerder. De onderliggende nettowinst daalde met vijfde tot 548 miljoen euro.

De aanhoudende politieke en economische onrust had voor bepaalde regio’s en producten een negatieve invloed op de groei van het bedrijf in het vierde kwartaal. De totale nettokredietverlening daalde met 1,0 miljard (aangepast voor valuta-invloeden, de verkoop van een hypotheekportefeuille in Australië en de additionele overheveling van WUB-hypotheken naar NN Bank).

Als gevolg van de huidige kostenbesparingsprogramma’s bij ING Bank, inclusief de extra maatregelen die in het 4e kwartaal 2014 werden genomen, zullen de jaarlijkse totale lasten naar verwachting dalen met 1,2 miljard euro in 2017 en met 1,3 miljard in 2018. Van deze beoogde bedragen is reeds  662 miljoen aan besparingen gerealiseerd. Door deze initiatieven zal het personeelsbestand naar schatting afnemen met 9.540 fte’s; hiervan zijn 5.677 FTE's reeds gerealiseerd.

CEO van ING Groep Ralph Hamers stelt: '2014 was een belangrijk en succesvol jaar voor ING. We lanceerden onze ‘Think Forward’-strategie, hebben de Nederlandse Staat eerder dan gepland terugbetaald en we zijn dichter bij de afronding van ons herstructureringsplan gekomen. We zijn er trots op dat we onze herpositionering als toonaangevende Europese bank hebben kunnen bestendigen en het is fijn te zien dat zowel NN Group als Voya het als zelfstandige bedrijven goed doen.'

'700.000 mensen op kosten gejaagd door Belastingdienst'

Bijna 700.000 mensen zijn dit jaar de dupe van late oplevering van software door de belastingdienst. Dat zegt In 2014 deden zij al voor 1 maart hun aangifte. Dat zegt  Bokkz.nl. De Belastingdienst heeft echter besloten dit jaar pas op 1 maart de aangiftesoftware beschikbaar te stellen. Wie toch voor 1 maart aangifte wil doen, moet volgens de Belastingdienst maar een adviseur inschakelen.

Het is niet de eerste keer dat de Belastingdienst aangifteformulieren (nog) niet digitaal beschikbaar heeft. Afgelopen jaar bleek uit vragen van het Kamerlid Omtzigt (CDA) dat ook nabestaanden geen digitale aangifte bij de Belastingdienst kunnen doen. Ook in die situatie worden burgers gedwongen een adviseur in te huren. Dat de belastingbetaler hiermee niet geholpen is, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond eerder dit jaar. Volgens de Consumentenbond zijn adviseurs wel duurder, maar niet beter.

dinsdag 10 februari 2015

20 miljoen euro afgepakt in strijd tegen ondergrondse bankiers

De politie en het Openbaar Ministerie hebben in 2014 bijna 20 miljoen euro misdaadgeld van ondergrondse bankiers in beslag genomen. De enorme geldbedragen zijn afgepakt van criminelen die zich bezig houden met ondergronds bankieren.

Criminelen maken gebruik van ondergronds bankieren om de opbrengsten van hun misdrijven buiten het zicht van de overheid te verplaatsen. ‘’Omdat ondergronds bankieren plaats vindt buiten het zicht van de overheid, is het heel gevoelig voor mensen die hun geld om criminele redenen buiten het zicht van de overheid willen houden’’, aldus de officier van justitie van het Landelijk Parket.

Binnen de landelijke eenheid richt een team in het bijzonder zich op de bestrijding van ondergronds bankieren. Zij krijgen daarbij bijstand van enkele andere teams van de politie.

De bankiers werken vanuit winkels, bedrijven of woningen. In februari 2014 heeft de politie 2,5 miljoen euro in een criminele geldcentrale in Capelle aan den IJssel ontdekt.

Geldkoeriers vervoeren het geld vaak in schoenendozen, plastic boodschappentassen en verborgen ruimtes in auto’s. In maart 2014 werd 359.000 euro gevonden in een vrachtwagen vol sinaasappels. Het geld was verstopt tussen de lading en achter het dashboard van de auto.

Het afgelopen jaar zijn er 80 verdachten aangehouden. Het Openbaar Ministerie heeft ervoor gekozen om niet alle zaken op zitting te laten voorkomen. Aan geldkoeriers- en bankiers wordt daarom een transactie aangeboden. Het transactiebedrag ligt tussen de 5 en 10 procent van het aangetroffen, criminele geldbedrag. In 2014 gingen 41 verdachten akkoord met het transactievoorstel van de officier van justitie. Het hoogste transactiebedrag dat betaald werd was €127.000.

De politie heeft in 53 verschillende onderzoeken 16.8 miljoen euro contant geld in beslag genomen. Criminelen deden afstand van ruim 8,9 miljoen euro. 7,4 miljoen euro is door de rechter verbeurd verklaard.

Tussen 2009 en 2012 is er door de VS, Nederland, Mexico en Colombia onderzoek gedaan naar internationale drugshandel. Tijdens het onderzoek is er in Nederland 6 miljoen euro contant geld gevonden. Het geld was van een groot internationaal drugskartel. De politie en het openbaar ministerie in Nederland hebben als dank voor hun in deze zaak 2,3 miljoen euro ontvangen.

In totaal is er in 2014 voor bijna 20 miljoen euro crimineel vermogen afgepakt.

Omvang Nederlands schuldpapier naar recordhoogte ondanks lage volumes uitgiftes

In 2014 steeg de hoeveelheid uitstaand Nederlands schuldpapier met 6 procent en bereikte een recordhoogte van 1.826 miljard euro. Dit record werd bereikt ondanks aanhoudend lage uitgiftevolumes. In het vierde kwartaal van 2014 zakte de hoeveelheid uitgegeven schuldpapier, zowel geldmarktpapier als obligaties, verder weg naar totaal 103 miljard tegenover 122 miljard euro in het derde kwartaal (-18% k-o-k). Dit zijn de laagste kwartaalvolumes sinds het eerste kwartaal van 2003.

In het vierde kwartaal van 2014 hebben Nederlandse instellingen wederom voor een beperkte hoeveelheid obligaties uitgegeven, mede door de relatief lage behoefte aan herfinanciering . De omvang van uitgiftes van obligaties bedroeg 46 miljard, vergelijkbaar met het vorige kwartaal. Doordat het volume van aflopend schuldpapier lager was dan de bruto emissies groeide de totale omvang van de uitstaande obligaties naar een recordhoogte van 1.702 miljard, rekening houdend met een breukwaarneming bij de bancaire obligaties (tegenover 1.673 miljard zonder breuk).