Winstdelende verzekeringen kat in zak voor consumenten
Consumenten die via een winstdelende verzekering sparen voor de aflossing van hun hypotheek komen mogelijk in financiƫle problemen. Uit onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat verzekeraars - net als bij woekerpolissen - hoge kosten in rekening brengen voor deze verzekeringen. Ook zijn veel verzekeraars bij het afsluiten veel te rooskleurig geweest over het te behalen eindkapitaal. De Consumentenbond roept verzekeraars op om consumenten eerlijk te zeggen hoe de polis er voor staat en vervolgens hen te helpen om over te stappen naar een goedkoper spaarproduct.
'Winstdelende verzekeringen kunnen net als woekerpolissen voor consumenten een tikkende tijdbom zijn, die afgaat als aan het eind van de looptijd blijkt dat het voorspelde eindkapitaal niet is gehaald', zegt Bart CombƩe, directeur Consumentenbond. 'Wij vinden dat verzekeraars consumenten daarover niet in onwetendheid kunnen laten. Ze moeten open kaart spelen en consumenten vervolgens helpen overstappen naar bijvoorbeeld een bankspaarproduct'.
Er zijn naar schatting enkele honderdduizenden consumenten met een winstdelende verzekering. Als er niets gebeurt, komen deze mensen miljarden te kort bij het aflossen van hun hypotheek. De Consumentenbond gaat onderzoeken in hoeverre verzekeraars hun zorgplicht voor klanten met deze 'lokpolissen' nakomen en roept de Autoriteit Financiƫle Markten (AFM) op om ook naar de zaak te kijken.
Het onderzoek van de Consumentenbond is gebaseerd op 36 dossiers die lezers van de Geldgids toezonden. Verreweg de meeste polissen met winstdeling zijn gekoppeld aan een hypotheek. De gemiddelde kosten zijn 2,5% per jaar en daarmee veel te hoog. CombƩe: 'Bij woekerpolissen is er sprake van aan- en verkoopkosten voor beleggingen en beheerkosten in de beleggingsfondsen. Dat soort kosten worden niet gemaakt bij lokpolissen. De kosten zouden dus veel lager moeten zijn dan die van woekerpolissen.'
De kosten hebben een flinke impact op het eindresultaat: 2,5% kosten betekent namelijk niet dat de verzekeraar 2,5% van de premie aan kosten inhoudt, maar dat 2,5% van het rendement opgaat aan kosten.
Stel, een verzekerde legt gedurende 30 jaar elke maand €400 in. Als de verzekeraar elke keer 2,5% van de inleg inhoudt, ontvangt de consument op de einddatum €268.130 bij een brutorendement van 4%. Dat is slechts €6875 minder dan wanneer er geen kosten waren ingehouden. Gaat er echter jaarlijks 2,5% kosten af van het rendement, dan is het nettorendement geen 4, maar 1,5%. De einduitkering bedraagt dan €181.646. Door de hoge kosten is dit maar liefst €93.360 minder. Samen met de sterk tegenvallende winstuitkeringen zorgt dat ervoor dat vrijwel niemand met de opbrengst zijn hypotheek kan aflossen.
'Winstdelende verzekeringen kunnen net als woekerpolissen voor consumenten een tikkende tijdbom zijn, die afgaat als aan het eind van de looptijd blijkt dat het voorspelde eindkapitaal niet is gehaald', zegt Bart CombƩe, directeur Consumentenbond. 'Wij vinden dat verzekeraars consumenten daarover niet in onwetendheid kunnen laten. Ze moeten open kaart spelen en consumenten vervolgens helpen overstappen naar bijvoorbeeld een bankspaarproduct'.
Er zijn naar schatting enkele honderdduizenden consumenten met een winstdelende verzekering. Als er niets gebeurt, komen deze mensen miljarden te kort bij het aflossen van hun hypotheek. De Consumentenbond gaat onderzoeken in hoeverre verzekeraars hun zorgplicht voor klanten met deze 'lokpolissen' nakomen en roept de Autoriteit Financiƫle Markten (AFM) op om ook naar de zaak te kijken.
Het onderzoek van de Consumentenbond is gebaseerd op 36 dossiers die lezers van de Geldgids toezonden. Verreweg de meeste polissen met winstdeling zijn gekoppeld aan een hypotheek. De gemiddelde kosten zijn 2,5% per jaar en daarmee veel te hoog. CombƩe: 'Bij woekerpolissen is er sprake van aan- en verkoopkosten voor beleggingen en beheerkosten in de beleggingsfondsen. Dat soort kosten worden niet gemaakt bij lokpolissen. De kosten zouden dus veel lager moeten zijn dan die van woekerpolissen.'
De kosten hebben een flinke impact op het eindresultaat: 2,5% kosten betekent namelijk niet dat de verzekeraar 2,5% van de premie aan kosten inhoudt, maar dat 2,5% van het rendement opgaat aan kosten.
Stel, een verzekerde legt gedurende 30 jaar elke maand €400 in. Als de verzekeraar elke keer 2,5% van de inleg inhoudt, ontvangt de consument op de einddatum €268.130 bij een brutorendement van 4%. Dat is slechts €6875 minder dan wanneer er geen kosten waren ingehouden. Gaat er echter jaarlijks 2,5% kosten af van het rendement, dan is het nettorendement geen 4, maar 1,5%. De einduitkering bedraagt dan €181.646. Door de hoge kosten is dit maar liefst €93.360 minder. Samen met de sterk tegenvallende winstuitkeringen zorgt dat ervoor dat vrijwel niemand met de opbrengst zijn hypotheek kan aflossen.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.