Concurrentie bankiers op de arbeidsmarkt leidt tot hogere bonussen
Buitensporige bonussen en overmatig risico in de financiĆ«le sector zijn een gevolg van concurrentie op de arbeidsmarkt voor bankiers. Dat stelt Anton van Boxtel in zijn proefschrift, dat hij op 16 maart verdedigde aan Tilburg University. Hierdoor is het moeilijk om buitensporig risico te beperken door middel van belastingen of bonusplafonds. Ingrijpen in de arbeidsmarkt zou wel een oplossing kunnen bieden. “Als bankiers minder gemakkelijk van werkgever kunnen wisselen, wordt het voor banken goedkoper om werknemers vast te houden. Dit leidt weer tot lagere bonussen en dus tot minder risico”, aldus de promovendus.
Het heersende beeld is dat bankiers overmatig risico nemen om hun bonus binnen te halen. Anton van Boxtel bestudeerde onder meer de economische logica achter dit beeld. In een theoretisch model analyseert Van Boxtel waarom banken hun bankiers bonussen betalen en waarom banken deze bonussen dusdanig hoog maken dat ze bankiers verleiden om overmatig risico te nemen. Ook bestudeerde hij hoe de flexibiliteit van de arbeidsmarkt in het bankwezen bepalend kan zijn voor de hoeveelheid risico die bankiers nemen.
In het model proberen banken werknemers aan te nemen, maar zijn ze niet op de hoogte van de kwaliteit van elke potentiƫle bankier. Daarom biedt de bank een beloningsstructuur die de beste potentiƫle bankiers aantrekt, maar de slechtere afschrikt. Dit kan alleen door een relatief laag basissalaris aan te bieden, maar een bonus te geven voor goede prestaties. De betere bankiers weten dat de kans groot is dat ze goed genoeg presteren om een bonus te krijgen.
“Om het nemen van risico’s tegen te gaan, kan de bank slechte prestaties “bestraffen”, door bijvoorbeeld helemaal geen bonus uit te betalen, door een kans op promotie te blokkeren, of door een contract niet te verlengen of een werknemer zelfs te ontslaan. In de praktijk is de mate waarin een bank dit kan doen echter altijd beperkt”, legt Van Boxtel uit.
“Als goede bankiers een veel betere beloning eisen dan slechtere, dan is het noodzakelijk om een hele hoge bonus te betalen om de goede bankiers aan te trekken. In combinatie met de beperkte mate waarin slechte prestaties bestraft kunnen worden, kan dit leiden tot een convexe beloningsstructuur: goede resultaten worden beter beloond, dan slechte bestraft. Een bankier die op dergelijke wijze beloond wordt, is geneigd overmatig risico te nemen.”
De mate waarin dit gebeurt is volgens Van Boxtel afhankelijk van de concurrentie op de arbeidsmarkt voor bankiers. “Als deze heel intensief is, vergroot dit de marktwaarde van betere bankiers, en dus de hoogte van de bonussen die nodig zijn om die bankiers vast te houden.”
Als het moeilijker wordt voor bankiers om van werkgever te wisselen, wordt het goedkoper voor banken om bankiers vast te houden. Dit kan leiden tot lagere bonussen, wat weer leidt tot minder risico. Dat is mijn voorzichtige aanbeveling”, besluit Van Boxtel.
Het heersende beeld is dat bankiers overmatig risico nemen om hun bonus binnen te halen. Anton van Boxtel bestudeerde onder meer de economische logica achter dit beeld. In een theoretisch model analyseert Van Boxtel waarom banken hun bankiers bonussen betalen en waarom banken deze bonussen dusdanig hoog maken dat ze bankiers verleiden om overmatig risico te nemen. Ook bestudeerde hij hoe de flexibiliteit van de arbeidsmarkt in het bankwezen bepalend kan zijn voor de hoeveelheid risico die bankiers nemen.
In het model proberen banken werknemers aan te nemen, maar zijn ze niet op de hoogte van de kwaliteit van elke potentiƫle bankier. Daarom biedt de bank een beloningsstructuur die de beste potentiƫle bankiers aantrekt, maar de slechtere afschrikt. Dit kan alleen door een relatief laag basissalaris aan te bieden, maar een bonus te geven voor goede prestaties. De betere bankiers weten dat de kans groot is dat ze goed genoeg presteren om een bonus te krijgen.
“Om het nemen van risico’s tegen te gaan, kan de bank slechte prestaties “bestraffen”, door bijvoorbeeld helemaal geen bonus uit te betalen, door een kans op promotie te blokkeren, of door een contract niet te verlengen of een werknemer zelfs te ontslaan. In de praktijk is de mate waarin een bank dit kan doen echter altijd beperkt”, legt Van Boxtel uit.
“Als goede bankiers een veel betere beloning eisen dan slechtere, dan is het noodzakelijk om een hele hoge bonus te betalen om de goede bankiers aan te trekken. In combinatie met de beperkte mate waarin slechte prestaties bestraft kunnen worden, kan dit leiden tot een convexe beloningsstructuur: goede resultaten worden beter beloond, dan slechte bestraft. Een bankier die op dergelijke wijze beloond wordt, is geneigd overmatig risico te nemen.”
De mate waarin dit gebeurt is volgens Van Boxtel afhankelijk van de concurrentie op de arbeidsmarkt voor bankiers. “Als deze heel intensief is, vergroot dit de marktwaarde van betere bankiers, en dus de hoogte van de bonussen die nodig zijn om die bankiers vast te houden.”
Als het moeilijker wordt voor bankiers om van werkgever te wisselen, wordt het goedkoper voor banken om bankiers vast te houden. Dit kan leiden tot lagere bonussen, wat weer leidt tot minder risico. Dat is mijn voorzichtige aanbeveling”, besluit Van Boxtel.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.