'CEO gokt met geld van aandeelhouders'
Ceo's van conglomeraten vertrouwen bij investeringsbeslissingen te veel op hun intuïtie. Al doende vernietigen zij aandeelhouderswaarde. De bedrijfseconomisch beste opties delven vaak het onderspit, omdat de ceo zich meer aangetrokken voelt tot investeringen met een kleine kans op een hoog rendement (‘long shots’).
Dat schrijven Oliver Spalt van Tilburg University en Christoph Schneider van University of Mannheim in het paper Conglomerate Investment, Skewness and the CEO Long Shot Bias, dat binnenkort verschijnt in het Journal of Finance. "Ceo's steken systematisch te veel geld in projecten die potentieel een hoog rendement kunnen opleveren", zo zegt Spalt. "Ze stellen dan dat ze 'koersen op hun gevoel', op hun intuïtie. Daarbij gaan ze echter voorbij aan het inmiddels overweldigende wetenschappelijk bewijs uit de psychologie en de economie dat vertrouwen op intuïtie bij financiële beslissingen vaak leidt tot suboptimale uitkomsten. Ons onderzoek laat zien dat investeringen gebaseerd op ‘long shots’ een serieus probleem zijn bij veel bedrijven.”
Spalt en Schneider doen in hun paper verslag van een onderzoek naar de manier waarop Amerikaanse conglomeraten (ze onderzochten meer dan 1.000 bedrijven die in meerdere segmenten actief zijn) hun investeringen verdelen over de verschillende sectoren. Ze vergelijken die investeringen (tussen 1990 en 2009) vervolgens met de beslissingen van sectoraal gespecialiseerde bedrijven/concurrenten en concluderen dat de conglomeraten vaker kiezen voor investeringsprojecten met een 'scheve' kansverdeling op succes. Een kleine kans op groot succes krijgt vaak de voorkeur boven een grote kans op een gemiddeld succes.
Stel: een ceo moet kiezen tussen twee projecten. Project A heeft 50 procent kans 5 procent rendement op te leveren en 50 procent kans 8 procent op te leveren. Dat is gemiddeld 6,5 procent. Project B heeft 75 procent kans op een rendement van 4 procent, maar 25 procent kans op een rendement van 12 procent. Gemiddeld is dat 6 procent. Rationeel is A de beste keuze, maar ceo's van conglomeraten hebben in zo'n geval een voorkeur voor project B. Spalt: "Wat dus leidt tot het vernietigen van aandeelhouderswaarde."
Spalt en Schneider geven aan dat de inefficiënte neiging tot investeren in ‘long shot’projecten te wijten is aan de bevooroordeelde ceo’s. Ze tonen aan dat dit sterker voorkomt bij ceo’s die het aantrekkelijk vinden om te mikken op ‘long shots’, zoals bij jonge ceo’s. Ze laten ook zien dat dit vaker voorkomt bij bedrijven met een zwakke corporate governance, waar de ceo’s zeer machtig zijn.
Tot slot is er ook een correlatie met culturele factoren. Zo werd gekeken naar religieuze overtuigingen en normen omtrent gokken in de regio waar het hoofdkantoor gevestigd is. Het blijkt dat ceo's riskantere beslissingen nemen in regio's waar meer rooms-katholieke gelovigen wonen (uit eerder onderzoek blijkt dat zij zich soepeler opstellen tegenover gokken) en in regio's waar meer burgers deelnemen aan loterijen.
Dat schrijven Oliver Spalt van Tilburg University en Christoph Schneider van University of Mannheim in het paper Conglomerate Investment, Skewness and the CEO Long Shot Bias, dat binnenkort verschijnt in het Journal of Finance. "Ceo's steken systematisch te veel geld in projecten die potentieel een hoog rendement kunnen opleveren", zo zegt Spalt. "Ze stellen dan dat ze 'koersen op hun gevoel', op hun intuïtie. Daarbij gaan ze echter voorbij aan het inmiddels overweldigende wetenschappelijk bewijs uit de psychologie en de economie dat vertrouwen op intuïtie bij financiële beslissingen vaak leidt tot suboptimale uitkomsten. Ons onderzoek laat zien dat investeringen gebaseerd op ‘long shots’ een serieus probleem zijn bij veel bedrijven.”
Spalt en Schneider doen in hun paper verslag van een onderzoek naar de manier waarop Amerikaanse conglomeraten (ze onderzochten meer dan 1.000 bedrijven die in meerdere segmenten actief zijn) hun investeringen verdelen over de verschillende sectoren. Ze vergelijken die investeringen (tussen 1990 en 2009) vervolgens met de beslissingen van sectoraal gespecialiseerde bedrijven/concurrenten en concluderen dat de conglomeraten vaker kiezen voor investeringsprojecten met een 'scheve' kansverdeling op succes. Een kleine kans op groot succes krijgt vaak de voorkeur boven een grote kans op een gemiddeld succes.
Stel: een ceo moet kiezen tussen twee projecten. Project A heeft 50 procent kans 5 procent rendement op te leveren en 50 procent kans 8 procent op te leveren. Dat is gemiddeld 6,5 procent. Project B heeft 75 procent kans op een rendement van 4 procent, maar 25 procent kans op een rendement van 12 procent. Gemiddeld is dat 6 procent. Rationeel is A de beste keuze, maar ceo's van conglomeraten hebben in zo'n geval een voorkeur voor project B. Spalt: "Wat dus leidt tot het vernietigen van aandeelhouderswaarde."
Spalt en Schneider geven aan dat de inefficiënte neiging tot investeren in ‘long shot’projecten te wijten is aan de bevooroordeelde ceo’s. Ze tonen aan dat dit sterker voorkomt bij ceo’s die het aantrekkelijk vinden om te mikken op ‘long shots’, zoals bij jonge ceo’s. Ze laten ook zien dat dit vaker voorkomt bij bedrijven met een zwakke corporate governance, waar de ceo’s zeer machtig zijn.
Tot slot is er ook een correlatie met culturele factoren. Zo werd gekeken naar religieuze overtuigingen en normen omtrent gokken in de regio waar het hoofdkantoor gevestigd is. Het blijkt dat ceo's riskantere beslissingen nemen in regio's waar meer rooms-katholieke gelovigen wonen (uit eerder onderzoek blijkt dat zij zich soepeler opstellen tegenover gokken) en in regio's waar meer burgers deelnemen aan loterijen.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.