Financiering wordt minder vaak gezocht, wel vaker voor investeringen
Bedrijven die financiering zoeken wisten dit in 2014 vaker ook daadwerkelijk volledig of deels te krijgen. Dit is één van de uitkomsten van de voorjaarsmeting 2015 van de Financieringsmonitor. Deze monitor is uitgevoerd door Panteia, in opdracht van het ministerie van Economische zaken. Het rapport is vandaag aan de Tweede Kamer aangeboden en is hier te lezen.
Weliswaar zochten minder bedrijven vorig jaar naar financiering buiten de ruimte die hun huidige kredietfaciliteiten hen bieden: 17 procent van het bedrijfsleven ten opzichte van 21 procent in het jaar daarvoor. Deze ontwikkeling doet zich hoofdzakelijk voor in het mkb, dat in 2014 nog te maken had met een matige binnenlandse consumptie.
Tegelijkertijd is het aantrekken van de bredere economie wel zichtbaar in de veranderende financieringsdoelen. Bedrijven zijn vaker dan in voorgaande jaren van plan het geld in te zetten voor investeringen in bedrijfsmiddelen en huisvesting. Werkkapitaal (geld voor de bedrijfshandelingen van dag tot dag) is nog steeds de voornaamste reden om geld te zoeken, maar het belang van dit doel nam wel af. En dat is belangrijk, omdat een deel van deze middelen werd gebruikt voor verliesfinanciering.
Lang niet alle bedrijven die financiering zoeken, krijgen dit ook daadwerkelijk. Maar de slaagkans is wel omhoog gegaan. In 2014 kreeg 78 procent van het bedrijfsleven dat financiering zocht dit ook in meer of mindere mate. Het jaar daarvoor was dit nog 62 procent. De verbetering is voelbaar in alle grootteklassen, maar er bestaan nog steeds grote verschillen. Wegens gebrekkig onderpand en een te hoog ervaren risico door de kredietverstrekker krijgt 57 procent in het kleinbedrijf (een deel van) het gezochte bedrag.
Bedrijven gaan vaker op zoek naar alternatieve bronnen van financiering en doen dan een beroep op privévermogen of inbreng van vrienden of familie. Ook zijn meer bedrijven op zoek naar een mix van eigen en vreemd vermogen en zien ze vaker alternatieven voor bankfinanciering. Te denken valt hierbij aan leasing, factoring en crowdfunding in verschillende maten van belang. Het overgrote deel van het bedrijfsleven stapt echter nog steeds naar de bank om hun plannen te financiering. Dit gebeurt wel in steeds mindere mate alleen nog maar bij de vaste huisbank.
De Financieringsmonitor is het grootste onderzoek naar de financieringsbehoefte van ondernemingen in Nederland en wordt al sinds 2008 in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken door Panteia uitgevoerd. Twee keer per jaar worden 1.400 bedrijven gevraagd naar hun financieringsbehoefte, de mate waarin zij in deze behoefte hebben kunnen voorzien en naar zaken als financieringsdoel, het gebruik van alternatieve bronnen en de voorwaarden waartegen zij financiering aan kunnen trekken. De monitor geeft daarmee een actueel en overzichtelijk beeld van de vraag naar bedrijfsfinanciering en wordt onder meer gebruikt om de Tweede Kamer te informeren over het actuele financieringsklimaat.
Weliswaar zochten minder bedrijven vorig jaar naar financiering buiten de ruimte die hun huidige kredietfaciliteiten hen bieden: 17 procent van het bedrijfsleven ten opzichte van 21 procent in het jaar daarvoor. Deze ontwikkeling doet zich hoofdzakelijk voor in het mkb, dat in 2014 nog te maken had met een matige binnenlandse consumptie.
Tegelijkertijd is het aantrekken van de bredere economie wel zichtbaar in de veranderende financieringsdoelen. Bedrijven zijn vaker dan in voorgaande jaren van plan het geld in te zetten voor investeringen in bedrijfsmiddelen en huisvesting. Werkkapitaal (geld voor de bedrijfshandelingen van dag tot dag) is nog steeds de voornaamste reden om geld te zoeken, maar het belang van dit doel nam wel af. En dat is belangrijk, omdat een deel van deze middelen werd gebruikt voor verliesfinanciering.
Lang niet alle bedrijven die financiering zoeken, krijgen dit ook daadwerkelijk. Maar de slaagkans is wel omhoog gegaan. In 2014 kreeg 78 procent van het bedrijfsleven dat financiering zocht dit ook in meer of mindere mate. Het jaar daarvoor was dit nog 62 procent. De verbetering is voelbaar in alle grootteklassen, maar er bestaan nog steeds grote verschillen. Wegens gebrekkig onderpand en een te hoog ervaren risico door de kredietverstrekker krijgt 57 procent in het kleinbedrijf (een deel van) het gezochte bedrag.
Bedrijven gaan vaker op zoek naar alternatieve bronnen van financiering en doen dan een beroep op privévermogen of inbreng van vrienden of familie. Ook zijn meer bedrijven op zoek naar een mix van eigen en vreemd vermogen en zien ze vaker alternatieven voor bankfinanciering. Te denken valt hierbij aan leasing, factoring en crowdfunding in verschillende maten van belang. Het overgrote deel van het bedrijfsleven stapt echter nog steeds naar de bank om hun plannen te financiering. Dit gebeurt wel in steeds mindere mate alleen nog maar bij de vaste huisbank.
De Financieringsmonitor is het grootste onderzoek naar de financieringsbehoefte van ondernemingen in Nederland en wordt al sinds 2008 in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken door Panteia uitgevoerd. Twee keer per jaar worden 1.400 bedrijven gevraagd naar hun financieringsbehoefte, de mate waarin zij in deze behoefte hebben kunnen voorzien en naar zaken als financieringsdoel, het gebruik van alternatieve bronnen en de voorwaarden waartegen zij financiering aan kunnen trekken. De monitor geeft daarmee een actueel en overzichtelijk beeld van de vraag naar bedrijfsfinanciering en wordt onder meer gebruikt om de Tweede Kamer te informeren over het actuele financieringsklimaat.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.