maandag 31 augustus 2015

BNG verbetert winst licht

De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) heeft in het afgelopen half jaar een nettowinst van 155 miljoen euro geboekt. De grootste afschrijving (63 miljoen) was op een obligatie van de voormalige Oostenrijkse bank Hypo Alpe Adria.

Vooral dankzij de toename van herfinancieringen door decentrale overheden steeg de omvang van de nieuw verstrekte langlopende leningen met 9 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2014 tot 5,1 miljard euro. De stapeling van overheidsmaatregelen leidt echter tot veel onzekerheid. De kernklanten van BNG Bank blijven daardoor terughoudend met nieuwe investeringen.

De fundingpositie van BNG Bank ten opzichte van vele andere banken verbeterde, omdat de obligaties van de bank zijn opgenomen in het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB). In 2014 kreeg BNG Bank al de status 'promotional lender', wat betekent dat haar obligaties in de hoogste klasse van de liquiditeitsvoorschriften voor banken vallen.

In de verslagperiode heeft BNG Bank voor 8,9 miljard euro langlopende financiering aangetrokken. De bank heeft de gunstige inkoopprijzen vertaald naar 'scherpere tarieven' voor haar klanten.

De nettowinst is opnieuw sterk beïnvloed door de volatiliteit op de financiële markten, mede veroorzaakt door het opkoopprogramma van de ECB. De effecten hiervan op de marktrente en valutakoersen hebben geleid tot positieve ongerealiseerde marktwaardeveranderingen.

De bank heeft zich de laatste jaren steeds sterker gericht op de financiering van duurzame investeringen. Voorbeelden hiervan zijn investeringen om het energiegebruik van maatschappelijk vastgoed te beperken en om zonnepanelen te installeren op sociale huurwoningen. De bank wil duurzaamheid de komende jaren een nog grotere rol in haar kredietverlening te laten spelen. De bank wil dit ook doen aan de inkoopkant via uitgifte van een tweede Socially Responsible Investment (SRI) obligatie in 2015.

Spaarder levert nog steeds fors in bij nieuw plan vermogensbelasting

Spaarders die meer dan 25.000 euro op hun spaarrekening hebben, leveren met de nieuwe belastingplannen alsnog fors in. Dit blijkt uit een berekening van de vergelijkingssite Spaarrente.nl. 

VVD en PvdA hebben een akkoord bereikt over de herziening van de vermogensrendementsheffing. Hierin wordt pas bij een vermogen van 25.000 euro of meer belasting geheven. Het fictieve rendement bij vermogens tussen 25.000 en 100.000 euro gaat omlaag van 4 naar 2,9 procent. “Omdat de spaarrentes op dit moment nog steeds fors lager liggen dan het veronderstelde rendement, leveren spaarders bij grootbanken 97 tot 109 procent van het rendement op hun belastbaar vermogen in bij de nieuwe plannen”, legt Amanda Bulthuis van Spaarrente.nl uit.

De nieuwe plannen van het kabinet zijn echter wel een forse verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Op dit moment betaal je belasting vanaf een vermogen van 21.330 euro. Hierbij gaat de Belastingdienst er vanuit dat je 4 procent rendement behaald over je belastbaar vermogen. Hierover wordt 30 procent vermogensrendementsheffing geheven. “Op dit moment krijg je bij de grootbanken, zoals ING, Rabobank of ABN AMRO maar 0,8 tot 0,9 procent rente op je spaarrekening. Dit ligt fors lager dan de veronderstelde 4 procent”, licht Amanda Bulthuis toe. “Gevolg is dat je over je belastbaar vermogen nu ongeveer 130 tot 150 procent van je rendement aan belasting betaalt. Sparen kost je dus in feit geld.”

Dat het kabinet nu een plan heeft om het fictieve rendement te verlagen is voor de spaarder wel een kleine verbetering, maar nog steeds een ‘schrale troost’ vindt Bulthuis. Voor vermogens tussen de 25.000 en 100.000 euro gaat het veronderstelde rendement omlaag naar 2,9 procent. Maar omdat de spaarrentes al jaren aan het dalen zijn en inmiddels al fors lager liggen dan 2,9 procent kost sparen je bij de nieuwe plannen nog steeds geld. “Als je spaart bij de grootbanken, betaalt je nog steeds 96 tot 108 procent van het rendement over je vermogen aan de fiscus.

Nieuwe belastingplannen of niet, wie de schade zoveel mogelijk wil beperken kan het beste op zoek gaan naar een spaarrekening met een stabiele, hoge spaarrente. Op dit moment biedt bijvoorbeeld Argenta de hoogste spaarrente met 1,3 procent. Als je hier zou sparen houd je na aftrek van de belasting in de huidige situatie nog 8 procent van het rendement op je belastbaar vermogen over. “Dat is nog steeds geen vetpot, maar het is altijd nog beter dan moeten interen op je spaargeld, zoals bij de grootbanken het geval is”, legt Bulthuis uit. “In de nieuwe situatie zou je bij Argenta 33 procent van het rendement op je belastbaar vermogen overhouden na aftrek van de belasting.”

Schade bezettingen UvA vergoed

De schade die de UvA heeft gelopen als gevolg van de bezettingen van het Bungehuis, Maagdenhuis en BG3 is door de verzekeraars volledig (met aftrek van eigen risico) vergoed. De totale kosten bedroegen uiteindelijk 668.000 uit. Dit bedrag is ingediend bij de verzekeraar en inmiddels (minus eigen risico) uitgekeerd.

De verzekeraars achten, net als de UvA in eerder stadium, het verhalen van de schade niet zinvol. Het is onduidelijk of de schade toegerekend kan worden aan bepaalde individuen en de kans op succesvol verhaal wordt nihil geacht.

vrijdag 28 augustus 2015

Aandelen SNS Bank rechtstreeks onder NLFI

De ministerraad heeft ingestemd met het  voorstel van minister Dijsselbloem van Financiën om de aandelen van SNS Bank rechtstreeks onder te bij de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI). De band tussen de Bank en SNS REAAL wordt daarmee doorbroken.

De Staat neemt de aandelen SNS Bank over van SNS REAAL voor een reële koopprijs. Dit heeft voor de financiële positie van de staat geen gevolgen, omdat de staat uiteindelijk de opbrengsten krijgt van een toekomstige verkoop van de Bank en wat er nog uit de afwikkeling van SNS REAAL komt. Die opbrengsten zijn naar verwachting gelijk aan de bestaande situatie waarbij de SNS Bank onder SNS REAAL hangt.

De voorgenomen ‘verhanging’ van SNS Bank heeft geen gevolgen voor de klanten en de medewerkers.

Autoverzekering in Utrecht het duurst

Utrecht, Den Haag en Den Bosch zijn dit jaar de duurste provinciehoofdsteden om een personenauto te verzekeren. Utrecht spant de kroon met een gemiddelde premie van 30,61 euro per maand. In Assen blijkt een personenauto het goedkoopst te verzekeren. Het verschil tussen Utrecht en Assen loopt op tot wel 90 euro per jaar, blijkt uit onderzoek van de vergelijkingswebsite Autoverzekering.nl.

Een personenauto verzekeren is het duurst in Utrecht, de gemiddelde autoverzekering bedraagt daar 30,61 euro per maand. De gemiddelde premie in Assen bedraagt 23,06 euro per maand. In Assen wordt een personenauto zowel met een WA, een WA beperkte casco als een WA volledige casco verzekering tegen de laagste premie verzekerd.

 Provinciehoofdstad Gemiddelde premie per maand
 Utrecht 30,61 euro
 Den Haag 29,89
 Den Bosch 29,52
 Maastricht 29,16
 Haarlem 28,57
 Arnhem 28,11
 Lelystad 25,82
 Zwolle 24,94
 Middelburg 23,84
 Leeuwarden 23,65
 Groningen 23,47
 Assen 23,06

Rechtbank vernietigt boete voor te hoge adviesvergoeding

De rechtbank Rotterdam heeft op 4 juni 2015 de boete vernietigd die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in 2014 heeft opgelegd aan Cas Assurantiën B.V. (Cas). Het boetebedrag was €100.000. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van Cas gegrond verklaard, de beslissing op bezwaar van de AFM vernietigd en het boetebesluit herroepen.

De AFM heeft vijf klantdossiers onderzocht waarin Cas in de periode van september 2012 tot en met november 2012 heeft geadviseerd over en bemiddeld in het oversluiten van beleggingsverzekeringen.

Volgens de AFM had Cas in de onderzochte klantdossiers vergoedingen in rekening gebracht die niet in verhouding stonden tot de werkzaamheden zoals die bleken uit de klantdossiers. Naar het oordeel van de AFM had Cas hiermee vergoedingen in rekening gebracht die kennelijk onredelijk waren.

Volgens de rechtbank heeft de AFM niet aannemelijk gemaakt dat Cas vergoedingen in rekening heeft gebracht die kennelijk onredelijk zijn.

De AFM heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.

donderdag 27 augustus 2015

Duurzame bank laat gezonde ontwikkeling zien

Triodos Bank sluit de eerste helft van 2015 met een nettowinst van 21,9 miljoen euro, 91 procent hoger vergeleken met dezelfde periode in 2014.

Triodos Bank heeft echter in het eerste halfjaar van 2014 aanzienlijk moeten bijdragen aan de redding van SNS Reaal. Dat drukte de winst van de bank.

Het totaal in beheer gegeven vermogen van Triodos Bank is het afgelopen halfjaar met 8 procent gegroeid naar 11,5 miljard euro. De bank noteerde 48.000 nieuwe klanten, waarmee het totaal op 578.000  komt.

De kredietverlening aan duurzame ondernemers en projecten nam met 7 procent toe. In het eerste halfjaar van 2014 was dit nog 4 procent. Binnen de hypotheekportefeuille voor duurzame woningen was er in de eerste helft van 2015 zelfs sprake van een stijging van 22 procent. De toevoeging aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren daalde sterk en bedroeg 1,6 miljoen euro.

CEO Peter Blom van Triodos Bank ziet naar eigen zeggen 'positieve signalen wat betreft de groei in de duurzame sectoren die wij financieren. Triodos Bank heeft een sterke uitgangspositie om een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van de Europese duurzame energiemarkt. Ook in andere sectoren die een transitie vergen naar een circulaire economie en sectoren als 'duurzame landbouw en voeding' en 'zorg en welzijn' kan Triodos Bank als financier het verschil maken.'

Meer klanten en hogere winst voor SNS Bank

SNS Bank verwelkomde in het eerste half jaar van 2015 131.000 nieuwe klanten. Voor een deel mensen die vertrokken bij ABN Amro uit verontwaardiging over de later ingetrokken salarisverhoging van topbestuurders. De particuliere spaartegoeden stegen tot 37,3 miljard euro. De nettowinst viel daardoor fors hoger uit: 244 miljoen, tegen 111 miljoen een jaar geleden.

Er werd alleen al voor 900 miljoen euro meer aan nieuwe hypotheken. Het marktaandeel steeg daardoor naar 3,8 procent.

De aanstaande overdracht van SNS Bank aan de Nederlandse Staat door SNS REAAL holding luidt het einde van het ontvlechtinsproces in, waarmee de basis voor een stand-alone toekomst wordt gelegd, aldus Maurice Oostendorp, voorzitter van de Directie.

Goede resultaten voor verzekeraar ASR

Verzekeraar ASR zag de winst in de eerste jaarhelft ruimschoots verdubbelen tot 397 miljoen euro. Ook het onderliggend operationeel resultaat steeg, tot 280 miljoen euro. De premie-inkomsten zijn met 10 procent omhoog gegaan tot bijna 2,5 miljard euro.

Ondanks de aanhoudend lage rente wist ASR de solvabiliteit te versterken. 'De resultaten van vandaag laten zien dat ASR in ieder geval klaar is voor een zelfstandige toekomst', aldus topman Jos Baeten.

Drie van de tien Nederlanders vertrouwt zorgverzekeraars niet

Drie op de tien Nederlanders spreekt zijn wantrouwen uit over zorgverzekeraars in het algemeen. Op een tienpuntschaal is het gemiddelde vertrouwen in zorgverzekeraars een 5,9. Het contrast met het vertrouwen in artsen en andere zorgverleners is groot (5,9 versus 7,4). Ook patiëntenverenigingen worden veel meer vertrouwd dan zorgverzekeraars (6,9 versus 5,9).
Vergeleken met andere financiële instellingen zoals banken, verzekeraars en pensioenfondsen (gemiddeld 5,4) genieten zorgverzekeraars overigens wel een groter vertrouwen (5,9).
Dit blijkt uit het de eerste editie van het wetenschappelijke onderbouwde Trust Compass Onderzoek 2015 onder zorgverzekeraars; een grootschalig marktonderzoek onder klanten en niet-klanten van zorgverzekeraars. Een gezamenlijk initiatief van Dr. Pauline van Esterik-Plasmeijer, Prof. Dr. W. Fred van Raaij en GfK.

Een ruime meerderheid (75%) van de Nederlanders heeft negatieve berichtgeving over zorgverzekeraars in de media opgepikt, waaronder (onduidelijkheden in) contracteren van zorg (66%), beperkte vrije keuze zorgverleners (74%), onredelijkheid zorgverzekeraars naar zorgverleners toe (61%) en hoge financiële reserves bij zorgverzekeraars (72%). Bij 19% van de consumenten is het vertrouwen in zorgverzekeraars hierdoor gedaald. Men heeft vooral minder vertrouwen in de integriteit van zorgverzekeraars, hun competentie en de wijze waarop zij hun maatschappelijke rol invullen.  Negatieve berichtgeving over zorgverzekeraars wordt minder vaak aan de kleinere zorgverzekeraars en vaker aan de grote zorgverzekeraars of 'het systeem' toegeschreven.

Het vertrouwen dat Nederlanders hebben in hun eigen zorgverzekeraar (7,3) is veel hoger dan het vertrouwen dat men heeft in zorgverzekeraars in het algemeen (5,9). Het beeld van de eigen zorgverzekeraar wordt naast berichtgeving in de media beïnvloed door de persoonlijke ervaringen met de dienstverlening van de zorgverzekeraar en die zijn overwegend positief.

Consumenten bepalen of een zorgverzekeraar het vertrouwen waard is aan de hand van zes verschillende factoren. Deze factoren zijn in volgorde van belangrijkheid: 'integriteit', 'competentie' (beiden 21%), 'waardencongruentie' (dezelfde normen & waarden als de klant) (18%), 'transparantie', 'klantgerichtheid' (beiden 16%) en als laatste 'stabiliteit'(9%).

Nederlanders maken zich geen zorgen over de financiële stabiliteit van zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars scoren voldoende op de belangrijkste factoren 'competentie' en 'integriteit'. Zorgverzekeraars blijven achter wanneer het gaat om 'waardencongruentie', 'klantgerichtheid' en 'transparantie'.

Nederlanders vinden het belangrijk dat zorgverzekeraars maatschappelijk betrokken en sensitief zijn, en dat hun gedragingen passen bij hun positie en verantwoordelijkheid in het zorgstelsel. Berichtgeving in de media roept nogal eens het beeld op dat zorgverzekeraars vanuit hun eigen financiële belang handelen en minder vanuit het belang van de patiënt en/of zorgverleners.
Nederlanders vinden dat zorgverzekeraars zich kunnen verbeteren door meer openheid te betrachten over wat er met de premies gebeurt, wat wel en niet vergoed wordt in de polis en door sneller te reageren op vragen van klanten. Daarnaast verwacht men van zorgverzekeraars dat zij meer met klanten meedenken en hen waarschuwen voor mogelijk verkeerde beslissingen.

Zorgverzekeraars die zich duidelijk en consequent profileren als 'restitutieverzekeraar' (vergoeden alle zorgverleners) worden het meest vertrouwd en hebben daarnaast ook loyalere klanten. Deze restitutie verzekeraars scoren ook hoog op waardencongruentie door de wijze waarop zij invulling geven aan hun maatschappelijke rol als zorgverzekeraar en sluiten beter aan op de normen en waarden van hun klanten. Ook worden zij meer gewaardeerd om hun integriteit, klantgerichtheid en transparantie.

Kosten en risico’s belangrijk voor bepalen rendement van beleggen

Een op de vijf beleggers let bij het nemen van een beleggingsbeslissing vooral op het verwachte rendement. Minder vaak letten zij op de verhouding tussen risico, rendement en kosten.

Dat blijkt uit de halfjaarlijkse Consumentenmonitor van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder 636 beleggers. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau GFK.

Vooral bij beleggen met een doel, zoals voor het aflossen van de hypotheek of aanvulling van pensioen, zouden beleggers niet alleen moeten kijken naar een mogelijk te behalen rendement. Beleggers moeten ook oog hebben voor de kosten en het risico. Dit zijn twee belangrijke elementen die het rendement van een belegging bepalen. De driehoek risico, rendement en kosten is dus belangrijk om te bepalen of je doel(kapitaal) wordt behaald.
  
 Om beleggers te helpen bij het vergelijken van kosten van verschillende beleggingen, is door banken en een beperkt aantal vermogensbeheerders op 1 januari 2015 de vergelijkende kostenmaatstaf geïntroduceerd. Dit geeft de (ex ante) kosten weer van de dienstverlening en de fondsen. Samen met de markt werkt de AFM verder aan de vormgeving van de driehoek ‘kosten, rendement en risico’.

woensdag 26 augustus 2015

Premies verzekeringen verschillen tot op huisnummer

De premie voor de inboedel van een woonhuis of autoverzekering blijkt per postcode, huisnummer of zelfs huisnummertoevoeging te kunnen verschillen. De Consumentenbond vindt het beleid van verzekeraars hierin erg ondoorzichtig en pleit ervoor dat verzekeraars zich baseren op schadestatistieken die voor iedereen zijn in te zien.

De Consumentenbond informeerde bij het Verbond van Verzekeraars naar de gemiddelde schadekans en geclaimde schadebedragen in de grote steden en andere regio's, maar kreeg geen inzage. Verzekeraars zijn in principe vrij in hun premiebeleid, zolang er maar geen sprake is van discriminatie. Van de 31 onderzochte inboedelverzekeraars hanteren er 17 een postcodebeleid. Of een woonadres in een risicogebied ligt, wisselt per verzekeraar.

De Consumentenbond hield een steekproef in Utrecht. Daar liepen de verschillen tussen de duurste en goedkoopste woonverzekeraar op dezelfde postcode op tot het viervoudige. ASR spant de kroon bij de verschillen binnen de stad. De laagste allrisk-jaarpremie van deze verzekeraar voor een postcode nabij landgoed Amelisweerd (€134) verschilt maar liefst 154% met de inboedelpremie voor hetzelfde rijtjeshuis in Overvecht (€340). Het is voor consumenten belangrijk inboedelverzekeringen goed te vergelijken en na een verhuizing te kijken of de lopende polis nog voordelig is.

Reaal/Vivat gaat bij autoverzekeringen nog een stap verder. Voor verzekerden met een huisnummertoevoeging kan de premie daardoor fors verschillen. Zo betaalt de bewoner van 83A in postcodegebied 2593 jaarlijks €105 meer voor dezelfde WA-autoverzekering dan de bewoner van 83. In de Consumentengids van september 2015 geeft Reaal een aantal antwoorden, maar die verklaren de verschillen niet voldoende, vindt de Consumentenbond.

Leun niet te veel op een studielening

Studeren is kostbaar. En geld lenen kost geld. Op wie kun je leunen? Ruim de helft van alle studenten krijgt geld van zijn ouders. Per maand is dat gemiddeld 179 euro per maand, blijkt uit het Studentenonderzoek 2015, uitgevoerd door het Nibud, met medewerking van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ING en Studenten.net.

Vanaf 1 september 2015 geldt voor studenten aan hbo en universiteit een nieuw stelsel van studiefinanciering (check bij DUO of je onder het nieuwe stelsel valt). De basisbeurs maakt plaats voor het studievoorschot. Studenten kunnen voortaan per maand maximaal 1.016 euro lenen. “Ouders worstelen met de vraag of zij financieel extra moeten gaan bijspringen”, zegt Annemarie Koop van het Nibud. De keuze tussen thuis wonen of op kamers gaan komt ook aan de orde.

“Met de invoering van de nieuwe studiefinanciering ontstaat er voor veel studenten een gat in hun begroting van 100 tot ruim 250 euro per maand”, zegt Nga Truong, Marketing Jeugd & Studenten van ING. “Om dit gat te dichten moeten ze meer gaan werken, lenen of minder uitgeven.”

Initiatiefnota tegen agressieve opkoopfondsen

De PvdA wil paal en perk stellen aan de schadelijke praktijken van zogenaamde Private equityfondsen. Deze opkoopfondsen laden bedrijven vol met schulden en trekken ze financieel leeg via superdividenden volgens het Angelsaksische aandeelhoudersmodel. De PvdA wil de werknemers en samenleving beschermen tegen dit sprinkhanengedrag. In de initiatiefnota ‘Private equity: einde aan de excessen’, die de PvdA presenteert, worden daartoe twaalf voorstellen gedaan.

De laatste tijd is het te vaak gebeurd dat bedrijven onnodig ten onder gaan aan investeerders die alleen uit zijn op het snelle geld. Voorbeelden hiervan zijn van Gansewinkel, Atteró, V&D en Estro. Het handelen van sommige private equity investeerders past niet binnen het Nederlandse Rijnlandse ordeningsmodel. De PvdA wil dan ook een einde maken de excessen van private equity.

Private equity in de vorm van echt durfkapitaal levert een belangrijke bijdrage aan de economie. Dit soort partijen durven te investeren in jonge, innovatieve bedrijven en zijn daarbij bereid grote risico’s te lopen. Voor startende bedrijven is deze wijze van financieren dan ook onmisbaar. Zeker nu in Nederland steeds meer start-ups van de grond komen zijn alternatieven voor banken van harte welkom. We moeten ons best blijven doen om Nederland aantrekkelijk te houden voor deze ondernemers en investeerders met durf. Naast toegang tot financiering zijn factoren als een prettige leefomgeving, een goed opgeleide bevolking en een uitstekende infrastructuur hierbij van belang.

Uit de hoorzitting die de Tweede Kamer in april hield met experts bleek echter dat private equity ook een donkere kant kent. Voorbeelden van de schaduwzijde van private equity: bedrijven worden volgepompt met schuld, mensen worden ontslagen en tegen sterk gereduceerde lonen soms weer in dienst genomen. Na een korte tijd wordt een kaalgeplukt bedrijf weer doorverkocht. Deze praktijken zijn schadelijk voor het personeel, klanten en schuldeisers. Bovendien wordt belasting met ingenieuze constructies ontweken, zodat de belastingbetaler meebetaalt aan de winsten van deze grootverdieners.

In private equity jargon worden dit soort overnames ‘leveraged buyouts’ genoemd. De initiatiefnota beoogt dit soort overnames moeilijker te maken en werknemers een betere positie te geven bij dergelijke overnames. Het doel daarbij is het Rijnlandse model te beschermen en te versterken. In de initiatiefnota staan voorstellen die ertoe leiden dat 1) de investeerder, en niet de belastingbetaler de grootste risicodrager is; 2) excessieve schuldfinanciering en het verzwakken van de balans van ondernemingen wordt beperkt; 3) de invloed van werknemers wordt vergroot; en 4) de kosten en het verdienmodel van private equity partijen transparant wordt.

dinsdag 25 augustus 2015

Goede resultaten Van Lanschot

De resultaten van Van Lanschot in de eerste helft van dit jaar waren iets beter dan verwacht. Van Lanschot rapporteerde een nettowinst van 31 miljoen euro. De wealth managementstrategie vertaalt zich in de goede ontwikkeling van de resultaten. De drie kernactiviteiten Private Banking, Asset Management en Merchant Banking droegen elk positief bij aan de nettowinst. Het eerste halfjaar van 2014 kende een substantieel verkoopresultaat, terwijl in 2015 de provisies met 24 procent stegen.

Het tweede halfjaar is goed gestart met de aankondiging van de overname van MN UK door Kempen Capital Management. MN UK bedient pensioenfondsen met 3,5 miljard euro fiduciair beheerd vermogen. Daarnaast hebben we de verkoop van een pakket van vastgoedleningen aangekondigd. Daarmee versnellen we de aangekondigde afbouw van de zakelijke kredietportefeuille en verbeteren we het risicoprofiel van Van Lanschot aanzienlijk.

Zurich Insurance met miljardenbod op RSA

Verzekeraar Zurich Insurance Group wil voor 5,6 miljard Britse pond branchegenoot RSA Insurance Group overnemen. Het zou de grootste Europese deal van dit jaar zijn. De afgelopen weken werd in Britse media al druk gespeculeerd op een bod op RSA. Met de aankoop van RSA zou Zurich kunnen uitbreiden in het Verenigd Koninkrijk en Latijns-Amerika, terwijl het ook toegang krijgt

Femke de Vries benoemd tot bestuurslid AFM

Minister Dijsselbloem van Financiën benoemt prof. mr. dr. Femke de Vries tot lid van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Zij vult daarmee de plek in die is vrijgekomen na het vertrek van Theodor Kockelkoren. De benoeming is op voordracht van de raad van toezicht, gaat in per 1 oktober 2015 en geldt voor een periode van vier jaar. Femke de Vries (1972) is op dit moment secretaris-directeur bij De Nederlandsche Bank (DNB). Daarnaast is ze bijzonder hoogleraar Toezicht aan de Rijksuniversiteit Groningen.

De Vries heeft ‘Beleid en bestuur in internationale organisaties’ aan de Rijksuniversiteit Groningen en Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gestudeerd. Sinds 2003 werkt zij bij DNB. Sinds maart 2015 is ze bijzonder hoogleraar Toezicht. Ze richt zich in haar onderzoek en onderwijs op ontwikkelingen in het toezicht, onder meer op de vraag hoe transparantie over en de effecten van toezicht kunnen bijdragen aan de naleving van gestelde normen en het voldoen aan maatschappelijke verwachtingen.

Gezien haar brede ervaring en de zwaarte van de functie ontvangt Femke de Vries een inkomen - conform de individuele uitzondering zoals vastgelegd in de Wet normering topinkomens (WNT) - van 218.950 euro. Mocht ze herbenoemd worden zal dat bedrag overeenkomstig het overgangsrecht van de WNT in drie jaar tijd worden afgebouwd naar 209.000 euro. Ook zijn afspraken gemaakt voor het inkomen in geval van herbenoeming - in 2019 - van voorzitter Merel van Vroonhoven die na overgangsrecht van de WNT zal uitkomen op 220.000 euro. De benoeming van De Vries en de bezoldigingen worden gepubliceerd in de Staatscourant.

maandag 24 augustus 2015

Angst voor herhaling Azië-crisis voelbaar op financiële markten

De vrije val die de aandelenmarkten in opkomende landen maken roepen beelden op van de Azië-crisis uit de jaren negentig. Toen leidde de kapitaalvlucht tot grote gevolgen voor de reële economie. De angst voor een herhaling is overal op de financiële markten zichtbaar.

NN Investment Partners, de vermogensbeheerder van de Nederlandse verzekeraar, becijferde vorige week dat er de afgelopen dertien maanden bijna 1 biljoen dollar aan kapitaal is weggestroomd uit opkomende markten. Dat was een bijna twee keer zoveel als de kapitaalvlucht in de nasleep van de financiële crisis van 2008.

Het is een van de tekenen dat de storm op de aandelenmarkten ook op andere delen van financiële markten grote gevolgen heeft. Nog vier signalen op een rij.

AFM reageert op consultatie 'Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties'

Op 10 augustus 2015 heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) haar reactie op de consultatie van het wetsvoorstel ‘Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties’ ingediend. De wet is onlangs door het ministerie van Financiën aan de markt voorgelegd.

Dit wetsvoorstel bevat maatregelen ter versterking van de governance van accountantsorganisaties en ter verbetering van de kwaliteit van de wettelijke controles. Het wetsvoorstel voorziet ook in een aantal nieuwe bevoegdheden voor AFM.

De AFM is naar eigen zeggen verheugd met de maatregelen die in dit wetsvoorstel worden voorgesteld, zowel met de aanvullende eisen die worden gesteld aan accountantsorganisaties, als met de uitbreiding van de bevoegdheden van de AFM.

Verbreding hypotheekmarkt in belang van consument

De komst van nieuwe spelers op de Nederlandse hypotheekmarkt zorgt voor meer concurrentie tussen aanbieders en meer keuzemogelijkheden voor de consument. Naast verzekeraars en pensioenfondsen zien we nu ook dat buitenlandse partijen de Nederlandse markt betreden.

Naast verzekeraars en pensioenfondsen zien we nu ook dat buitenlandse partijen de Nederlandse markt betreden. De Nederlandse Vereniging van Banken ondersteunt die ontwikkeling en blijft zich inzetten om de werking van de Nederlandse hypotheekmarkt ook in het buitenland goed uit te leggen. Om buitenlandse partijen te interesseren voor de Nederlandse markt is het van belang dat zij de risico’s goed kunnen inschatten.

De NVB maakte daarom eerder een analyse van de Nederlandse hypotheekmarkt waarin wordt ingegaan op de vraag hoe het kan dat de schuldniveaus ten opzichte van inkomen en woningwaarde hoog zijn terwijl de betalingsachterstanden bij klanten en verliezen bij banken in internationaal opzicht laag zijn.

vrijdag 21 augustus 2015

ABN AMRO rapporteert onderliggende nettowinst van 600 miljoen

ABN AMRO presteerde na een sterk begin in het eerste kwartaal ook in het tweede kwartaal van 2015 goed. De nettowinst van 600 miljoen euro maakt het tweede kwartaal het meest winstgevende kwartaal sinds het ontstaan van de nieuwe bank in 2010. De toename van de onderliggende nettowinst van 86% ten opzichte van vorig jaar was het gevolg van een hoger operationeel resultaat en significant lagere voorzieningen.

Inkomsten waren 11 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2014: de netto rentebaten profiteerden van hypotheekoversluitingen en groei van de zakelijke kredietportefeuille. De operationele lasten zijn met 7 procent gestegen ten opzichte van het tweede kwartaal van 2014. Net als in het eerste kwartaal waren de pensioenlasten hoger ten gevolge van de lagere rekenrente. Ook zijn de kosten voor extern personeel toegenomen vanwege diverse IT- en digitaliseringsprojecten. De cost/income ratio verbeterde niettemin van 61 procent naar 59 procent. De kredietvoorzieningen waren dit kwartaal uitzonderlijk laag. Het huidige niveau van de kredietvoorzieningen, 34 miljoen voor het tweede kwartaal van 2015, is niet representatief voor de rest van het jaar.

Gerrit Zalm, voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO, zegt in een toelichting: 'De komende jaren blijven we in onze Retail Bank en IT-infrastructuur investeren. Ontwikkelingen in regelgeving, zoals het Basel-voorstel (met name de risicoweging van hypotheken en zakelijke leningen) en toenemende kapitaaleisen van toezichthouders, kunnen in de toekomst een significant effect hebben op onze kapitaalpositie. Vandaar dat we ons blijven richten op het verbeteren van ons kapitaalgebruik en het verder versterken van onze kapitaalpositie.'

Centrale bank houdt vinger aan de pols bij geldschepping



Weinig mensen zullen bij het afrekenen van de dagelijkse boodschappen stilstaan bij de vraag wat de definitie is van geld en hoe geld ontstaat. Toch gaat het hier om een economisch verschijnsel dat van grote invloed is op het functioneren van de economie en onze samenleving. Dat is ook de reden waarom de hoeveelheid geld in het economisch systeem scherp in de gaten wordt gehouden door centrale banken.

Geld is het medium dat in een economie als betaalmiddel algemeen geaccepteerd wordt, en gebruikt wordt als rekeneenheid en oppotmiddel. Centrale banken hanteren een heel concrete definitie om de geldhoeveelheid in een economie te meten. Daarbij gaat het om financiële activa in handen van huishoudens en bedrijven die gemakkelijk als betaalmiddel ingezet kunnen worden. Uit de figuur blijkt dat volgens deze definitie de geldhoeveelheid slechts voor een klein deel bestaat uit munten en bankbiljetten. Voor het overgrote deel bestaat de geldhoeveelheid uit banktegoeden, vooral betaal- en spaarrekeningen. De hoeveelheid geld in het economisch systeem verandert continu. Het toenemen van de geldhoeveelheid heet geldschepping. Banken spelen een centrale rol bij het ontstaan van geld. Daarom worden banken ook wel geldscheppende instellingen genoemd.

Gemeente Amsterdam over op één financieel systeem

Alle onderdelen van de gemeente Amsterdam maken sinds 1 juli gebruik van het Amsterdams Financieel Systeem (AFS). In totaal zijn 44 verschillende administraties overgegaan en nog niet eerder maakten alle gemeentelijke onderdelen gebruik van hetzelfde administratieve programma.

Verantwoordelijk wethouder Kock (D66, Financiën): “dit is een ontzettend belangrijke stap in het proces om de financiële administratie van Amsterdam moderner, transparanter en eigenlijk gewoon beter te maken. Al die 44 verschillende boekhoudingen overzetten naar één systeem, is een enorm complexe klus geweest, waar veel mensen hard aan hebben gewerkt.”

Het invoeren van AFS betekent niet het einde van de modernisering van de administratie. Het programma Doorontwikkeling Financiële Administratie (DFA) moet ervoor zorgen dat alle afdelingen op dezelfde manier gebruikmaken van AFS en er één uniforme financiële administratie komt voor de hele stad. Dat houdt bijvoorbeeld in dat een factuur voor uitzendkrachten in dezelfde administratie en op dezelfde manier wordt ingevoerd in stadsdeel Oost als bij de Belastingdienst. De verbetering van de financiële administratie is onderdeel van de professionalisering en modernisering van de gemeentelijke financiën.

donderdag 20 augustus 2015

PGGM verkoopt levensverzekeringstak

De coöperatieve pensioenuitvoerder PGGM verkoopt zijn levensverzekeringstak aan Leidsche verzekeringen. De verzekeraar past niet meer in de strategie van PGGM, dat eerder ook de eigen schadeverzekeraar afstootte. Ruim 60.000 polishouders met in totaal 75.500 polissen 'verhuizen' mee.  De Nederlandsche Bank (DNB) moet nog een definitief akkoord geven.

Rabo lanceert nieuwe app vanaf 10 september

De Rabobank lanceert vanaf 10 september haar vernieuwde Rabo Bankieren App. De nieuwe online omgeving van de Rabobank wordt veel persoonlijker. Met de eigen profielfoto in het hart van het startmenu staat de klant letterlijk en figuurlijk centraal. De nieuwe Rabo Bankieren App stelt de meer dan 2,4 miljoen zakelijke en particuliere klanten die mobielbankieren bij de Rabobank in gelegenheid hun bankzaken straks eenvoudig te regelen met een medewerker van de eigen bank binnen handbereik. Eén druk op de knop is genoeg om te kunnen chatten met een adviseur van de lokale Rabobank, of om contact op te nemen via telefoon of email. De nieuwe Rabo Bankieren App is in nauwe samenwerking met 1500 klanten ontwikkeld.

De nieuwe app heeft een volledig nieuw ontwerp en een andere manier van navigeren. In het startmenu is niet alleen de klant zichtbaar met een door de klant zelf te maken profiel. De klant ziet ook de naam en foto van de adviseur van de bank.

Met de nieuwe app kunnen klanten hun rekeningen een eigen naam geven, bijvoorbeeld 'boodschappen-rekening' of 'wereldreisspaarpot'. Dankzij de toekomst tijdlijn met aankomende betaalopdrachten kunnen klanten nog beter vooruitkijken. In de nieuwe app kan de klant met een druk op de knop incasso's terugboeken. Ondernemers kunnen in de nieuwe app gemakkelijk een tweede handtekening zetten. Met de nieuwe app is het ook veilig switchen tussen de bankieren app en andere apps, om bijvoorbeeld een rekening nummer in een email op te zoeken. In de vernieuwde app blijven vanzelfsprekend alle bestaande functies beschikbaar zoals betalen, overboeken en services als een nieuwe pas aanvragen of een reisverzekering afsluiten.

De vernieuwde app isvolgens Rabo een volgende stap in online bankieren waarbij het onderscheid tussen internet- en mobielbankieren niet meer bestaat. Beide bankierenomgevingen gaan in elkaar op. Klanten hebben dan één persoonlijke online omgeving voor al hun financiële zaken, ongeacht of ze die gebruiken op PC, tablet, telefoon of bijvoorbeeld smartwatch.

Op termijn zal de klant via deze app informatie krijgen afkomstig van zijn lokale bank en nieuws van de Rabobank gebaseerd op de persoonlijke interesses en profiel. Een ondernemer ontvangt dan bijvoorbeeld relevant nieuws en informatie over de branche waarin hij actief is, zoals onderzoeksrapporten of interessante bijeenkomsten bij hem in de buurt. Met de technologie achter deze nieuwe online omgeving heeft de Rabobank de randvoorwaarden gecreëerd om nieuwe functies multidevice te ontwikkelen, zoals pushberichten, inloggen met touch-ID en zoeken in transacties.

Vanaf 10 september krijgen klanten die nu al mobielbankieren bij de Rabobank de update aangeboden. Klanten krijgen hierover persoonlijk bericht in de huidige app. Eerst ontvangen klanten met een Android-besturingssysteem de update waarna de klanten met iOS-besturingssysteem volgen. De verwachting is dat in oktober alle klanten de update hebben. In oktober is de vernieuwde Rabo Bankieren App voor iedereen beschikbaar die iOS of Android gebruikt. Windows volgt naar verwachting eind 2015.

Rabo profiteert van economisch herstel

Rabobank Groep boekte in de eerste helft van 2015 een nettowinst van 1.522 miljoen euro, 41 procent meer dan een jaar geleden. Het herstel van de Nederlandse economie droeg bij aan een scherpe daling van de kosten kredietverliezen bij de lokale Rabobanken en vastgoeddochter FGH Bank. De bank moet wel afboeken op goodwill in de VS.

De toevertrouwde middelen namen met 1,9 miljard euro toe tot 328,2 miljard euro. De spaargelden van particulieren stegen met 1 procent tot 143,6 miljard euro ondanks de extra aflossingen op hypotheken.

Per saldo steeg de kredietportefeuille met 4,7 miljard euro tot 434,4 miljard euro, vooral door valuta-effecten. Het economisch herstel in Nederland leidt nog niet tot een hogere kredietvraag bij ondernemers. Het marktaandeel in de handel, industrie en dienstverlening in Nederland is licht toegenomen.

In de eerste helft van 2014 werd het resultaat nog met 214 miljoen euro gedrukt door de eenmalige resolutieheffing in verband met de nationalisatie van SNS Reaal. In de eerste helft van dit jaar werd een last van 121 miljoen euro genomen inzake de bijdrage aan het Nationaal Resolutiefonds. In de tweede helft van dit jaar moet, behalve met de bankenbelasting, ook rekening worden gehouden met de bijdrage aan het ex ante gefinancierde depositogarantiestelsel.

woensdag 19 augustus 2015

Record aan risicodragend kapitaal naar 'startups'

Startende ondernemingen zijn er in het tweede kwartaal van dit jaar wereldwijd in geslaagd om meer dan 32 miljard dollar op te halen aan durfkapitaal bij private investeerders. Hiermee komt het totaal bedrag dat in de eerste zes maanden van 2015 aan risicodragend kapitaal is opgehaald op bijna 60 miljard, de helft meer dan in de eerste zes maanden van 2014. Dat zeggen KPMG en CB Insights op basis van eigen onderzoek.

De toename komt grotendeels doordat private investeerders er steeds vaker voor kiezen om bedrijven te financieren die de groeifase voorbij zijn en grotere investeringen vragen.

De lage rentetarieven en de toenemende belangstelling van hedge fondsen, beleggingsinstellingen en ook grote bedrijven zorgen ervoor dat er meer risicodragend kapitaal beschikbaar is op de markt. Door de lage rente gaan investeerders op zoek naar mogelijkheden om meer rendement uit hun vermogen te halen. Daarnaast stimuleren disruptieve technologieën de belangstelling en de bereidheid tot investeren.


Uit het onderzoek van KPMG en CB Insights blijkt verder dat de groeiende belangstelling van durfinvesteerders voor de meer volgroeide ondernemingen tot gevolg heeft dat het aantal zogenoemde ‘unicorns’ fors toeneemt. Dat zijn bedrijven die met durfkapitaal gefinancierd zijn en meer dan  1 miljard waard zijn. Wereldwijd steeg dit aantal van 11 bedrijven in de eerst drie maanden van dit jaar tot 24 in het tweede kwartaal van 2015. Met Zenefits, Oscar Health Insurance en MarkLogic als de belangrijkste voorbeelden.

Het feit dat ondernemingen langer privaat blijven, ondertussen aanzienlijk groeien en in een later stadium gefinancierd worden met durfkapitaal, heeft ook gevolgen voor het aantal IPO’s (Initial Public Offerings). Dat betekent dat een mogelijke beursnotering in het algemeen wordt uitgesteld.

Nederland eerste testland voor betalingen met gezichtsherkenning

Deze week is een proef gestart van MasterCard en International Card Services (ICS) waarbij consumenten online kunnen betalen via een vingerafdruk en/of gezichtsherkenning. Nederland is het eerste land wereldwijd waar betalen met gezichtsherkenning in de praktijk wordt getest. 750 ABN AMRO creditcardhouders nemen aan de proef deel die zal lopen van 19 augustus tot 30 november. De deelnemers van de proef kunnen de komende maanden zonder pincodes, wachtwoorden en bevestigingscodes eenvoudig hun online aankopen afronden.

Het autoriseren van online betalingen gebeurt via MasterCard SecureCode, een beveiliging die vaak gebruikt wordt in combinatie met een wachtwoord of pincode. Het voordeel van biometrie ten opzichte van wachtwoorden is het gemak.

Klanten van ABN AMRO die in het bezit zijn van een MasterCard creditcard, kunnen de benodigde Identity Check App downloaden in de Apple Store (iOS) of via Google Play voor Android-gebruikers. Na registratie op de website wordt een e-mail gestuurd met een unieke code, waarmee de app geactiveerd kan worden voor online betalingen.

Het aanbieden van deze nieuwe betaalmethode is mede mogelijk gemaakt door de samenwerking met CA technologies. Na de testfase zullen MasterCard en ICS beoordelen of wordt verdergegaan met vingerafdruk en gezichtsherkenning voor de Nederlandse creditcardhouders.

dinsdag 18 augustus 2015

Achmea verdubbelt operationeel resultaat

Achmea heeft over de eerste zes maanden van 2015 een nettowinst geboekt van 272 miljoen euro. De verbetering van de nettowinst kwam onder meer tot stand dankzij lagere bedrijfskosten, betere beleggingsresultaten en een incidenteel positief resultaat bij zorgverzekeringen. Het operationele resultaat verdubbelde van 142 miljoen naar 285 miljoen. 'Al onze verzekeringsactiviteiten droegen bij aan de verbetering van het resultaat. Ook Internationaal zijn betere resultaten geboekt,' aldus Willem van Duin, voorzitter van de Raad van Bestuur.

Achmea is naar eigen zeggen toonaangevend in de markt voor pensioenen en heeft besloten tot oprichting van een Algemeen Pensioenfonds (APF). Met Centraal Beheer heeft men een sterke uitgangspositie in deze markt. Het nieuwe onderdeel, Achmea Investment Management, beheert meer dan 71 miljard euro zowel voor diverse pensioenfondsen als voor Achmea zelf.

Beheerd vermogen van beleggingsinstellingen daalt na twee jaar groei

Het totale vermogen van de Nederlandse beleggingsfondsen is in het tweede kwartaal van 2015 voor het eerst in twee jaar gedaald, met 4,5% (36,4 miljard euro). Dit kwam voornamelijk doordat de beleggingen van de fondsen in waarde daalden (-3,6% rendement). Daarnaast werd er voor EUR 7,0 miljard aan inlegde gelden aan de beleggingsinstellingen onttrokken.

Het totale vermogen van Nederlandse beleggingsfondsen daalde in het tweede kwartaal van 2015 met EUR 36,4 miljard (-4,5% kwartaal-op-kwartaal), van EUR 808 miljard naar 772 miljard euro. De grootste daling was bij de aandelen- en de obligatiefondsen te zien, met 22,1 miljard (- 7,4% kwartaal-op-kwartaal) en 13,5 miljard (-4,8% kwartaal-op-kwartaal) respectievelijk. Deze ontwikkeling is tegengesteld aan die van het vorige kwartaal, toen het vermogen van aandelen- en obligatiefondsen toenam met 24,7 en 20,8 miljard.

Knab haalt meeste klanten weg bij Rabobank

De meeste mensen die overstappen naar Knab komen momenteel van de Rabobank. Van alle overstappers is bijna 40 procent afkomstig van de Rabobank. De andere overstappers zijn afkomstig van ABN AMRO en ING, met elk zo’n 30 procent. Gemiddeld stappen in 2015 tot nu toe iets meer dan honderd klanten per week over van een andere bank naar Knab, zo maakt de internetbank bekend.

Op grond van het marktaandeel van de drie grootbanken zou je verwachten dat de meeste overstappers afkomstig zouden zijn van marktleider ING. Dit is veruit de grootste bank in Nederland. Maar uit een analyse van Knab blijkt dat de meeste klanten zijn overgestapt vanaf de Rabobank. Volgens Marcel Kalse, medeoprichter van Knab, komt dit door het kostenvoordeel. “Met een overstap naar Knab bespaar je een hoop geld.”

Elk jaar maken meer dan 100.000 mensen in Nederland gebruik van de overstapservice, een dienst die alle banken samen hebben opgezet. Volgens Marcel Kalse, medeoprichter van Knab, is het wisselen van bank net zo eenvoudig geworden als het wisselen van energieleverancier. “Je hoeft alleen je handtekening te zetten onder het overstapformulier. Hierna worden al je boekingen automatisch omgezet naar je nieuwe rekening.”


maandag 17 augustus 2015

Rabobank biedt klanten Digitaal Incassomachtigen

De Rabobank biedt haar klanten vanaf vandaag Rabo Digitaal Incassomachtigen. Daarmee kunnen consumenten online een eenmalige of doorlopende machtiging tot incasso afgeven via internetbankieren. Een handtekening op papier is dan niet meer nodig. De schermen zijn gebaseerd op iDEAL. Nederlandse webwinkels, energiebedrijven, telecomproviders, verzekeraars, andere bedrijven en ook verenigingen en stichtingen kunnen deze betaalmogelijkheid aanbieden. Klanten kunnen zo snel, veilig en gemakkelijk hun incassomachtigingen regelen.

Iedereen die online, via desktop, laptop, tablet of mobiel een overeenkomst aangaat die met incasso wordt betaald, kan gebruik maken van de nieuwe service. De voordelen van incasso, zoals achteraf betalen op een afgesproken moment of periodiek betalen kunnen daardoor beter online worden benut. Net als bij de papieren machtiging, kunnen klanten het bedrag binnen 8 weken laten terugstorten (storneren) als ze het niet eens zijn met de incasso.

Het gebruik van online incassomachtigen biedt ondernemingen niet alleen gemak, maar ook zekerheid. Fred van Pouderoijen, manager Zakelijk Betalen bij de Rabobank: “Het bedrijf ontvangt direct een geldige internetmachtiging, en hoeft niet meer te wachten op een getekende of gescande machtiging. Bovendien is het opgeven van foutieve rekeningnummers verleden tijd. Het rekeningnummer wordt immers direct bij het opgeven van de machtiging al gecontroleerd.”

Dick Okhuijsen geen directievoorzitter meer van SNS

Dick Okhuijsen treedt per 17 augustus 2015 terug als directievoorzitter van SNS Bank N.V. Hij wordt per deze datum opgevolgd door Maurice Oostendorp. Jan van Rutte wordt voorzitter van de Raad van Commissarissen van SNS Bank N.V., waarvan hij thans waarnemend voorzitter is. De aanstellingen van Maurice Oostendorp en Jan van Rutte vinden plaats onder voorbehoud van goedkeuring door de Europese Centrale Bank.

 De wijzigingen in de directie en Raad van Commissarissen (RvC) van SNS Bank N.V. gaan vooraf aan het overdragen van de aandelen in SNS Bank N.V. door SNS REAAL aan de Nederlandse Staat. Zodra hierover meer bekend is, zullen wij hier mededelingen over doen. Tot de overdracht bestaat de Raad van Bestuur (RvB) van SNS REAAL uit Maurice Oostendorp (waarnemend voorzitter) en Dick Okhuijsen. Laatstgenoemde blijft tot de algemene vergadering van aandeelhouders in het voorjaar van 2016 aan als lid en zal in deze periode mede zorgdragen voor de afwikkeling van de holding. Jan van Rutte blijft tot het moment dat de aandelen van de bank zijn overgedragen aan de Nederlandse Staat waarnemend voorzitter van de RvC van SNS REAAL. De definitieve samenstelling van de RvB en RvC van SNS REAAL wordt bekendgemaakt bij de overdracht van SNS Bank N.V.

In de afgelopen periode is SNS REAAL gesplitst en VIVAT Verzekeringen verkocht. Voor SNS Bank N.V. breekt een nieuwe fase aan. Naast verdere commerciële groei komt het accent te liggen op verzelfstandiging en stakeholdermanagement.

Okhuijsen kwam eind 2009 bij SNS REAAL in dienst als lid van de Raad van Bestuur. In 2010 was hij hiernaast directievoorzitter van pensioenverzekeraar Zwitserleven. Van het najaar van 2011 tot de zomer van 2013 vervulde hij die rol bij Reaal. In augustus 2013 werd Okhuijsen benoemd tot voorzitter van de directie van SNS Bank N.V.

 Maurice Oostendorp is sinds de nationalisatie (1 februari 2013) lid van de Raad van Bestuur van SNS REAAL. Jan van Rutte: "Samen met Gerard van Olphen heeft Maurice Oostendorp het bedrijf in ruim twee jaar tijd in rustiger vaarwater gebracht. Daarvoor zijn wij hem zeer erkentelijk. Als CFRO is hij betrokken geweest bij de verzelfstandiging van Propertize, de ontvlechting van SNS REAAL en de verkoop van VIVAT Verzekeringen. De Raad van Commissarissen wenst Maurice Oostendorp veel succes in zijn nieuwe rol bij SNS Bank N.V."

Zwartwerken: getolereerd maar niet zonder risico's

Een kwart van de Nederlandse huiseigenaren heeft er geen moeite mee om 'zwart', dus zonder BTW te betalen, klussen te laten uitvoeren in en rond hun huis. Iets minder dan de helft heeft er weliswaar geen goed gevoel bij, maar doet er (soms) wel aan mee. Dit blijkt uit representatief onderzoek van Vereniging Eigen Huis waar 1.063 leden aan meededen. Opvallend is dat driekwart van de respondenten van mening is dat de recente btw-verhoging van 6% naar 21% het zwartwerken in de hand werkt.

60-plussers hebben vooral moeite met het zwart betalen van een klusser omdat dit in strijd is met de wet. Ook het risico dat garantie op de kwaliteit van het werk ontbreekt, is voor een kwart van de huiseigenaren een argument om niet zwart aan hun huis te laten klussen. De meest mensen denken bij zwart klussen aan de spreekwoordelijke klusjesman, gevolgd door de schilder, de stukadoor, de tuinman en de aannemer.

Klussen in en rond het huis uit laten voeren zonder belasting te betalen lijkt een min of meer geaccepteerd fenomeen te zijn, maar kent zowel uitgesproken voor- als tegenstanders. "Als iedereen het gaat doen, is het eind zoek" is voor 20% van de huiseigenaren voldoende reden om niet zwart aan hun huis te laten klussen. Aan de andere kant is het argument "We betalen al genoeg belasting" voor 25% van de huiseigenaren een argument om het soms wel te laten doen. Begrip is er bij 45% van de 60-plussers als het gaat om huiseigenaren met een laag inkomen. Jongere huiseigenaren tot 40 jaar maken dit onderscheid niet: 80% maakt het niet uit of het inkomen van de huiseigenaar die zwart laat klussen hoog of laag is.

Zwart laten klussen aan de eigen woning is niet zonder risico's. Bij slecht uitgevoerd werk, waarbij er ook geen overeenkomst op papier staat, is er vaak geen garantie van de klusser. Als er dan door knoeiwerk een lekkage, brand of andere schade ontstaat kan de verzekeraar een schadeclaim geheel of gedeeltelijk afwijzen. En als de huiseigenaar bij de bank geld heeft geleend voor een verbouwing, kan zijn renteaftrek gevaar lopen als hij de Belastingdienst desgevraagd geen factuur kan overleggen voor het uitgevoerde werk. De rente is namelijk alleen aftrekbaar als de lening aantoonbaar aan de eigen woning is besteed.

Overigens mag een consument er vanuit gaan dat de offerteprijs van een aannemer altijd inclusief BTW is. Hij hoeft zelf niet na te gaan of de ondernemer de BTW juist heeft berekend en of de omzetbelasting daadwerkelijk wordt afgedragen. Als de klusser, schilder of aannemer dat niet doet is dat formeel een fiscaal misdrijf.

Kredietgarantie voor corporaties is goud waard

Woningcorporaties kunnen lenen onder borging van een garantiestelsel. Hierdoor lenen zij goedkoper en is beschikbaarheid van kapitaal gegarandeerd. In de Tweede Kamer gaan stemmen op om dit stelsel te hervormen omdat het zou leiden tot wangedrag. Onderzoek wijst uit dat de voordelen waarschijnlijk groter zijn dan de nadelen.

Het onderzoek is gepubliceerd in het vakblad ESB en uitgevoerd door Jacob Veenstra (COELO) en Bernard van Ommeren (BNG Bank). Beide zijn promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor het uitvoeren van hun publieke taak kunnen woningcorporaties geborgd lenen. Dit betekent dat zij financieel worden gesteund als ze niet aan rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen. Banken weten dat zij hun geld altijd terugkrijgen. Daarom vragen zij een lagere rente. Woningcorporaties sparen zo veel geld uit.

Wie weet dat hij in nood gered wordt zal eerder bereid zijn risico’s aan te gaan. Als die goed uitpakken profiteer je, loopt het mis dan draagt het collectief de lasten. Garanties zouden zo tot onverantwoord gedrag kunnen leiden en daardoor op termijn onbetaalbaar zijn. In veel landen zijn dergelijke garanties om die reden uitgesloten. Het garantiestelsel van de corporaties werkt echter nog steeds en ook een soortgelijk garantiestelsel voor gemeenten (”Artikel 12”) blijkt tot nu toe goed houdbaar.

Niet alle leningen van corporaties zijn geborgd. Leningen voor niet-publieke taken of leningen met een looptijd korter dan 2 jaar vallen niet onder het garantiestelsel. Dit maakt het mogelijk om geborgde en ongeborgde leningen te vergelijken om te zien hoe de rente verschilt. Onderzoek naar leningen aan corporaties, verstrekt door BNG Bank, wijst uit dat de rente op geborgde leningen 0,8 procentpunt lager ligt dan de rente op ongeborgde leningen. Dit betekent dat de borging de sociale huursector een jaarlijks rentevoordeel van ongeveer 700 miljoen euro oplevert.

Tegenover dit rentevoordeel staan natuurlijk kosten. Zo zijn tussen 1990 en 2012 twintig corporaties gered. Hiermee was een bedrag van 1,3 miljard euro gemoeid, wat (gecorrigeerd voor inflatie) neerkomt op zo’n 70 miljoen euro per jaar. De steunbedragen zijn dus fors minder dan het rentevoordeel. Maar het garantiestelsel kan ook indirecte (niet-meetbare) kosten met zich meebrengen. Immers, wangedrag hoeft niet per se te leiden tot wanbetaling. Mogelijk gaat het rentevoordeel deels verloren aan inefficiënt gedrag. Uit bovenstaande wordt duidelijk dat deze eventuele extra kosten erg hoog zouden mogen zijn (630 miljoen euro per jaar) voordat de kosten van het garantiestelsel de rentebaten overtreffen.

Het garantiestelsel voor corporaties blijkt dus van grote waarde te zijn. Als corporaties ervoor kunnen zorgen dat het stelsel houdbaar blijft, is het onwenselijk – en duur – om het af te schaffen.

Het garantiestelsel bestaat uit drie niveaus. Ten eerste kan saneringssteun worden verstrekt. Deze taak lag voorheen bij het Centraal Fonds Volkshuisvesting, maar sinds 1 juli 2015 is sanering overgenomen door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Dergelijke steun wordt betaald via een saneringsheffing voor de overige corporaties. Zo is onlangs bijvoorbeeld Vestia gered. Tot nu toe is deze steun altijd afdoende geweest. Mocht dit een keer niet zo zijn dan kan de bank een beroep doen op het garantievermogen van het WSW. Het WSW beschikt over reserves en kan corporaties verplichten deze reserves verder aan te vullen. Als ook deze de benodigde kosten niet op kunnen brengen, springt ten slotte de overheid (Rijk en gemeenten) bij.

vrijdag 14 augustus 2015

ING raadt klanten gebruik van wachtwoordmanager af

ING raadt klanten het gebruik van een wachtwoordmanager om wachtwoorden voor internetbankieren op te slaan af. Dat blijkt uit verschillende tips voor een 'sterk wachtwoord' die de bank online heeft gezet. ING vroeg de 83.000 volgers via Twitter om te controleren hoe sterk hun ING-wachtwoord is, meldt Security.nl. De adviezen van de bank zorgen echter voor veel discussie. In de link wijst de bank naar vijf tips voor een sterk wachtwoord.

Vreugde lage hypotheekrente teleurstelling bij spaarhypotheek

Huiseigenaren met een spaarhypotheek zijn zich vaak niet bewust dat de huidige lage hypotheekrente als keerzijde heeft dat hun maandelijkse premiebetaling daardoor fors kan stijgen. Per saldo kunnen de netto maandlasten na een renteverlaging zelfs hoger zijn dan daarvoor. Vereniging Eigen Huis wil daarom dat banken ook de hoogte van de nieuwe spaarpremie vermelden, als zij bij een renteherziening de nieuwe tarieven voor de verschillende rentevaste perioden aan hun klanten sturen. Alleen dan weet de huiseigenaar - op het moment waarop hij zijn keuze moet maken - waar hij de komende jaren echt aan toe is. De vereniging gaat hier bij alle geldverstrekkers op aandringen.

Huiseigenaren met een (bank)spaarhypotheek krijgen aan het einde van een rentevaste periode niet alleen te maken met een nieuwe rente, maar ook met een aangepaste spaarpremie. Die is hoger naarmate het rentetarief lager is. Omdat de hypotheekrenteaftrek alleen van toepassing is op de betaalde rente en niet op de betaalde spaarpremie, kunnen de uiteindelijke netto maandlasten na een renteverlaging zelfs hoger zijn dan daarvoor. De aanvankelijke vreugde over een lagere hypotheekrente slaat dan om in een forse teleurstelling.

Het rentetarief dat een huiseigenaar op zijn spaarpolis ontvangt is even hoog als het rentetarief van de hypotheek. Bij een lagere rente zal de maandelijkse spaarpremie stijgen om te zorgen dat op de einddatum van de hypotheek het beoogde kapitaal wordt gehaald om de schuld te kunnen aflossen. Vereniging Eigen Huis adviseert huiseigenaren met een (bank)spaarhypotheek om bij een renteherziening altijd een berekening te vragen van de totale netto maandlasten.

Meer mogelijkheden met Budgetbeheer Online via MijnApeldoorn.nl

Vanaf juli 2015 hebben bijna 700 klanten van Stadsbank Apeldoorn met Budgetbeheer Online nog meer inzicht en mogelijkheden met hun budgetbeheerrekening bij Stadsbank Apeldoorn.

Via www.MijnApeldoorn.nl, de Persoonlijke Internet Pagina bij de gemeente Apeldoorn, kunnen deze klanten 24 uur per dag en 7 dagen per week hun budgetbeheerrekening beheren. Dit is mogelijk door met de persoonlijke DigiD in te loggen via MijnApeldoorn.nl. Stadsbank Apeldoorn wil met het nieuwe Budgetbeheer Online het beheer van de financiën van circa 700 inwoners eenvoudiger en efficiënter maken.

Klanten van Stadsbank Apeldoorn met budgetbeheer kunnen dagelijks hun budgetplan online raadplegen, zodat ze zien welke bedragen voor welke vaste lasten (maandelijks) gereserveerd zijn. Daarnaast hebben klanten dagelijks inzicht in de daadwerkelijke bij- en afschrijvingen van de diverse bedragen op hun budgetbeheerrekening bij Stadsbank Apeldoorn. Ook kunnen klanten zelf via Budgetbeheer Online een nieuwe betaalopdracht toevoegen of wijzigingen in de persoonlijke gegevens direct doorgeven.

Ook begeleiders die gemachtigd zijn om de financiën van inwoners te beheren, kunnen toegang krijgen tot Budgetbeheer Online van Stadsbank Apeldoorn. Hierdoor krijgt de begeleider beter inzicht in de financiën van de klant, waardoor deze gemachtigde de klant zo goed mogelijk kan ondersteunen.

donderdag 13 augustus 2015

Aegon tevreden met kwartaalresultaat

Verzekeraar Aegon heeft dit kwartaal goede resultaten behaald, dit ondanks de ongunstige sterftecijfers in de Verenigde Staten en het negatieve effect van hedging instrumenten op de nettowinst. De verzekeraar zag de nettowinst vorig kwartaal met 2 procent stijgen, tot 350 miljoen euro. De onderliggende brutowinst ging met 7 procent omhoog naar 549 miljoen euro.

'Vanzelfsprekend gaan we door met de uitvoering van onze strategie die erop gericht is om onze groei-ambities op de lange termijn te realiseren en daarom hebben we ons Canadese bedrijf en Clark Consulting in de VS verkocht,' aldus Alex Wynaendts, voorzitter Raad van Bestuur. 'Ook hebben we in dit kwartaal ons risicoprofiel aanzienlijk verbeterd door 6 miljard euro aan langleven reserves in Nederland te hedgen en in de Verenigde Staten een afgesloten portefeuille met variable annuities verder te verkleinen.'

Waarom verdient de manager steeds meer en de schoonmaker steeds minder?

De loonongelijkheid in veel Westerse landen is de afgelopen jaren gegroeid. Dat ‘gat’ tussen de lonen wordt in de Verenigde Staten vooral veroorzaakt door groeiende beloningsverschillen tussen beroepen. Socioloog Thijs Bol ontving een Veni om te onderzoeken in hoeverre die situatie zich ook in Europa voordoet, en waarom.

Dát er ongelijkheid in loon bestaat, is op zich niet vreemd, stelt Bol. ‘Het zal niemand verbazen dat een arts meer verdient dan een schoonmaker. Een arts voert complexe werkzaamheden uit waartoe slechts een kleine groep mensen in staat is. Het werk van een schoonmaker is eenvoudiger, waardoor veel meer mensen dat beroep kunnen uitoefenen. Dat verklaart (mede) het verschil in beloning. Waar mijn onderzoek over gaat, is de vraag waarom het gat tussen werknemers die veel verdienen en werknemers die weinig verdienen, de afgelopen jaren groter is geworden.’

Een van de mogelijke oorzaken voor dit fenomeen, volgens Amerikaans onderzoek, is de toenemende afwezigheid van vakbonden, die ervoor zorgt dat het loon van mensen in ‘lagere’ beroepsgroepen niet meer wordt beschermd. Ook is er sprake van een veranderende compositie van beroepen: er zijn steeds meer mensen werkzaam in de hogere en lagere segmenten van de arbeidsmarkt; veel middenberoepen zijn verdwenen. Maar een van de belangrijkste trends is het toenemende verschil tussen de beroepen: de arts en de manager zijn steeds méér gaan verdienen, terwijl het salaris van bijvoorbeeld de schoonmaker gelijk is gebleven of zelfs gedaald.

Thijs Bol focust zich in zijn onderzoek op die trend in Europa. Speelt deze in Nederland, Duitsland, Engeland, Frankrijk, en Noorwegen ook, en zo ja, hoe komt dat? ‘Zijn de werkzaamheden van de arts en de manager bijvoorbeeld complexer geworden? Ook kan het zijn dat bepaalde beroepsgroepen barrières hebben opgeworpen die de toegang tot een beroep bemoeilijken. Denk aan beschermde beroepen – je kunt niet zomaar een arts of advocaat worden, waardoor er minder mensen zijn met dat beroep, die dus meer geld kunnen vragen voor hun diensten. Ook kan de toegang tot bepaalde beroepen afgeschermd zijn door diploma’s. In Duitsland bijvoorbeeld, mag je jezelf alleen schraagwerker noemen als je een reeks zeer specifieke diploma’s hebt behaald. In Engeland bestaat zo’n specifiek diploma niet en word je opgeleid tot timmerman. Natuuurlijk bestaan er ook in Engeland schraagwerkers, maar het beroep is - in tegenstelling tot in Duitsland - niet alleen maar bereikbaar met dat specifieke diploma.’

HEMA Verzekeringen past nieuwe regels schadevrije jaren toe

Wie schade veroorzaakt en die vervolgens claimt bij zijn of haar autoverzekering, raakt een deel van de no-claim korting kwijt. Hoeveel terugval dat betekent in schadevrije jaren, was tot op heden nooit erg duidelijk, omdat verzekeraars hiervoor verschillende tabellen hanteren. Dat is per 1 januari 2016 voorbij. Dan gaan alle verzekeraars in dit soort gevallen dezelfde regels toepassen. Uiteraard past ook HEMA verzekeringen de nieuwe regels schadevrije jaren toe.

De nieuwe regels zijn eerlijker en een stuk duidelijker voor iedereen. Voor ieder jaar waarin er geen schade wordt geclaimd, bouwt de verzekeringnemer 1 schadevrij jaar op. Bij iedere schade die wordt geclaimd valt de verzekeringnemer vijf schadevrije jaren terug en geldt het daarbij behorende bonus/malus percentage. Overigens wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de hoogte van de schadeclaim: een schade van tweeduizend euro resulteert in een zelfde terugval als een schade van tienduizend euro.

In het algemeen leidt het bonus/malus systeem tot een lagere schadelast voor de verzekeraars. Het Verbond van Verzekeraars is echter van mening dat een bevredigende werking ervan slechts mogelijk is wanneer door alle verzekeraars dezelfde systematiek en procedures worden gevolgd, en stelde daarom een nieuwe standaardtabel vast, waardoor verzekerden bij alle verzekeraars even snel schadevrije jaren opbouwen - of verliezen. Verzekeraars mogen nog wel zelf vaststellen hoeveel korting wordt gegeven per schadevrij jaar.

De verzekeraar moet de schadevrije jaren registreren in Roy-Data, de landelijke database voor schadevrije jaren. Daarnaast moet de verzekeraar de verzekeringnemer informeren over de stand van zaken aangaande de no-claim korting. HEMA Verzekeringen doet dat bij het afsluiten maar deze informatie is altijd beschikbaar in de online polismap. Het is voor de verzekeringnemer mogelijk zich in te dekken tegen het verlies van schadevrije jaren na een ongeval door middel van een zogenaamde 'no-claim-beschermer'. HEMA Verzekeringen blijft deze mogelijkheid ook na 1 januari 2016 aanbieden.

De autopremies van HEMA Verzekeringen zijn en blijven tot de laagste premies van Nederland behoren. Daarbij staat er op korte termijn een aantal innovatieve productontwikkelingen gepland, die het nog makkelijker gaan maken voor de klant.

woensdag 12 augustus 2015

Doek valt voor Apeldoornse 'bank nieuwe stijl'

De Financiële Coöperatie houdt na twee jaar op te bestaan. 'Een kwestie van voortschrijdend inzicht', zegt initiatiefnemer Jan Brink tegen De Gelderlander. Geen aandeelhouders, maar leden. Geen ondoorzichtige producten, maar eerlijkheid.

De ambities waren hoog en de moed was fris, toen de Financiële Coöperatie twee jaar geleden van start ging, uit onvrede over de koers van bestaande banken. En dat trok aanvankelijk ook aandacht: na een maand of drie waren er 2300 leden. 'Dat hebben we nog doorgetrokken tot 2600, maar toen was de rek er wel uit', zegt Brink. 'Wat leden vooral willen is een betaal- en een spaarrekening. Daar konden we te weinig aan toevoegen.'

Wanneer zijn bazooka’s effectief?

Sinds de financiële crisis van 2008 hebben overheden en centrale banken grootschalige steunprogramma’s opgetuigd voor de financiële sector, ook wel bazooka’s genoemd. Een bazooka is het meest effectief wanneer de uitvoerende centrale bank of overheid voldoende solvabel is, voldoende steun (vuurkracht) kan opbrengen en voorwaarden kan eisen die de solvabiliteit van de debiteur verbeteren (conditionaliteit).

Dat concludeert het DNB Working Paper “A theory of bazookas; or, when (and when not) to use large-scale public sector support” door Jon Frost. D eze studie ontwikkelt een theoretisch model van steunprogramma’s van de publieke sector (dus een centrale bank, overheid of internationale organisatie) voor noodlijdende debiteuren in situaties van marktstress. Het model verklaart waarom sommige programma’s weinig effectief waren, terwijl andere zeer effectief bleken, hoewel toch geen daadwerkelijke steun is verstrekt.

Miljonairs geven graag

Miljonairs zijn guller dan eerdere studies doen geloven. Dat blijkt uit een wetenschappelijk onderzoek onder ruim zeshonderd miljonairs in Nederland. Zij namen deel aan een experiment waarin zij 100 euro konden weggeven, al dan niet in interactie met de ontvanger. Het is de eerste keer dat dit experiment werd uitgevoerd met echte miljonairs, die het geld ook daadwerkelijk weggaven. De resultaten van de studie zijn vandaag gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).

Van de 100 euro die de miljonairs mochten weggeven aan mensen met een laag inkomen, gaf men gemiddeld 71,40 euro weg (waarvan 45,6% het totale bedrag weggaf). Uit een meta-analyse van ruim 100 vergelijkbare studies (de zgn. dictator game, uitgevoerd over de hele wereld, met bijv. studenten en CEO's) kwam naar voren dat de gemiddelde schenking flink lager was: 28,40 euro, waarbij slechts 5,4% de volle 100 euro weggaf. Miljonairs geven dus meer dan in andere dictator games. Dit gaat in tegen het beeld dat mensen vaak hebben van 'gierige rijken'. Ook het inkomen van de ontvanger maakt verschil: in het experiment was er ook een groep miljonairs die het geld kon schenken aan een andere miljonair. Zij gaven gemiddeld 49,61 euro weg.

In een ander deelexperiment (de zgn. ultimatum game) hadden de ontvangers met een laag inkomen zelf ook een rol: zij bepaalden of ze het geboden bedrag wel of niet van de miljonair zouden accepteren. Daarmee komt de gever in een onderhandelingspositie terecht, met grote gevolgen voor het geefgedrag, zo blijkt uit deze studie. Men zou verwachten dat hij/zij een hoger bod doet om de kans op afwijzing van het bod door de ontvanger (en dus gezichtsverlies) te minimaliseren. Echter, tegen de verwachtingen in maakt zijn onderhandelingspositie de gever juist minder gul. De strategische afweging uit vrees voor afwijzing is blijkbaar minder sterk dan de gedragsverandering die ontstaat doordat de gever in de onderhandelingsmodus komt.

Volgens de onderzoekers kunnen goededoelenstichtingen en private bankers wijze lessen trekken uit deze resultaten. Het experiment toont nl. aan dat miljonairs guller zijn in een geefmodus, als zij geen tegenprestatie verwachten. Goededoelenstichtingen kunnen dus bijvoorbeeld beter geen minimumbedrag voor een schenking vaststellen. Private bankers doen er goed aan om een duidelijke scheiding te maken tussen liefdadigheid en beleggingen bij het adviseren van hun beleggende klanten.

De miljonairs die aan dit experiment deelnamen, zijn klanten van ABN AMRO MeesPierson, de private bank van ABN AMRO. De ontvangers werden door onderzoeksbureau Flycatcher geselecteerd uit hun panel van Nederlanders met een laag inkomen.