Verzekeraars klaar voor invoering Solvency II
We zijn er klaar voor, voor Solvency II. Tenminste, dat zei Verbondsdirecteur Leo De Boer tijdens zijn speech op het mini-symposium ‘Op (markt)waarde geschat’. “Op hoofdlijnen kunnen we ons goed vinden in de economische en risicogebaseerde benadering van het model.” Tegelijk benadrukte De Boer de verschillen die op het eerste oog tussen landen zullen ontstaan. “Iedereen moet het wel vanuit het juiste perspectief gaan bekijken.”
Het mini-symposium werd georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam, het Amsterdam Centre for Insurance Studies en het Amsterdam Centre of Excellence in Risk en Macro Finance. En ook de sector dacht mee. Dit werd benadrukt door de bijdragen van Figee (CFO a.s.r.) en De Boer. De Boer beschreef de status van de verzekeringssector als ‘ready for take-off’ “Als Solvency II een vliegtuig was geweest misschien niet zo verstandig; nog niet alle lampjes staan namelijk op groen. Maar in het geval van Solvency II kan dat best, zeker omdat we in 2018 een tussenlanding maken.” Gelukkig maar, want 1 januari is het zover.
Even wennen
De Boer doelde daarmee op de wettelijke evaluatie in 2018. En eigenlijk al in zijn speech voerde hij daarvoor wat punten aan. Naast evidente foutjes zullen verzekeraars in de aanloop naar de evaluatie kijken naar de meer fundamentele punten van de regelgeving. Het gaat er dan om of het langetermijnbedrijfsmodel van verzekeraars wel voldoende erkend is binnen Solvency II en of de huidige methodiek van marktwaardering niet leidt tot te veel volatiliteit op de verzekeringsbalans. “Je kunt je dit zeker afvragen aangezien verzekeraars lang lopende verplichtingen hebben en dus de ambitie hebben om beleggingen tot het einde van de looptijd in de portefeuille te houden.”
Veel aandacht had De Boer verder voor de verschillen die met name een andere manier van kijken vragen. “Bijvoorbeeld: een solvabiliteitscijfer is onder Solvency II heel wat anders dan een solvabiliteitscijfer onder Solvency I. Daar moeten we allemaal aan wennen. Bovendien komen de eisen veel complexer tot stand – waardoor vergelijken van de solvencyratio’s niet zinvol is als je niet ook onder de motorkap kijkt. Ondanks de moeilijke vergelijkbaarheid, worden de eisen over landen wel meer gelijk getrokken. Dat is een voordeel.”
De Boer gaf aan dat hoewel we nu te maken krijgen met regelgeving over landen heen, we er nu niet meteen vanuit kunnen gaan dat we in een internationaal speelveld terecht zijn gekomen. Met name door later toegevoegde langetermijnmaatregelen die in verschillende landen verschillend worden gebruikt ontstaan ook verschillen tussen landen. “Ook zijn er verschillende overgangsmaatregelen. Zo hebben Duitse verzekeraars zestien jaar de tijd om toe te groeien naar een Solvency II-wereld.” Dat komt met name omdat zij nu relatief soepele regels hebben. Dat soort zaken levert vragen op, die het Verbond ook zal stellen en bespreken met de toezichthouder. “We weten elkaar altijd te vinden in constructief en open overleg. Kortom, we zijn er klaar voor, maar we zijn er nog niet.”
Het mini-symposium werd georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam, het Amsterdam Centre for Insurance Studies en het Amsterdam Centre of Excellence in Risk en Macro Finance. En ook de sector dacht mee. Dit werd benadrukt door de bijdragen van Figee (CFO a.s.r.) en De Boer. De Boer beschreef de status van de verzekeringssector als ‘ready for take-off’ “Als Solvency II een vliegtuig was geweest misschien niet zo verstandig; nog niet alle lampjes staan namelijk op groen. Maar in het geval van Solvency II kan dat best, zeker omdat we in 2018 een tussenlanding maken.” Gelukkig maar, want 1 januari is het zover.
Even wennen
De Boer doelde daarmee op de wettelijke evaluatie in 2018. En eigenlijk al in zijn speech voerde hij daarvoor wat punten aan. Naast evidente foutjes zullen verzekeraars in de aanloop naar de evaluatie kijken naar de meer fundamentele punten van de regelgeving. Het gaat er dan om of het langetermijnbedrijfsmodel van verzekeraars wel voldoende erkend is binnen Solvency II en of de huidige methodiek van marktwaardering niet leidt tot te veel volatiliteit op de verzekeringsbalans. “Je kunt je dit zeker afvragen aangezien verzekeraars lang lopende verplichtingen hebben en dus de ambitie hebben om beleggingen tot het einde van de looptijd in de portefeuille te houden.”
Veel aandacht had De Boer verder voor de verschillen die met name een andere manier van kijken vragen. “Bijvoorbeeld: een solvabiliteitscijfer is onder Solvency II heel wat anders dan een solvabiliteitscijfer onder Solvency I. Daar moeten we allemaal aan wennen. Bovendien komen de eisen veel complexer tot stand – waardoor vergelijken van de solvencyratio’s niet zinvol is als je niet ook onder de motorkap kijkt. Ondanks de moeilijke vergelijkbaarheid, worden de eisen over landen wel meer gelijk getrokken. Dat is een voordeel.”
De Boer gaf aan dat hoewel we nu te maken krijgen met regelgeving over landen heen, we er nu niet meteen vanuit kunnen gaan dat we in een internationaal speelveld terecht zijn gekomen. Met name door later toegevoegde langetermijnmaatregelen die in verschillende landen verschillend worden gebruikt ontstaan ook verschillen tussen landen. “Ook zijn er verschillende overgangsmaatregelen. Zo hebben Duitse verzekeraars zestien jaar de tijd om toe te groeien naar een Solvency II-wereld.” Dat komt met name omdat zij nu relatief soepele regels hebben. Dat soort zaken levert vragen op, die het Verbond ook zal stellen en bespreken met de toezichthouder. “We weten elkaar altijd te vinden in constructief en open overleg. Kortom, we zijn er klaar voor, maar we zijn er nog niet.”
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.