Wordt de Google car een succes en is daarmee de traditionele autoverzekering passé? En blijft er in onze wereld vol met Big Data eigenlijk wel ruimte voor onderlinge solidariteit als basis voor verzekeren? Twee belangrijke vragen die het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) opwierp tijdens de rondetafelbijeenkomst Big Data is meer dan een modewoord.
Het AG was te gast in het insuranceLAB van het Verbond en dagvoorzitter Leo De Boer (directeur) gooide meteen bij aanvang de knuppel in het hoenderhok. Uit recent onderzoek blijkt dat er zo’n zestig procent minder wordt geclaimd dankzij The Internet of Things. “U kunt zich wel voorstellen wat dat betekent voor de premieberekening.”
Op zijn stelling of er in de toekomst nog ruimte is voor onderlinge solidariteit reageerde Karin Dekker (Achmea) dat het om de klant gaat en niet om de verzekeraar. “Wat vinden klanten belangrijk? Het gaat namelijk niet om de inschatting van het risico, maar om de beleving van de klant. Daar kunnen Big Data niet wezenlijk aan bijdragen.”
Een van de andere sprekers, senior actuaris Marco van de Werken (Nationale-Nederlanden), noemde Big Data zelfs een hype. “Er blijft ruimte voor onderlinge solidariteit, zeker in een solidariteitsgevoelig land als Nederland”, is zijn stellige overtuiging.
Tijdens de discussie over de Google car werden de nodige twijfels geuit. Hoe wordt bijvoorbeeld de keuze bepaald tussen het uitwijken voor een kind of een bal op straat? Arjan van Vliet, Senior advisor bij de RDW, meende dat een volledig zelfrijdende auto inhoudt dat de risicoprofielen moeten worden veranderd, maar ook hij zette vraagtekens bij de huidige techniek. “Er moet nog heel wat worden doorontwikkeld voordat de verzekering moet worden veranderd.”
AG-directeur Jeroen Breen sloot dan ook af met de woorden dat “er nieuwe vormen van solidariteit zullen ontstaan en verzekeraars nieuwe businessmodellen moeten ontwikkelen”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.