Schuldenaar moet voldoende overhouden om van te leven
Mensen met schulden hoeven in de toekomst veel minder informatie aan te leveren om de beslagvrije voet vast te stellen. Daardoor lopen zij minder kans om te weinig geld over te houden om van te leven. Dat blijkt uit een hoofdlijnennotitie die staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar de Tweede Kamer stuurt.
Mensen met schulden hoeven in de toekomst veel minder informatie aan te leveren om de beslagvrije voet vast te stellen. Daardoor lopen zij minder kans om te weinig geld over te houden om van te leven. Dat blijkt uit een hoofdlijnennotitie die staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar de Tweede Kamer stuurt.
Wie zijn schulden niet betaalt, kan te maken krijgen met loonbeslag. Bij loonbeslag moet rekening worden gehouden met de beslagvrije voet. Op dat deel van het inkomen mag geen beslag worden gelegd, omdat het nodig is om van te kunnen leven.
De hoogte van de beslagvrije voet is op dit moment onder meer afhankelijk van de samenstelling van het huishouden, de hoogte van de huur- en zorgkosten en het recht op toeslagen. In de praktijk gaat het hier regelmatig fout. De berekening is ingewikkeld en ondoorzichtig en het lukt schuldeisers vaak niet om de juiste informatie te verkrijgen. Gevolg: mensen houden te weinig over om van te leven.
Daarom stuurt Klijnsma nu de hoofdlijnen van een voorstel naar de Kamer om tot een vereenvoudigd systeem voor de berekening van de beslagvrije voet te komen. Het voorgestelde systeem is transparanter, beter uitvoerbaar, en voorziet in een goede balans tussen de belangen van schuldeisers en schuldenaar.
Voor alle mensen van wie het inkomen zo hoog is dat zij geen recht hebben op toeslagen, wordt de beslagvrije voet eenzelfde vast bedrag afhankelijk van de leefsituatie. Daar komt geen ingewikkelde berekening meer aan te pas. De precieze hoogte hiervan volgt in het voorjaar, na verder onderzoek. Het bedrag zal dicht in de buurt liggen van de huidige beslagvrije voet.
Voor wie wel recht heeft op toeslagen, kan de schuldeiser de beslagvrije voet eenvoudig berekenen. Het deel waar geen beslag op mag worden gelegd is voor deze groep mensen een vast bedrag plus een percentage van het netto-inkomen. Door de beslagvrije voet op deze manier vast te stellen, houden mensen met toeslagen niet meer over dan mensen die daar geen recht op hebben.
Tot slot is er dan nog een groep mensen die volgens deze berekening niets zou kunnen aflossen, omdat het inkomen lager is dan de berekende beslagvrije voet. Het kabinet vindt het van belang dat een ieder - hoe beperkt soms ook geprikkeld blijft om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Daarom geldt in het voorgestelde nieuwe systeem dat iedereen altijd minimaal een klein percentage van het nettoloon aflost.
De definitieve bedragen en percentages die bij de nieuwe berekening horen volgen in het nieuwe jaar.
Mensen met schulden hoeven in de toekomst veel minder informatie aan te leveren om de beslagvrije voet vast te stellen. Daardoor lopen zij minder kans om te weinig geld over te houden om van te leven. Dat blijkt uit een hoofdlijnennotitie die staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar de Tweede Kamer stuurt.
Wie zijn schulden niet betaalt, kan te maken krijgen met loonbeslag. Bij loonbeslag moet rekening worden gehouden met de beslagvrije voet. Op dat deel van het inkomen mag geen beslag worden gelegd, omdat het nodig is om van te kunnen leven.
De hoogte van de beslagvrije voet is op dit moment onder meer afhankelijk van de samenstelling van het huishouden, de hoogte van de huur- en zorgkosten en het recht op toeslagen. In de praktijk gaat het hier regelmatig fout. De berekening is ingewikkeld en ondoorzichtig en het lukt schuldeisers vaak niet om de juiste informatie te verkrijgen. Gevolg: mensen houden te weinig over om van te leven.
Daarom stuurt Klijnsma nu de hoofdlijnen van een voorstel naar de Kamer om tot een vereenvoudigd systeem voor de berekening van de beslagvrije voet te komen. Het voorgestelde systeem is transparanter, beter uitvoerbaar, en voorziet in een goede balans tussen de belangen van schuldeisers en schuldenaar.
Voor alle mensen van wie het inkomen zo hoog is dat zij geen recht hebben op toeslagen, wordt de beslagvrije voet eenzelfde vast bedrag afhankelijk van de leefsituatie. Daar komt geen ingewikkelde berekening meer aan te pas. De precieze hoogte hiervan volgt in het voorjaar, na verder onderzoek. Het bedrag zal dicht in de buurt liggen van de huidige beslagvrije voet.
Voor wie wel recht heeft op toeslagen, kan de schuldeiser de beslagvrije voet eenvoudig berekenen. Het deel waar geen beslag op mag worden gelegd is voor deze groep mensen een vast bedrag plus een percentage van het netto-inkomen. Door de beslagvrije voet op deze manier vast te stellen, houden mensen met toeslagen niet meer over dan mensen die daar geen recht op hebben.
Tot slot is er dan nog een groep mensen die volgens deze berekening niets zou kunnen aflossen, omdat het inkomen lager is dan de berekende beslagvrije voet. Het kabinet vindt het van belang dat een ieder - hoe beperkt soms ook geprikkeld blijft om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Daarom geldt in het voorgestelde nieuwe systeem dat iedereen altijd minimaal een klein percentage van het nettoloon aflost.
De definitieve bedragen en percentages die bij de nieuwe berekening horen volgen in het nieuwe jaar.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.