Het eigen risico voor diefstal bij pinnen of internetbankieren gaat flink omlaag. Maximaal vijftig euro is straks voor eigen rekening als bijvoorbeeld de bankpas is geskimd. Nu is het eigen risico nog 150 euro voor diefstal bij betalen met de pinpas in de winkel, geld opnemen bij een pinautomaat of bankieren op de computer of het mobieltje.
vrijdag 29 januari 2016
ASR in de strafbank om Waerdye woekerpolis
Verzekeraar ASR is door de Consumentenbond gesommeerd om alle gedupeerden met een woekerpolis genaamd Waerdye redelijk te compenseren en niet alleen de klanten waarmee ASR een geheime schikking trof. Gebeurt dit niet, dat start de Consumentenbond een collectieve juridische actie.
'Het is zeer onrechtvaardig dat ASR een kleine groep polishouders op gepaste wijze tegemoet komt, maar een veel grotere groep gedupeerden in de kou laat staan', aldus Bart Combée, directeur Consumentenbond. 'Gelijke gevallen dienen gelijk te worden behandeld.'
De Consumentenbond wil ook dat ASR openheid geeft over de schikkingen die het al heeft getroffen. Minister van Financiën Dijsselbloem deed hiertoe eind oktober 2015 de oproep in een brief aan de Tweede Kamer. De minister schreef: 'Ik acht het daarom wenselijk dat verzekeraars transparant zijn over schikkingen en heb verzekeraars om die reden tijdens het genoemde algemeen overleg ook opgeroepen zoveel mogelijk transparant te zijn over (criteria voor) schikkingen'. De Consumentenbond gaat ervan uit dat de minister de verzekeraar hieraan houdt. De Nederlandse overheid is tenslotte eigenaar van ASR nadat het voormalige Fortis-concern eind 2008 door de Staat moest worden gered.
In september 2015 constateerde de Consumentenbond samen met claimorganisatie Wakkerpolis dat ASR honderden consumenten met een woekerpolis in het geheim veel meer compensatie heeft betaald, dan tienduizenden andere klanten met dezelfde woekerpolis. Op het Meldpunt Woekerpolissen ASR hebben meer dan 1000 consumenten met een Waerdye-polis zich gemeld. Wakkerpolis heeft ASR eveneens (een vergelijkbare) sommatie gestuurd.
'Het is zeer onrechtvaardig dat ASR een kleine groep polishouders op gepaste wijze tegemoet komt, maar een veel grotere groep gedupeerden in de kou laat staan', aldus Bart Combée, directeur Consumentenbond. 'Gelijke gevallen dienen gelijk te worden behandeld.'
De Consumentenbond wil ook dat ASR openheid geeft over de schikkingen die het al heeft getroffen. Minister van Financiën Dijsselbloem deed hiertoe eind oktober 2015 de oproep in een brief aan de Tweede Kamer. De minister schreef: 'Ik acht het daarom wenselijk dat verzekeraars transparant zijn over schikkingen en heb verzekeraars om die reden tijdens het genoemde algemeen overleg ook opgeroepen zoveel mogelijk transparant te zijn over (criteria voor) schikkingen'. De Consumentenbond gaat ervan uit dat de minister de verzekeraar hieraan houdt. De Nederlandse overheid is tenslotte eigenaar van ASR nadat het voormalige Fortis-concern eind 2008 door de Staat moest worden gered.
In september 2015 constateerde de Consumentenbond samen met claimorganisatie Wakkerpolis dat ASR honderden consumenten met een woekerpolis in het geheim veel meer compensatie heeft betaald, dan tienduizenden andere klanten met dezelfde woekerpolis. Op het Meldpunt Woekerpolissen ASR hebben meer dan 1000 consumenten met een Waerdye-polis zich gemeld. Wakkerpolis heeft ASR eveneens (een vergelijkbare) sommatie gestuurd.
ING lanceert fora en expertsblogs
ING lanceert een nieuw online platform: de ING Community. Hier hebben klanten van de bank contact met elkaar over financiële vraagstukken en thema’s zoals wonen, studeren, pensioen en ondernemerschap en over producten & diensten van ING. Daarmee doen ze een beroep op elkaars kennis en ervaringen. Experts verzorgen blogs met handige tips en klanten kunnen er ideeën over manieren waarop ING haar dienstverlening kan verbeteren delen.
ING Community sluit volgens de bank aan op de trend dat mensen niet meer zomaar hun geldzaken onderbrengen bij één partij en steeds meer een beroep doen op ervaringen van anderen. 'Consumenten gebruiken vergelijkingssites, willen weten hoe andere mensen zaken aanpakken, polsen hiervoor hun directe omgeving of lezen ervaringen van anderen om uiteindelijk een financiële beslissing te nemen', aldus ING Communitymanager Linda van Seuren.
Experts nemen van tijd tot tijd de ruimte in de ING Community om blogs te plaatsen met bruikbare tips en hun visie. De onderwerpen voor deze blogs zijn divers, zoals wonen, studeren, beleggen, werk, pensioen en ondernemerschap en hebben altijd een duidelijke relatie met vragen van consumenten over financiële thema’s of met de dienstverlening van ING.
ING Community sluit volgens de bank aan op de trend dat mensen niet meer zomaar hun geldzaken onderbrengen bij één partij en steeds meer een beroep doen op ervaringen van anderen. 'Consumenten gebruiken vergelijkingssites, willen weten hoe andere mensen zaken aanpakken, polsen hiervoor hun directe omgeving of lezen ervaringen van anderen om uiteindelijk een financiële beslissing te nemen', aldus ING Communitymanager Linda van Seuren.
Experts nemen van tijd tot tijd de ruimte in de ING Community om blogs te plaatsen met bruikbare tips en hun visie. De onderwerpen voor deze blogs zijn divers, zoals wonen, studeren, beleggen, werk, pensioen en ondernemerschap en hebben altijd een duidelijke relatie met vragen van consumenten over financiële thema’s of met de dienstverlening van ING.
Belangrijke overwinning voor gedupeerden in proefproces woekerpolissen
Voor gedupeerden met een woekerpolis van Achmea (Centraal Beheer), NN en ASR is donderdag een belangrijke overwinning geboekt in de woekerpolisaffaire. In een proefproces dat wordt begeleid door belangenorganisatie Wakkerpolis heeft de Commissie van Beroep van Kifid verzekeraar Achmea veroordeeld tot een schadevergoeding van bijna 20.000 euro.
Achmea heeft haar klant volgens Kifid niet voldoende geïnformeerd over de hoogte van de overlijdensrisicopremies en het zogenoemde hefboomeffect. De door verzekeraars in 2008 opgestelde Tegemoetkomingsregeling vindt het Kifid onvoldoende. De klant in deze proefprocedure kreeg daaruit EUR 2.000,-, maar het Kifid vindt dat dat ca. tien keer zoveel moet zijn.
De uitspraak is gedaan door de Commissie van Beroep van het Kifid en daarmee definitief. De norm die het Kifid neerlegt in de uitspraak is één op één toepasbaar op alle beleggingsverzekeringen van Achmea, NN en ASR (Waerdye) die verband houden met een hypotheek of pensioenvoorziening. De schade voor de verzekeraars alleen al in verband met dit hefboomeffect begroot Wakkerpolis op minstens 4 miljard euro.
‘De volhouder wint, dat is wel duidelijk’, aldus advocaat Adriaan de Gier van Wakkerpolis. De Gier: ‘Het Kifid heeft hard uitgehaald naar Achmea en de norm die ze neerlegt is richtinggevend voor alle hypotheek- en pensioenpolissen met een hoge overlijdensrisico-verzekering. Dat zijn er volgens onze schattingen ca. 500.000, met een gemiddelde schade per polis van ca. EUR 8.000 – 10.000.’
Achmea heeft haar klant volgens Kifid niet voldoende geïnformeerd over de hoogte van de overlijdensrisicopremies en het zogenoemde hefboomeffect. De door verzekeraars in 2008 opgestelde Tegemoetkomingsregeling vindt het Kifid onvoldoende. De klant in deze proefprocedure kreeg daaruit EUR 2.000,-, maar het Kifid vindt dat dat ca. tien keer zoveel moet zijn.
De uitspraak is gedaan door de Commissie van Beroep van het Kifid en daarmee definitief. De norm die het Kifid neerlegt in de uitspraak is één op één toepasbaar op alle beleggingsverzekeringen van Achmea, NN en ASR (Waerdye) die verband houden met een hypotheek of pensioenvoorziening. De schade voor de verzekeraars alleen al in verband met dit hefboomeffect begroot Wakkerpolis op minstens 4 miljard euro.
‘De volhouder wint, dat is wel duidelijk’, aldus advocaat Adriaan de Gier van Wakkerpolis. De Gier: ‘Het Kifid heeft hard uitgehaald naar Achmea en de norm die ze neerlegt is richtinggevend voor alle hypotheek- en pensioenpolissen met een hoge overlijdensrisico-verzekering. Dat zijn er volgens onze schattingen ca. 500.000, met een gemiddelde schade per polis van ca. EUR 8.000 – 10.000.’
donderdag 28 januari 2016
Buffer is noodzakelijke reservepot
De wasmachine, de ijskast, de computer, de auto. Ze kunnen allemaal kapot gaan. Als dan ook nog het huis een verfbeurt nodig heeft en de rekeningen blijven binnenstromen, is het toverwoord: buffer. Is uw reservepot groot genoeg?
Bijna alles in en rond het huis is een keer aan vervanging toe. Met de BufferBerekenaar van het Nibud kunnen consumenten uitrekenen hoeveel geld ze achter de hand moeten hebben voor grote, noodzakelijke en onverwachte uitgaven. In samenwerking met ING heeft het Nibud de BufferBerekenaar geactualiseerd. Nieuw is de persoonlijke adviesbuffer. “Consumenten kunnen hiermee meteen zien hoeveel geld er nodig is, zonder dat ze een lening hoeven af te sluiten of hun levensstijl moeten aanpassen”, zegt Gabriëlla Bettonville van het Nibud.
Met de persoonlijke adviesbuffer is het reservebedrag onderverdeeld in 5 onderdelen: vervanging van de inventaris (zoals computer, koelkast, wasmachine), onderhoud aan huis en tuin, onverwachte rekeningen en onderhoud en vervanging van de auto. Bettonville: “Daarmee laten we nu zien waarvoor het bufferbedrag echt bedoeld is. Door het in deze vijf blokjes te vatten, kun je ook zelf inschatten hoeveel geld je voor bepaalde zaken apart wilt zetten.”
Bijna alles in en rond het huis is een keer aan vervanging toe. Met de BufferBerekenaar van het Nibud kunnen consumenten uitrekenen hoeveel geld ze achter de hand moeten hebben voor grote, noodzakelijke en onverwachte uitgaven. In samenwerking met ING heeft het Nibud de BufferBerekenaar geactualiseerd. Nieuw is de persoonlijke adviesbuffer. “Consumenten kunnen hiermee meteen zien hoeveel geld er nodig is, zonder dat ze een lening hoeven af te sluiten of hun levensstijl moeten aanpassen”, zegt Gabriëlla Bettonville van het Nibud.
Met de persoonlijke adviesbuffer is het reservebedrag onderverdeeld in 5 onderdelen: vervanging van de inventaris (zoals computer, koelkast, wasmachine), onderhoud aan huis en tuin, onverwachte rekeningen en onderhoud en vervanging van de auto. Bettonville: “Daarmee laten we nu zien waarvoor het bufferbedrag echt bedoeld is. Door het in deze vijf blokjes te vatten, kun je ook zelf inschatten hoeveel geld je voor bepaalde zaken apart wilt zetten.”
ABN AMRO krijgt groen licht voor bijkantoor in Shanghai
ABN AMRO maakt de opening bekend van een bijkantoor in Shanghai, China. Het bijkantoor gaat zich richten op zakelijke klanten van de bank in de regio. ABN AMRO is sinds april 2012 in Shanghai vertegenwoordigd met een representative office, en heeft nu de vereiste goedkeuringen van de toezichthouders gekregen om van het representative office een bijkantoor te maken.
Joop Wijn, binnen de Raad van Bestuur van ABN AMRO verantwoordelijk voor Corporate Banking: ‘Met een bijkantoor in Shanghai kunnen we onze ECT- en Nederlandse corporate banking-klanten een breder pakket diensten aanbieden. Dit is in lijn met onze ambitie om internationaal selectief te groeien. China is nu de grootste energieverbruiker ter wereld en daarom voor ons een belangrijke markt. Bovendien is Nederland de op een na grootste handelspartner van China in de Europese Unie en heeft ABN AMRO van oudsher een belangrijke rol gespeeld bij de financiering van handel tussen de twee landen.’
ECT (Energy, Commodities & Transportation) Clients, onderdeel van ABN AMRO Corporate Banking, biedt financiële oplossingen aan klanten wereldwijd in sectoren als commodity finance, de scheepvaart, olie & gas, en offshore oliediensten. Naast Shanghai, is ABN AMRO al meer dan 110 jaar in Hongkong actief.
Joop Wijn, binnen de Raad van Bestuur van ABN AMRO verantwoordelijk voor Corporate Banking: ‘Met een bijkantoor in Shanghai kunnen we onze ECT- en Nederlandse corporate banking-klanten een breder pakket diensten aanbieden. Dit is in lijn met onze ambitie om internationaal selectief te groeien. China is nu de grootste energieverbruiker ter wereld en daarom voor ons een belangrijke markt. Bovendien is Nederland de op een na grootste handelspartner van China in de Europese Unie en heeft ABN AMRO van oudsher een belangrijke rol gespeeld bij de financiering van handel tussen de twee landen.’
ECT (Energy, Commodities & Transportation) Clients, onderdeel van ABN AMRO Corporate Banking, biedt financiële oplossingen aan klanten wereldwijd in sectoren als commodity finance, de scheepvaart, olie & gas, en offshore oliediensten. Naast Shanghai, is ABN AMRO al meer dan 110 jaar in Hongkong actief.
Kortingen dreigen bij grote pensioenfondsen
De grote pensioenfondsen waarschuwen dat kortingen van de pensioenen in de lucht hangen. Daarvoor hoeft in 2016 nog niet worden gevreesd, maar de financiële positie van de fondsen is erg onzeker. 'De kans dat we moeten gaan korten in 2017 wordt groter', zegt Corien Wortmann-Kool, voorzitter van het ambtenarenfonds ABP.
Ook zorgfonds PFZW sluit ingrijpen niet uit. Het gevaar van korten ligt er op de loer als de rente verder wegzakt en de beleggingen dit jaar niet genoeg rendement opleveren om een en ander te compenseren.
Ook zorgfonds PFZW sluit ingrijpen niet uit. Het gevaar van korten ligt er op de loer als de rente verder wegzakt en de beleggingen dit jaar niet genoeg rendement opleveren om een en ander te compenseren.
woensdag 27 januari 2016
ABN AMRO verlaagt particuliere spaarrentes
Per 31 januari a.s. verlaagt ABN AMRO de rente op vrijwel alle particuliere spaarrekeningen met 0,10%. Zo gaat de rente op de vrij opneembare internetspaarrekening Direct Sparen van 0,7% naar 0,6%.
De rente op de meest populaire spaarrekening, de Vermogens Spaarrekening, bedraagt inclusief bonusrente 0,90%. Dat was 1,0%. Klanten zijn hierover geïnformeerd. De verlaging is een gevolg van de aanhoudend dalende beweging van de rentes op de geld- en kapitaalmarkt.
In 2016 blijven de tarieven voor zakelijk betalingsverkeer ongewijzigd, met uitzondering van de G-rekening.
De G-rekening is een geblokkeerde rekening speciaal voor bedrijven die personeel uitlenen. Klanten van deze bedrijven kunnen belastingen en premies voor onderaannemers en de Belastingdienst op deze zogenaamde G-rekening zetten. Meer informatie over de G-rekening is te vinden op: https://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/betalen/g-rekening/index.html.
De kosten en de maandelijkse betaalfrequentie voor de G-rekeningen zijn vanaf 1 april 2016 gelijk aan een reguliere zakelijke rekening, te weten €5,50 per maand. Dit was €15,50 per kwartaal. Daarnaast waren er ongeveer 1000 zakelijke klanten die nog geen kosten betaalden voor hun G-rekening, omdat deze niet gekoppeld kon worden aan hun betaalrekening.
VEB wil kritischer blik accountant op IT risico’s en M&A transacties
De accountant moet beleggers een bedrijfsspecifiek inkijkje bieden in de details van zijn cijfercontrole en de risico's die hij daarbij heeft opgemerkt. Dit jaar vraagt de VEB in het bijzonder aandacht voor de IT risico’s, risico’s van fraude en de rapportage over M&A transacties.
Van de accountant van verzekeraars verwacht de VEB een kritische blik op de Solvency II rapportages.
Dat heeft de VEB vandaag laten weten in een brief aan de zes grootste accountantskantoren die de jaarrekeningen van de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen controleren
Van de accountant van verzekeraars verwacht de VEB een kritische blik op de Solvency II rapportages.
Dat heeft de VEB vandaag laten weten in een brief aan de zes grootste accountantskantoren die de jaarrekeningen van de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen controleren
'Het MKB kan op banken blijven rekenen!'
Daarnaast zullen banken bedrijven ook steeds vaker gaan adviseren over aanvullende en alternatieve financieringsvormen. “Het MKB kan er van op aan dat banken hun financieringskennis blijven inzetten voor de kleine ondernemer”, dat zei voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken Chris Buijink vanochtend bij BNR Nieuwsradio. Uit onderzoek van TNS NIPO blijkt ook dat mkb’ers een dergelijke rol van hun bank verwachten.
Door het combineren van verschillende vormen van financiering, ook wel gestapeld financieren genoemd, heeft een ondernemer meer mogelijkheden om te voorzien in zijn financieringsbehoefte. Banken zijn door hun kennis en ervaring goed gepositioneerd om de regisseursrol bij stapelfinanciering op zich te nemen. Een goed voorbeeld is een ondernemer die eerst zijn eigen vermogen versterkt met crowdfunding, waarna de bank vervolgens ook een deel van de financiering verstrekt. Nederlandse banken zien dat bedrijven vooral behoefte hebben aan risicodragend kapitaal. Veel bedrijven hebben als gevolg van de crisis namelijk minder vet op hun botten en dat moet eerst aangevuld worden voordat zij in aanmerking kunnen komen voor bancaire financiering. Een verbreding van het financieringslandschap is dan ook zowel gewenst als noodzakelijk.
Voor financieel gezonde bedrijven met goede ondernemingsplannen hebben banken nog steeds voldoende financiering beschikbaar. Ook de komende jaren verwachten banken dat zij kunnen blijven voorzien in de vraag naar financiering en dat dit gepaard kan gaan met de noodzakelijke versterking van de kapitaalbuffers. Als (volledige) bancaire financiering niet verantwoord is, helpen banken ondernemers dus op weg om op een andere, passende manier wel invulling te geven aan de financieringsbehoefte.
dinsdag 26 januari 2016
Rabobank bevestigt ECB kapitaalvereisten
Rabobank zegt kennis te hebben genomen van de definitieve beslissing van de ECB over de kapitaalvereisten waaraan de bank met ingang van 1 januari 2016 moet voldoen.
Het besluit betekent dat Coöperatieve Rabobank U.A. een common equity tier 1-ratio (CET1 ratio) moet hebben van minimaal 9,5% op geconsolideerde basis. Deze 9,5% kapitaalvereiste bestaat uit de minimale Pillar 1 eis (4,5%) en de Pillar 2 eis, inclusief de capital conservation buffer (samen 5,0%). Daarnaast leidt de 3% systeemrisicobuffer opgelegd door DNB tot een toeslag van 0,75 procentpunt in 2016. Deze buffer wordt met 0,75 procentpunt per jaar verhoogd in 2017, 2018 en 2019. Met een CET1 ratio van 13,2% per 30 juni 2015, voldoet Rabobank reeds aan de nieuwe ECB en DNB vereisten voor 2016. De fully loaded CET1 ratio van Rabobank was 11,8% op 30 juni 2015.
Het besluit betekent ook dat Rabobank een CET1 ratio moet hebben van minimaal 9,5% op niet-geconsolideerde basis. Deze 9,5% kapitaalvereiste bestaat uit de minimale Pillar 1 eis (4,5%) en de Pillar 2 eis, inclusief de capital conservation buffer (samen 5,0%). De niet-geconsolideerde CET1 ratio van Rabobank was 15,9% per 30 juni 2015.
Het besluit betekent dat Coöperatieve Rabobank U.A. een common equity tier 1-ratio (CET1 ratio) moet hebben van minimaal 9,5% op geconsolideerde basis. Deze 9,5% kapitaalvereiste bestaat uit de minimale Pillar 1 eis (4,5%) en de Pillar 2 eis, inclusief de capital conservation buffer (samen 5,0%). Daarnaast leidt de 3% systeemrisicobuffer opgelegd door DNB tot een toeslag van 0,75 procentpunt in 2016. Deze buffer wordt met 0,75 procentpunt per jaar verhoogd in 2017, 2018 en 2019. Met een CET1 ratio van 13,2% per 30 juni 2015, voldoet Rabobank reeds aan de nieuwe ECB en DNB vereisten voor 2016. De fully loaded CET1 ratio van Rabobank was 11,8% op 30 juni 2015.
Het besluit betekent ook dat Rabobank een CET1 ratio moet hebben van minimaal 9,5% op niet-geconsolideerde basis. Deze 9,5% kapitaalvereiste bestaat uit de minimale Pillar 1 eis (4,5%) en de Pillar 2 eis, inclusief de capital conservation buffer (samen 5,0%). De niet-geconsolideerde CET1 ratio van Rabobank was 15,9% per 30 juni 2015.
Beleggingsexperts: beleggers moeten een pragmatische koers varen
Beleggers opereren nog steeds in een lastige, volatiele markt. Daarover zijn de beleggingsstrategen van drie grote Nederlandse banken het eens. Maar ze brengen ieder ook interessante nuances aan bij hun visie op de financiële markten en op beleggen.
“Dit jaar wordt het jaar van de normalisatie waarin we afkicken van het ruimte monetaire beleid”. Dat stelt Han Dieperink, chief investment officer bij Rabobank. Het valt hem tevens op dat veel beleggers de volatiliteit niet meer gewend zijn. “Dat zijn deels nieuwe beleggers die van sparen via obligaties bij aandelen terecht zijn gekomen en nog nooit een stevige correctie hebben meegemaakt. Die beleggers zijn in de afgelopen jaren in de zoektocht naar rendement ingestapt.”
Nathan Levy, investment manager bij ING, ziet dat beleggers de volatiliteit op de aandelenmarkt anders beleven. “Het merendeel ziet de recente koersdalingen als een instapmoment. Dat was een paar jaar geleden wel anders.” Pim Lausberg, portefeuillemanager aandelen bij ABN Amro, spreekt van een “uitdagende situatie met aandelenkoersen op hoge niveaus en alternatieven die nog sterker zijn gestegen. Daardoor vragen beleggers zich af waar ze heen moeten met hun geld.”
“Dit jaar wordt het jaar van de normalisatie waarin we afkicken van het ruimte monetaire beleid”. Dat stelt Han Dieperink, chief investment officer bij Rabobank. Het valt hem tevens op dat veel beleggers de volatiliteit niet meer gewend zijn. “Dat zijn deels nieuwe beleggers die van sparen via obligaties bij aandelen terecht zijn gekomen en nog nooit een stevige correctie hebben meegemaakt. Die beleggers zijn in de afgelopen jaren in de zoektocht naar rendement ingestapt.”
Nathan Levy, investment manager bij ING, ziet dat beleggers de volatiliteit op de aandelenmarkt anders beleven. “Het merendeel ziet de recente koersdalingen als een instapmoment. Dat was een paar jaar geleden wel anders.” Pim Lausberg, portefeuillemanager aandelen bij ABN Amro, spreekt van een “uitdagende situatie met aandelenkoersen op hoge niveaus en alternatieven die nog sterker zijn gestegen. Daardoor vragen beleggers zich af waar ze heen moeten met hun geld.”
maandag 25 januari 2016
'ABN betaalt gedupeerde ondernemers miljoenen terug'
ABN Amro is begonnen met het terugbetalen van gedupeerde ondernemers met een rentederivaat. Dat meldt RTL. Het gaat om de gewraakte opslag op de rente die leidde tot extra en onverwachte kosten. Naar schatting kost dit de bank tientallen miljoenen euro's. Een rentederivaat is een financieel product dat bedoeld is om renteschommelingen af te dekken. Ondernemers kochten in het verleden zo'n product om te voorkomen dat ze meer rente zouden moeten betalen als de rente zou stijgen.
Meer valse eurobiljetten onderschept
In 2015 is het aantal onderschepte valse eurobiljetten in Nederland gestegen met 37% tot 66.500. Het risico op het ontvangen van een vals biljet blijft echter laag. Wel is het van belang dat het publiek alert is en kennis heeft van de echtheidskenmerken van eurobiljetten. Om te helpen bij het controleren van eurobiljetten heeft DNB een ‘Echt of vals’ app ontwikkeld voor smartphones. De app is nu zowel beschikbaar voor Apple iPhone als Android
In 2015 is het aantal valse eurobiljetten in Nederland gestegen. In totaal zijn 66.500 valse biljetten onderschept en geregistreerd, een toename van 37% ten opzichte van de 48.700 valse biljetten in het jaar daarvoor. Wereldwijd is het aantal valse eurobiljetten toegenomen met 7% tot 899.000 in heel 2015. Wel is sprake van een dalend aantal valse eurobiljetten in het tweede halfjaar van 2015 (zie tabel 1). Verder is vergeleken met de 18 miljard echte eurobiljetten die wereldwijd in omloop zijn het aantal aangetroffen valse biljetten nog altijd gering. De valse biljetten die zowel in Nederland als in de andere Europese landen het meest uit circulatie worden gehaald, betreffen de coupures €20 en €50.
In 2015 is het aantal valse eurobiljetten in Nederland gestegen. In totaal zijn 66.500 valse biljetten onderschept en geregistreerd, een toename van 37% ten opzichte van de 48.700 valse biljetten in het jaar daarvoor. Wereldwijd is het aantal valse eurobiljetten toegenomen met 7% tot 899.000 in heel 2015. Wel is sprake van een dalend aantal valse eurobiljetten in het tweede halfjaar van 2015 (zie tabel 1). Verder is vergeleken met de 18 miljard echte eurobiljetten die wereldwijd in omloop zijn het aantal aangetroffen valse biljetten nog altijd gering. De valse biljetten die zowel in Nederland als in de andere Europese landen het meest uit circulatie worden gehaald, betreffen de coupures €20 en €50.
Alp Sivrioğlu CFO ING Nederland
ING Nederland benoemt Alp Sivrioğlu (45) per 1 februari 2016 tot Chief Financial Officer (CFO) en lid van de directie van ING Nederland. Hij volgt hiermee Bas Brouwers op die per september 2015 ING heeft verlaten.
Sivrioğlu is sinds 2004 werkzaam als CFO van de Oyak Bank en, sinds de overname door ING in 2007, als CFO bij ING Bank Turkije. Tijdens zijn loopbaan bij ING heeft hij een gedegen track record opgebouwd, zowel in de aansturing van Treasury-activiteiten als Finance & Control teams. Alp werkte eerder als Senior Auditor voor Arthur Andersen en als Senior Vice President Financial Controller voor de Yapi Kredi Bank in Turkije.
Sivrioğlu is sinds 2004 werkzaam als CFO van de Oyak Bank en, sinds de overname door ING in 2007, als CFO bij ING Bank Turkije. Tijdens zijn loopbaan bij ING heeft hij een gedegen track record opgebouwd, zowel in de aansturing van Treasury-activiteiten als Finance & Control teams. Alp werkte eerder als Senior Auditor voor Arthur Andersen en als Senior Vice President Financial Controller voor de Yapi Kredi Bank in Turkije.
NVB geeft invulling aan informatieverplichting Depositogarantiestelsel (DGS)
In 2015 is de Europese richtlijn depositogarantiestelsels (DGS) van kracht geworden en zijn via een algemene maatregel van bestuur (AMvB) en ministeriële regeling (MR) nadere voorschriften vastgesteld. Een belangrijk onderdeel hiervan ziet toe op informatieverstrekking aan rekeninghouders. Daartoe heeft de NVB nu de benodigde documentatie beschikbaar gesteld.
De NVB streeft ernaar dat alle leden van de NVB op consistente en transparante wijze invulling geven aan de informatieverplichting. Daartoe heeft de NVB de benodigde documentatie voor de invulling van de informatieverplichting beschikbaar gesteld. Deze informatie vindt u onder het Publicaties (Regelingen en richtlijnen).
De documentatie is in overleg met De Nederlandsche Bank (DNB) tot stand gekomen. Uiteraard is het de verantwoordelijkheid van iedere bank zelf om aan de wettelijke informatieverplichting te voldoen, maar DNB heeft ingestemd met toepassing van deze documentatie bij de uitvoering van de DGS-informatieverplichting.
zaterdag 23 januari 2016
App ‘Echt of Vals’ nu ook beschikbaar voor Android
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft een app ontwikkeld waarmee het publiek de eurobiljetten kan checken. Door een biljet met de camera van de telefoon nauwkeurig te scannen, kan de app ‘Echt of Vals’ de echtheidskenmerken herkennen. Na het uitbrengen van de app voor Apple iPhone (versie 5 en hoger) in 2015, is deze nu ook beschikbaar voor de Android 4.2 en hoger, voor de volgende toestellen: Samsung S4, S5 en S6 en Nexus 5 en 6. De Android app is geschikt voor de biljetten van 20 en 50 euro, de biljetten die het meest vervalst worden.
DNB brengt de app uit voor een beperkt aantal Android toestellen. Reden hiervoor is dat de Echt of Vals app de camera van de telefoon gebruikt om het biljet heel nauwkeurig te analyseren. Daarvoor is een hoge camera resolutie noodzakelijk, van minstens 12 megapixels, maar ook de lichtgevoeligheid is erg belangrijk voor een goede analyse. Bovendien is er veel rekenkracht nodig. De app kon om die reden niet voor alle Android toestellen aangepast worden. Er zijn een aantal veel voorkomende toestellen gekozen die voldoen aan de eisen. Er is een verschil ten opzichte van de iPhone versie van de app, voor een aantal biljetten wordt de analyse verstoord door reflecties van de flits op de biljetten. Dit is de reden dat de Android app alleen werkt met de 20 en 50 euro biljetten.
De Echt of Vals app is gratis verkrijgbaar in deGoogle Play Storevoor Samsung S4, S5 en S6 en Nexus 5 en 6, voor Android versies vanaf 4.2, en in deiTunes App Storevoor iPhone 5 en hoger.
DNB brengt de app uit voor een beperkt aantal Android toestellen. Reden hiervoor is dat de Echt of Vals app de camera van de telefoon gebruikt om het biljet heel nauwkeurig te analyseren. Daarvoor is een hoge camera resolutie noodzakelijk, van minstens 12 megapixels, maar ook de lichtgevoeligheid is erg belangrijk voor een goede analyse. Bovendien is er veel rekenkracht nodig. De app kon om die reden niet voor alle Android toestellen aangepast worden. Er zijn een aantal veel voorkomende toestellen gekozen die voldoen aan de eisen. Er is een verschil ten opzichte van de iPhone versie van de app, voor een aantal biljetten wordt de analyse verstoord door reflecties van de flits op de biljetten. Dit is de reden dat de Android app alleen werkt met de 20 en 50 euro biljetten.
De Echt of Vals app is gratis verkrijgbaar in deGoogle Play Storevoor Samsung S4, S5 en S6 en Nexus 5 en 6, voor Android versies vanaf 4.2, en in deiTunes App Storevoor iPhone 5 en hoger.
vrijdag 22 januari 2016
a.s.r. neemt BNG Vermogensbeheer over van BNG Bank
a.s.r. neemt BNG Vermogensbeheer over van BNG Bank. Met de overname versterkt a.s.r. haar positie op de Nederlandse markt voor extern vermogensbeheer, met name in de (semi) publieke- en de pensioensector. Het voltallige team van BNG Vermogensbeheer treedt bij a.s.r. in dienst, zodat a.s.r. direct gebruik kan maken van de expertise van BNG Vermogensbeheer.
BNG Vermogensbeheer heeft een leidende positie als vermogensbeheerder voor de (semi) publieke sector. Het vermogen onder beheer bedraagt bijna EUR 5 miljard. BNG Vermogensbeheer heeft een divers klantenportfolio die voornamelijk bestaat uit decentrale overheden, zorg- en onderwijsinstellingen, universiteiten, netwerkbedrijven, woningcorporaties, goede doelen en vermogensfondsen, bedrijfstakpensioenfondsen en zorgverzekeraars. Deze worden bediend met op maat samengestelde portefeuilles en gespecialiseerde beleggingsfondsen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zelfontwikkelde technieken en modellen.
Het volledige team van BNG Vermogensbeheer (10 FTE) gaat deel uitmaken van het onderdeel Group Asset Management van a.s.r., waarmee de continuïteit van de dienstverlening aan bestaande relaties gewaarborgd is. De klanten van BNG Vermogensbeheer krijgen door de overname toegang tot de expertise van een van de grootste vermogensbeheerders van Nederland. Het gaat onder meer om expertise op het gebied van strategische en tactische asset allocatie en het beheer van beleggingsportefeuilles en beleggingsfondsen in specifieke beleggingscategorieën zoals Europese aandelen en obligaties.
Met de overname van BNG Vermogensbeheer zet a.s.r. een stap in haar ambitie om een belangrijke plaats te vervullen op het gebied van vermogensbeheer voor externe partijen.
De transactie zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2016 worden afgerond en is onder voorbehoud van goedkeuring van toezichthouders. De overnamesom wordt niet bekendgemaakt.
BNG Vermogensbeheer heeft een leidende positie als vermogensbeheerder voor de (semi) publieke sector. Het vermogen onder beheer bedraagt bijna EUR 5 miljard. BNG Vermogensbeheer heeft een divers klantenportfolio die voornamelijk bestaat uit decentrale overheden, zorg- en onderwijsinstellingen, universiteiten, netwerkbedrijven, woningcorporaties, goede doelen en vermogensfondsen, bedrijfstakpensioenfondsen en zorgverzekeraars. Deze worden bediend met op maat samengestelde portefeuilles en gespecialiseerde beleggingsfondsen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zelfontwikkelde technieken en modellen.
Het volledige team van BNG Vermogensbeheer (10 FTE) gaat deel uitmaken van het onderdeel Group Asset Management van a.s.r., waarmee de continuïteit van de dienstverlening aan bestaande relaties gewaarborgd is. De klanten van BNG Vermogensbeheer krijgen door de overname toegang tot de expertise van een van de grootste vermogensbeheerders van Nederland. Het gaat onder meer om expertise op het gebied van strategische en tactische asset allocatie en het beheer van beleggingsportefeuilles en beleggingsfondsen in specifieke beleggingscategorieën zoals Europese aandelen en obligaties.
Met de overname van BNG Vermogensbeheer zet a.s.r. een stap in haar ambitie om een belangrijke plaats te vervullen op het gebied van vermogensbeheer voor externe partijen.
De transactie zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2016 worden afgerond en is onder voorbehoud van goedkeuring van toezichthouders. De overnamesom wordt niet bekendgemaakt.
AFM en crowdfundingplatforms bespreken nieuwe voorschriften en wenselijke aanpassingen
In het kader van het onderhouden van de constructieve dialoog met de crowdfundingsector, heeft de AFM op 19 januari een bijeenkomst georganiseerd voor vertegenwoordigers van crowdfundingplatforms.
Het doel van de bijeenkomst was om in gesprek te gaan over de wijze van invulling van de voorschriften die in december 2015 zijn geïntroduceerd. De voorschriften gaan over de wijze van dienstverlening aan consumenten en de governance van de platforms. Wat betreft de dienstverlening gaan verhoogde investeringsgrenzen gelden die bijdragen aan de groei van de sector. Ook wordt een investeerderstoets ingevoerd.
De nieuwe regels treden uiterlijk per 1 april 2016 in werking voor alle crowdfundingplatforms met een vergunning of een ontheffing. Het betreft een pilot en de voorschriften worden op twee momenten geëvalueerd, in oktober 2016 en april 2017. De wijze van evaluatie komt mede in overleg met sector tot stand.
Op basis van de inbreng en het overleg tijdens de bijeenkomst op 19 januari, met het oog op de praktische uitvoerbaarheid en ter vermindering van onnodige administratieve lasten, heeft de AFM besloten om het voorschrift met betrekking tot de crowdfunding-investeerderstoets op drie onderdelen aan te passen.
Ten eerste hoeft volgens het aangepaste voorschrift pas een eerste investeerderstoets te worden afgenomen bij een investeringsbedrag boven 500 euro eerder gold dit voorschrift voor elke investering, ongeacht de hoogte van het bedrag.
Ten tweede zal het volgende moment waarop de toets moet worden afgenomen wanneer het totaal geïnvesteerde bedrag voor het eerst hoger is dan 5.000 euro een beperkter karakter hebben. Bij deze beperkte toets mag worden volstaan met het stellen van vermogensvragen en het wijzen op de risico’s die gepaard gaan met beleggen in crowdfunding. Het voorschrift ging eerder uit van een volledig nieuwe toets.
Deze beperkte toets geldt ten derde ook voor elke volgende 5.000 euro die wordt geïnvesteerd. In het eerder gecommuniceerde voorschrift was nog sprake van een herhaalde toets bij iedere volgende investering (ongeacht de hoogte van het bedrag).
Er is voor deze aanpassingen van het voorschrift gekozen omdat het herhaalde karakter van de investeerderstoets op voorhand als belemmerend wordt ervaren door de platforms voor investeerders die kleine bedragen spreiden over diverse projecten. Die investeerders zouden bij een herhaling bij iedere investering mogelijk afzien van spreiding, afzien van de investering of het waarschuwende en risicobeperkende karakter bagatelliseren. De AFM heeft een ondergrens van €500 geïntroduceerd om tegemoet te komen aan het maatschappelijk karakter van crowdfunding, waar investeerders op grond van verbondenheid met een project willen investeren. De sector heeft aangegeven dat het om een grote groep investeerders gaat die met relatief kleine bedragen in crowdfunding willen investeren.
Een ander punt dat ter sprake is geweest tijdens de bijeenkomst met de sector is het advies van de AFM om investeerders te wijzen op het maximaal te investeren percentage van 10% van het vrij belegbare vermogen. Dit percentage wordt als verantwoord beschouwd bij beleggen in alternatieve investeringen, zoals crowdfunding, waar extern toezicht in veel mindere mate aanwezig is.
Het is overigens de verantwoordelijkheid van de platforms, op basis van de antwoorden van de consument, zelf te bepalen wat de uitslag van de toets is en te oordelen of het verantwoord is voor de consument om te investeren (gezien zijn of haar kennis, ervaring en vrij belegbare vermogen). De AFM geeft de platforms bij deze oordeelsvorming om te investeren in crowdfunding een duidelijke richting mee ten aanzien van het verantwoord deel van het vrij belegbare vermogen, namelijk 10%. Het oordeel ten aanzien van de uitkomst is aan de platforms en de uitslag van de crowdfunding-investeerderstoets is niet bindend voor de consument.
De AFM publiceert de wijzigingen op korte termijn op haar website in het overzicht van de voorschriften voor de bedrijfsvoering van crowdfundingplatforms. Ook ontvangen alle platforms een individueel wijzigingsbesluit.
Het doel van de bijeenkomst was om in gesprek te gaan over de wijze van invulling van de voorschriften die in december 2015 zijn geïntroduceerd. De voorschriften gaan over de wijze van dienstverlening aan consumenten en de governance van de platforms. Wat betreft de dienstverlening gaan verhoogde investeringsgrenzen gelden die bijdragen aan de groei van de sector. Ook wordt een investeerderstoets ingevoerd.
De nieuwe regels treden uiterlijk per 1 april 2016 in werking voor alle crowdfundingplatforms met een vergunning of een ontheffing. Het betreft een pilot en de voorschriften worden op twee momenten geëvalueerd, in oktober 2016 en april 2017. De wijze van evaluatie komt mede in overleg met sector tot stand.
Op basis van de inbreng en het overleg tijdens de bijeenkomst op 19 januari, met het oog op de praktische uitvoerbaarheid en ter vermindering van onnodige administratieve lasten, heeft de AFM besloten om het voorschrift met betrekking tot de crowdfunding-investeerderstoets op drie onderdelen aan te passen.
Ten eerste hoeft volgens het aangepaste voorschrift pas een eerste investeerderstoets te worden afgenomen bij een investeringsbedrag boven 500 euro eerder gold dit voorschrift voor elke investering, ongeacht de hoogte van het bedrag.
Ten tweede zal het volgende moment waarop de toets moet worden afgenomen wanneer het totaal geïnvesteerde bedrag voor het eerst hoger is dan 5.000 euro een beperkter karakter hebben. Bij deze beperkte toets mag worden volstaan met het stellen van vermogensvragen en het wijzen op de risico’s die gepaard gaan met beleggen in crowdfunding. Het voorschrift ging eerder uit van een volledig nieuwe toets.
Deze beperkte toets geldt ten derde ook voor elke volgende 5.000 euro die wordt geïnvesteerd. In het eerder gecommuniceerde voorschrift was nog sprake van een herhaalde toets bij iedere volgende investering (ongeacht de hoogte van het bedrag).
Er is voor deze aanpassingen van het voorschrift gekozen omdat het herhaalde karakter van de investeerderstoets op voorhand als belemmerend wordt ervaren door de platforms voor investeerders die kleine bedragen spreiden over diverse projecten. Die investeerders zouden bij een herhaling bij iedere investering mogelijk afzien van spreiding, afzien van de investering of het waarschuwende en risicobeperkende karakter bagatelliseren. De AFM heeft een ondergrens van €500 geïntroduceerd om tegemoet te komen aan het maatschappelijk karakter van crowdfunding, waar investeerders op grond van verbondenheid met een project willen investeren. De sector heeft aangegeven dat het om een grote groep investeerders gaat die met relatief kleine bedragen in crowdfunding willen investeren.
Een ander punt dat ter sprake is geweest tijdens de bijeenkomst met de sector is het advies van de AFM om investeerders te wijzen op het maximaal te investeren percentage van 10% van het vrij belegbare vermogen. Dit percentage wordt als verantwoord beschouwd bij beleggen in alternatieve investeringen, zoals crowdfunding, waar extern toezicht in veel mindere mate aanwezig is.
Het is overigens de verantwoordelijkheid van de platforms, op basis van de antwoorden van de consument, zelf te bepalen wat de uitslag van de toets is en te oordelen of het verantwoord is voor de consument om te investeren (gezien zijn of haar kennis, ervaring en vrij belegbare vermogen). De AFM geeft de platforms bij deze oordeelsvorming om te investeren in crowdfunding een duidelijke richting mee ten aanzien van het verantwoord deel van het vrij belegbare vermogen, namelijk 10%. Het oordeel ten aanzien van de uitkomst is aan de platforms en de uitslag van de crowdfunding-investeerderstoets is niet bindend voor de consument.
De AFM publiceert de wijzigingen op korte termijn op haar website in het overzicht van de voorschriften voor de bedrijfsvoering van crowdfundingplatforms. Ook ontvangen alle platforms een individueel wijzigingsbesluit.
'Nog veel belemmeringen voor fintech’
Ten minste drie barrières hinderen de nog jonge fintech-sector in Nederland: verouderde regelgeving, onvoldoende kennis bij toezichthouders en gebrekkige samenwerking tussen startups, gevestigde partijen en de overheid. Dat is de conclusie van een gezamenlijk onderzoek van Rabobank, ING Nederland, Holland FinTech en adviesbureau Roland Berger.
Digitale technologieën maken het mogelijk op andere manieren geld te lenen, over te maken of te investeren. Nederland heeft de potentie een belangrijke fintech-hub te worden, blijkt uit de studie Holland FinTech, Barriers to innovation. Maar om de innovatie te bevorderen, dienen overheid, toezichthouders en private sector wel allemaal hun huiswerk te doen.
Digitale technologieën maken het mogelijk op andere manieren geld te lenen, over te maken of te investeren. Nederland heeft de potentie een belangrijke fintech-hub te worden, blijkt uit de studie Holland FinTech, Barriers to innovation. Maar om de innovatie te bevorderen, dienen overheid, toezichthouders en private sector wel allemaal hun huiswerk te doen.
App toont IBAN-codes van contactpersonen
IVAN is een nieuwe app die automatisch IBANs van bankrekeningen van jouw contacten toont. Met IVAN heb je met twee keer tikken een IBAN-code gekopieerd, waarna je die in je eigen bankieren-app kunt plakken om te betalen. In tegenstelling tot Bunq of Twyp maakt IVAN juist gebruik van bestaande betaalapps waar gebruikers al op aangesloten zijn.
Rabobank ondersteunt VN - World Food Programme
De Rabobank heeft zich als enige Nederlandse partij verbonden aan een initiatief van het World Food Programme (WFP) van de Verenigde Naties. Een consortium van internationale organisaties uit de publieke en de private sector creëert samen een platform dat de positie van arme, kleine boeren in ontwikkelingslanden zal versterken. Naast het World Food Programme en Rabobank bestaat het consortium uit AGRA, Bayer, GrowAfrica, de International Finance Corporation, Syngenta en Yara International. Bestuursvoorzitter Wiebe Draijer ondertekende vandaag in Davos een “Memorandum of Understanding”.
Veel boeren in ontwikkelingslanden hebben te maken met onzekerheid over de prijs die ze na de oogst voor hun producten krijgen. Afnemers wachten vaak tot het einde van het seizoen om op de vrije markt tegen zo laag mogelijke prijzen te kunnen kopen. Dit belemmert boeren in hun ontwikkeling. Om het planten, zaaien, verzorgen en oogsten van producten te stimuleren, zorgt het platform ervoor dat afnemers vooraf garanties geven over de minimumprijs waartegen ze de producten na de oogst zullen kopen. Het platform biedt naast financiering ook opleiding en andere vormen van ondersteuning.
Rabobank zal oplossingen bieden voor oogstfinanciering, zodat boeren de periode kunnen overbruggen van de aankoop van zaaizaden en meststoffen tot de oogst en verkoop van de producten. Rabobank zal ook een bijdrage leveren aan het financiële risicomanagement van het nieuwe platform, dat bijvoorbeeld bestand moet zijn tegen de gevolgen van misoogsten en droogte. Daarnaast stelt Rabobank de kennis en het netwerk beschikbaar van Rabobank Foundation en Rabo Development en haar partnerbanken.
Het platform is al operationeel in Rwanda, Tanzania en Zambia, waar inmiddels in totaal al 75.000 boeren participeren. In de komende drie jaar zal het World Food Programme het platform uitbreiden naar 25 Afrikaanse landen, waardoor 1,5 miljoen boeren kunnen deelnemen. Het doel is om contracten ter waarde van USD 750 miljoen af te sluiten met lokale, regionale en internationale kopers. Het initiatief richt zich op producten die lokaal geconsumeerd worden, zoals bonen, maïs, kikkererwten, linzen en zonnebloempitten. Exportproducten als koffie en cacao vallen erbuiten. Ook het World Food Programme, dat zelf jaarlijks voor een miljard dollar aan voedsel koopt voor noodhulp en andere voedselprogramma's, wordt een belangrijke partij. Het zal tien procent van haar inkopen doen via het nieuwe marktplatform.
Veel boeren in ontwikkelingslanden hebben te maken met onzekerheid over de prijs die ze na de oogst voor hun producten krijgen. Afnemers wachten vaak tot het einde van het seizoen om op de vrije markt tegen zo laag mogelijke prijzen te kunnen kopen. Dit belemmert boeren in hun ontwikkeling. Om het planten, zaaien, verzorgen en oogsten van producten te stimuleren, zorgt het platform ervoor dat afnemers vooraf garanties geven over de minimumprijs waartegen ze de producten na de oogst zullen kopen. Het platform biedt naast financiering ook opleiding en andere vormen van ondersteuning.
Rabobank zal oplossingen bieden voor oogstfinanciering, zodat boeren de periode kunnen overbruggen van de aankoop van zaaizaden en meststoffen tot de oogst en verkoop van de producten. Rabobank zal ook een bijdrage leveren aan het financiële risicomanagement van het nieuwe platform, dat bijvoorbeeld bestand moet zijn tegen de gevolgen van misoogsten en droogte. Daarnaast stelt Rabobank de kennis en het netwerk beschikbaar van Rabobank Foundation en Rabo Development en haar partnerbanken.
Het platform is al operationeel in Rwanda, Tanzania en Zambia, waar inmiddels in totaal al 75.000 boeren participeren. In de komende drie jaar zal het World Food Programme het platform uitbreiden naar 25 Afrikaanse landen, waardoor 1,5 miljoen boeren kunnen deelnemen. Het doel is om contracten ter waarde van USD 750 miljoen af te sluiten met lokale, regionale en internationale kopers. Het initiatief richt zich op producten die lokaal geconsumeerd worden, zoals bonen, maïs, kikkererwten, linzen en zonnebloempitten. Exportproducten als koffie en cacao vallen erbuiten. Ook het World Food Programme, dat zelf jaarlijks voor een miljard dollar aan voedsel koopt voor noodhulp en andere voedselprogramma's, wordt een belangrijke partij. Het zal tien procent van haar inkopen doen via het nieuwe marktplatform.
Nederlanders stellen pensioen uitzoeken en meer rendement voor spaargeld vinden uit
Bijna driekwart van de Nederlanders stelt het uitzoeken van zijn pensioen uit. Ook meer rendement vinden voor het spaargeld (68%) en het op een rij zetten van inkomsten en uitgaven (60%) wordt nogal eens uitgesteld. Financiële taken met een deadline, zoals belastingaangifte doen en rekeningen op tijd betalen, worden juist minder uitgesteld. Bijna iedereen (97% van de Nederlanders) stelt weleens zaken uit. Een op de vijf stelt naar eigen zeggen ‘vaak’ zaken uit. ING deed een onderzoek onder Nederlanders naar uitstelgedrag, om klanten te inspireren tot het optimaliseren van hun financiën voor nu en later. De top vijf zaken die Nederlanders het meeste uitstellen zijn: Klussen in en om het huis, foto's inplakken/ordenen, zolder opruimen, huishoudelijke taken en meer sporten.
Slechts één op de drie Nederlanders komt direct in actie als ze erachter komen dat hun pensioen ontoereikend is. Overleg met hun financieel adviseur en geld opzij zetten worden genoemd als eerste acties om ervoor te zorgen dat het pensioen goed geregeld is. Ruim vier op de tien ondervraagden doet niets, omdat ze niet weten wat ze moeten doen of andere zaken meer prioriteit geven. De helft van de ondervraagden met jonge kinderen komt direct in actie als hun vermogen straks ontoereikend is om de studie van kinderen te betalen. Een op de vijf zet dan direct geld opzij.
Slechts één op de drie Nederlanders komt direct in actie als ze erachter komen dat hun pensioen ontoereikend is. Overleg met hun financieel adviseur en geld opzij zetten worden genoemd als eerste acties om ervoor te zorgen dat het pensioen goed geregeld is. Ruim vier op de tien ondervraagden doet niets, omdat ze niet weten wat ze moeten doen of andere zaken meer prioriteit geven. De helft van de ondervraagden met jonge kinderen komt direct in actie als hun vermogen straks ontoereikend is om de studie van kinderen te betalen. Een op de vijf zet dan direct geld opzij.
donderdag 21 januari 2016
Kamp wil meer MKB-financiering door banken
Nederlandse banken schieten tekort bij de financiering van het midden- en kleinbedrijf. Dat zegt minister Kamp van Economische Zaken in een interview met Het Financieele Dagblad. Terwijl de slaagkans voor het aantrekken van vreemd vermogen weer een stijgende lijn laat zien, blijft de verstrekking van bankleningen juist achter, aldus de bewindsman in de krant.
Slapende tegoeden: hoe zit dat?
Het tv-programma Kassa besteedde zaterdag aandacht aan slapende tegoeden. Als er sprake is van een slapend tegoed dan keert ABN AMRO dat op verzoek altijd uit, ook na de wettelijke verjaringstermijn van 20 jaar, zegt de bank. Er moet dan wel sprake zijn van een tegoed. Er is niet automatisch sprake van een slapend tegoed als iemand in het bezit is van een oud spaarbankboekje dat niet is afgestempeld. Spaarbankboekjes zijn namelijk eind jaren zeventig vervangen door spaarrekeningen en saldi zijn daar naar overgegaan.
'Als een klant een oud spaarbankboekje van een (rechtsvoorganger van) ABN AMRO heeft waarvan hij wil weten of de tegoeden nog bij ABN AMRO op een rekening staan, zullen wij eerst nagaan naar welke spaarrekening de tegoeden van het spaarbankboekje destijds zijn overgeboekt, en of het tegoed nog op een spaarrekening staat.'
Als een spaarrekening wordt opgeheven, dan betekent dat dat er geen saldo meer op staat. Een rekening kan namelijk niet worden gesloten als er nog een tegoed is. Voor de opheffing van de rekening wordt het tegoed opgenomen of overgeboekt naar een andere rekening.
'Als een klant een oud spaarbankboekje van een (rechtsvoorganger van) ABN AMRO heeft waarvan hij wil weten of de tegoeden nog bij ABN AMRO op een rekening staan, zullen wij eerst nagaan naar welke spaarrekening de tegoeden van het spaarbankboekje destijds zijn overgeboekt, en of het tegoed nog op een spaarrekening staat.'
Als een spaarrekening wordt opgeheven, dan betekent dat dat er geen saldo meer op staat. Een rekening kan namelijk niet worden gesloten als er nog een tegoed is. Voor de opheffing van de rekening wordt het tegoed opgenomen of overgeboekt naar een andere rekening.
Rabobank spitst betaalpakketten meer toe op klantbehoefte
Per 1 april 2016 wijzigt de Rabobank de tarieven van de particuliere betaalpakketten, de tarieven van sommige betaaldiensten en de extra opties bij de diverse pakketten. Door de wijzigingen komt er voor de klant een duidelijker onderscheid tussen de betaalpakketten zodat deze beter aansluiten bij zijn behoeftes. Circa twee derde van de klanten met een betaalpakket (67 procent) krijgt daarmee een goedkoper pakket. De Rabobank zal na 1 april klanten die, op basis van hun huidige betaalpakket en productafname, beter af zijn met een ander pakket, wijzen op een alternatief. Met een online keuzehulp kan de klant nu al zelf het voor hem best passende betaalpakket bepalen.
Elze Vonk bij de Rabobank verantwoordelijk voor Betalen, Financieren en Verzekeren voor particuliere klanten: “Veilig en soepel kunnen betalen is een van de belangrijkste behoeftes die onze klanten hebben en waar de Rabobank hen graag in ondersteunt. Klantonderzoek leerde ons dat het huidige assortiment betaalpakketten nog beter kon worden afgestemd op de behoefte van de klant. Met de wijzigingen die we per 1 april doorvoeren, denken we dit te bereiken. Het Rabo DirectPakket is een instappakket voor klanten die binnen Nederland online hun betaalzaken willen regelen. Het Rabo BasisPakket is geschikt voor klanten die een creditcard willen en incidenteel buiten de Eurozone reizen. Het is ook geschikt voor klanten die nog traditioneel willen bankieren met gebruik van papier. Het Rabo TotaalPakket is een all-in betaalpakket voor klanten die wereldwijd betaalgemak willen met een exclusieve creditcard en geen kosten voor geldopnames in vreemde valuta in het buitenland. Het RiantPakket blijft het pakket voor de vermogendenmarkt.”
De Rabobank verlaagt de prijs voor het Rabo DirectPakket. Met dit pakket heeft de klant alle voorzieningen om in Nederland altijd en overal te kunnen betalen. Het is gericht op het online regelen van bankzaken en het geven van inzicht. Het pakket bevat de gratis mobiel bankieren app, de Rabo Wallet voor het doen van betalingen met de smartphone en ook kosteloze alerts ( Email- en SMS-alerts) zodat de klant zijn dagelijkse betalingsverkeer goed kan managen. Als de klant een creditcard wil (die zit niet standaard in het pakket) kost dat straks 0,60 cent per maand meer. Het opnemen van vreemde valuta in het buitenland wordt 1,50 euro duurder.
De vaste pakketprijzen van het Rabo BasisPakket en Rabo TotaalPakket worden verhoogd. Deze pakketten zijn uitgebreid met extra opties. De klant met een BasisPakket kan bijvoorbeeld nu kosteloos een creditcard aanschaffen. Een tweede creditcard en extra betaalpas zijn ieder 0,90 cent per maand goedkoper. Maandelijkse papieren afschriften blijven kosteloos. Als de klant beschikt over internetbankieren kost een maandelijks papieren afschrift 0,50 cent. Bij het Totaalpakket is de aanschaf van een tweede creditcard 0,65 cent per maand goedkoper en zijn een extra betaalpas en SMS-alerts nu gratis. Het opnemen van vreemde valuta in het buitenland kost de klant, net als nu, niets. Klanten met een Rabo RiantPakket blijven dezelfde pakketprijs betalen. Een extra betaalpas in dit pakket is nu kosteloos en een extra creditcard is 1,95 euro per maand goedkoper.
De tarieven van de betaaldiensten wijzigen ook. Geld storten op eigen rekening kost vanaf 1 april 1,50 euro per storting. Stortingen op de Rabo RegenboogRekening, de Rabo TopkidRekening en Rabo JongerenRekening blijven kosteloos. Het bestellen van eurobiljetten gaat 2 euro per bestelling kosten. Spoedbetalingen via internetbankieren gaan 5 euro kosten (was 4,50 euro). SMS-alerts, over bijvoorbeeld het saldo op een rekening of bij- en afschrijvingen, worden kosteloos.
Elze Vonk bij de Rabobank verantwoordelijk voor Betalen, Financieren en Verzekeren voor particuliere klanten: “Veilig en soepel kunnen betalen is een van de belangrijkste behoeftes die onze klanten hebben en waar de Rabobank hen graag in ondersteunt. Klantonderzoek leerde ons dat het huidige assortiment betaalpakketten nog beter kon worden afgestemd op de behoefte van de klant. Met de wijzigingen die we per 1 april doorvoeren, denken we dit te bereiken. Het Rabo DirectPakket is een instappakket voor klanten die binnen Nederland online hun betaalzaken willen regelen. Het Rabo BasisPakket is geschikt voor klanten die een creditcard willen en incidenteel buiten de Eurozone reizen. Het is ook geschikt voor klanten die nog traditioneel willen bankieren met gebruik van papier. Het Rabo TotaalPakket is een all-in betaalpakket voor klanten die wereldwijd betaalgemak willen met een exclusieve creditcard en geen kosten voor geldopnames in vreemde valuta in het buitenland. Het RiantPakket blijft het pakket voor de vermogendenmarkt.”
De Rabobank verlaagt de prijs voor het Rabo DirectPakket. Met dit pakket heeft de klant alle voorzieningen om in Nederland altijd en overal te kunnen betalen. Het is gericht op het online regelen van bankzaken en het geven van inzicht. Het pakket bevat de gratis mobiel bankieren app, de Rabo Wallet voor het doen van betalingen met de smartphone en ook kosteloze alerts ( Email- en SMS-alerts) zodat de klant zijn dagelijkse betalingsverkeer goed kan managen. Als de klant een creditcard wil (die zit niet standaard in het pakket) kost dat straks 0,60 cent per maand meer. Het opnemen van vreemde valuta in het buitenland wordt 1,50 euro duurder.
De vaste pakketprijzen van het Rabo BasisPakket en Rabo TotaalPakket worden verhoogd. Deze pakketten zijn uitgebreid met extra opties. De klant met een BasisPakket kan bijvoorbeeld nu kosteloos een creditcard aanschaffen. Een tweede creditcard en extra betaalpas zijn ieder 0,90 cent per maand goedkoper. Maandelijkse papieren afschriften blijven kosteloos. Als de klant beschikt over internetbankieren kost een maandelijks papieren afschrift 0,50 cent. Bij het Totaalpakket is de aanschaf van een tweede creditcard 0,65 cent per maand goedkoper en zijn een extra betaalpas en SMS-alerts nu gratis. Het opnemen van vreemde valuta in het buitenland kost de klant, net als nu, niets. Klanten met een Rabo RiantPakket blijven dezelfde pakketprijs betalen. Een extra betaalpas in dit pakket is nu kosteloos en een extra creditcard is 1,95 euro per maand goedkoper.
De tarieven van de betaaldiensten wijzigen ook. Geld storten op eigen rekening kost vanaf 1 april 1,50 euro per storting. Stortingen op de Rabo RegenboogRekening, de Rabo TopkidRekening en Rabo JongerenRekening blijven kosteloos. Het bestellen van eurobiljetten gaat 2 euro per bestelling kosten. Spoedbetalingen via internetbankieren gaan 5 euro kosten (was 4,50 euro). SMS-alerts, over bijvoorbeeld het saldo op een rekening of bij- en afschrijvingen, worden kosteloos.
Consument betaalt ook in 2016 'slapend' te veel voor lening
Hoewel leenrentes in 2015, na jaren van stilstand, licht zijn gedaald, betalen de meeste consumenten nog steeds te veel. Dit constateert vergelijkingssite Geld.nl. De rentes voor persoonlijke leningen en doorlopende kredieten liggen nu gemiddeld op 7 procent. Dit is 1 procent lager dan begin 2014. “Maar dat staat totaal niet in verhouding tot de spaar- en hypotheekrentes die in deze periode bijna zijn gehalveerd”, licht Amanda Bulthuis van Geld.nl toe.
Bij Rabobank en ING, twee banken met een groot marktaandeel in kredieten, zijn de rentes voor persoonlijke leningen en doorlopende kredieten het hoogst. Voor een persoonlijke lening van 10.000 euro vraagt ING 9,4 procent rente en de Rabobank 8,0 procent. Dit betekent dus dat veel mensen nog steeds veel te veel betalen voor hun lening.
ABN AMRO, de derde grootbank, heeft in 2015 de leenrentes wel flink naar beneden gebracht. Op dit moment betaal je bij deze bank 6 procent rente voor een persoonlijke lening van 10.000 euro.
Dat de leenrentes zo hoog blijven, komt vooral door een gebrek aan concurrentie op de leenmarkt. “Er zijn nauwelijks nieuwkomers op de markt. Bij hypotheken was dit ook jarenlang het geval, maar nu steeds meer pensioenfondsen, verzekeraars en beleggers investeren in hypotheken, zie je dat banken zich genoodzaakt zien hun rentes ook mee te verlagen. Op de leenmarkt blijven dit soort initiatieven uit”, licht Bulthuis toe.
Daarnaast speelt de loyaliteit van klanten aan hun grootbank een rol bij de hoge leenrentes. Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat mensen nauwelijks overstappen voor een persoonlijke lening of doorlopend krediet. Ook bij een nieuwe lening worden kleinere aanbieders en kredietverstrekkers nauwelijks in overweging genomen. De grootbanken bezitten samen 80 procent van de markt. En zolang deze mensen niet overstappen, is er voor banken weinig aanleiding om hun leenrentes te verlagen.
Bij Rabobank en ING, twee banken met een groot marktaandeel in kredieten, zijn de rentes voor persoonlijke leningen en doorlopende kredieten het hoogst. Voor een persoonlijke lening van 10.000 euro vraagt ING 9,4 procent rente en de Rabobank 8,0 procent. Dit betekent dus dat veel mensen nog steeds veel te veel betalen voor hun lening.
ABN AMRO, de derde grootbank, heeft in 2015 de leenrentes wel flink naar beneden gebracht. Op dit moment betaal je bij deze bank 6 procent rente voor een persoonlijke lening van 10.000 euro.
Dat de leenrentes zo hoog blijven, komt vooral door een gebrek aan concurrentie op de leenmarkt. “Er zijn nauwelijks nieuwkomers op de markt. Bij hypotheken was dit ook jarenlang het geval, maar nu steeds meer pensioenfondsen, verzekeraars en beleggers investeren in hypotheken, zie je dat banken zich genoodzaakt zien hun rentes ook mee te verlagen. Op de leenmarkt blijven dit soort initiatieven uit”, licht Bulthuis toe.
Daarnaast speelt de loyaliteit van klanten aan hun grootbank een rol bij de hoge leenrentes. Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat mensen nauwelijks overstappen voor een persoonlijke lening of doorlopend krediet. Ook bij een nieuwe lening worden kleinere aanbieders en kredietverstrekkers nauwelijks in overweging genomen. De grootbanken bezitten samen 80 procent van de markt. En zolang deze mensen niet overstappen, is er voor banken weinig aanleiding om hun leenrentes te verlagen.
TOM publiceert rapport over liquiditeit optiebeurzen
TOM maakt een rapport openbaar over de liquiditeit van alle Nederlandse opties op de verschillende beurzen. Hierin voorziet zij in de behoefte van de markt die ontstaat met de introductie van MiFID II per 2017.
Met de introductie van MiFID II zijn banken en brokers verplicht om 'toereikende' maatregelen te nemen voor hun klanten om bij de uitvoering van onder andere optie transacties het beste resultaat te behalen. Daarbij dient de bank of broker te bepalen welke beurzen zij aanbiedt aan haar klanten voor uitvoering van klantenorders en jaarlijks de top-vijf beurzen openbaar te maken waarop is gehandeld.
Ter ondersteuning van deze keuze publiceert TOM een rapport waarin per optie-klasse wordt beoordeeld welke beurs hoeveel procent van de tijd de beste prijs geeft. Dit onderzoek is zelfstandig uitgevoerd door Markit, een marktleider in het analyseren van kapitaalmarkten, in opdracht van TOM en behelst een vergelijking van de beurzen Eurex, Euronext en TOM.
Over de gerapporteerde periode (december 2015) blijkt volgens het rapport van Markit ondermeer dat TOM gemiddeld 76% van de handelsdag de beste quotes in aandelenopties heeft, Euronext 73% en Eurex 34%.
Met de introductie van MiFID II zijn banken en brokers verplicht om 'toereikende' maatregelen te nemen voor hun klanten om bij de uitvoering van onder andere optie transacties het beste resultaat te behalen. Daarbij dient de bank of broker te bepalen welke beurzen zij aanbiedt aan haar klanten voor uitvoering van klantenorders en jaarlijks de top-vijf beurzen openbaar te maken waarop is gehandeld.
Ter ondersteuning van deze keuze publiceert TOM een rapport waarin per optie-klasse wordt beoordeeld welke beurs hoeveel procent van de tijd de beste prijs geeft. Dit onderzoek is zelfstandig uitgevoerd door Markit, een marktleider in het analyseren van kapitaalmarkten, in opdracht van TOM en behelst een vergelijking van de beurzen Eurex, Euronext en TOM.
Over de gerapporteerde periode (december 2015) blijkt volgens het rapport van Markit ondermeer dat TOM gemiddeld 76% van de handelsdag de beste quotes in aandelenopties heeft, Euronext 73% en Eurex 34%.
woensdag 20 januari 2016
Tien aanhoudingen in internationaal bitcoins onderzoek
De FIOD heeft gisteren vijftien adressen doorzocht en tien aanhoudingen verricht in het kader van een grootschalig internationaal bitcoins onderzoek. De doorzoekingen vonden plaats in Rotterdam, Zoetermeer, Almere, Dordrecht, Zaandijk, Schiedam, ‘s-Gravenhage en Putten. Er is beslag gelegd op luxe voertuigen, contanten, bankrekeningen en, door middel van rechtshulpverzoeken aan de VS, Australië, Litouwen en Marokko, op goederen waaronder bitcoins accounts. Tevens zijn er grondstoffen voor de vervaardiging van XTC aangetroffen.
ABN doet het slecht op de Verlies-O-Meter
Het gaat niet meer zo lekker met ABN Amro op de beurs. Tot een paar weken geleden ging het crescendo met het aandeel van de bank, maar dat lijkt voorlopig verleden tijd, zegt RTLZ. De door de omroep ontwikkelde Verlies-O-Meter is alweer miljarden opgelopen, terwijl de beurskoers naar een dieptepunt zakt.
Op dit moment is het verlies alweer opgelopen tot 4,4 miljard, omdat de koers tot een dieptepunt van iets meer dan 18 euro is gezakt. Als deze trend zich voortzet zal dat toch een tegenvaller zijn voor de Nederlandse schatkist.
Op dit moment is het verlies alweer opgelopen tot 4,4 miljard, omdat de koers tot een dieptepunt van iets meer dan 18 euro is gezakt. Als deze trend zich voortzet zal dat toch een tegenvaller zijn voor de Nederlandse schatkist.
Gestapeld financieren voor ondernemers makkelijker en sneller
Sinds kort kunnen ondernemers makkelijker en sneller de juiste combinaties van gestapelde financieringsvormen vinden. ABN AMRO is hiervoor een samenwerking aangegaan met NEOS Business Finance. NEOS is een alternatieve aanbieder van MKB (groei-)financiering gefund door professionele beleggers.
Via deze samenwerking kan ABN AMRO als eerste bank in Nederland ondernemers direct in contact brengen met een andere financieringspartij wanneer gestapeld financieren mogelijkheden biedt. Hierdoor hoeft een ondernemer niet zelf op zoek te gaan naar een derde partij. In aanmerking komen ondernemers met een kredietvraag vanaf 1 miljoen euro.
Voor MKB-ondernemers is het niet altijd even eenvoudig om de juiste partijen te vinden in het huidige financieringslandschap. Deze samenwerking biedt mogelijkheden voor bedrijven die baat hebben bij financiering door meer dan één partij. Bijvoorbeeld bedrijven die groeifinanciering zoeken en ondanks een relatief beperkt eigen vermogen toch een gezond perspectief kunnen laten zien. In de komende periode zal ABN AMRO op zoek gaan naar meerdere partijen waarmee zij ondernemers gestapeld financieren kan aanbieden.
Via deze samenwerking kan ABN AMRO als eerste bank in Nederland ondernemers direct in contact brengen met een andere financieringspartij wanneer gestapeld financieren mogelijkheden biedt. Hierdoor hoeft een ondernemer niet zelf op zoek te gaan naar een derde partij. In aanmerking komen ondernemers met een kredietvraag vanaf 1 miljoen euro.
Voor MKB-ondernemers is het niet altijd even eenvoudig om de juiste partijen te vinden in het huidige financieringslandschap. Deze samenwerking biedt mogelijkheden voor bedrijven die baat hebben bij financiering door meer dan één partij. Bijvoorbeeld bedrijven die groeifinanciering zoeken en ondanks een relatief beperkt eigen vermogen toch een gezond perspectief kunnen laten zien. In de komende periode zal ABN AMRO op zoek gaan naar meerdere partijen waarmee zij ondernemers gestapeld financieren kan aanbieden.
Groen licht voor ‘maatschappelijke bank’
"Er gaat een instelling komen waar maatschappelijke initiatieven geld kunnen lenen! Alle signalen staan op groen," aldus Ties de Ruijter, directeur van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA). Hij is zeer verheugd dat er een nieuwe instelling opgericht gaat worden waar onder maatschappelijke voorwaarden geld geleend kan worden. "Iedereen ziet het nut en de noodzaak van een maatschappelijke bank. Het is niet meer de vraag óf zo'n instelling er komt, maar hóe en wanneer."
Minister Plasterk (BZK) heeft de Tweede Kamer gemeld dat hij een verkenning doet naar de 'maatschappelijke bank', de bank waar maatschappelijke initiatieven geld kunnen lenen. Deze bank zou naar Engels voorbeeld onder meer gevuld kunnen worden door zogeheten 'slapende tegoeden'. Dit zijn tegoeden bij banken waarvan geen rechtmatige eigenaar meer bekend is, bijvoorbeeld omdat mensen zijn overleden en er geen nabestaanden bekend zijn.
Het LSA pleit al jaren voor een maatschappelijke bank, maatschappelijke ondernemingen (zoals BewonersBedrijven) hebben een dergelijke bank nodig hebben om (verder) te groeien. Er wordt onderkend dat de maatschappelijke meerwaarde van dergelijke niet op winst gerichte sociale ondernemingen hoog is, maar het blijft voor deze sociale ondernemingen zeer moeilijk om aan start- en investeringskapitaal te komen.
Geert Walgemoed, voorzitter BewonersBedrijf Berflo Es, Hengelo. "Aan een BewonersBedrijf worden precies dezelfde eisen gesteld als aan elke andere startende onderneming die voor financiering aanklopt bij een bank. En daar wringt voor mij de schoen."
De vereniging van actieve bewoners is blij met de positieve houding van de minister en is nu in overleg met het ministerie over de oprichting van een instelling als een maatschappelijke bank. Deze overleggen verlopen zeer voorspoedig.
Minister Plasterk heeft de Tweede Kamer beloofd om in mei 2016 de bevindingen van zijn verkenning naar de maatschappelijke bank te delen.
Minister Plasterk (BZK) heeft de Tweede Kamer gemeld dat hij een verkenning doet naar de 'maatschappelijke bank', de bank waar maatschappelijke initiatieven geld kunnen lenen. Deze bank zou naar Engels voorbeeld onder meer gevuld kunnen worden door zogeheten 'slapende tegoeden'. Dit zijn tegoeden bij banken waarvan geen rechtmatige eigenaar meer bekend is, bijvoorbeeld omdat mensen zijn overleden en er geen nabestaanden bekend zijn.
Het LSA pleit al jaren voor een maatschappelijke bank, maatschappelijke ondernemingen (zoals BewonersBedrijven) hebben een dergelijke bank nodig hebben om (verder) te groeien. Er wordt onderkend dat de maatschappelijke meerwaarde van dergelijke niet op winst gerichte sociale ondernemingen hoog is, maar het blijft voor deze sociale ondernemingen zeer moeilijk om aan start- en investeringskapitaal te komen.
Geert Walgemoed, voorzitter BewonersBedrijf Berflo Es, Hengelo. "Aan een BewonersBedrijf worden precies dezelfde eisen gesteld als aan elke andere startende onderneming die voor financiering aanklopt bij een bank. En daar wringt voor mij de schoen."
De vereniging van actieve bewoners is blij met de positieve houding van de minister en is nu in overleg met het ministerie over de oprichting van een instelling als een maatschappelijke bank. Deze overleggen verlopen zeer voorspoedig.
Minister Plasterk heeft de Tweede Kamer beloofd om in mei 2016 de bevindingen van zijn verkenning naar de maatschappelijke bank te delen.
Rabobank biedt nu ook zakelijk Digitaal Incassomachtigen
De Rabobank biedt sinds kort ook haar zakelijke klanten Digitaal Incassomachtigen. Daarmee kunnen nu, naast consumenten, ook bedrijven online een eenmalige of doorlopende machtiging tot incasso afgeven via internetbankieren. Een handtekening op papier is dan niet meer nodig. De schermen zijn gebaseerd op iDEAL. Ook zakelijke klanten kunnen zo snel, veilig en gemakkelijk hun incassomachtigingen regelen.
Iedereen die online, via desktop, laptop, tablet of mobiel een overeenkomst aangaat die met incasso wordt betaald, kan gebruik maken van de nieuwe service. De voordelen van incasso, zoals achteraf betalen op een afgesproken moment of periodiek betalen kunnen daardoor beter online worden benut.
Het gebruik van digitaal incassomachtigen biedt ondernemingen niet alleen gemak, maar ook zekerheid. Fred van Pouderoijen, manager Zakelijk Betalen bij de Rabobank: "Voorheen was het regelen van een business-to-business machtiging een zeer tijdrovend proces omdat een machtiging nog apart bij de bank geregistreerd moest worden. Met één digitale handeling is dat straks een fluitje van een cent. Het bedrijf ontvangt direct een geldige internetmachtiging en hoeft niet meer te wachten op een getekende of gescande machtiging en een juiste registratie door hun klant. Bovendien is het opgeven van foutieve rekeningnummers verleden tijd. Het rekeningnummer wordt immers direct bij het opgeven van de machtiging al gecontroleerd."
Iedereen die online, via desktop, laptop, tablet of mobiel een overeenkomst aangaat die met incasso wordt betaald, kan gebruik maken van de nieuwe service. De voordelen van incasso, zoals achteraf betalen op een afgesproken moment of periodiek betalen kunnen daardoor beter online worden benut.
Het gebruik van digitaal incassomachtigen biedt ondernemingen niet alleen gemak, maar ook zekerheid. Fred van Pouderoijen, manager Zakelijk Betalen bij de Rabobank: "Voorheen was het regelen van een business-to-business machtiging een zeer tijdrovend proces omdat een machtiging nog apart bij de bank geregistreerd moest worden. Met één digitale handeling is dat straks een fluitje van een cent. Het bedrijf ontvangt direct een geldige internetmachtiging en hoeft niet meer te wachten op een getekende of gescande machtiging en een juiste registratie door hun klant. Bovendien is het opgeven van foutieve rekeningnummers verleden tijd. Het rekeningnummer wordt immers direct bij het opgeven van de machtiging al gecontroleerd."
dinsdag 19 januari 2016
Mobiel betalen met NFC SIM-kaart van KPN
KPN gaat samen met de Rabobank contactloos mobiel betalen mogelijk maken voor Rabobank klanten met een KPN-abonnement. Vanaf dit voorjaar kunnen deze klanten hun Rabobank betaalpas opslaan op de nieuwe NFC SIM-kaart van KPN en daarmee met de Rabo Wallet op een veilige manier, snel en eenvoudig aan de kassa mobiel betalen.
Mobiel betalen met de Rabo Wallet was al mogelijk met een beperkt aantal Samsung smartphones. Met de nieuwe NFC SIM-kaart van KPN wordt mobiel betalen mogelijk voor Rabobank klanten die in het bezit zijn van een NFC geschikte smartphone (met een Android besturingssysteem vanaf versie 4.4) en een mobiel abonnement van KPN. Het merk van de smartphone speelt daarbij een ondergeschikte rol. Hierdoor wordt het voor Rabobank mogelijk deze veilige en eenvoudige mobiele betaaldienst aan een fors grotere groep klanten aan te bieden.
Alle nieuwe mobiele KPN klanten krijgen vanaf 1 januari deze nieuwe NFC SIM-kaart, die het mogelijk maakt tientallen denkbare betaal-, toegangs- en identificatietoepassingen veilig op de SIM-kaart op te slaan. Bestaande klanten van KPN ontvangen de NFC SIM-kaart op aanvraag of bij een reguliere SIM-kaart vervanging. De NFC SIM-kaart wordt vanaf 1 februari ook aan nieuwe en bestaande mobiele Telfort en Simyo klanten geleverd. Ook deze klanten zullen in de loop van 2016 het gemak van mobiel betalen met de Rabo Wallet kunnen ervaren. De NFC SIM-kaart is vooralsnog niet beschikbaar voor klanten met een prepaid SIM-kaart.
Mobiel betalen met de Rabo Wallet was al mogelijk met een beperkt aantal Samsung smartphones. Met de nieuwe NFC SIM-kaart van KPN wordt mobiel betalen mogelijk voor Rabobank klanten die in het bezit zijn van een NFC geschikte smartphone (met een Android besturingssysteem vanaf versie 4.4) en een mobiel abonnement van KPN. Het merk van de smartphone speelt daarbij een ondergeschikte rol. Hierdoor wordt het voor Rabobank mogelijk deze veilige en eenvoudige mobiele betaaldienst aan een fors grotere groep klanten aan te bieden.
Alle nieuwe mobiele KPN klanten krijgen vanaf 1 januari deze nieuwe NFC SIM-kaart, die het mogelijk maakt tientallen denkbare betaal-, toegangs- en identificatietoepassingen veilig op de SIM-kaart op te slaan. Bestaande klanten van KPN ontvangen de NFC SIM-kaart op aanvraag of bij een reguliere SIM-kaart vervanging. De NFC SIM-kaart wordt vanaf 1 februari ook aan nieuwe en bestaande mobiele Telfort en Simyo klanten geleverd. Ook deze klanten zullen in de loop van 2016 het gemak van mobiel betalen met de Rabo Wallet kunnen ervaren. De NFC SIM-kaart is vooralsnog niet beschikbaar voor klanten met een prepaid SIM-kaart.
Allianz neemt zakelijke schadeportefeuille Aegon over
Allianz neemt de zakelijke schadeportefeuille van Aegon over. Hieronder vallen de actieve zakelijke portefeuille met een premievolume van circa 90 miljoen euro en twee run–off portefeuilles. Dit zijn de volmacht- en co-assurantie run-off-portefeuilles. Allianz ziet zijn marktaandeel door deze overname stijgen van 4,4 naar 5,0 procent. Rond de 70 medewerkers die deze portefeuilles in beheer hebben, maken de overstap naar Allianz.
Allianz heeft eind 2012 zijn aanwezigheid in de Benelux versterkt door Allianz Belgium, Allianz Luxembourg en Allianz Nederland samen te brengen in Allianz Benelux. Door deze integratie is er meer ruimte gekomen voor gezamenlijke investeringen in de door Allianz als aantrekkelijk bestempelde Benelux-markten. De 4e markt qua omvang in Europa.
De overname van deze portefeuilles past naadloos in de strategische koers in de Benelux en versterkt de positie van Allianz in de zakelijke markt in Nederland aanzienlijk. Klanten en adviseurs hechten veel waarde aan continuïteit. Dat biedt Allianz hen.
In totaal neemt Allianz ruim 60.000 zakelijke schadeklanten van Aegon over. Alles wordt in het werk gesteld om de impact van de overname voor betrokken klanten en adviseurs zo beperkt mogelijk te houden. De betrokken Aegon-medewerkers spelen hierbij een belangrijke rol. Met hun overstap naar Allianz wordt gezorgd voor behoud van de kwaliteit van dienstverlening, continuering van persoonlijke contacten en borging van dossierkennis.
Allianz heeft eind 2012 zijn aanwezigheid in de Benelux versterkt door Allianz Belgium, Allianz Luxembourg en Allianz Nederland samen te brengen in Allianz Benelux. Door deze integratie is er meer ruimte gekomen voor gezamenlijke investeringen in de door Allianz als aantrekkelijk bestempelde Benelux-markten. De 4e markt qua omvang in Europa.
De overname van deze portefeuilles past naadloos in de strategische koers in de Benelux en versterkt de positie van Allianz in de zakelijke markt in Nederland aanzienlijk. Klanten en adviseurs hechten veel waarde aan continuïteit. Dat biedt Allianz hen.
In totaal neemt Allianz ruim 60.000 zakelijke schadeklanten van Aegon over. Alles wordt in het werk gesteld om de impact van de overname voor betrokken klanten en adviseurs zo beperkt mogelijk te houden. De betrokken Aegon-medewerkers spelen hierbij een belangrijke rol. Met hun overstap naar Allianz wordt gezorgd voor behoud van de kwaliteit van dienstverlening, continuering van persoonlijke contacten en borging van dossierkennis.
Verzekeraars houden massaal dagwaarde geheim
Ruim 81 procent van de inboedel- en reisverzekeraars houdt strikt geheim hoe zij bij schade dagwaardes berekenen. Een consument weet daardoor niet wat hij koopt als hij een verzekering sluit en kan zo voor honderden euro's gedupeerd worden. Dat blijkt uit onderzoek van financieel consumentenplatform wegwijs.nl. Volgens de AFM zijn verzekeraars bij wet verplicht alle relevante informatie over vergoedingen te vermelden. Bij de reis- en inboedelverzekering gebeurt dit echter zelden.
De dagwaarde is de nieuwwaarde van een product, waar een bepaald percentage van wordt afgetrokken voor slijtage en veroudering. Hoe snel die afschrijving plaatsvindt, verschilt echter per verzekeringsmaat-schappij. Je kunt bij de ene verzekeraar voor bijvoorbeeld een gestolen laptop of telefoon dus veel meer vergoed krijgen dan bij een andere verzekeraar, zonder dat ooit te weten. Slechts een enkele verzekeraar geeft consumenten openheid over hun afschrijvingstermijnen.
De waardering die grote vergelijkingswebsites aan verzekeringen geven, is zodoende op weinig gebaseerd. Een lage premie, ruime dekking en goede service zijn belangrijk, maar uiteindelijk draait een verzekering om geld; krijg je voldoende uitgekeerd als je werkelijk schade hebt?
Onterecht wordt zelfs vaak een hoge waardering gegeven aan verzekeringen met hoge verzekerde bedragen. Die informatie is echter van weinig waarde als je de afschrijving niet kent. In de praktijk kan een lager verzekerd bedrag met gunstigere berekening van de dagwaarde voordeliger zijn dan een hoog bedrag met ongunstige berekening van de dagwaarde.
Een voorbeeld. Je iPhone (2 jaar oud, huidige nieuwwaarde 400 euro) wordt in de metro in Barcelona gestolen. Bij verzekeraar A (maximale vergoeding 350 euro, afschrijving in 5 jaar) krijg je 280 euro vergoed. Bij verzekeraar B (maximale vergoeding 500 euro, afschrijving in 3 jaar) krijg je 133 euro vergoed. De tweede verzekeraar vergoedt dus fors minder (147 euro verschil) ondanks de hogere maximale vergoeding.
Volgens de AFM zijn verzekeraars wettelijk verplicht tot het verstrekken van alle relevante informatie aan consumenten. De snelheid waarmee auto's afgeschreven worden is een expliciet relevant kenmerk van de autoverzekering. "Voor de inboedel- en reisverzekering is de hoogte van de uitkering bij schade als relevant kenmerk niet anders," zegt AFM-woordvoerder Nicole Reijnen.
Tot enige jaren geleden hanteerden verzekeraars nog allemaal soortgelijke afschrijvingslijsten, maar dat is uit mededingingsoogpunt niet langer toegestaan. De maatschappijen stellen daarom hun eigen lijsten samen. Het Verbond van Verzekeraars vindt dat verzekeraars zo transparant mogelijk moeten zijn, maar benadrukt dat hun leden vrij zijn om hun eigen beleid te bepalen.
Financieel consumentenplatform Wegwijs adviseert om door een onafhankelijk instituut minimumtermij-nen vast te laten stellen. Verzekeraars zou het vervolgens vrij staan om in het voordeel van de klant van deze lijst af te wijken. Consumenten weten zo waar ze aan toe zijn en verzekeraars zijn in staat om zich door middel van gunstige regelingen van elkaar te onderscheiden.
Lees het volledige rapport van Wegwijs.nl met rekenvoorbeelden, reacties en een volledig overzicht van verzekeraars op wegwijs.nl/dagwaarde.
De dagwaarde is de nieuwwaarde van een product, waar een bepaald percentage van wordt afgetrokken voor slijtage en veroudering. Hoe snel die afschrijving plaatsvindt, verschilt echter per verzekeringsmaat-schappij. Je kunt bij de ene verzekeraar voor bijvoorbeeld een gestolen laptop of telefoon dus veel meer vergoed krijgen dan bij een andere verzekeraar, zonder dat ooit te weten. Slechts een enkele verzekeraar geeft consumenten openheid over hun afschrijvingstermijnen.
De waardering die grote vergelijkingswebsites aan verzekeringen geven, is zodoende op weinig gebaseerd. Een lage premie, ruime dekking en goede service zijn belangrijk, maar uiteindelijk draait een verzekering om geld; krijg je voldoende uitgekeerd als je werkelijk schade hebt?
Onterecht wordt zelfs vaak een hoge waardering gegeven aan verzekeringen met hoge verzekerde bedragen. Die informatie is echter van weinig waarde als je de afschrijving niet kent. In de praktijk kan een lager verzekerd bedrag met gunstigere berekening van de dagwaarde voordeliger zijn dan een hoog bedrag met ongunstige berekening van de dagwaarde.
Een voorbeeld. Je iPhone (2 jaar oud, huidige nieuwwaarde 400 euro) wordt in de metro in Barcelona gestolen. Bij verzekeraar A (maximale vergoeding 350 euro, afschrijving in 5 jaar) krijg je 280 euro vergoed. Bij verzekeraar B (maximale vergoeding 500 euro, afschrijving in 3 jaar) krijg je 133 euro vergoed. De tweede verzekeraar vergoedt dus fors minder (147 euro verschil) ondanks de hogere maximale vergoeding.
Volgens de AFM zijn verzekeraars wettelijk verplicht tot het verstrekken van alle relevante informatie aan consumenten. De snelheid waarmee auto's afgeschreven worden is een expliciet relevant kenmerk van de autoverzekering. "Voor de inboedel- en reisverzekering is de hoogte van de uitkering bij schade als relevant kenmerk niet anders," zegt AFM-woordvoerder Nicole Reijnen.
Tot enige jaren geleden hanteerden verzekeraars nog allemaal soortgelijke afschrijvingslijsten, maar dat is uit mededingingsoogpunt niet langer toegestaan. De maatschappijen stellen daarom hun eigen lijsten samen. Het Verbond van Verzekeraars vindt dat verzekeraars zo transparant mogelijk moeten zijn, maar benadrukt dat hun leden vrij zijn om hun eigen beleid te bepalen.
Financieel consumentenplatform Wegwijs adviseert om door een onafhankelijk instituut minimumtermij-nen vast te laten stellen. Verzekeraars zou het vervolgens vrij staan om in het voordeel van de klant van deze lijst af te wijken. Consumenten weten zo waar ze aan toe zijn en verzekeraars zijn in staat om zich door middel van gunstige regelingen van elkaar te onderscheiden.
Lees het volledige rapport van Wegwijs.nl met rekenvoorbeelden, reacties en een volledig overzicht van verzekeraars op wegwijs.nl/dagwaarde.
Allianz lanceert online pensioenatlas
Wereldwijd veranderen pensioenvoorzieningen continu. Allianz introduceert daarom de Allianz Global Pension Atlas. Deze interactieve tool brengt pensioensystemen over de hele wereld in kaart. Daarnaast geeft de tool inzicht in de financiële duurzaamheid van pensioenstelsels en de mate waarin pensioenen in een adequaat pensioeninkomen kunnen voorzien. Volgens Allianz is de pensioenatlas onmisbaar in deze tijd waarin steeds meer gediscussiëerd wordt over de houdbaarheid van pensioenstelsels.
De Global Pension Atlas is een initiatief van International Pensions en bundelt alle onderzoeken en deskundigheid van Allianz over pensioenen. Het idee achter de pensioenatlas is om kennis te delen over pensioenproblemen en -successen in andere landen. Met deze tool is Allianz behulpzaam aan overheden en internationale ondernemingen.
De pensioenatlas houdt ook rekening met de Pension Sustainability Index van Allianz. Die analyseert de situatie van pensioensystemen overal ter wereld en weerspiegelt de houdbaarheid van een pensioenstelsel op lange termijn. Gebruikers zien bijvoorbeeld in één oogopslag hoe het wereldwijd gesteld is met demografische ontwikkelingen en overheidsfinanciën. Nederland staat op de vijfde plaats in de Pension Sustainability Index, waarbij vijftig landen zijn beoordeeld op houdbaarheid van het pensioenstelsel.
Uit de atlas valt af te lezen dat Nederland een koppositie inneemt als het gaat om de combinatie van de Retirement Income Adequacy Indicator en de Pension Sustainability Index. “Deze hoge positie wordt veroorzaakt door de goede balans tussen overheids- en beroepspensioen: het Nederlandse pensioenstelsel is gebouwd op evenwichtige pijlers van overheidspensioen, beroepspensioen en lijfrentes. Dit betekent dat het Nederlandse stelsel bestand is tegen een toenemende levensverwachting en groeiende druk op overheidsfinanciën, en tegelijkertijd een adequaat pensioen kan leveren,” aldus Boeve.
Beeldmateriaal
De Global Pension Atlas is een initiatief van International Pensions en bundelt alle onderzoeken en deskundigheid van Allianz over pensioenen. Het idee achter de pensioenatlas is om kennis te delen over pensioenproblemen en -successen in andere landen. Met deze tool is Allianz behulpzaam aan overheden en internationale ondernemingen.
De pensioenatlas houdt ook rekening met de Pension Sustainability Index van Allianz. Die analyseert de situatie van pensioensystemen overal ter wereld en weerspiegelt de houdbaarheid van een pensioenstelsel op lange termijn. Gebruikers zien bijvoorbeeld in één oogopslag hoe het wereldwijd gesteld is met demografische ontwikkelingen en overheidsfinanciën. Nederland staat op de vijfde plaats in de Pension Sustainability Index, waarbij vijftig landen zijn beoordeeld op houdbaarheid van het pensioenstelsel.
Uit de atlas valt af te lezen dat Nederland een koppositie inneemt als het gaat om de combinatie van de Retirement Income Adequacy Indicator en de Pension Sustainability Index. “Deze hoge positie wordt veroorzaakt door de goede balans tussen overheids- en beroepspensioen: het Nederlandse pensioenstelsel is gebouwd op evenwichtige pijlers van overheidspensioen, beroepspensioen en lijfrentes. Dit betekent dat het Nederlandse stelsel bestand is tegen een toenemende levensverwachting en groeiende druk op overheidsfinanciën, en tegelijkertijd een adequaat pensioen kan leveren,” aldus Boeve.
Beeldmateriaal
Annerie Vreugdenhil benoemd tot Global Head of Real Estate Finance bij ING
ING heeft Annerie Vreugdenhil benoemd tot Global Head of Real Estate Finance. Zij volgt per 15 februari John Boyles op, die Global Head of Disintermediation and Asset Securitisation bij ING wordt.
Vreugdenhil, die sinds 1992 bij ING werkt, gaat zich in haar nieuwe rol richten op zakelijke klanten in de vastgoedsector binnen de internationale divisie Commercial Banking.
De afgelopen jaren heeft Annerie Vreugdenhil zich in verschillende managementfuncties toegelegd op het onderhouden en uitbreiden van het netwerk van zakelijke klanten van ING in Nederland. Van 2006 tot 2010 was ze Hoofd Corporate Clients van ING Commercial Banking in Nederland. Sinds 2010 is Vreugdenhil Directeur Zakelijk en Hoofd Commercial Banking Nederland en tevens lid van de directie van ING Nederland.
maandag 18 januari 2016
Stuur nooit je bankpas op
Sinds april vorig jaar groeit het aantal meldingen over een nieuwe vorm van phishing waarmee inmiddels al bijna twee miljoen euro is buitgemaakt.
Criminelen zijn steeds op zoek naar nieuwe manieren om geld buit te maken. Dit keer is de vernieuwing van de bankpassen voor het ‘contactloos’ betalen aanleiding voor een nieuwe vorm van phishing. Harmen, specialist bij de Electronic Crimes Task Force, een samenwerkingsverband tussen politie en banken, legt uit hoe het werkt: ‘Je krijgt een valse email, zogenaamd van de bank, dat je een nieuwe bankpas moet aanvragen. Via een link in de mail kom je terecht op een phishing site die heel erg lijkt op de website van internetbankieren. Daar kun je een nieuwe pas aanvragen en wordt gevraagd of je je huidige pincode wilt behouden. En zo ja, volgt de vraag of je die pincode kunt invoeren.’ Juist omdat de website zo professioneel oogt en werkt, en zoveel gelijkenis toont met de originele site, trappen mensen erin’, aldus Harmen.
Met de pincode alleen zijn de fraudeurs er nog niet. Daarom wordt gevraagd of de klant, in verband met recycling, de bankpas wil opsturen naar een inleverpunt (bijvoorbeeld WeCycle of Retourpunt). Dat zijn zorgvuldig uitgekozen adressen met een brievenbus waar de fraudeurs de enveloppen makkelijk uit kunnen vissen, vaak brievenbussen van willekeurige burgers. Met de bankpas en de online opgegeven pincode kunnen de criminelen vervolgens de bankrekening plunderen. Vaak wordt eerst nog de opnamelimiet verhoogd. De afgelopen maanden heeft deze vorm van fraude al meer dan 600 slachtoffers opgeleverd. De schade is opgelopen tot bijna twee miljoen euro.
De methode wordt door de criminelen steeds verder geperfectioneerd, stelt Harmen: ‘Het begon met reguliere phishingmails en sites, nu zien we ook sms phishing, malware en de ouderwetse manier met papieren brieven en een retourenvelop voor de pas. Alles wordt uit de kast gehaald om maar in het bezit van die felbegeerde bankpassen te komen’ .
Ondanks de aanhoudingen die geregeld worden verricht, de waarschuwingen die door de banken worden gegeven op internetbankieren en de aandacht in onder andere het programma Opgelicht blijft de fraude onverminderd doorgaan. De gezamenlijke banken hebben de Nederlandse Betaalvereniging gevraagd om in haar nieuwe campagne aandacht te besteden aan deze vorm van fraude. In tv-spotjes die sinds deze week op televisie te zien zijn, wordt de boodschap meegegeven: Stuur nooit uw bankpas via de post!
Criminelen zijn steeds op zoek naar nieuwe manieren om geld buit te maken. Dit keer is de vernieuwing van de bankpassen voor het ‘contactloos’ betalen aanleiding voor een nieuwe vorm van phishing. Harmen, specialist bij de Electronic Crimes Task Force, een samenwerkingsverband tussen politie en banken, legt uit hoe het werkt: ‘Je krijgt een valse email, zogenaamd van de bank, dat je een nieuwe bankpas moet aanvragen. Via een link in de mail kom je terecht op een phishing site die heel erg lijkt op de website van internetbankieren. Daar kun je een nieuwe pas aanvragen en wordt gevraagd of je je huidige pincode wilt behouden. En zo ja, volgt de vraag of je die pincode kunt invoeren.’ Juist omdat de website zo professioneel oogt en werkt, en zoveel gelijkenis toont met de originele site, trappen mensen erin’, aldus Harmen.
Met de pincode alleen zijn de fraudeurs er nog niet. Daarom wordt gevraagd of de klant, in verband met recycling, de bankpas wil opsturen naar een inleverpunt (bijvoorbeeld WeCycle of Retourpunt). Dat zijn zorgvuldig uitgekozen adressen met een brievenbus waar de fraudeurs de enveloppen makkelijk uit kunnen vissen, vaak brievenbussen van willekeurige burgers. Met de bankpas en de online opgegeven pincode kunnen de criminelen vervolgens de bankrekening plunderen. Vaak wordt eerst nog de opnamelimiet verhoogd. De afgelopen maanden heeft deze vorm van fraude al meer dan 600 slachtoffers opgeleverd. De schade is opgelopen tot bijna twee miljoen euro.
De methode wordt door de criminelen steeds verder geperfectioneerd, stelt Harmen: ‘Het begon met reguliere phishingmails en sites, nu zien we ook sms phishing, malware en de ouderwetse manier met papieren brieven en een retourenvelop voor de pas. Alles wordt uit de kast gehaald om maar in het bezit van die felbegeerde bankpassen te komen’ .
Ondanks de aanhoudingen die geregeld worden verricht, de waarschuwingen die door de banken worden gegeven op internetbankieren en de aandacht in onder andere het programma Opgelicht blijft de fraude onverminderd doorgaan. De gezamenlijke banken hebben de Nederlandse Betaalvereniging gevraagd om in haar nieuwe campagne aandacht te besteden aan deze vorm van fraude. In tv-spotjes die sinds deze week op televisie te zien zijn, wordt de boodschap meegegeven: Stuur nooit uw bankpas via de post!
Kansen voor beleggen in Peer-2-Peer-Platforms voorlopig alleen in VS en VK
Wie serieus in MarketPlace Lending wil beleggen op een professioneel niveau, moet voorlopig in de VS en het Verenigd Koninkrijk zijn. China staat internationaal op een derde plaats. Het vasteland van Europa blijft achter door verdeeldheid in regelgeving en er zijn te weinig leningen om interessant te zijn voor grote professionele beleggers.
Dit zijn de belangrijkste conclusies van een onderzoek van HJCO Capital Partners uit Rotterdam.
MPL is een sterk opkomende financiële industrie. Het heeft een belangrijke potentiële markt en zal naar verwachting groeien als een sterke concurrent van traditionele financiële instellingen, met name op de drie belangrijkste markten: het VK, de VS en China.
De meest financieringsplatforms waarin je kunt beleggen, delen gemeenschappelijke kenmerken: ze zijn zeer transparant, goed georganiseerd en beheerd, en hebben een sterke financiële basis. Leners zijn goed geprofileerd en risicomodellen zijn sterk ontwikkeld en voortdurend verbeterd als gevolg van meer beschikbare gegevens.
De regelgeving is ook een belangrijke factor voor beleggers. Europa is het nog niet eens over een uniforme aanpak en China is nog steeds niet transparant genoeg voor beleggers.
Dit zijn de belangrijkste conclusies van een onderzoek van HJCO Capital Partners uit Rotterdam.
MPL is een sterk opkomende financiële industrie. Het heeft een belangrijke potentiële markt en zal naar verwachting groeien als een sterke concurrent van traditionele financiële instellingen, met name op de drie belangrijkste markten: het VK, de VS en China.
De meest financieringsplatforms waarin je kunt beleggen, delen gemeenschappelijke kenmerken: ze zijn zeer transparant, goed georganiseerd en beheerd, en hebben een sterke financiële basis. Leners zijn goed geprofileerd en risicomodellen zijn sterk ontwikkeld en voortdurend verbeterd als gevolg van meer beschikbare gegevens.
De regelgeving is ook een belangrijke factor voor beleggers. Europa is het nog niet eens over een uniforme aanpak en China is nog steeds niet transparant genoeg voor beleggers.
62 rijksten bezitten evenveel als armste helft wereldbevolking
62 mensen bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking -5 jaar geleden stond deze teller op 388 - volgens het nieuwe Oxfam Novib-rapport dat vandaag gepubliceerd wordt, aan de vooravond van het jaarlijkse World Economic Forum van de internationale economische en politieke elite in het Zwitserse Davos.
Het Oxfam Novib rapport An Economy for the 1%, toont aan dat het vermogen van de armste helft van de wereldbevolking - ongeveer 3,6 miljard mensen - sinds 2010 met 3000 miljard US Dollar afgenomen is. Deze daling van 41% vond plaats ondanks het feit dat de wereldbevolking in die periode met ongeveer 400 miljoen mensen is toegenomen. Intussen is het vermogen van de rijkste 62 mensen met meer dan 500 miljard US dollar gegroeid naar 1760 miljard US dollar.
Hoewel wereldleiders steeds meer spreken over de noodzaak om deze ongelijkheid aan te pakken, is het gat tussen de rijksten en de rest van de wereld de afgelopen 12 maanden spectaculair gegroeid. De voorspelling van Oxfam Novib in 2015, vooraf aan vorige bijeenkomst in Davos dat 1% op korte termijn meer zal bezitten dan de rest van ons, kwam al vorig jaar uit en niet in 2016 zoals verwacht.
Farah Karimi, algemeen directeur Oxfam Novib: 'Het is een schande dat armoede in stand wordt gehouden terwijl extreme ongelijkheid blijft toenemen. Een belangrijke oorzaak is het perverse belastinggedrag van extreem rijke mensen en internationale bedrijven. Regeringsleiders moeten politieke moed tonen en een einde maken aan de kwalijke rol van belastingparadijzen. Ook via Nederland kunnen bedrijven op grote schaal belasting ontwijken. Nederland moet met andere landen samenwerken en een einde maken aan belastingparadijzen. Dat levert essentiële belastinginkomsten op die nodig zijn om armoede en ongelijkheid te bestrijden.'
Naar schatting 7600 miljard US dollar aan privé vermogens is ondergebracht in belastingparadijzen - een twaalfde van alle particuliere vermogens. Indien deze vermogens niet meer verborgen blijven voor belastingdiensten, komt er elk jaar $190 miljard extra beschikbaar voor regeringen.
Geschat wordt dat zo'n 30 procent van al het Afrikaans vermogen in belastingparadijzen ondergebracht is. Dat scheelt elk jaar circa $14 miljard dollar aan belastingopbrengsten. Als dit extra budget gunstig verdeeld wordt over verschillende landen, kunnen daarmee jaarlijks 4 miljoen kinderlevens worden gered en voldoende leraren worden aangenomen zodat ieder Afrikaans kind naar school kan.
Negen van de tien World Economic Forum bedrijfspartners in Davos zijn actief in minstens één belastingparadijs en geschat wordt dat belastingontwijking door multinationals ontwikkelingslanden jaarlijks minstens $100 miljard kost. Bedrijfsinvesteringen in belastingparadijzen zijn tussen 2000 en 2014 bijna verviervoudigd.
'Het is van cruciaal belang dat het voor regeringen mogelijk wordt om verschuldigde belastingen te innen van bedrijven en individuen, anders zal de nieuwe belofte van wereldleiders van september vorig jaar, namelijk het uitbannen van extreme armoede in 2030, nooit gehaald worden,' aldus Karimi.
Hoewel het aantal mensen dat in extreme armoede leeft tussen 1990 en 2010 gehalveerd is, is het gemiddelde jaarinkomen van de armste 10 procent sinds 1990 nauwelijks gestegen. Over de afgelopen kwart eeuw bedroeg de totale stijging van hun jaarinkomen minder dan 75 dollar. Als de economische ongelijkheid binnen landen tussen 1990 en 2010 niet toegenomen was, dan zouden er nog eens 200 miljoen mensen aan de armoede ontsnapt zijn.
Uit het nieuwe Oxfam Novib rapport komen ook andere belangrijke trends achter de steeds groter wordende economische ongelijkheid naar voren: het dalende aandeel van het nationaal inkomen dat naar werknemers gaat, dit geldt voor bijna alle rijke en arme landen. En het groeiende gat tussen de salarissen aan de top en die van onderkant van de arbeidsmarkt. Het merendeel van de laagstbetaalde arbeiders in de wereld is vrouw. Een andere trend is dat door grootschalige belastingontwijking overheidsbudgetten onder druk staan en op belangrijke onderdelen van publieke dienstverlening bezuinigd wordt. Overheden proberen dit op te vangen door het heffen of verhogen van indirecte belastingen, zoals BTW. Dit raakt vooral de laagstbetaalden.
Het Oxfam Novib rapport An Economy for the 1%, toont aan dat het vermogen van de armste helft van de wereldbevolking - ongeveer 3,6 miljard mensen - sinds 2010 met 3000 miljard US Dollar afgenomen is. Deze daling van 41% vond plaats ondanks het feit dat de wereldbevolking in die periode met ongeveer 400 miljoen mensen is toegenomen. Intussen is het vermogen van de rijkste 62 mensen met meer dan 500 miljard US dollar gegroeid naar 1760 miljard US dollar.
Hoewel wereldleiders steeds meer spreken over de noodzaak om deze ongelijkheid aan te pakken, is het gat tussen de rijksten en de rest van de wereld de afgelopen 12 maanden spectaculair gegroeid. De voorspelling van Oxfam Novib in 2015, vooraf aan vorige bijeenkomst in Davos dat 1% op korte termijn meer zal bezitten dan de rest van ons, kwam al vorig jaar uit en niet in 2016 zoals verwacht.
Farah Karimi, algemeen directeur Oxfam Novib: 'Het is een schande dat armoede in stand wordt gehouden terwijl extreme ongelijkheid blijft toenemen. Een belangrijke oorzaak is het perverse belastinggedrag van extreem rijke mensen en internationale bedrijven. Regeringsleiders moeten politieke moed tonen en een einde maken aan de kwalijke rol van belastingparadijzen. Ook via Nederland kunnen bedrijven op grote schaal belasting ontwijken. Nederland moet met andere landen samenwerken en een einde maken aan belastingparadijzen. Dat levert essentiële belastinginkomsten op die nodig zijn om armoede en ongelijkheid te bestrijden.'
Naar schatting 7600 miljard US dollar aan privé vermogens is ondergebracht in belastingparadijzen - een twaalfde van alle particuliere vermogens. Indien deze vermogens niet meer verborgen blijven voor belastingdiensten, komt er elk jaar $190 miljard extra beschikbaar voor regeringen.
Geschat wordt dat zo'n 30 procent van al het Afrikaans vermogen in belastingparadijzen ondergebracht is. Dat scheelt elk jaar circa $14 miljard dollar aan belastingopbrengsten. Als dit extra budget gunstig verdeeld wordt over verschillende landen, kunnen daarmee jaarlijks 4 miljoen kinderlevens worden gered en voldoende leraren worden aangenomen zodat ieder Afrikaans kind naar school kan.
Negen van de tien World Economic Forum bedrijfspartners in Davos zijn actief in minstens één belastingparadijs en geschat wordt dat belastingontwijking door multinationals ontwikkelingslanden jaarlijks minstens $100 miljard kost. Bedrijfsinvesteringen in belastingparadijzen zijn tussen 2000 en 2014 bijna verviervoudigd.
'Het is van cruciaal belang dat het voor regeringen mogelijk wordt om verschuldigde belastingen te innen van bedrijven en individuen, anders zal de nieuwe belofte van wereldleiders van september vorig jaar, namelijk het uitbannen van extreme armoede in 2030, nooit gehaald worden,' aldus Karimi.
Hoewel het aantal mensen dat in extreme armoede leeft tussen 1990 en 2010 gehalveerd is, is het gemiddelde jaarinkomen van de armste 10 procent sinds 1990 nauwelijks gestegen. Over de afgelopen kwart eeuw bedroeg de totale stijging van hun jaarinkomen minder dan 75 dollar. Als de economische ongelijkheid binnen landen tussen 1990 en 2010 niet toegenomen was, dan zouden er nog eens 200 miljoen mensen aan de armoede ontsnapt zijn.
Uit het nieuwe Oxfam Novib rapport komen ook andere belangrijke trends achter de steeds groter wordende economische ongelijkheid naar voren: het dalende aandeel van het nationaal inkomen dat naar werknemers gaat, dit geldt voor bijna alle rijke en arme landen. En het groeiende gat tussen de salarissen aan de top en die van onderkant van de arbeidsmarkt. Het merendeel van de laagstbetaalde arbeiders in de wereld is vrouw. Een andere trend is dat door grootschalige belastingontwijking overheidsbudgetten onder druk staan en op belangrijke onderdelen van publieke dienstverlening bezuinigd wordt. Overheden proberen dit op te vangen door het heffen of verhogen van indirecte belastingen, zoals BTW. Dit raakt vooral de laagstbetaalden.
vrijdag 15 januari 2016
Aanpak verzekeringsfraude meer 'streetwise'
De verzekeringsmarkt moet meer streetwise aan de slag met verzekeringsfraude. Dat stelt het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond in de visie ‘Toekomst in aanpak van verzekeringsfraude’. Directeur Leo De Boer: “Door zoveel mogelijk kennis over fraudes te verzamelen, kunnen we de denk- en handelswijze van een fraudeur beter doorgronden en voorspellen. Dat maakt de aanpak effectiever.”
Het CBV lanceerde de visie donderdag 7 januari vanwege de vele veranderingen die op de branche afkomen, of al zijn gekomen. De Boer: “De trend is dat fraude harder, georganiseerder en geraffineerder is geworden. Wat betreft technieken en creativiteit. Opzettelijke misleiding is teruggebracht tot één muisklik. Het antwoord daarop: meer streetwise werken, meer datagebruik en meer commitment daarbij van alle betrokken partijen.”
Volgens het CBV betekent dat in eerste instantie dat verzekeraars min of meer leren denken als een fraudeur. Met vergelijkbare scherpzinnigheid en assertiviteit te werk gaan. Daarnaast speelt bij die nieuwe aanpak data een grote rol. Niet alleen over manieren waarop fraude wordt gepleegd, maar ook over de fraudeurs zelf. En niet uit één bron, maar door meerdere bronnen met elkaar te combineren. Door meer en betere data bij elkaar te brengen, kunnen patronen worden gesignaleerd. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat een bedrijf dat fraude pleegt ten koste van een verzekeraar, gemiddeld met nog vier andere maatschappijen vergelijkbare zaken doet. Informatie over fraude delen – uiteraard met oog voor het privacy-aspect – dient dus de hele bedrijfstak.
Het CBV is bij deze aanpak de spin in het web. De Boer: “Het CBV vormt het centrale informatieknooppunt voor leden en stakeholders, verzamelt informatie en maakt fraude-analyses. Vervolgens draagt het centrum met zogeheten CBV-waarschuwingen over fraudetrends bij aan het terugdringen van verzekeringsfraude. Daarbij is blijvende inzet van de hele markt belangrijk. En goede samenwerking.” Verzekeraars trekken daarom onder meer op met politie, justitie en politiek, maar ook met stichtingen als stichting CIS en VbV om het net rond de verzekeringscrimineel te sluiten.
Het CBV lanceerde de visie donderdag 7 januari vanwege de vele veranderingen die op de branche afkomen, of al zijn gekomen. De Boer: “De trend is dat fraude harder, georganiseerder en geraffineerder is geworden. Wat betreft technieken en creativiteit. Opzettelijke misleiding is teruggebracht tot één muisklik. Het antwoord daarop: meer streetwise werken, meer datagebruik en meer commitment daarbij van alle betrokken partijen.”
Volgens het CBV betekent dat in eerste instantie dat verzekeraars min of meer leren denken als een fraudeur. Met vergelijkbare scherpzinnigheid en assertiviteit te werk gaan. Daarnaast speelt bij die nieuwe aanpak data een grote rol. Niet alleen over manieren waarop fraude wordt gepleegd, maar ook over de fraudeurs zelf. En niet uit één bron, maar door meerdere bronnen met elkaar te combineren. Door meer en betere data bij elkaar te brengen, kunnen patronen worden gesignaleerd. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat een bedrijf dat fraude pleegt ten koste van een verzekeraar, gemiddeld met nog vier andere maatschappijen vergelijkbare zaken doet. Informatie over fraude delen – uiteraard met oog voor het privacy-aspect – dient dus de hele bedrijfstak.
Het CBV is bij deze aanpak de spin in het web. De Boer: “Het CBV vormt het centrale informatieknooppunt voor leden en stakeholders, verzamelt informatie en maakt fraude-analyses. Vervolgens draagt het centrum met zogeheten CBV-waarschuwingen over fraudetrends bij aan het terugdringen van verzekeringsfraude. Daarbij is blijvende inzet van de hele markt belangrijk. En goede samenwerking.” Verzekeraars trekken daarom onder meer op met politie, justitie en politiek, maar ook met stichtingen als stichting CIS en VbV om het net rond de verzekeringscrimineel te sluiten.