In het kader van het onderhouden van de constructieve dialoog met de crowdfundingsector, heeft de AFM op 19 januari een bijeenkomst georganiseerd voor vertegenwoordigers van crowdfundingplatforms.
Het doel van de bijeenkomst was om in gesprek te gaan over de wijze van invulling van de voorschriften die in december 2015 zijn geïntroduceerd. De voorschriften gaan over de wijze van dienstverlening aan consumenten en de governance van de platforms. Wat betreft de dienstverlening gaan verhoogde investeringsgrenzen gelden die bijdragen aan de groei van de sector. Ook wordt een investeerderstoets ingevoerd.
De nieuwe regels treden uiterlijk per 1 april 2016 in werking voor alle crowdfundingplatforms met een vergunning of een ontheffing. Het betreft een pilot en de voorschriften worden op twee momenten geëvalueerd, in oktober 2016 en april 2017. De wijze van evaluatie komt mede in overleg met sector tot stand.
Op basis van de inbreng en het overleg tijdens de bijeenkomst op 19 januari, met het oog op de praktische uitvoerbaarheid en ter vermindering van onnodige administratieve lasten, heeft de AFM besloten om het voorschrift met betrekking tot de crowdfunding-investeerderstoets op drie onderdelen aan te passen.
Ten eerste hoeft volgens het aangepaste voorschrift pas een eerste investeerderstoets te worden afgenomen bij een investeringsbedrag boven 500 euro eerder gold dit voorschrift voor elke investering, ongeacht de hoogte van het bedrag.
Ten tweede zal het volgende moment waarop de toets moet worden afgenomen wanneer het totaal geïnvesteerde bedrag voor het eerst hoger is dan 5.000 euro een beperkter karakter hebben. Bij deze beperkte toets mag worden volstaan met het stellen van vermogensvragen en het wijzen op de risico’s die gepaard gaan met beleggen in crowdfunding. Het voorschrift ging eerder uit van een volledig nieuwe toets.
Deze beperkte toets geldt ten derde ook voor elke volgende 5.000 euro die wordt geïnvesteerd. In het eerder gecommuniceerde voorschrift was nog sprake van een herhaalde toets bij iedere volgende investering (ongeacht de hoogte van het bedrag).
Er is voor deze aanpassingen van het voorschrift gekozen omdat het herhaalde karakter van de investeerderstoets op voorhand als belemmerend wordt ervaren door de platforms voor investeerders die kleine bedragen spreiden over diverse projecten. Die investeerders zouden bij een herhaling bij iedere investering mogelijk afzien van spreiding, afzien van de investering of het waarschuwende en risicobeperkende karakter bagatelliseren. De AFM heeft een ondergrens van €500 geïntroduceerd om tegemoet te komen aan het maatschappelijk karakter van crowdfunding, waar investeerders op grond van verbondenheid met een project willen investeren. De sector heeft aangegeven dat het om een grote groep investeerders gaat die met relatief kleine bedragen in crowdfunding willen investeren.
Een ander punt dat ter sprake is geweest tijdens de bijeenkomst met de sector is het advies van de AFM om investeerders te wijzen op het maximaal te investeren percentage van 10% van het vrij belegbare vermogen. Dit percentage wordt als verantwoord beschouwd bij beleggen in alternatieve investeringen, zoals crowdfunding, waar extern toezicht in veel mindere mate aanwezig is.
Het is overigens de verantwoordelijkheid van de platforms, op basis van de antwoorden van de consument, zelf te bepalen wat de uitslag van de toets is en te oordelen of het verantwoord is voor de consument om te investeren (gezien zijn of haar kennis, ervaring en vrij belegbare vermogen). De AFM geeft de platforms bij deze oordeelsvorming om te investeren in crowdfunding een duidelijke richting mee ten aanzien van het verantwoord deel van het vrij belegbare vermogen, namelijk 10%. Het oordeel ten aanzien van de uitkomst is aan de platforms en de uitslag van de crowdfunding-investeerderstoets is niet bindend voor de consument.
De AFM publiceert de wijzigingen op korte termijn op haar website in het overzicht van de voorschriften voor de bedrijfsvoering van crowdfundingplatforms. Ook ontvangen alle platforms een individueel wijzigingsbesluit.
Het doel van de bijeenkomst was om in gesprek te gaan over de wijze van invulling van de voorschriften die in december 2015 zijn geïntroduceerd. De voorschriften gaan over de wijze van dienstverlening aan consumenten en de governance van de platforms. Wat betreft de dienstverlening gaan verhoogde investeringsgrenzen gelden die bijdragen aan de groei van de sector. Ook wordt een investeerderstoets ingevoerd.
De nieuwe regels treden uiterlijk per 1 april 2016 in werking voor alle crowdfundingplatforms met een vergunning of een ontheffing. Het betreft een pilot en de voorschriften worden op twee momenten geëvalueerd, in oktober 2016 en april 2017. De wijze van evaluatie komt mede in overleg met sector tot stand.
Op basis van de inbreng en het overleg tijdens de bijeenkomst op 19 januari, met het oog op de praktische uitvoerbaarheid en ter vermindering van onnodige administratieve lasten, heeft de AFM besloten om het voorschrift met betrekking tot de crowdfunding-investeerderstoets op drie onderdelen aan te passen.
Ten eerste hoeft volgens het aangepaste voorschrift pas een eerste investeerderstoets te worden afgenomen bij een investeringsbedrag boven 500 euro eerder gold dit voorschrift voor elke investering, ongeacht de hoogte van het bedrag.
Ten tweede zal het volgende moment waarop de toets moet worden afgenomen wanneer het totaal geïnvesteerde bedrag voor het eerst hoger is dan 5.000 euro een beperkter karakter hebben. Bij deze beperkte toets mag worden volstaan met het stellen van vermogensvragen en het wijzen op de risico’s die gepaard gaan met beleggen in crowdfunding. Het voorschrift ging eerder uit van een volledig nieuwe toets.
Deze beperkte toets geldt ten derde ook voor elke volgende 5.000 euro die wordt geïnvesteerd. In het eerder gecommuniceerde voorschrift was nog sprake van een herhaalde toets bij iedere volgende investering (ongeacht de hoogte van het bedrag).
Er is voor deze aanpassingen van het voorschrift gekozen omdat het herhaalde karakter van de investeerderstoets op voorhand als belemmerend wordt ervaren door de platforms voor investeerders die kleine bedragen spreiden over diverse projecten. Die investeerders zouden bij een herhaling bij iedere investering mogelijk afzien van spreiding, afzien van de investering of het waarschuwende en risicobeperkende karakter bagatelliseren. De AFM heeft een ondergrens van €500 geïntroduceerd om tegemoet te komen aan het maatschappelijk karakter van crowdfunding, waar investeerders op grond van verbondenheid met een project willen investeren. De sector heeft aangegeven dat het om een grote groep investeerders gaat die met relatief kleine bedragen in crowdfunding willen investeren.
Een ander punt dat ter sprake is geweest tijdens de bijeenkomst met de sector is het advies van de AFM om investeerders te wijzen op het maximaal te investeren percentage van 10% van het vrij belegbare vermogen. Dit percentage wordt als verantwoord beschouwd bij beleggen in alternatieve investeringen, zoals crowdfunding, waar extern toezicht in veel mindere mate aanwezig is.
Het is overigens de verantwoordelijkheid van de platforms, op basis van de antwoorden van de consument, zelf te bepalen wat de uitslag van de toets is en te oordelen of het verantwoord is voor de consument om te investeren (gezien zijn of haar kennis, ervaring en vrij belegbare vermogen). De AFM geeft de platforms bij deze oordeelsvorming om te investeren in crowdfunding een duidelijke richting mee ten aanzien van het verantwoord deel van het vrij belegbare vermogen, namelijk 10%. Het oordeel ten aanzien van de uitkomst is aan de platforms en de uitslag van de crowdfunding-investeerderstoets is niet bindend voor de consument.
De AFM publiceert de wijzigingen op korte termijn op haar website in het overzicht van de voorschriften voor de bedrijfsvoering van crowdfundingplatforms. Ook ontvangen alle platforms een individueel wijzigingsbesluit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.