Sinds de financiële crisis hebben banken te maken gekregen met een flink pakket aan Europese wet- en regelgeving ten behoeve van de versterking van de financiële stabiliteit, investeerders- en consumentenbescherming in Europa. Hoewel het doel doorgaans goed is, zijn deze regels zijn niet altijd proportioneel en consistent en soms overlappend of zelfs tegenstrijdig, met als gevolg onnodige nalevingskosten.
De Nederlandse Vereniging van Banken heeft de kans van de Commissie naar eigen zeggen met beide handen aangegrepen om aan te geven welke regels moeten worden aangepast om de kwaliteit, consistentie en proportionaliteit van de regels te verbeteren. In een reactie op de consultatie over de stapeling van Europese regelgeving voor de financiële sector (‘call for evidence’) geeft de NVB concrete voorbeelden van onbedoelde effecten van Europese regelgeving.
Zo hebben prudentiële regels en regels op terrein financiële markten een averechts effect, bijvoorbeeld de verplichting tot centrale clearing van derivaten, terwijl de prudentiële regels ervoor zorgen dat minder partijen clearingdiensten willen verlenen. Regels voor financiële markten zoals EMIR roepen verplichting in het leven voor niet-financiële contractspartijen, waaronder kleine ondernemingen waarvoor de nalevingslasten niet in verhouding staan tot het doel van de regelgeving.
Op het terrein van financiële markten zijn er veel rapportage-eisen in de maak of recent geïntroduceerd die allemaal net iets andere formats hanteren. De NVB heeft aangegeven dat er onnodige verschillen zijn tussen de accountingregels en de rapportage-eisen in het kader van toezichtregelgeving. Op prudentieel terrein wordt ook een voorbeeld gegeven van de introductie van een Europese rapportageplicht, terwijl de nationale eis op datzelfde terrein ook nog bestaat.
De Nederlandse Vereniging van Banken heeft de kans van de Commissie naar eigen zeggen met beide handen aangegrepen om aan te geven welke regels moeten worden aangepast om de kwaliteit, consistentie en proportionaliteit van de regels te verbeteren. In een reactie op de consultatie over de stapeling van Europese regelgeving voor de financiële sector (‘call for evidence’) geeft de NVB concrete voorbeelden van onbedoelde effecten van Europese regelgeving.
Zo hebben prudentiële regels en regels op terrein financiële markten een averechts effect, bijvoorbeeld de verplichting tot centrale clearing van derivaten, terwijl de prudentiële regels ervoor zorgen dat minder partijen clearingdiensten willen verlenen. Regels voor financiële markten zoals EMIR roepen verplichting in het leven voor niet-financiële contractspartijen, waaronder kleine ondernemingen waarvoor de nalevingslasten niet in verhouding staan tot het doel van de regelgeving.
Op het terrein van financiële markten zijn er veel rapportage-eisen in de maak of recent geïntroduceerd die allemaal net iets andere formats hanteren. De NVB heeft aangegeven dat er onnodige verschillen zijn tussen de accountingregels en de rapportage-eisen in het kader van toezichtregelgeving. Op prudentieel terrein wordt ook een voorbeeld gegeven van de introductie van een Europese rapportageplicht, terwijl de nationale eis op datzelfde terrein ook nog bestaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.