Sinds de invoering van de euro is er nog nooit zoveel contant geld in omloop geweest in de EU28. Hoewel het gebruik van elektronische betaalmiddelen sneller stijgt, blijft ook de hoeveelheid contant geld in omloop stijgen. De inrichting van het cash betalingsverkeer vertoont per land grote verschillen. Toch is er vooralsnog geen behoefte aan harmonisatie. Dat en meer blijkt uit het eerste Europees Cash Report, een groot onderzoek naar de positie van contant geld in Europa, uitgevoerd in opdracht van G4S Cash Solutions.
Het is voor het eerst dat een studie naar het gebruik van contant geld op zo grote schaal (EU28) en gedurende zo lange periode (2009-2014) heeft plaatsgevonden. In 2011 verscheen er al een eerste rapport voor de Nederlandse markt, gevolgd door het Cash Report België in 2013. In lijn met de twee eerdere rapporten blijken contante betalingen nog steeds zeer populair: voor circa 60% van alle transacties wordt in Europa cash gebruikt, tegenover 40% digitale betalingen. Dat percentage is zelfs nog hoger als wordt ingezoomd op transacties onder consumenten (waar cash normaal gesproken het meest gebruikt wordt).
Wel zijn er grote verschillen tussen de Europese landen onderling. Zo is contant geld populairder in de zuidelijke lidstaten dan in de noordelijke en maken burgers in Oost-Europa vaker gebruik van contant geld dan burgers in West-Europa. Met name in landen met een goed ontwikkelde elektronische infrastructuur groeit het aantal digitale betalingen sneller dan het aantal cash betalingen en is het 'tipping point' (het moment waarop het aantal elektronische betalingen de cash betalingen overtreft) inmiddels bereikt. Voor veel andere landen is dit 'tipping point' echter nog ver weg. Zo blijken cash betalingen in Duitsland bijvoorbeeld nog uiterst populair.
De studie geeft gedetailleerd inzicht in de wijze waarop het cash betalingsverkeer in de diverse lidstaten is geregeld. Op basis van de grote verschillen in bijvoorbeeld de rol van de Centrale Bank, de systeembanken en de commerciële dienstverleners concluderen de onderzoekers dat het optimaliseren van de cash logistics nog steeds een puur nationale aangelegenheid is. Uit interviews met stakeholders blijkt echter dat er vooralsnog weinig behoefte is aan verdere integratie en harmonisatie op Europees niveau.
Nederland zelf scoort hoog als het gaat om de efficiency van de contant-geld-keten, zegt Paul van der Knaap, directeur Cash Solutions bij G4S. "Het is sinds het eerste Cash Report in 2011 duidelijk geworden dat de rol van contant geld nog lang niet is uitgespeeld, en dat het dus loont om met alle betrokken partijen samen te investeren in het zo veilig en efficiënt maken van de keten. We zien dat inmiddels ook steeds meer gebeuren. Nederland loopt voorop in deze vorm van ketensamenwerking. Denk aan gezamenlijk transport, slimme kluizen, ATM's in de buitengebieden die zowel uitkeringen als stortingen kunnen verwerken: er wordt volop geïnnoveerd, ook in samenwerking met de bancaire sector. Een wereld van verschil ten opzichte van vijf jaar geleden."
Ook de substantiële toename van het aantal online aankopen lijkt de positie van cash niet aan te tasten, zegt Van der Knaap. "Dit heeft uiteraard een positief effect op het aantal elektronische betalingen, maar niet per se een negatief effect op het aantal cash betalingen. Ten eerste omdat we alweer een tegenbeweging zien waarin pure online spelers als Neckermann en Coolblue fysieke winkels gaan openen. En ten tweede omdat uit de VS nieuwe mix-vormen overwaaien, zoals wél online bestellen, maar live oppikken op een afhaalpunt en dan cash betalen. Dat zou hier ook maar eens zo een trend kunnen worden."
Opvallend is ook dat ook het Europees Cash Report geen antwoord geeft op de vraag welk betaalmiddel het goedkoopst is. Volgens Van der Knaap is het 'buitengewoon lastig' een vergelijking te maken tussen de kosten van elektronische betalingen en cash betalingen. "Beide infrastructuren zijn gebaat bij volume, anders zijn ze beide onevenredig duur. Er is veel onderzoek gedaan, maar er is nog geen onderzoek dat jaar na jaar in kaart brengt wat de kosten zijn van beide betaalmethoden", aldus Van der Knaap. "In landen met grote dunbevolkte gebieden, zoals Zweden en Noorwegen, is cash inderdaad relatief duur en wordt de discussie over contant geld als wettelijk betaalmiddel dus vaker gevoerd. Voor Nederland ligt dat een stuk genuanceerder. Hier kijken we toch vooral naar hoe we de kosten van cash omlaag en de veiligheid omhoog kunnen krijgen door betere samenwerking en meer efficiency in de keten."
Het is voor het eerst dat een studie naar het gebruik van contant geld op zo grote schaal (EU28) en gedurende zo lange periode (2009-2014) heeft plaatsgevonden. In 2011 verscheen er al een eerste rapport voor de Nederlandse markt, gevolgd door het Cash Report België in 2013. In lijn met de twee eerdere rapporten blijken contante betalingen nog steeds zeer populair: voor circa 60% van alle transacties wordt in Europa cash gebruikt, tegenover 40% digitale betalingen. Dat percentage is zelfs nog hoger als wordt ingezoomd op transacties onder consumenten (waar cash normaal gesproken het meest gebruikt wordt).
Wel zijn er grote verschillen tussen de Europese landen onderling. Zo is contant geld populairder in de zuidelijke lidstaten dan in de noordelijke en maken burgers in Oost-Europa vaker gebruik van contant geld dan burgers in West-Europa. Met name in landen met een goed ontwikkelde elektronische infrastructuur groeit het aantal digitale betalingen sneller dan het aantal cash betalingen en is het 'tipping point' (het moment waarop het aantal elektronische betalingen de cash betalingen overtreft) inmiddels bereikt. Voor veel andere landen is dit 'tipping point' echter nog ver weg. Zo blijken cash betalingen in Duitsland bijvoorbeeld nog uiterst populair.
De studie geeft gedetailleerd inzicht in de wijze waarop het cash betalingsverkeer in de diverse lidstaten is geregeld. Op basis van de grote verschillen in bijvoorbeeld de rol van de Centrale Bank, de systeembanken en de commerciële dienstverleners concluderen de onderzoekers dat het optimaliseren van de cash logistics nog steeds een puur nationale aangelegenheid is. Uit interviews met stakeholders blijkt echter dat er vooralsnog weinig behoefte is aan verdere integratie en harmonisatie op Europees niveau.
Nederland zelf scoort hoog als het gaat om de efficiency van de contant-geld-keten, zegt Paul van der Knaap, directeur Cash Solutions bij G4S. "Het is sinds het eerste Cash Report in 2011 duidelijk geworden dat de rol van contant geld nog lang niet is uitgespeeld, en dat het dus loont om met alle betrokken partijen samen te investeren in het zo veilig en efficiënt maken van de keten. We zien dat inmiddels ook steeds meer gebeuren. Nederland loopt voorop in deze vorm van ketensamenwerking. Denk aan gezamenlijk transport, slimme kluizen, ATM's in de buitengebieden die zowel uitkeringen als stortingen kunnen verwerken: er wordt volop geïnnoveerd, ook in samenwerking met de bancaire sector. Een wereld van verschil ten opzichte van vijf jaar geleden."
Ook de substantiële toename van het aantal online aankopen lijkt de positie van cash niet aan te tasten, zegt Van der Knaap. "Dit heeft uiteraard een positief effect op het aantal elektronische betalingen, maar niet per se een negatief effect op het aantal cash betalingen. Ten eerste omdat we alweer een tegenbeweging zien waarin pure online spelers als Neckermann en Coolblue fysieke winkels gaan openen. En ten tweede omdat uit de VS nieuwe mix-vormen overwaaien, zoals wél online bestellen, maar live oppikken op een afhaalpunt en dan cash betalen. Dat zou hier ook maar eens zo een trend kunnen worden."
Opvallend is ook dat ook het Europees Cash Report geen antwoord geeft op de vraag welk betaalmiddel het goedkoopst is. Volgens Van der Knaap is het 'buitengewoon lastig' een vergelijking te maken tussen de kosten van elektronische betalingen en cash betalingen. "Beide infrastructuren zijn gebaat bij volume, anders zijn ze beide onevenredig duur. Er is veel onderzoek gedaan, maar er is nog geen onderzoek dat jaar na jaar in kaart brengt wat de kosten zijn van beide betaalmethoden", aldus Van der Knaap. "In landen met grote dunbevolkte gebieden, zoals Zweden en Noorwegen, is cash inderdaad relatief duur en wordt de discussie over contant geld als wettelijk betaalmiddel dus vaker gevoerd. Voor Nederland ligt dat een stuk genuanceerder. Hier kijken we toch vooral naar hoe we de kosten van cash omlaag en de veiligheid omhoog kunnen krijgen door betere samenwerking en meer efficiency in de keten."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.