'Grote banken beloven veel, maar doen te weinig op vakbondsrechten'
Het beleid van de grote banken op de rechten van werknemers in de kleding- en elektronica-industrie is op papier goed geregeld maar is in praktijk op veel punten maar net voldoende. Dat blijkt uit het nieuwste praktijkonderzoek van de Eerlijke Bankwijzer, op initiatief van vakbond FNV. In hun financiële relaties met de grote kleding- en elektronicabedrijven, hebben veel banken te weinig oog voor vakbondsvrijheid en een leefbaar loon bij de talloze toeleveranciers van deze bedrijven. De meesten van deze werknemers verdienen bij lange na niet genoeg om rond te komen. Door gebrek aan vakbondsvrijheid kunnen ze zich ook nauwelijks verenigen om samen op te komen voor hoger loon in vrije onderhandelingen. Door hun financiële betrokkenheid zijn Nederlandse banken hier medeverantwoordelijk voor.
ABN Amro Bank, ING Bank en Rabobank - verstrekten de afgelopen 5 jaar voor $ 4,5 miljard aan leningen en kredieten aan kleding- en elektronicaproducenten en waren voor $ 1,4 miljard betrokken bij de uitgifte van aandelen en bedrijfsobligaties door deze bedrijven. Daarnaast beleggen zeven bankgroepen voor bijna $ 5 miljard in de aandelen en obligaties van deze bedrijven. Dat schept verplichtingen, vindt Coen van der Veer namens de Eerlijke Bankwijzer: “In goed Nederlands zeg ik: ‘Put your money where your mouth is.’ Geef werknemers de ruimte om zich te verenigen en samen op te komen voor een leefbaar loon. Daar moeten de banken hun verantwoordelijkheid pakken.”
Op papier zijn de banken het daarmee eens. In het laatste beleidsonderzoek van de Eerlijke Bankwijzer (december 2015) scoorden ze allemaal goed tot uitstekend op het gebied van arbeidsrechten.Maar voor het bevorderen van vakbondsvrijheid en leefbaar loon, thema’s die in deze sectoren enorm belangrijk zijn, is meer nodig. De drie grote banken doen onvoldoende om hun klanten aan te sporen en te ondersteunen bij een betere naleving van deze rechten binnen hun toeleveringsketens. Zij kwamen in de beoordeling van dit praktijkonderzoek daarom alle drie niet verder dan een 6 (‘voldoende’).
De verschillen tussen de zeven banken die beleggen in aandelen en obligaties van kleding- en elektronicabedrijven, zijn groot. ASN (10), Triodos (10) en SNS (9) scoren uitstekend.De bank-verzekeraars Delta Lloyd en Aegon (bekend van o.a. Knab bank), scoren daarentegen zwaar onvoldoende met respectievelijk een 3 en een 2. Beide hebben een redelijk tot goed arbeidsrechtenbeleid maar konden niet duidelijk maken hoe zij zich in de praktijk inzetten voor een leefbaar loon en vakbondsvrijheid bij de bedrijven waarin ze beleggen. De vermogensbeheerders van ABN Amro (6) en Van Lanschot (7) behoren tot de middenmoot.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.