vrijdag 10 juni 2016

Zorgverzekeringsmarkt blijft een prijzenmarkt

Verzekerden hadden tot 1 februari 2016 weer de mogelijkheid over te stappen naar een andere zorgverzekeraar. Ruim 1 miljoen Nederlanders, ofwel 6,2% van de verzekerden koos voor een andere zorgverzekeraar. De mobiliteit is dit jaar na 7 jaar gedaald. De zorgverzekeraars met de minst concurrerende premiestelling hebben de meeste verzekerden verloren.

Het aantal verzekerde dat kiest voor een relatief goedkope internet of budget-zorgverzekering is verder gestegen. Het aantal collectief verzekerden is afgenomen, veroorzaakt door een daling binnen het segment werkgeverscollectiviteiten. In tegenstelling tot de dalende trend van voorgaande jaren is het aantal verzekerden zonder vrijwillig eigen risico dit jaar stabiel gebleven en is het aantal verzekerden met een aanvullende verzekering zelfs licht toegenomen. De reclamebestedingen van de zorgverzekeraars zijn dit jaar met 54 miljoen euro gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar. Dit blijkt uit het jaarlijkse mobiliteitsonderzoek van BS Health Consultancy.

De gemiddelde betaalde nominale jaarpremie voor de basisverzekering, inclusief eventuele collectiviteitskortingen, steeg dit jaar met circa 4 procent tot ongeveer 1.205 euro. Dit is een stijging van ruim 40 euro, maar minder sterk dan eerder verwacht van het Ministerie van VWS. In september 2015 verwachtte zij een stijging van 85 euro, ofwel 7%. Zorgverzekeraars met de minst concurrerende premiestellingen hebben verzekerden verloren.

Ook dit jaar is sprake van een daling van het aantal collectief verzekerden dat een collectiviteits-korting ontvangt. De collectiviteitsgraad is afgenomen tot 68%. Vorig jaar was dit nog 69%. Het aantal collectief verzekerden is afgenomen door een daling bij de werkgeverscollectiviteiten. De groei van het aantal individueel verzekerden met een goedkope (internet/budget)polis kan een verklaring zijn voor deze daling. Dergelijke polissen vormen een financieel aantrekkelijk alternatief voor de traditionele (natura/combinatie)polis met collectiviteitskorting.

Tot vorig jaar was sprake van een jaarlijkse daling van het aandeel verzekerden met een aanvullende verzekering. Deze trend zette vorig jaar niet door. Het aantal Nederlanders dat een aanvullende zorgverzekering afsloot, bleef ongeveer gelijk. Dit jaar is het aandeel verzekerden dat een aanvullende zorgverzekering heeft gesloten licht gestegen van 83% vorig jaar naar 84%. Wel blijft het beeld bestaan dat individueel verzekerden minder vaak een aanvullende zorgverzekering afsluiten dan collectief verzekerden. Van de collectief verzekerden heeft in 2016 circa 90% een aanvullende zorgverzekering. Voor de individueel verzekerden bedraagt dit percentage 72%.

Het percentage verzekerden dat premiekorting ontvangt, omdat zij hebben gekozen voor een vrijwillig eigen risico is stabiel gebleven. Ook dit jaar koos 11% van de verzekerden voor een vrijwillig eigen risico van 100, 200, 300, 400 of 500 euro, bovenop het verplichte eigen risico van 385 euro. De eerder ingezette stijging van het aantal verzekerden met een vrijwillig eigen risico lijkt daarmee niet door te zetten.

In het afgelopen commerciƫle seizoen zijn de reclamebestedingen van de zorgverzekeraars stabiel gebleven met Euro 54 miljoen, exclusief de uitgaven aan het mediumkanaal internet. Ook nu zijn de meeste reclamegelden uitgegeven in november en december. Televisie blijft het mediumkanaal waaraan de meeste reclamegelden worden uitgegeven, circa 65%. De grote zorgverzekeraars hebben een aandeel van 94% in de totale reclamebestedingen. Niet alle zorgverzekeraars met relatief veel reclame-uitgaven zagen het aantal verzekerden toenemen. De zorgverzekeraar die relatief het meeste reclamegeld per verzekerde besteedde is licht gedaald in het aantal verzekerden. Gemiddeld hebben de zorgverzekeraars circa 3,15 euro per verzekerde uitgegeven aan reclame (exclusief reclame-uitgaven via internet).

De instroom van het aantal nieuwe verzekerden via het indirecte kanaal is dit jaar met ongeveer een kwart gedaald ten opzichte van vorig jaar. Doordat de instroom van nieuwe verzekerden kleiner is dan de uitstroom van verzekerden neemt het totaal aantal verzekerden via het indirecte kanaal licht af met ruim 1%. Onder het indirecte kanaal vallen assurantietussenpersonen, banken, makelaars en volmachten.

In de afgelopen tien jaar is de prijs de belangrijkste reden voor verzekerden gebleken om over te stappen naar een andere zorgverzekeraar. Zorginkoop is voor zorgverzekeraars een kritische succesfactor om in de zorgverzekeringsmarkt een concurrerende zorgpremie neer te kunnen zetten. Gemiddeld wordt 93% van de verdiende premies en bijdragen van een zorgverzekeraar uitgegeven aan uitkeringen van ziektekosten (schadelast). Dit in combinatie met het toenemend financieel risico dat zorgverzekeraars lopen maakt het voor zorgverzekeraars noodzakelijk om een duidelijke visie en strategie te ontwikkelen ten aanzien van de zorginkoop. Alle inkopende zorgverzekeraars sturen bij de onderhandelingen met zorgaanbieders sterk op de kosten/prijs. De ene zorgverzekeraar met meer succes dan de andere.

Dit succes is ook zichtbaar in de jaarcijfers 2015 van de grote zorgverzekeraars. De visie en de daadwerkelijke sturing op kwaliteit verschilt echter per zorgverzekeraar. Bij de ene zorgverzekeraar is het beperkt tot een vrijblijvende benchmark op een aantal indicatoren aan het begin van de contracteringsgesprekken. Bij de andere zorgverzekeraar worden daadwerkelijk consequenties verbonden aan het niet behalen van de minimale scores op verschillende kwaliteitsindicatoren. De visie bij deze laatste groep zorgverzekeraars is dat hogere kwaliteit van zorg, zoals minder infecties en heroperaties, ook leidt tot lagere zorgkosten en daarmee een lagere zorgpremie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.