De Nederlandsche Bank heeft op 18 oktober 2016 een bestuurlijke boete opgelegd van 10.000 euro aan Stichting Pensioenfonds Lloyd’s Register Nederland, gevestigd te Rotterdam, vanwege het overtreden van artikel 147, tweede lid, van de Pensioenwet (hierna: Pw) in samenhang met de bij of krachtens het zesde lid van dit artikel gestelde voorschriften.
DNB heeft vastgesteld dat Stichting Pensioenfonds Lloyd’s Register Nederland de haalbaarheidstoets en de gewaarmerkte staten, de bijbehorende accountantsverklaring, de verklaring van de actuaris, alsmede de verklaring van het bestuur over het boekjaar 2015 niet tijdig bij DNB heeft ingediend. Zij heeft hiermee artikel 147, tweede lid, van de Pw in samenhang met de bij of krachtens het zesde lid van dit artikel gestelde voorschriften overtreden.
Het basisbedrag voor overtreding van dit wetsartikel is 500.000 euro. Maar DNB heeft het basisbedrag gematigd naar 10.000,-. Bij het bepalen van de hoogte van deze boete heeft DNB in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst en duur van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid, de omstandigheden van het onderhavige geval en de draagkracht van Stichting Pensioenfonds Lloyd’s Register Nederland.
maandag 31 oktober 2016
vrijdag 28 oktober 2016
Ruimere hypotheek in 2017
Consumenten kunnen door inkomensstijgingen en koopkrachtmaatregelen volgend jaar naar verwachting meer lenen voor de aankoop van een woning. Het maximale bedrag dat tweeverdieners kunnen lenen wordt net zoals vorig jaar verder verhoogd door het tweede inkomen zwaarder mee te laten wegen. Het verschil in het maximale hypotheekbedrag tussen eenverdieners en tweeverdieners met eenzelfde inkomen neemt dan verder af. De ruimere norm voor tweeverdieners heeft te maken met belastingmaatregelen die werken stimuleren. Op termijn zal het tweede inkomen volledig kunnen meetellen bij de berekening van de maximale hypotheek.
Dat schrijft minister Blok (Wonen) mede namens minister Dijsselbloem (Financiën) in een brief aan de Tweede Kamer over de leennormen voor een hypotheek. De nieuwe normen gelden vanaf 1 januari 2017.
De leennormen worden jaarlijks op basis van een advies van het Nibud vastgelegd in de regeling hypothecair krediet. Met de regeling wordt bepaald wat consumenten op verantwoorde wijze maximaal kunnen lenen voor de koop van en woning. Veel huishoudens lenen echter niet maximaal omdat hiervoor fors bezuinigd zou moeten worden op de overige uitgaven.
In de leennormen wordt de extra leenruimte voor kopers van zeer energiezuinige huizen aangepast aan de energieprijzen. De rentetabellen worden onder andere vanwege de lage rentestand verfijnd en de inkomenstabellen worden gebaseerd op de gemiddelde ontwikkeling van huishoudinkomens over de afgelopen vier jaar. Voor consumenten en kredietverstrekkers wordt het leenvermogen zo gemakkelijker voorspelbaar. Dit draagt bij aan een stabiele woningmarkt.
Minister Blok start verder een Platform Maatwerk waarin de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën, het toezicht en marktpartijen, eventuele knelpunten rond maatwerkhypotheken in kaart brengen en naar oplossingen zoeken.
Met maatwerkhypotheken kunnen banken, mits onderbouwd, afwijken van de standaard leennormen waardoor ouderen die goedkoper willen wonen, zzp’ers of startende ondernemers eerder een passende hypotheek kunnen krijgen. De ruimte voor uitzonderingen lijkt niet volledig benut te worden. Met het Platform Maatwerk voert de minister een aantal Kamermoties uit die vragen om een onderzoek naar een bredere toepassing van maatwerkhypotheken.
Dat schrijft minister Blok (Wonen) mede namens minister Dijsselbloem (Financiën) in een brief aan de Tweede Kamer over de leennormen voor een hypotheek. De nieuwe normen gelden vanaf 1 januari 2017.
De leennormen worden jaarlijks op basis van een advies van het Nibud vastgelegd in de regeling hypothecair krediet. Met de regeling wordt bepaald wat consumenten op verantwoorde wijze maximaal kunnen lenen voor de koop van en woning. Veel huishoudens lenen echter niet maximaal omdat hiervoor fors bezuinigd zou moeten worden op de overige uitgaven.
In de leennormen wordt de extra leenruimte voor kopers van zeer energiezuinige huizen aangepast aan de energieprijzen. De rentetabellen worden onder andere vanwege de lage rentestand verfijnd en de inkomenstabellen worden gebaseerd op de gemiddelde ontwikkeling van huishoudinkomens over de afgelopen vier jaar. Voor consumenten en kredietverstrekkers wordt het leenvermogen zo gemakkelijker voorspelbaar. Dit draagt bij aan een stabiele woningmarkt.
Minister Blok start verder een Platform Maatwerk waarin de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën, het toezicht en marktpartijen, eventuele knelpunten rond maatwerkhypotheken in kaart brengen en naar oplossingen zoeken.
Met maatwerkhypotheken kunnen banken, mits onderbouwd, afwijken van de standaard leennormen waardoor ouderen die goedkoper willen wonen, zzp’ers of startende ondernemers eerder een passende hypotheek kunnen krijgen. De ruimte voor uitzonderingen lijkt niet volledig benut te worden. Met het Platform Maatwerk voert de minister een aantal Kamermoties uit die vragen om een onderzoek naar een bredere toepassing van maatwerkhypotheken.
Rabobank organiseert internationale Food & Agri topconferentie in Australië
Koning Willem-Alexander wordt een van de belangrijkste sprekers op de Farm2Fork Summit van de Rabobank. Dit congres brengt vertegenwoordigers van de internationale food en agri sector, boeren uit zes continenten, food en agri start-ups en innovatieve ondernemers, investeerders en overheidsvertegenwoordigers samen.
Deze eendaagse conferentie, waar innovatie en de food en agri trends van de toekomst centraal staan, vindt plaats op 3 november op Cockatoo Island in de haven van Sydney, Australië.
De Farm2Fork Summit is een vervolg op de F(Food) 20 Summit, die Rabobank organiseerde in de aanloop naar de G20 in Australië in 2014. Tijdens deze F20 summit werden de uitdagingen en oplossingen van wereldwijde voedselzekerheid onderzocht. Innovatie werd toen geïdentificeerd als een oplossingsrichting met veel potentieel. Innovatie en de food en agri trends van de toekomst staan daarom tijdens de Farm2Fork Summit centraal
Deze eendaagse conferentie, waar innovatie en de food en agri trends van de toekomst centraal staan, vindt plaats op 3 november op Cockatoo Island in de haven van Sydney, Australië.
De Farm2Fork Summit is een vervolg op de F(Food) 20 Summit, die Rabobank organiseerde in de aanloop naar de G20 in Australië in 2014. Tijdens deze F20 summit werden de uitdagingen en oplossingen van wereldwijde voedselzekerheid onderzocht. Innovatie werd toen geïdentificeerd als een oplossingsrichting met veel potentieel. Innovatie en de food en agri trends van de toekomst staan daarom tijdens de Farm2Fork Summit centraal
donderdag 27 oktober 2016
Banken maken vaart met uitvoering Klimaatstatement
In de aanloop naar de Klimaattop in Parijs een jaar geleden brachten de Nederlandse banken een Klimaatstatement uit. In dit jaar zijn belangrijke stappen gezet in het inzichtelijk maken en verbeteren van de klimaatimpact van banken.
Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en medeondertekenaar van het statement: “De samenleving verwacht van bedrijven, ook in de financiële sector, dat zij bijdragen aan de oplossing van het klimaatprobleem. Het Klimaatstatement Banken was daarop ons antwoord. Vandaag, op de dag van de Nationale Klimaattop, willen we laten zien dat we de daad bij het woord voegen. Banken hebben het afgelopen jaar een hele reeks aan nieuwe initiatieven genomen om onze bijdrage concreet te maken.”
Zo maken steeds meer banken transparant welke sectoren zij financieren. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft een protocol opgesteld dat hierbij zal worden gebruikt. Ook onderzoeken banken samen met andere financiële instellingen welke methode de beste is om de CO2-uitstoot die samenhangt met financieringen en investeringen inzichtelijk te maken. Dat gebeurt binnen het Platform Carbon Accounting and Finance (PCAF) van banken en andere financiele instellingen. Sommige banken zijn al begonnen de klimaatimpact van hun kernactiviteiten te berekenen.
Banken ontwikkelen in hoog tempo nieuwe manieren om de directe en indirecte belasting van het klimaat te verminderen. Om energiebesparing te stimuleren, zijn het afgelopen jaar talrijke nieuwe initiatieven gelanceerd: van rentekortingen voor de duurzaamste MKB-bedrijven en gunstige financiering voor gemeenten en voor sportverenigingen die overstappen op LED-verlichting, tot meer leenruimte voor energiebesparing en handige apps die vastgoedbeleggers laten zien welke besparingsmaatregelen de moeite waard zijn en gefinancierd kunnen worden.
Om de opwekking van duurzame energie te bevorderen is er zowel een nieuw publiek-privaat investeringsfonds gestart voor hernieuwbare energieprojecten in ontwikkelingslanden als een achtergesteld leningenfonds voor Nederlandse projecten. Ook is een brochure uitgebracht met tips en tricks voor ontwikkelaars van kleine zon- en windprojecten in Nederland. Daarnaast hebben Nederlandse banken sinds het Klimaatstatement voor ruim 3,5 miljard euro aan nieuwe groene obligaties uitgegeven. Deze ‘green bonds’ maken de komende jaren projecten mogelijk op het gebied van waterbeheer, energie-efficiency, (ver)duurzaam(ing) vastgoed en (infrastructuur voor) duurzame energie.
Het Klimaatstatement Banken werd gepubliceerd voorafgaand aan de internationale klimaatconferentie in Parijs. Het daar gesloten ambitieuze klimaatakkoord is inmiddels door voldoende landen geratificeerd. Maar er is nog veel te doen, vindt Buijink: ‘Het akkoord van Parijs is een geweldig resultaat. Maar voor een echte doorbraak moet de prijs voor CO2-uitstoot omhoog, zoals DNB eerder dit jaar ook opmerkte in hun rapport ‘Tijd voor Transitie’. In de tussentijd gaan banken door op de ingeslagen weg, samen met hun klanten.”
Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en medeondertekenaar van het statement: “De samenleving verwacht van bedrijven, ook in de financiële sector, dat zij bijdragen aan de oplossing van het klimaatprobleem. Het Klimaatstatement Banken was daarop ons antwoord. Vandaag, op de dag van de Nationale Klimaattop, willen we laten zien dat we de daad bij het woord voegen. Banken hebben het afgelopen jaar een hele reeks aan nieuwe initiatieven genomen om onze bijdrage concreet te maken.”
Zo maken steeds meer banken transparant welke sectoren zij financieren. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft een protocol opgesteld dat hierbij zal worden gebruikt. Ook onderzoeken banken samen met andere financiële instellingen welke methode de beste is om de CO2-uitstoot die samenhangt met financieringen en investeringen inzichtelijk te maken. Dat gebeurt binnen het Platform Carbon Accounting and Finance (PCAF) van banken en andere financiele instellingen. Sommige banken zijn al begonnen de klimaatimpact van hun kernactiviteiten te berekenen.
Banken ontwikkelen in hoog tempo nieuwe manieren om de directe en indirecte belasting van het klimaat te verminderen. Om energiebesparing te stimuleren, zijn het afgelopen jaar talrijke nieuwe initiatieven gelanceerd: van rentekortingen voor de duurzaamste MKB-bedrijven en gunstige financiering voor gemeenten en voor sportverenigingen die overstappen op LED-verlichting, tot meer leenruimte voor energiebesparing en handige apps die vastgoedbeleggers laten zien welke besparingsmaatregelen de moeite waard zijn en gefinancierd kunnen worden.
Om de opwekking van duurzame energie te bevorderen is er zowel een nieuw publiek-privaat investeringsfonds gestart voor hernieuwbare energieprojecten in ontwikkelingslanden als een achtergesteld leningenfonds voor Nederlandse projecten. Ook is een brochure uitgebracht met tips en tricks voor ontwikkelaars van kleine zon- en windprojecten in Nederland. Daarnaast hebben Nederlandse banken sinds het Klimaatstatement voor ruim 3,5 miljard euro aan nieuwe groene obligaties uitgegeven. Deze ‘green bonds’ maken de komende jaren projecten mogelijk op het gebied van waterbeheer, energie-efficiency, (ver)duurzaam(ing) vastgoed en (infrastructuur voor) duurzame energie.
Het Klimaatstatement Banken werd gepubliceerd voorafgaand aan de internationale klimaatconferentie in Parijs. Het daar gesloten ambitieuze klimaatakkoord is inmiddels door voldoende landen geratificeerd. Maar er is nog veel te doen, vindt Buijink: ‘Het akkoord van Parijs is een geweldig resultaat. Maar voor een echte doorbraak moet de prijs voor CO2-uitstoot omhoog, zoals DNB eerder dit jaar ook opmerkte in hun rapport ‘Tijd voor Transitie’. In de tussentijd gaan banken door op de ingeslagen weg, samen met hun klanten.”
3,3 miljard reserves niet ingezet voor zorgpremies
Berekeningen van de Consumentenbond laten zien dat zorgverzekeraars ruim 3,3 miljard aan overtollige reserves hebben. De Consumentenbond wil niet dat zorgverzekeraars onnodig blijven oppotten en dat zorgverzekeraars er alles aan doen om de premiestijging te beperken.
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘We zien dat de zorgverzekeraars minder winst maken. Uit de cijfers van de ‘grote vier’ (CZ, VGZ, Achmea, Menzis) over 2015 blijkt de totale winst meer dan gehalveerd ten opzichte van 2014. Vooral Menzis en CZ lijken nauwelijks geld over te houden. Maar toch konden de vier in 2015 307 miljoen in de reservepot stoppen. Ook de 1,1 miljard die ze reserveerden om tekorten op te vangen is het grootste deel niet gebruikt.’ De 3,3 miljard aan reserves die ze in 2015 hebben is voor het grootste deel in handen van Achmea: 1,4 miljard. Het minst heeft Menzis in de spaarpot: 205 miljoen. Opvallend is dat de eerste veel winst oppot, waar Menzis de reserves juist inzet om premie stabiel te houden.
De labels van de ‘grote vier’ gaan zeer uiteenlopend met de reserves om. Anderzorg van Menzis gaat het beste met het premiegeld om. Binnen Achmea is FBTO de positieve uitschieter als het gaat om reserves, premie en uitgaven voor reclame, personeel en kantoren. OZF daarentegen reserveert niets voor premieverlaging, heeft een hoge premie en enorme reserves. Bij CZ geeft Ohra het goede voorbeeld met de laagste reserve en laagste kosten maar maakt Delta Lloyd het bont met hoogste premie en riante reserves.
De premie van DSW stijgt in 2017 van €98,75 naar €108 per maand. Voorgaande jaren bleek de premie van DSW leidend te zijn voor de premies van andere verzekeraars, die vaak in november volgen. De Consumentenbond wil dat zorgverzekeraars er alles aan doen om de premiestijging te beperken en ook duidelijk verantwoorden. Waar zitten de kostenstijgingen, welke reserves zijn er, en wat wordt er gedaan om de premie voor 2017 te dempen?
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘We zien dat de zorgverzekeraars minder winst maken. Uit de cijfers van de ‘grote vier’ (CZ, VGZ, Achmea, Menzis) over 2015 blijkt de totale winst meer dan gehalveerd ten opzichte van 2014. Vooral Menzis en CZ lijken nauwelijks geld over te houden. Maar toch konden de vier in 2015 307 miljoen in de reservepot stoppen. Ook de 1,1 miljard die ze reserveerden om tekorten op te vangen is het grootste deel niet gebruikt.’ De 3,3 miljard aan reserves die ze in 2015 hebben is voor het grootste deel in handen van Achmea: 1,4 miljard. Het minst heeft Menzis in de spaarpot: 205 miljoen. Opvallend is dat de eerste veel winst oppot, waar Menzis de reserves juist inzet om premie stabiel te houden.
De labels van de ‘grote vier’ gaan zeer uiteenlopend met de reserves om. Anderzorg van Menzis gaat het beste met het premiegeld om. Binnen Achmea is FBTO de positieve uitschieter als het gaat om reserves, premie en uitgaven voor reclame, personeel en kantoren. OZF daarentegen reserveert niets voor premieverlaging, heeft een hoge premie en enorme reserves. Bij CZ geeft Ohra het goede voorbeeld met de laagste reserve en laagste kosten maar maakt Delta Lloyd het bont met hoogste premie en riante reserves.
De premie van DSW stijgt in 2017 van €98,75 naar €108 per maand. Voorgaande jaren bleek de premie van DSW leidend te zijn voor de premies van andere verzekeraars, die vaak in november volgen. De Consumentenbond wil dat zorgverzekeraars er alles aan doen om de premiestijging te beperken en ook duidelijk verantwoorden. Waar zitten de kostenstijgingen, welke reserves zijn er, en wat wordt er gedaan om de premie voor 2017 te dempen?
woensdag 26 oktober 2016
SNS-spaarders krijgen minder rente
Ook voor klanten van SNS Bank wordt sparen steeds pijnlijker. De vierde bank van Nederland heeft de rente op haar betaal- en belangrijkste spaarrekening met 0,1 procent verlaagd, naar 0,55 procent. Daarmee zit SNS nog wel boven de drie grootbanken.
TU Delft en ABN AMRO samen in blockchain toepassingen
TU Delft en ABN AMRO gaan samenwerken aan de ontwikkeling van complexere blockchain applicaties. Het streven is om binnen zes maanden een technisch werkende en veilige applicatie op te leveren. Ook zullen medewerkers van ABN AMRO binnen het TU Delft Blockchain Lab trainingen volgen over blockchain toepassingen.
De applicatie wordt gebaseerd op eerder werk van de TU Delft op het gebied van blockchain technologie, dat onlangs is gebundeld in het Blockchain Lab. De TU Delft is al sinds 2007 bezig met blockchain - toen het vakgebied nog distributed accounting systems heette. De focus van het Delftse onderzoek ligt op toepassing in de praktijk: om next generation blockchain technologie te ontwikkelen die op een betrouwbare en correcte manier met veel data en veel gebruikers kan omgaan. Alle ontwikkelde code komt openbaar - open source - beschikbaar. Er zal in deze fase alleen gebruik worden gemaakt van zogenaamde dummy data en niet van klantdata van de bank.
De applicatie wordt gebaseerd op eerder werk van de TU Delft op het gebied van blockchain technologie, dat onlangs is gebundeld in het Blockchain Lab. De TU Delft is al sinds 2007 bezig met blockchain - toen het vakgebied nog distributed accounting systems heette. De focus van het Delftse onderzoek ligt op toepassing in de praktijk: om next generation blockchain technologie te ontwikkelen die op een betrouwbare en correcte manier met veel data en veel gebruikers kan omgaan. Alle ontwikkelde code komt openbaar - open source - beschikbaar. Er zal in deze fase alleen gebruik worden gemaakt van zogenaamde dummy data en niet van klantdata van de bank.
Nederlander kiest persoonlijke lening boven doorlopend krediet
Het doorlopend krediet als leenvorm verliest snel terrein. Nederlandse leners kiezen massaal voor het alternatief van een persoonlijke lening. Had vorig jaar nog 45 procent een persoonlijke lening, nu is dat al ruim twee op de drie. Dat meldt Ambtenarenlening op basis van analyse van gegevens van Nederlandse leners.
Ambtenarenlening verwacht dat het percentage leners dat kiest voor een persoonlijke lening verder zal toenemen. "Het belangrijkste verschil tussen beide leenvormen is de rente. Bij een persoonlijke lening staat deze vast, terwijl de rente op een doorlopend krediet variabel is. Met de historisch lage rente van dit moment zien we dat steeds meer mensen kiezen voor de zekerheid van een vaste rente. Als de rente op dit niveau blijft of nog verder afneemt, neemt dat aantal alleen maar toe", legt Mark de Vries, financieel specialist bij Ambtenarenlening, uit.
Ook de versoepeling van de voorwaarden op persoonlijke leningen speelt een belangrijke rol volgens De Vries. "Sinds dit jaar hebben banken hun voorwaarden sterk versoepeld. Leners mogen daardoor nu boetevrij hun lening tussentijds aflossen. Dit maakt de drempel voor een persoonlijke lening een stuk lager."
De Vries vindt de ontwikkeling positief. "Met een vaste rente weten mensen van tevoren precies waar ze aan toe zijn. Die zekerheid blijkt men prettig te vinden. Hebben ze een periode meer te besteden, dan kunnen ze nu ook boetevrij extra aflossen en zo de looptijd van hun lening verkorten."
Als kredietbemiddelaar voor ambtenaren, vergeleek Ambtenarenlening de gegevens van 5.000 leningen van ambtenaren met de gemiddelde Nederlandse lening. Opvallend in de analyse is dat ambtenaren duidelijk vaker voor een persoonlijke lening kiezen dan de gemiddelde lener. Ligt het percentage landelijk op 67 procent, bij ambtenaren kozen dit jaar al ruim drie op de vier voor een persoonlijke lening met een vaste rente.
Ambtenarenlening verwacht dat het percentage leners dat kiest voor een persoonlijke lening verder zal toenemen. "Het belangrijkste verschil tussen beide leenvormen is de rente. Bij een persoonlijke lening staat deze vast, terwijl de rente op een doorlopend krediet variabel is. Met de historisch lage rente van dit moment zien we dat steeds meer mensen kiezen voor de zekerheid van een vaste rente. Als de rente op dit niveau blijft of nog verder afneemt, neemt dat aantal alleen maar toe", legt Mark de Vries, financieel specialist bij Ambtenarenlening, uit.
Ook de versoepeling van de voorwaarden op persoonlijke leningen speelt een belangrijke rol volgens De Vries. "Sinds dit jaar hebben banken hun voorwaarden sterk versoepeld. Leners mogen daardoor nu boetevrij hun lening tussentijds aflossen. Dit maakt de drempel voor een persoonlijke lening een stuk lager."
De Vries vindt de ontwikkeling positief. "Met een vaste rente weten mensen van tevoren precies waar ze aan toe zijn. Die zekerheid blijkt men prettig te vinden. Hebben ze een periode meer te besteden, dan kunnen ze nu ook boetevrij extra aflossen en zo de looptijd van hun lening verkorten."
Als kredietbemiddelaar voor ambtenaren, vergeleek Ambtenarenlening de gegevens van 5.000 leningen van ambtenaren met de gemiddelde Nederlandse lening. Opvallend in de analyse is dat ambtenaren duidelijk vaker voor een persoonlijke lening kiezen dan de gemiddelde lener. Ligt het percentage landelijk op 67 procent, bij ambtenaren kozen dit jaar al ruim drie op de vier voor een persoonlijke lening met een vaste rente.
dinsdag 25 oktober 2016
'Julius Baer en DBS overwegen koop tak ABN'
Julius Baer, DBS Group en LGT Bank hebben belangstelling voor de Aziatische tak voor private banking van ABN AMRO. Dat meldt persbureau Bloomberg dinsdag op basis van ingewijden. ABN AMRO hoopt naar verluidt de deal, die meer dan 300 miljoen dollar kan opleveren, rond de jaarwisseling aan te kunnen kondigen.
ABN AMRO versterkt ondersteuning zakelijke klanten in Duitsland
ABN AMRO is van plan de dienstverlening naar zakelijke klanten in Duitsland uit te breiden. Per 1 januari 2017 wordt Stefan Meine benoemd tot Hoofd Corporate Banking in Duitsland om de activiteiten van de bank aan te sturen.
Momenteel biedt ABN AMRO aan zakelijke klanten in Duitsland al diensten via de afdelingen Commercial Finance, Lease, Dutch Desk, Sales & Trading, Financial Institutions, Clearing, en Advisory. Met het nieuwe team van Stefan Meine kunnen deze klanten gebruik maken van een nog breder aanbod aan financiële producten en diensten.
Stefan Meine (44) heeft al eerder bij ABN AMRO gewerkt, tussen 2001 en 2008. In de acht jaren daarop was hij Managing Director Corporate Finance bij Royal Bank of Scotland en Rothschild. Hij heeft als zodanig ruime ervaring opgedaan in het adviseren van grote bedrijven, ondernemers, en overheden in Duitsland en elders in Europa bij de ontwikkeling en implementatie van hun financieringsstrategie. Meine heeft economie gestudeerd aan de Humboldt-Universität te Berlijn en studeerde vervolgens Business Administration aan de University of California te Berkeley.
Bestuurslid Joop Wijn van ABN AMRO: “Van oudsher heeft ABN AMRO uitgebreide expertise en ervaring als financiële dienstverlener aan zakelijke klanten. Ik verheug me erop om deze activiteiten uit te breiden naar onze buurlanden, te beginnen met Duitsland. Met Stefan Meine aan het hoofd van ons Duitse team heb ik er het volste vertrouwen in dat we een vliegende start zullen maken.”
Horst Schmidt, Country Executive Duitsland bij ABN AMRO en tevens CEO van Bethmann Bank (de private bank van ABN AMRO), voegt daaraan toe: “In Duitsland is Bethmann Bank een van de drie belangrijkste spelers in de private banking sector. En in Nederland staat ABN AMRO aan kop in de markt voor zakelijk bankieren. Daarmee is het een logische volgende stap om onze dienstverlening uit te breiden naar de grote zakelijke klanten in Duitsland. Met zijn eerdere ervaring, en zijn financiële en commerciële kennis en vaardigheden zal Stefan ongetwijfeld een waardevolle bijdrage leveren aan de succesvolle start van ons Duitse Corporate Banking activiteiten.”
Zoals op 17 augustus 2016 aangekondigd wil ABN AMRO de kredietportefeuille diverser maken, en het aandeel van de internationale activiteiten laten groeien tot circa 20-25% van het totale bedrijfsresultaat in 2017. De Nederlandse economie is nauw verstrengeld is met die van zijn buurlanden. Met een solide balans en gedegen kennis van producten en sectoren is ABN AMRO goed uitgerust om zakelijke klanten in Duitsland, Frankijk, België en het VK van dienst te zijn. De bank heeft daarbij specifieke sectorexpertise met betrekking tot zakelijke dienstverlening, financiële instellingen, voedingsmiddelen, fabricage, detailhandel, technologie, media & telecommunicatie (TMT), transport & logistiek en nutsbedrijven. ABN AMRO wil zich met deze dienstverlening richten op (middel)grote bedrijven met een internationaal en gematigd risicoprofiel.
maandag 24 oktober 2016
Rabobank benoemt Bart Leurs tot Head of FinTech & Innovation
Rabobank heeft Bart Leurs (45) per 1 november 2016 benoemd tot Head of FinTech & Innovation. Bart gaat rapporteren aan raad van bestuurslid Ralf Dekker, Chief Operations Officer (COO) van Rabobank. Tot voorkort was Bart Leurs Head of Daily Banking binnen ING België.
Bart Leurs begon als Management Trainee bij ING in 1997. Hij heeft ruime ervaring in diverse internationale Bank- en Insurance posities (o.a. Canada, Duitsland en België), variërend van strategie tot operations management, marketing & sales. Daarnaast speelde hij een leidende rol bij het creëren van nieuwe innovatieve mobiele betalingsoplossingen en FinTech loyalty platforms. Ook was hij betrokken bij strategische innovaties op groepsniveau.
Met de komst van Bart Leurs is het Mangement Team COO, dat onder leiding staat van COO Ralf Dekker, compleet. Overige MT-leden zijn: Kirsten Konst (Operations), Anton Rutten (IT Systems), André van der Linden (IT Infrastructure), Rob Klomps (COO Wholesale Rural & Retail), Dick Vlot (IT Architecture, Data & Strategy) en Douwe van der Meer (Risk, Reporting & Security)
Bart Leurs begon als Management Trainee bij ING in 1997. Hij heeft ruime ervaring in diverse internationale Bank- en Insurance posities (o.a. Canada, Duitsland en België), variërend van strategie tot operations management, marketing & sales. Daarnaast speelde hij een leidende rol bij het creëren van nieuwe innovatieve mobiele betalingsoplossingen en FinTech loyalty platforms. Ook was hij betrokken bij strategische innovaties op groepsniveau.
Met de komst van Bart Leurs is het Mangement Team COO, dat onder leiding staat van COO Ralf Dekker, compleet. Overige MT-leden zijn: Kirsten Konst (Operations), Anton Rutten (IT Systems), André van der Linden (IT Infrastructure), Rob Klomps (COO Wholesale Rural & Retail), Dick Vlot (IT Architecture, Data & Strategy) en Douwe van der Meer (Risk, Reporting & Security)
Conflict rond opvolging Zalm
Over de opvolging van Gerrit Zalm bij ABN Amro is een conflict ontstaan tussen de top van de bank en minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën. Dat meldt De Telegraaf. Beide dragen hun eigen kandidaten aan, en keuren die van de ander af.
De commissarissen willen dat Zalm wordt opgevolgd door een bankier met internationale ervaring. Dijsselbloem voelt meer voor een topman met een maatschappelijk draagvlak.
De commissarissen willen dat Zalm wordt opgevolgd door een bankier met internationale ervaring. Dijsselbloem voelt meer voor een topman met een maatschappelijk draagvlak.
Minder transacties bij BinckBank
BinckBank had ook in het derde kwartaal last van zwakkere marktomstandigheden vergeleken met een jaar geleden. Het aantal transacties gedurende de zeer rustig verlopen zomermaanden nam met 5 procent af ten opzichte van de voorgaande periode, tot bijna 1,8 miljoen. De winst, geschoond voor eenmalige posten, daalde met een zesde tot 6,4 miljoen euro.
Vanochtend maakte ook online broker DeGiro cijfers bekend. Het aantal transacties nam met ruim 60 procent toe op jaarbasis tot 6,7 miljoen. In het derde kwartaal openden 16.190 mensen een nieuwe rekening bij De Giro, waarmee het totaal op 128.000 komt. De winst over de eerste negen maanden bedroeg 1,46 miljoen euro.
Vanochtend maakte ook online broker DeGiro cijfers bekend. Het aantal transacties nam met ruim 60 procent toe op jaarbasis tot 6,7 miljoen. In het derde kwartaal openden 16.190 mensen een nieuwe rekening bij De Giro, waarmee het totaal op 128.000 komt. De winst over de eerste negen maanden bedroeg 1,46 miljoen euro.
VGZ-verzekerden moeten langer wachten bij MST
Medisch Spectrum Twente heeft moeten besluiten om vanaf maandag 24 oktober 2016 de wachttijden voor VGZ-verzekerden te verlengen vanwege een budgettekort bij VGZ.
Zorgverzekeraars onderhandelen elk jaar met alle Nederlandse ziekenhuizen over de hoeveelheid zorg die zij inkopen voor hun verzekerde klanten. MST heeft met alle verzekeraars voor 2016 een overeenkomst kunnen sluiten, maar constateert dat de zorgvraag van VGZ-verzekerden ook in 2016 groter is dan VGZ heeft ingekocht bij MST.
MST heeft de verzekeraar tijdig op de hoogte gebracht van dit dreigende budgettekort. Na weken van overleg is er geen passende oplossing gekomen die het budgettekort afdoende oplost.
MST is nu genoodzaakt om het nog resterende zorgbudget goed te verdelen over de komende periode om te voorkomen dat ze zorg levert en de hiervoor gemaakte kosten niet krijgt terugbetaald van de verzekeraar.
De maatregel heeft alleen betrekking op patiënten die zijn verwezen voor zorg zonder spoedeisend karakter. De langere wachttijden gelden niet voor kinderen, zwangere vrouwen en patiënten met een verdenking van een ernstige aandoening of die bij de spoedeisende hulp binnenkomen.
Zorgverzekeraars onderhandelen elk jaar met alle Nederlandse ziekenhuizen over de hoeveelheid zorg die zij inkopen voor hun verzekerde klanten. MST heeft met alle verzekeraars voor 2016 een overeenkomst kunnen sluiten, maar constateert dat de zorgvraag van VGZ-verzekerden ook in 2016 groter is dan VGZ heeft ingekocht bij MST.
MST heeft de verzekeraar tijdig op de hoogte gebracht van dit dreigende budgettekort. Na weken van overleg is er geen passende oplossing gekomen die het budgettekort afdoende oplost.
MST is nu genoodzaakt om het nog resterende zorgbudget goed te verdelen over de komende periode om te voorkomen dat ze zorg levert en de hiervoor gemaakte kosten niet krijgt terugbetaald van de verzekeraar.
De maatregel heeft alleen betrekking op patiënten die zijn verwezen voor zorg zonder spoedeisend karakter. De langere wachttijden gelden niet voor kinderen, zwangere vrouwen en patiënten met een verdenking van een ernstige aandoening of die bij de spoedeisende hulp binnenkomen.
vrijdag 21 oktober 2016
Inkomensnorm hypotheken niet knellender dan voor de crisis
Sinds de financiële crisis zijn de inkomensnormen voor hypotheken strenger geworden. Dit betekent echter niet dat huishoudens hierdoor nu niet meer genoeg kunnen lenen om een woning te kopen die in 2008 nog wel bereikbaar was. Integendeel, door de daling van de rente en (een bescheiden) groei van de inkomens, kan nu meer worden geleend dan voor de crisis, terwijl woningprijzen gemiddeld nog ruim 12 procent lager liggen dan de piek in 2008.
De maximale hypotheeksom die een huishouden kan lenen wordt bepaald door de zogenoemde Nibud-normen. Het Nibud berekent sinds 2000 de maximale hypotheek bij een gegeven inkomen en hypotheekrente. In 2000 waren deze normen alleen van toepassing op hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie (NHG), maar sinds 2007 worden de Nibud-normen ook gebruikt voor hypotheken zonder NHG. Sinds 2013 zijn de normen verankerd in een Ministeriële Regeling.
De normen van het Nibud zijn niet de enige normen in de hypotheekmarkt die sinds de crisis zijn aangescherpt. Zo heeft het kabinet de hypotheekrenteaftrek beperkt tot annuïtaire hypotheken, en is er een maximum gesteld aan de omvang van de hypotheeklening ten opzichte van de waarde van de woning. De aanscherping van inkomensnorm van het Nibud is echter wel de enige die de maximum te lenen hypotheeksom beïnvloedt.
Zo ging het Nibud al van oudsher uit van een volledig annuïtair af te lossen hypotheek, zodat de wijziging in de bepaling van de hypotheekrenteaftrek geen invloed had op de bepaling van de maximale hypotheeksom. Ook het maximeren van de hypotheeklening ten opzichte van de waarde van de woning heeft geen invloed op de bepaling van de maximale hypotheeksom die een huishouden kan lenen. Voor een duurder huis mag immers meer geleend worden. Hooguit impliceert deze norm dat een huishouden een deel van de aankoopkosten met eigen geld moet betalen.
Het Nibud bepaalt de maximale ruimte voor woonuitgaven als een restpost. Eerst wordt per bruto-inkomensgroep bepaald wat het minimale niveau is van uitgaven aan andere zaken dan wonen, dat redelijkerwijs langjarig kan worden volgehouden. Het deel van het netto inkomen dat na deze uitgaven overblijft, kan worden besteed aan wonen. De Nibud-normen bewegen hierdoor mee met de lastendruk. Bij een lastenverlichting blijft er meer netto inkomen over, terwijl de uitgaven gelijk blijven, zodat er meer ruimte is voor woonuitgaven. Bij een lastenverzwaring neemt de ruimte voor woonuitgaven via hetzelfde kanaal af.
De afgelopen jaren zijn de Nibud-normen alleen voor de laagste inkomens strenger geworden door aanpassingen in de berekeningen, met name door de toevoeging van een extra buffer voor onvermijdbare persoonlijke uitgaven. Voor de meeste huishoudens zijn de normen vooral strenger geworden als gevolg van de lastenverzwaringen die het kabinet heeft doorgevoerd om de overheidsbegroting op orde te brengen. Daarnaast zijn de minimale uitgaven aan andere zaken dan wonen gestegen als gevolg van de inflatie, al was deze in de afgelopen jaren meestal laag.
Verruiming bovengrens Nationale Hypotheek Garantie per 1 januari 2017
De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) blijft aantrekkelijk voor woningkopers. Van het aantal verstrekte hypotheken binnen het bereik van de NHG is de eerste drie kwartalen van 2016 circa 74 procent mét NHG verstrekt.
Het absolute aantal afgesloten garanties daalde het afgelopen kwartaal. De afname hangt samen met de sterk stijgende prijzen voor woningen ten opzichte van de gelijk gebleven NHG grens, waardoor minder hypotheken voor de NHG in aanmerking komen. Vanaf 1 januari 2017 wordt de NHG jaarlijks gekoppeld aan de gemiddelde woningwaarde.
De maximale prijs van een woning die met NHG gefinancierd kan worden, is per 2017 gekoppeld aan de gemiddelde woningwaarde. Deze bovengrens gaat per 1 januari, vanwege de stijgende woningwaarde, dus omhoog. Dan kan een woning tot maximaal Euro 245.000 worden gefinancierd met NHG, waar dat in 2016 nog Euro 231.132 was.
In het derde kwartaal is het garantievermogen van het waarborgfonds verder toegenomen. Dit heeft te maken met de verdere afname van het aantal verliesdeclaraties door de structurele verbetering op de woningmarkt, die groter was dan de afname in inkomsten uit nieuwe garantieverstrekkingen. Deze ontwikkelingen bieden het WEW de gelegenheid om met een gezonder fonds verder te werken aan een NHG voor specifieke doelgroepen in de woningmarkt, zoals zzp'ers en starters.
Arjen Gielen, algemeen directeur van het WEW licht toe: "Met de koppeling aan de gemiddelde woningwaarde bedienen we weer dezelfde groep als voor de crisis: mensen die geen hoog inkomen hebben, maar wel op een verantwoorde manier een woning willen kopen. Ondertussen heeft deze groep te maken met nieuwe uitdagingen rondom wonen en andere mogelijkheden bij de financiering daarvan. Nu de gezondheid van het fonds toeneemt, kunnen wij ons steeds meer richten op deze nieuwe uitdagingen voor onze klanten. Waar we met NHG kunnen bijdragen aan oplossingen, zullen wij dat doen."
Het absolute aantal afgesloten garanties daalde het afgelopen kwartaal. De afname hangt samen met de sterk stijgende prijzen voor woningen ten opzichte van de gelijk gebleven NHG grens, waardoor minder hypotheken voor de NHG in aanmerking komen. Vanaf 1 januari 2017 wordt de NHG jaarlijks gekoppeld aan de gemiddelde woningwaarde.
De maximale prijs van een woning die met NHG gefinancierd kan worden, is per 2017 gekoppeld aan de gemiddelde woningwaarde. Deze bovengrens gaat per 1 januari, vanwege de stijgende woningwaarde, dus omhoog. Dan kan een woning tot maximaal Euro 245.000 worden gefinancierd met NHG, waar dat in 2016 nog Euro 231.132 was.
In het derde kwartaal is het garantievermogen van het waarborgfonds verder toegenomen. Dit heeft te maken met de verdere afname van het aantal verliesdeclaraties door de structurele verbetering op de woningmarkt, die groter was dan de afname in inkomsten uit nieuwe garantieverstrekkingen. Deze ontwikkelingen bieden het WEW de gelegenheid om met een gezonder fonds verder te werken aan een NHG voor specifieke doelgroepen in de woningmarkt, zoals zzp'ers en starters.
Arjen Gielen, algemeen directeur van het WEW licht toe: "Met de koppeling aan de gemiddelde woningwaarde bedienen we weer dezelfde groep als voor de crisis: mensen die geen hoog inkomen hebben, maar wel op een verantwoorde manier een woning willen kopen. Ondertussen heeft deze groep te maken met nieuwe uitdagingen rondom wonen en andere mogelijkheden bij de financiering daarvan. Nu de gezondheid van het fonds toeneemt, kunnen wij ons steeds meer richten op deze nieuwe uitdagingen voor onze klanten. Waar we met NHG kunnen bijdragen aan oplossingen, zullen wij dat doen."
donderdag 20 oktober 2016
ABN Amro en Centraal Beheer domineren onder financiële dienstverleners
ABN Amro wint aan populariteit onder financiële beslissers. Centraal Beheer is veruit de populairste verzekeraar. Kees van Dijkhuizen (ABN Amro) is de beste VFO van Nederland.
Dat blijkt uit de MT Finance, het jaarlijkse onderzoek van Management Team naar de beste financiële dienstverleners van Nederland. Het onderzoek naar de kwaliteit en de populariteit van financiële dienstverleners bestaat sinds 2001. Dit jaar werd het onderzoek, net als vorig jaar, uitgevoerd door Inscope Consulting, een kennisonderneming van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De populairste financiële dienstverlener onder senior managers en directieleden is Centraal Beheer. De verzekeraar krijgt een aanbeveling van de helft van de ondervraagde personen. Vorig jaar kwam het concern ook als beste uit de bus, maar toen werd het bedrijf nog maar door een kwart aanbevolen.
Dit jaar doen zich enkele opvallende verschuivingen voor. Zo scoort ABN Amro op veel terreinen waar het actief is beter dan concurrenten ING en Rabobank. Dat wil zeggen dat de bank het vaakst wordt aangeraden door de lezers van MT als het gaat om bijvoorbeeld financiering en betalingsverkeer. Alleen op het gebied van Private Equity en Risk Management moet de bank de andere grootbanken, respectievelijk ING en Rabobank, voor laten gaan.
Dat blijkt uit de MT Finance, het jaarlijkse onderzoek van Management Team naar de beste financiële dienstverleners van Nederland. Het onderzoek naar de kwaliteit en de populariteit van financiële dienstverleners bestaat sinds 2001. Dit jaar werd het onderzoek, net als vorig jaar, uitgevoerd door Inscope Consulting, een kennisonderneming van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De populairste financiële dienstverlener onder senior managers en directieleden is Centraal Beheer. De verzekeraar krijgt een aanbeveling van de helft van de ondervraagde personen. Vorig jaar kwam het concern ook als beste uit de bus, maar toen werd het bedrijf nog maar door een kwart aanbevolen.
Dit jaar doen zich enkele opvallende verschuivingen voor. Zo scoort ABN Amro op veel terreinen waar het actief is beter dan concurrenten ING en Rabobank. Dat wil zeggen dat de bank het vaakst wordt aangeraden door de lezers van MT als het gaat om bijvoorbeeld financiering en betalingsverkeer. Alleen op het gebied van Private Equity en Risk Management moet de bank de andere grootbanken, respectievelijk ING en Rabobank, voor laten gaan.
iDEAL behoudt positie als grootste online betaalmiddel
Het betaallandschap is in het eerste half jaar van 2016 niet veel veranderd ten opzichte van vorig jaar. Net als in het eerste half jaar van 2015, betalen Nederlanders hun online aankopen het vaakst met iDEAL. Het aandeel van iDEAL blijft stabiel op 56 procent. De acceptgiro verliest verder aan terrein, terwijl AfterPay haar aandeel bovengemiddeld ziet stijgen. Dit blijkt uit cijfers van de eCommerce Payment Monitor, het onderzoek naar betaalmethoden in Nederland dat wordt uitgevoerd door GfK, in samenwerking met iDEAL en Thuiswinkel.org.
Van de ruim 81 miljoen online aankopen die Nederlanders in het eerste half jaar van 2016 deden, zijn er ca. 45 miljoen afgerekend met iDEAL (56 procent). Dit is een groei van 21 procent ten opzichte van het eerste half jaar van 2015 (ca. 38 miljoen). Hiermee ligt de groei van iDEAL in lijn met de ontwikkeling van de totale online markt (+21 procent). Voor de meeste overige betaalmiddelen geldt dat hun aandeel binnen de totale online markt stabiel blijft. Wel maken steeds minder Nederlanders gebruik van de traditionele acceptgiro. Het belang van deze betaalwijze neemt af en beslaat nog slechts een aandeel van 3 procent.
Waar de acceptgiro aan de ene kant marktaandeel verliest, winnen de relatief nieuwe achteraf-betaalmethoden, zoals AfterPay en Klarna, terrein, vooral in specifieke branches zoals kleding en schoenen & lifestyle. In het eerste half jaar van 2016 wordt 3% van alle online aankopen (2,2 miljoen aankopen) met AfterPay betaald. Hoewel het aandeel van deze methode nog relatief gering is, laat ze een bovengemiddelde groei zien. Waar het aantal online aankopen op totaalniveau met 21% toeneemt, stijgt het aantal online aankopen dat is betaald via AfterPay met 60%.
Van de ruim 81 miljoen online aankopen die Nederlanders in het eerste half jaar van 2016 deden, zijn er ca. 45 miljoen afgerekend met iDEAL (56 procent). Dit is een groei van 21 procent ten opzichte van het eerste half jaar van 2015 (ca. 38 miljoen). Hiermee ligt de groei van iDEAL in lijn met de ontwikkeling van de totale online markt (+21 procent). Voor de meeste overige betaalmiddelen geldt dat hun aandeel binnen de totale online markt stabiel blijft. Wel maken steeds minder Nederlanders gebruik van de traditionele acceptgiro. Het belang van deze betaalwijze neemt af en beslaat nog slechts een aandeel van 3 procent.
Waar de acceptgiro aan de ene kant marktaandeel verliest, winnen de relatief nieuwe achteraf-betaalmethoden, zoals AfterPay en Klarna, terrein, vooral in specifieke branches zoals kleding en schoenen & lifestyle. In het eerste half jaar van 2016 wordt 3% van alle online aankopen (2,2 miljoen aankopen) met AfterPay betaald. Hoewel het aandeel van deze methode nog relatief gering is, laat ze een bovengemiddelde groei zien. Waar het aantal online aankopen op totaalniveau met 21% toeneemt, stijgt het aantal online aankopen dat is betaald via AfterPay met 60%.
Nederlanders sparen meer dan nodig voor hun pensioen
Veel Nederlanders sparen meer dan ze nodig vinden voor hun pensioen. Ze houden daardoor geld over op de oude dag, terwijl ze wellicht geld tekort komen op eerdere momenten waarop ze het beter kunnen gebruiken. Nederlanders denken gemiddeld 68% van hun huidige inkomen te ontvangen als netto pensioeninkomen. Volgens onderzoek zal dit meer zijn, namelijk 84% van het huidige inkomen. Eén op de zeven zet zelf geld opzij specifiek voor het pensioen. Gemiddeld gaat het om bijna 1.900 euro per jaar. Dit blijkt uit de ING Financieel fit Barometer.
De stand van de ING Financieel fit Barometer is in het derde kwartaal van 2016 uitgekomen op 95 punten. Hiermee is het sentiment van Nederlandse huishoudens onveranderd gebleven ten opzichte van het vorige kwartaal. Ook ten opzichte van een jaar geleden is er geen sprake van een stijging.
Tussen verschillende bevolkingsgroepen bestaan wel flinke verschillen. Onder jongeren zijn de optimisten doorgaans in de meerderheid, terwijl onder ouderen de pessimisten steevast de overhand hebben. De laatste jaren loopt het verschil in vertrouwen tussen ’jong’ en ‘oud’ flink op. Redenen voor ouderen om meer te somberen dan jongeren: de lage spaarrente, hervormingen in de ouderenzorg en de financiële situatie van pensioenfondsen.
Nederlanders denken gemiddeld zo’n 75% van hun huidige netto inkomen nodig te hebben als minimum pensioeninkomen, zo blijkt uit de ING Financieel fit barometer. Ze vrezen hier niet aan te komen: een gemiddeld Nederlands huishouden (van 35-65 jarigen) verwacht zo’n 68% van het huidige netto inkomen te zullen ontvangen.
Belastingdienst, FIOD en Functioneel Parket pakken beroepsfraudeurs aan
De Belastingdienst heeft afgelopen week samen met de FIOD en het Functioneel Parket op verschillende manieren opgetreden tegen beroepsfraudeurs die misbruik maken van rechtspersonen. Beroepsfraudeurs kopen onder meer rechtspersonen, bijvoorbeeld BV’s, die op de rand van een faillissement staan, al dan niet via een stroman. Vervolgens bouwen de fraudeurs via die BV nieuwe schulden op. Uiteindelijk gaat het bedrijf failliet of wordt het op eigen verzoek ontbonden. De oorspronkelijke eigenaar - die al lang denkt van zijn schulden af te zijn, kan alsnog verantwoordelijk worden gehouden voor de bedrijfsschulden op het moment van verkoop. De boodschap aan hen is dan ook: als het te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het dat vaak ook.
De Belastingdienst startte verschillende boekenonderzoeken bij BV’s waar een vermoeden is van fraude. Daarnaast bezocht de Belastingdienst een aantal directeur-grootaandeelhouders die hun BV hebben verkocht aan een beroepsfraudeur. Ook bekeek de Belastingdienst of stromannen rekening houden met het loon, gebruikelijk voor de bestuursfunctie die ze bekleden. Is dit niet het geval dan worden hiervoor belastingaanslagen opgelegd en kan dit ook consequenties hebben voor de toeslagen die zij eventueel ontvangen. De Belastingdienst treedt hard op tegen beroepsfraudeurs, omdat fraude het vertrouwen in het handelsverkeer ondermijnt, de concurrentieverhoudingen verstoort en de maatschappij schade toebrengt.
De Belastingdienst pakt beroepsfraudeurs aan samen met organisaties zoals de FIOD, het Functioneel Parket, Autoriteit Financiële Markten en de Kamer van Koophandel. Ook onderzoekt het Bureau Financieel Toezicht onder meer opmerkelijke aandelentransacties naar aanleiding van signalen verstrekt door de Belastingdienst. Deze toezichtbezoeken zijn een vervolg op 4 onderzoeken die het BFT eerder dit jaar heeft uitgevoerd bij notarissen naar aandelentransacties waarbij mogelijk sprake is van faillissementsfraude.
De FIOD heeft deze week doorzoekingen gedaan in een woning in Epse, een woning in Wapenveld, een bedrijfspand in Diever en in Amsterdam en een verdachte opgeroepen voor verhoor in twee afzonderlijke strafrechtelijke onderzoeken naar beroepsfraudeurs. De onderzoeken worden gedaan onder leiding van het Functioneel Parket. Het betreft een onderzoek naar mogelijke faillissementsfraude en een onderzoek naar het bemiddelen en krediet aanbieden zonder vergunning van de AFM.
Als er voldoende verdenking bestaat, start het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek, zoals op 4 oktober in Amsterdam, tegen een groep criminelen die in totaal 15 ondernemingen voor meer dan € 2.500.000 oplichtte door geleverde goederen niet te betalen. De officier eiste vorige week dinsdag en woensdag tot 240 uur werkstraf en 4 maanden voorwaardelijke celstraf tegen de katvangers en helers. De hoofdverdachten hoorden deze week, dinsdag 11 oktober, celstraffen tot 5 jaar en een beroepsverbod tegen zich eisen. De rechtbank doet op 1 december uitspraak.
Daarnaast stonden afgelopen maandag 10 oktober drie verdachten van faillissementsfraude voor de rechter in Almelo. Zij maakten er volgens het Openbaar Ministerie hun beroep van om in zwaar weer verkerende vennootschappen tegen een vergoeding over te nemen en de curator in het latere faillissement op een dwaalspoor te brengen. Het betrof een regiezitting.
woensdag 19 oktober 2016
Wie rood kan staan, krijgt een lagere hypotheek
Per 1 december kan alleen al de mogelijkheid om rood te staan bij de bank gevolgen hebben voor de maximale hypotheek. Het Bureau Kredietregistratie (BKR) gaat kredieten namelijk eerder registreren, zo meldt de NOS. Klanten van ING zijn hiervan per brief op de hoogte gesteld.
Ook Vereniging Eigen Huis (VEH) waarschuwt voor de gevolgen van - desnoods even - rood staan. Volgens VEH voldoet het BKR daarmee aan de aangescherpte Wet financieel toezicht.
Ook Vereniging Eigen Huis (VEH) waarschuwt voor de gevolgen van - desnoods even - rood staan. Volgens VEH voldoet het BKR daarmee aan de aangescherpte Wet financieel toezicht.
ING keert terug op Britse markt met app
ING keert met de app Yolt terug op de Britse consumentenmarkt. Dinsdag lanceerde de bank een bètaversie van de financiële planner in het Verenigd Koninkrijk. ING is al sinds 2012 niet meer als consumentenbank in Groot-Brittannië actief. ING Direct kwam in handen van Barclays. Alleen de wholesale bank bleef over in de City van Londen.
Psychologie steeds meer onderdeel van toezicht AFM
De AFM maakt in haar toezicht vaker gebruik van kennis uit de gedragswetenschappen. Naast informatieverstrekking heeft de manier waarop keuzes worden aangeboden in een (online) omgeving, onbewust invloed op hoe consumenten kiezen. Dit is een belangrijke conclusie in een verkenning over consumentengedrag die de AFM publiceert. Om dit kennisgebied verder te ontwikkelen werkt de AFM samen met de sector en de wetenschap met als doel om consumenten financiële beslissingen te laten nemen die in hun belang zijn, op korte én lange termijn.
Consumenten moeten tijdens hun leven belangrijke financiële beslissingen nemen. Tot nu toe is er in het toezicht veel aandacht besteed aan transparantie en goede informatieverstrekking voor consumenten. Dat is een belangrijke randvoorwaarde om tot een goede keuze te komen.
Vanuit de gedragswetenschappen weten we dat consumenten niet alleen op basis van informatie beslissen. Ze worden onbewust ook beïnvloed door de wijze waarop een beslissing wordt gepresenteerd; bijvoorbeeld wanneer ze online een financieel product afsluiten. Bij financiële beslissingen kan dit betekenen dat consumenten een minder goede keuze maken dan voor hen mogelijk zou zijn.
De AFM gaat in haar toezicht meer kennis uit de gedragswetenschappen toepassen die inzicht biedt in de beperkte rationaliteit van consumenten. Dit gebeurt door de wijze te onderzoeken waarop financiële producten worden aangeboden - de zogenoemde beslisomgeving - en hoe dat inspeelt op de intuïtieve wijze waarop consumenten beslissingen nemen. Bijvoorbeeld door bepaalde keuzes al van te voren aan te kruisen; onbewust vatten consumenten dit op als een aanbeveling. De AFM wil financiële ondernemingen stimuleren om gedragswetenschappelijke inzichten op een voor de klant positieve manier in te zetten.
De toepassing van gedragswetenschappen in toezicht is nog in ontwikkeling. De AFM onderzoekt met behulp van gedragswetenschappelijk experimenten wat consumenten helpt om financiële beslissingen te nemen die in hun belang zijn, op korte én lange termijn. Daarvoor heeft de AFM begin 2016 ook een Expertisecentrum opgericht. Om dit toezichtgebied verder te ontwikkelen, werkt de AFM nadrukkelijk samen met de wetenschap, financiële ondernemingen en andere relevante stakeholders. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met het Nibud en de VFN (Vereniging van financieringsondernemingen in Nederland), naar de beslisomgeving bij consumptief krediet.
Consumenten moeten tijdens hun leven belangrijke financiële beslissingen nemen. Tot nu toe is er in het toezicht veel aandacht besteed aan transparantie en goede informatieverstrekking voor consumenten. Dat is een belangrijke randvoorwaarde om tot een goede keuze te komen.
Vanuit de gedragswetenschappen weten we dat consumenten niet alleen op basis van informatie beslissen. Ze worden onbewust ook beïnvloed door de wijze waarop een beslissing wordt gepresenteerd; bijvoorbeeld wanneer ze online een financieel product afsluiten. Bij financiële beslissingen kan dit betekenen dat consumenten een minder goede keuze maken dan voor hen mogelijk zou zijn.
De AFM gaat in haar toezicht meer kennis uit de gedragswetenschappen toepassen die inzicht biedt in de beperkte rationaliteit van consumenten. Dit gebeurt door de wijze te onderzoeken waarop financiële producten worden aangeboden - de zogenoemde beslisomgeving - en hoe dat inspeelt op de intuïtieve wijze waarop consumenten beslissingen nemen. Bijvoorbeeld door bepaalde keuzes al van te voren aan te kruisen; onbewust vatten consumenten dit op als een aanbeveling. De AFM wil financiële ondernemingen stimuleren om gedragswetenschappelijke inzichten op een voor de klant positieve manier in te zetten.
De toepassing van gedragswetenschappen in toezicht is nog in ontwikkeling. De AFM onderzoekt met behulp van gedragswetenschappelijk experimenten wat consumenten helpt om financiële beslissingen te nemen die in hun belang zijn, op korte én lange termijn. Daarvoor heeft de AFM begin 2016 ook een Expertisecentrum opgericht. Om dit toezichtgebied verder te ontwikkelen, werkt de AFM nadrukkelijk samen met de wetenschap, financiële ondernemingen en andere relevante stakeholders. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met het Nibud en de VFN (Vereniging van financieringsondernemingen in Nederland), naar de beslisomgeving bij consumptief krediet.
dinsdag 18 oktober 2016
Drie aandelen die kunnen profiteren van een overwinning van Hillary Clinton
Terwijl Donald Trump van het ene naar het andere schandaal rolt, kunnen beleggers zich langzamerhand gaan opmaken voor de overwinning van Hillary Clinton op 8 november. Als de 45e president van de Verenigde Staten inderdaad voor het eerst een vrouw wordt, is dat waarschijnlijk goed voor de beurs, maar er zullen aandelen zijn die sterker profiteren.
De geschiedenis wijst uit dat de Amerikaanse effectenbeurs het vaak beter doet onder een Democratische president. De middenklasse gaat er onder Democraten vaak op vooruit, waardoor deze groep meer geld overhoudt om te beleggen.
Volgens de Amerikaanse website Estimize zijn Facebook, UnitedHealth Group en First Solar drie bedrijven die het extra goed kunnen doen onder Hillary.
De geschiedenis wijst uit dat de Amerikaanse effectenbeurs het vaak beter doet onder een Democratische president. De middenklasse gaat er onder Democraten vaak op vooruit, waardoor deze groep meer geld overhoudt om te beleggen.
Volgens de Amerikaanse website Estimize zijn Facebook, UnitedHealth Group en First Solar drie bedrijven die het extra goed kunnen doen onder Hillary.
Nieuwe regels voor aparte indexatiedepots voor pensioenfondsen
Pensioenfondsen mogen aparte potjes aanhouden, onder andere voor indexatie van pensioenen. Sinds de invoering van de nieuwe financiële toezichtregels voor pensioenen vanaf 1 januari 2015 mogen fondsen niet meer indexeren dan hun financiële positie toelaat. Dat geldt normaal gesproken ook bij de inzet van depots. Om bepaalde arbeidsvoorwaardelijke afspraken over een wijziging van de pensioenregeling te vergemakkelijken, wordt nu onder strikte voorwaarden toegestaan dat fondsen tijdelijk extra indexatie uit een depot mogen verlenen.
Die tijdelijke uitzondering geldt ook in geval van een fusie van pensioenfondsen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hiertoe een besluit genomen. Met dit besluit neemt ze bestaande knelpunten weg en komt ze een wens van de sociale partners en de pensioensector tegemoet.
Volgens de huidige pensioenregels mogen fondsen alleen indexeren als dat toekomstbestendig gebeurt. Dat betekent dat fondsen niet meer mogen indexeren dan op grond van hun beleidsdekkingsgraad verantwoord is. Met dit voorstel kan in een aantal specifieke gevallen tijdelijk van deze regel worden afgeweken. Door de mogelijkheid om bepaalde groepen via extra indexatie te compenseren, wordt het voor sociale partners gemakkelijker om bepaalde afspraken te maken over een aanpassing van de pensioenregeling of om bij fusies van pensioenfondsen de groep deelnemers tegemoet te komen uit het fonds dat voorheen een gunstigere dekkingsgraad had. Fusies in pensioenland zijn steeds vaker aan de orde.
Eén van de randvoorwaarden is dat een fonds maximaal tien jaar mag afwijken van de indexatieregels. En dat de groep binnen een fonds die een verhoogde indexatie krijgt duidelijk is afgebakend. Toekomstbestendig indexeren moet als hoofdregel voorop blijven staan om ervoor te zorgen dat de middelen in een fonds evenwichtig over alle generaties verdeeld worden.
Het besluit wordt binnenkort in het Staatsblad gepubliceerd om vervolgens in werking te treden.
Die tijdelijke uitzondering geldt ook in geval van een fusie van pensioenfondsen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hiertoe een besluit genomen. Met dit besluit neemt ze bestaande knelpunten weg en komt ze een wens van de sociale partners en de pensioensector tegemoet.
Volgens de huidige pensioenregels mogen fondsen alleen indexeren als dat toekomstbestendig gebeurt. Dat betekent dat fondsen niet meer mogen indexeren dan op grond van hun beleidsdekkingsgraad verantwoord is. Met dit voorstel kan in een aantal specifieke gevallen tijdelijk van deze regel worden afgeweken. Door de mogelijkheid om bepaalde groepen via extra indexatie te compenseren, wordt het voor sociale partners gemakkelijker om bepaalde afspraken te maken over een aanpassing van de pensioenregeling of om bij fusies van pensioenfondsen de groep deelnemers tegemoet te komen uit het fonds dat voorheen een gunstigere dekkingsgraad had. Fusies in pensioenland zijn steeds vaker aan de orde.
Eén van de randvoorwaarden is dat een fonds maximaal tien jaar mag afwijken van de indexatieregels. En dat de groep binnen een fonds die een verhoogde indexatie krijgt duidelijk is afgebakend. Toekomstbestendig indexeren moet als hoofdregel voorop blijven staan om ervoor te zorgen dat de middelen in een fonds evenwichtig over alle generaties verdeeld worden.
Het besluit wordt binnenkort in het Staatsblad gepubliceerd om vervolgens in werking te treden.
maandag 17 oktober 2016
'Contactloos betalen wordt gemeengoed'
Contactloos betalen blijft hard groeien: bij alle bevolkingsgroepen, in steeds meer winkels en voor steeds hogere bedragen. Dit blijkt uit metingen van Betaalvereniging Nederland en De Nederlandsche Bank.
Contactloos betalen groeide in 2016 met gemiddeld 10 procent per maand. Inmiddels is er in Nederland meer dan een half miljard keer contactloos betaald. In september werden 65 miljoen contactloze betalingen gedaan, meer dan één op iedere vijf pinbetalingen in die maand.
Waar we eerst vooral kleine bedragen tot en met 25 euro zónder pincode contactloos betaalden, betalen we nu steeds vaker contactloos boven 25 euro, mét pincode. In 2015 was 5 procent van alle contactloze betalingen voor bedragen boven 25 euro. In de eerste helft van 2016 is dat aandeel al met meer dan de helft toegenomen, tot 8 procent.
Bij ruim de helft van alle verkooppunten in Nederland kun je nu contactloos betalen en dat worden er iedere maand meer. Recentelijk hebben enkele grote supermarkt- en warenhuisketens hun betaalautomaten vervangen door contactloze apparaten.
De meeste contactloze betalingen vinden bij supermarkten plaats: 45 procent van het totaal. De catering, waaronder bedrijfskantines, en verkoopautomaten, bijvoorbeeld voor snoep, snacks en frisdrank, nemen bijna een vijfde van alle contactloze betaaltransacties voor hun rekening. Parkeergarages en parkeerterreinen zien het aantal contactloze betalingen snel groeien naarmate daar meer contactloze automaten in gebruik worden genomen.
Contactloos betalen groeide in 2016 met gemiddeld 10 procent per maand. Inmiddels is er in Nederland meer dan een half miljard keer contactloos betaald. In september werden 65 miljoen contactloze betalingen gedaan, meer dan één op iedere vijf pinbetalingen in die maand.
Waar we eerst vooral kleine bedragen tot en met 25 euro zónder pincode contactloos betaalden, betalen we nu steeds vaker contactloos boven 25 euro, mét pincode. In 2015 was 5 procent van alle contactloze betalingen voor bedragen boven 25 euro. In de eerste helft van 2016 is dat aandeel al met meer dan de helft toegenomen, tot 8 procent.
Bij ruim de helft van alle verkooppunten in Nederland kun je nu contactloos betalen en dat worden er iedere maand meer. Recentelijk hebben enkele grote supermarkt- en warenhuisketens hun betaalautomaten vervangen door contactloze apparaten.
De meeste contactloze betalingen vinden bij supermarkten plaats: 45 procent van het totaal. De catering, waaronder bedrijfskantines, en verkoopautomaten, bijvoorbeeld voor snoep, snacks en frisdrank, nemen bijna een vijfde van alle contactloze betaaltransacties voor hun rekening. Parkeergarages en parkeerterreinen zien het aantal contactloze betalingen snel groeien naarmate daar meer contactloze automaten in gebruik worden genomen.
Online vermogensbeheerder Pritle verwelkomt 5.500ste klant op eerste verjaardag
Pritle viert haar eerste verjaardag met het verwelkomen van
de 5.500ste klant. De fintech-onderneming begon in oktober 2015 in
Nederland, breidde binnen het jaar uit naar België, Oostenrijk en
Zwitserland en is inmiddels de grootste onafhankelijke online
vermogensbeheerder van Nederland.
De robo-belegger die vermogensbeheer toegankelijk maakt, constateert verder dat de gemiddelde nieuwe klant in het eerste jaar zijn inleg verviervoudigde van twee- naar achtduizend euro. Voor het einde van het jaar verwacht Pritle haar 10.000ste klant te bedienen.
De robo-belegger die vermogensbeheer toegankelijk maakt, constateert verder dat de gemiddelde nieuwe klant in het eerste jaar zijn inleg verviervoudigde van twee- naar achtduizend euro. Voor het einde van het jaar verwacht Pritle haar 10.000ste klant te bedienen.
Pritle
kondigt gelijk de volgende uitbreiding van haar diensten aan: het
bedrijf speelt direct in op het recent aangekondigde
wetswijzigingsvoorstel om het onder andere ZZP-ers mogelijk te maken een
lijfrenterekening te openen bij een vermogensbeheerder. De klanten
hoeven over deze rekening geen vermogensrendementsheffing af te dragen.
vrijdag 14 oktober 2016
Politie schiet bij aanhouding bankovervaller
De politie heeft op donderdag 13 oktober een man aangehouden op verdenking van het plegen van een overval op een bank. Bij de aanhouding heeft de politie geschoten. Niemand raakte gewond
De politie heeft aan het einde van de middag op de Slotermeerlaan geschoten bij de aanhouding van een bankovervaller. De man was bij een bank op Plein 40-45 binnen als klant, ontpopte zich als overvaller en dreigde met een wapen. Personeel probeerde zich aan de overval te onttrekken en vluchtte weg.
Politiemensen zagen de overvaller wegvluchten en zette de achtervolging in. Tijdens de overval en aanhouding is er niemand gewond geraakt. De omgeving van het bankfiliaal en een gedeelte van de Slotermeerlaan is afgezet voor sporenonderzoek. Meer informatie wordt er op dit moment niet verstrekt.
De politie heeft aan het einde van de middag op de Slotermeerlaan geschoten bij de aanhouding van een bankovervaller. De man was bij een bank op Plein 40-45 binnen als klant, ontpopte zich als overvaller en dreigde met een wapen. Personeel probeerde zich aan de overval te onttrekken en vluchtte weg.
Politiemensen zagen de overvaller wegvluchten en zette de achtervolging in. Tijdens de overval en aanhouding is er niemand gewond geraakt. De omgeving van het bankfiliaal en een gedeelte van de Slotermeerlaan is afgezet voor sporenonderzoek. Meer informatie wordt er op dit moment niet verstrekt.
Sanering ING stuit op weerstand
Er komt steeds meer weerstand tegen het verplaatsen van IT-diensten naar de Filipijnen, Roemenië, Polen en Slowakije bij ING Bank. Maandag is het overleg met de centrale ondernemingsraad gestaakt. 'Na een ultieme poging om eruit te komen met elkaar, moeten wij vaststellen dat het maken van afspraken op dit moment onhaalbaar is gebleken', schrijft de top van de bank in een interne mail die De Financiële Telegraaf in handen heeft. ING stelt in een reactie al jaren aanwezig te zijn in Katowice, Boekarest, Bratislava en Manila.
Al 80 procent marktaandeel ingeschreven voor Mijnverzekeringenopeenrij.nl
De verzekeraars die zich tot nu toe hebben ingeschreven voor Mijnverzekeringenopeenrij.nl vertegenwoordigen al 80 procent van de Nederlandse particuliere markt. En dat percentage groeit gestaag door. Hiermee is de website hard op weg om alle verzekeringen aan te sluiten voordat deze gelanceerd wordt voor consumenten.
De ambitie van Mijnverzekeringenopeenrij.nl, voorheen bekend als de Poliskluis, is om de consument in 2017 één online overzicht te bieden met al zijn verzekeringen. “Daarvoor moeten zo veel mogelijk verzekeraars en gevolmachtigden meedoen”, aldus programmamanager Janpieter Koning. “Wij zijn daarom erg blij met alle deelnemers die zich tot nu toe hebben ingeschreven.” Na een inschrijving begint de verzekeraar of gevolmachtigde zo snel mogelijk met de aansluiting op de website. Zodra de aansluiting rond is, kunnen de verzekeringen na livegang getoond worden op de website.
De ambitie van Mijnverzekeringenopeenrij.nl, voorheen bekend als de Poliskluis, is om de consument in 2017 één online overzicht te bieden met al zijn verzekeringen. “Daarvoor moeten zo veel mogelijk verzekeraars en gevolmachtigden meedoen”, aldus programmamanager Janpieter Koning. “Wij zijn daarom erg blij met alle deelnemers die zich tot nu toe hebben ingeschreven.” Na een inschrijving begint de verzekeraar of gevolmachtigde zo snel mogelijk met de aansluiting op de website. Zodra de aansluiting rond is, kunnen de verzekeringen na livegang getoond worden op de website.
donderdag 13 oktober 2016
‘Ruimte voor eigen oordeel banken leencapaciteit consument’
Het bepalen van de leencapaciteit van consumenten voor een hypotheek is altijd een individuele zaak. Voor banken is belangrijk dat zij binnen de geldende regels voldoende ruimte hebben voor de beoordeling van de leencapaciteit van consumenten. Daardoor zouden in specifieke gevallen - waarin dat verantwoord is - consumenten iets meer kunnen lenen.
De NVB reageert hiermee op de voorstellen van Bouwend Nederland naar aanleiding van onderzoek naar de leenregels.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) zegt geen voorstander te zijn van een generieke verruiming van de leennormen voor hypotheken omdat deze leidt tot hogere lasten voor sommige consumenten, die daarvan de mogelijke financiële risico’s niet altijd kunnen overzien.
De NVB onderschrijft dat belemmeringen voor toetreding tot- of doorstroming op de woningmarkt zoveel mogelijk moeten worden weggenomen. Voor wat betreft het tweede inkomen in een gezin is de praktijk al dat hiermee sterker rekening wordt gehouden waardoor er meer kan worden geleend.
Koningin Máxima houdt Duisenberglezing van de Rabobank
HM koningin Máxima, in haar functie van speciale pleitbezorger van de VN secretaris-generaal voor inclusieve financiering voor ontwikkeling, sprak de Rabobank Duisenberg Lezing 2016 uit. In haar toespraak belichtte de koningin kritieke voorwaarden voor het verbeteren van toegang tot financiële dienstverlening en de enorme voordelen die daarmee gerealiseerd kunnen worden. De koningin richtte zich vooral op beleidshervormingen om de toegang tot financiële diensten te verbeteren voor specifieke doelgroepen als het MKB, kleine boerenbedrijven en vrouwen. Daarnaast stond ook het onderwerp klantgerichtheid in inclusieve financiering centraal. De Duisenberg Lezing 2016, een evenement op hoog niveau van de Rabobank, vond afgelopen zaterdag plaats in Washington DC.
Voor nagenoeg alle Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor 2030 van de Verenigde Naties is financiële inclusie een eerste vereiste, zo benadrukte de koningin. Ook wees zij erop dat van het verstrekken van basisgezondheidszorg, onderwijs of voedselzekerheid geen succes mag worden verwacht als de toegang tot financiering een belemmering blijft. Niet alleen in ontwikkelingslanden, maar in belangrijke mate ook in Europa en de VS hebben delen van de bevolking geen of slechts beperkt toegang tot financiële diensten.
De Rabobank Duisenberglezing richt zich op thema’s als toegang tot financiering, voedsel- en voedingszekerheid, en duurzame waardeketens. In 2008 hield de toenmalige kroonprins Willem-Alexander de lezing over het onderwerp watermanagement en sanitaire voorzieningen.
De tweede helft van het evenement was gewijd aan de enorme uitdaging van voedselzekerheid in Afrika de komende decennia. Eens was Afrika een continent dat voedsel exporteerde, maar tegenwoordig zijn de ingevoerde hoeveelheden voedsel verontrustend. Veranderende eetpatronen, voedselverlies bij de bron van de toeleveringsketen, sterk achterblijvende productiviteit van voedselproducenten en een bevolking die sterker groeit dan waar ook ter wereld verergeren het probleem. “Afrika moet zichzelf voeden”, zo concluderen Ertharin Cousin, hoofd van het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties, en Berry Marttin, lid van de Raad van Bestuur van de Rabobank. “Het continent kan zichzelf voeden, daarvoor heeft het de middelen. En er is nu eenmaal geen alternatief.”
Vorig jaar lanceerde de Rabobank haar nieuwe ‘Banking for Food’-strategie. Eerder dit jaar kondigde de Rabobank ARISE aan, een fonds dat investeert in financiële instellingen in Sub-Sahara-Afrika. Via ARISE kunnen de Rabobank, FMO en Norfund hun investeringen in inclusieve financiering opvoeren tot 1 miljard dollar en een systeemverandering op gang brengen door het creëren van synergie binnen het platform dat meer dan twintig landen in Sub-Sahara-Afrika omspant.
woensdag 12 oktober 2016
ING sluit dealingrooms
ING brengt op korte termijn alle handelsactiviteiten vanuit België en Nederland over naar Londen. Dit liet de bank zojuist weten. Het personeel van de Belgische en Nederlandse vestigingen is zojuist ingelicht. De verplaatsing is onderdeel van de vorige week aangekondigde reorganisatie, waarbij 7000 arbeidsplaatsen verloren gaan.
Aantal wanbetalers zorgpremie ruim 10 procent gedaald
Het aantal wanbetalers in de zorg is fors afgenomen. Eind 2014 vielen ruim 325.000 mensen onder de wantebalersregeling. Dit is gedaald naar 290.000 op 1 augustus 2016. Dit staat in de verzekerdenmonitor die minister Edith Schippers (VWS) vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De daling is een direct effect van de Wet verbetering wanbetalersmaatregelen die eind 2015 door de Tweede Kamer is aangenomen. Dat komt vooral door zorgverzekeraars CZ en Zilveren Kruis die de mogelijkheden uit de nieuwe wet intensief gebruiken om regelingen te treffen met wanbetalers. Minister Schippers roept andere zorgverzekeraars dan ook op dit goede voorbeeld te volgen.
Iedereen die in Nederland woont en/of werkt is verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Mensen die ondanks het aanbod om een betalingsregeling te treffen hun zorgpremie langer dan 6 maanden niet betaald hebben, worden door hun zorgverzekeraar aangemeld bij het Zorginstituut Nederland. Zorginstituut Nederland is bevoegd om de premie via de werkgever of uitkeringsinstantie op het loon of uitkering in te houden. Het gaat daarbij om de zogenaamde bestuursrechtelijke premie. Deze premie ligt hoger dan de gemiddelde premie die zorgverzekeraars vragen. Dit gebeurt om de kosten voor deze regeling niet te leggen bij mensen die hun premie wel betalen. Daarnaast worden mensen zo ontmoedigd om hun betalingsachterstand op te laten lopen. Aan de ene kant moet deze premie niet zo hoog zijn dat de schulden van de wanbetaler alleen maar groter worden, aan de andere kant ook niet te laag, zodat mensen worden aangemoedigd zo snel mogelijk terug te keren naar de normale zorgverzekering. Per 1 juli 2016 is de premie voor wanbetalers verlaagd van 159 naar 128 euro. De verlaging maakt het mogelijk dat mensen sneller uitstromen uit de wanbetalersregeling, doordat zij meer geld overhouden om hun schulden aan te pakken.
Merel van Vroonhoven nieuwe voorzitter ESMA comité voor beleggersbescherming
Bestuursvoorzitter Merel van Vroonhoven is door de Board of Supervisors van ESMA benoemd tot voorzitter van het Investor Protection and Intermediaries Standing Committee (IPISC). De benoeming is voor twee jaar en gaat per direct in.
ESMA is de Europese toezichtautoriteit voor de financiële markten. De permanente comités ondersteunen de Board of Supervisors van ESMA die bestaat uit de bestuursvoorzitters van de nationale toezichthouders. IPISC geeft technisch advies ten aanzien van de kwaliteit van beleggingsdienstverlening.
ESMA is de Europese toezichtautoriteit voor de financiële markten. De permanente comités ondersteunen de Board of Supervisors van ESMA die bestaat uit de bestuursvoorzitters van de nationale toezichthouders. IPISC geeft technisch advies ten aanzien van de kwaliteit van beleggingsdienstverlening.
dinsdag 11 oktober 2016
Caroline Princen treedt terug uit Raad van Bestuur ABN AMRO
De Raad van Commissarissen van ABN AMRO heeft na goed overleg met Caroline Princen, Lid van de Raad van Bestuur, besloten dat zij per 1 januari 2017 terugtreedt en met inachtneming van de contractuele opzegtermijn, ABN AMRO met ingang van 1 juli 2017 verlaat. Zij zal niet worden opgevolgd waardoor de Raad van Bestuur van ABN AMRO in omvang afneemt van 7 naar 6 personen.
Princen is verantwoordelijk voor een groot deel van de ondersteunende diensten van ABN AMRO. Zoals gecommuniceerd op 17 augustus 2016 zijn deze diensten onderwerp van een efficiency operatie bij ABN AMRO. Een gevolg daarvan is dat er ook in de top wordt gereorganiseerd en de functie van Caroline Princen in de Raad van Bestuur komt te vervallen. De portefeuille wordt herverdeeld onder de zittende RvB-leden.
Micro- en kleinbedrijf steeds succesvoller bij aantrekken financiering
Het micro- en kleinbedrijf weet steeds vaker de weg te vinden naar financiering, zo blijkt uit de halfjaarlijkse financieringsmonitor van onderzoeksbureau Panteia. 73 procent van het kleinbedrijf en 64 procent van het microbedrijf krijgt zijn aanvraag volledig toegewezen, tegenover 57 procent bij de vorige meting. Uit de monitor komt verder naar voren dat vrijwel over de hele linie bedrijven steeds vaker succesvol zijn bij het aantrekken van financiering. Acht van de tien bedrijven die financiering aanvroegen, kregen het volledige bedrag toegekend. Verder blijkt uit de monitor dat ondernemers positiever zijn over de toekomstige verwachtingen voor het aantrekken van financiering.
Minister Kamp van Economische Zaken: “Als steeds meer bedrijven extra financiering aantrekken, kunnen ze steeds vaker en sneller hun groeiplannen realiseren. Dat is niet alleen belangrijk voor onze economische groei. Het aantrekken van financiering leidt ook tot het aannemen van nieuwe werknemers en het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Meer financiering is daarmee een belangrijke katalysator voor groei en vernieuwing.”
Dat ondernemers steeds succesvoller worden in het vinden van financiering blijkt ook uit het gebruik van het financieringsinstrumentarium van het Ministerie van Economische Zaken. Naar verwachting stijgt de Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) van €446 miljoen in 2015 tot boven de €600 miljoen dit jaar. Ook het aantal bedrijven dat van de BMKB gebruik maakt kan in deze periode groeien van 2.545 naar ruim 3.500. Bij de BMKB staat de overheid garant voor een deel van de lening die een bank aan een bedrijf verstrekt.
De Garantie Ondernemingsfinanciering groeit dit jaar naar verwachting van €114 miljoen naar ruim €150 miljoen. Met de GO worden (middel)grote ondernemingen ondersteund bij het aantrekken van bankleningen en bankgaranties, bijvoorbeeld na een faillissement. Ook de Groeifaciliteit stijgt naar verwachting van €26 miljoen naar ruim €70 miljoen. De overheid helpt via deze regeling snelgroeiende bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen. Zo kunnen Nederlandse ondernemers bijvoorbeeld sneller exporteren naar het buitenland.
Uit de monitor blijkt verder dat van de 326.000 bedrijven met tenminste twee werkzame personen, 31 procent zich richtte op het aantrekken van externe financiering, dat zijn ruim 100.000 bedrijven. 80 procent hiervan doet ook daadwerkelijk een financieringsaanvraag. Vooral snelle groeiers en bedrijven die het afgelopen jaar winst hebben gemaakt zoeken relatief vaak externe financiering: 56 procent van de snelle groeiers en 43 procent van de in 2015 winstgevende bedrijven. Ook kijken steeds meer bedrijven naar alternatieve financieringsmethoden zoals leasing en crowdfunding, een positieve ontwikkeling.
23 procent van alle bedrijven verwacht het komende jaar een financieringsbehoefte te hebben. Dit is in lijn met eerdere edities van de financieringsmonitor. Bedrijven verwachten in de toekomst vooral financiering nodig te hebben voor investeringen in huisvesting en bedrijfsmiddelen, groei en overnames en voor werkkapitaal. Het MKB geeft voor het komende jaar een financieringsvraag aan van €15,5 miljard. Men verwacht dat daar uiteindelijk 80 procent, ofwel €12,5 miljard, van wordt toegekend.
Rabobank geeft 500 miljoen euro groene obligaties uit
Rabobank heeft de eerste Rabobank Groene Obligatie bij
institutionele beleggers geplaatst ter waarde van EUR 500 miljoen. De
bank investeert dit geld in duurzame energieprojecten, zoals windparken.
De looptijd van de Rabobank Groene Obligatie is 5 jaar.
Rabobank komt met deze emissie tegemoet aan een specifieke wens van pensioenfondsen en andere beleggers, die grote interesse tonen in duurzaamheid. De markt voor Groene Obligaties groeit zeer sterk. Door te investeren in de Rabobank Groene Obligatie dragen beleggers bij aan de financiering van de transitie naar meer duurzame energie.
Bas Brouwers, Chief Financial Officer: “Het mes snijdt aan twee kanten. Deze uitgifte is een goede aanvulling op onze brede set van fundinginstrumenten. Hierdoor bereiken we nieuwe investeerders die zich thuis voelen bij het duurzame profiel van onze bank. Daarnaast draagt deze emissie bij aan onze doelen op het gebied van duurzaamheid.”
Rabobank wil de dienstverlening aan duurzame koplopers de komende jaren verdubbelen. De duurzame kredietverlening groeit zeer sterk en deze uitgifte maakt een verdere groei mogelijk. Rabobank heeft op dit moment voor EUR 22 miljard aan kredieten uitstaan aan duurzame koplopers, waarvan EUR 3,2 miljard in zonne- en windenergieprojecten.
Rabobank komt met deze emissie tegemoet aan een specifieke wens van pensioenfondsen en andere beleggers, die grote interesse tonen in duurzaamheid. De markt voor Groene Obligaties groeit zeer sterk. Door te investeren in de Rabobank Groene Obligatie dragen beleggers bij aan de financiering van de transitie naar meer duurzame energie.
Bas Brouwers, Chief Financial Officer: “Het mes snijdt aan twee kanten. Deze uitgifte is een goede aanvulling op onze brede set van fundinginstrumenten. Hierdoor bereiken we nieuwe investeerders die zich thuis voelen bij het duurzame profiel van onze bank. Daarnaast draagt deze emissie bij aan onze doelen op het gebied van duurzaamheid.”
Rabobank wil de dienstverlening aan duurzame koplopers de komende jaren verdubbelen. De duurzame kredietverlening groeit zeer sterk en deze uitgifte maakt een verdere groei mogelijk. Rabobank heeft op dit moment voor EUR 22 miljard aan kredieten uitstaan aan duurzame koplopers, waarvan EUR 3,2 miljard in zonne- en windenergieprojecten.
maandag 10 oktober 2016
Wat moet de gewone belegger met het fenomeen flashcrash?
In de nacht van donderdag op vrijdag ging de Britse pond in enkele minuten ruim 6 procent onderuit om kort daarna een groot deel van het verlies weer in te lopen. Het was een flashcrash, een fenomeen dat de laatste jaren vaker lijkt voor te komen. Vijf vragen over flashcrashes en wat de gewone belegger ermee moet.
De flashcrash van voorjaar 2010 spreekt het meest tot de verbeelding. Toen verloor de Dow-Jonesindex in korte tijd 7 procent om kort daarop weer grotendeels te herstellen. In 2014 maakten Amerikaanse tienjaars staatsobligaties in ruim vijf minuten een flinke sprong om ook meteen weer in te zakken. Augustus vorig jaar ontspoorde de handel in een aantal grote trackers. En de valutamarkten gingen de Zuid-Afrikaanse rand en de Nieuwe-Zeelandse dollar het pond eerder dit jaar al voor.
De flashcrash van voorjaar 2010 spreekt het meest tot de verbeelding. Toen verloor de Dow-Jonesindex in korte tijd 7 procent om kort daarop weer grotendeels te herstellen. In 2014 maakten Amerikaanse tienjaars staatsobligaties in ruim vijf minuten een flinke sprong om ook meteen weer in te zakken. Augustus vorig jaar ontspoorde de handel in een aantal grote trackers. En de valutamarkten gingen de Zuid-Afrikaanse rand en de Nieuwe-Zeelandse dollar het pond eerder dit jaar al voor.
DNB gaat goudkluis en bankbiljettenbedrijf verplaatsen
De Nederlandsche Bank heeft het voornemen haar bankbiljettenbedrijf en goudkluis te verplaatsen naar het defensieterrein Camp New Amsterdam in de gemeente Zeist.
DNB is van plan haar kantoor aan het Westeinde 1 in Amsterdam te renoveren, maar de goudkluis en bankbiljettenactiviteiten te verplaatsen naar Camp New Amsterdam. Dat besluit is genomen omdat de aanwezigheid van het bankbiljettenbedrijf en de goudkluis zeer hoge beveiligingsmaatregelen vergt, die de toegankelijkheid voor medewerkers en bezoekers steeds meer in de weg staan. Ook is regelmatig waardetransport complex in het centrum van Amsterdam.
De Nederlandsche Bank en het ministerie van Defensie werken het voornemen voor de nieuwbouw samen verder uit.
Het plan is het nieuwe Cash Centre begin 2022 in gebruik te nemen. Op het terrein van Camp New Amsterdam zijn onder andere eenheden van de Koninklijke Marechaussee (KMar) gevestigd. De KMar vervult in Nederland een belangrijke rol bij de beveiliging van de waardetransporten van De Nederlandsche Bank.
Het nieuwe Cash Centre krijgt meerdere functies. Allereerst worden hier de bankbiljetten gesorteerd en gedistribueerd: vanuit Camp New Amsterdam vinden straks de waardetransporten plaats om de professionele geldverwerkers te voorzien van bankbiljetten en munten. Verder komt hier het Nationaal Analysecentrum voor de registratie en analyse van vervalsingen en een Europees Testcentrum voor onderzoek naar het duurzaam gebruik van bankbiljetten. Daarnaast worden hier ook goud, bankbiljetten en munten opgeslagen.
'Personeelsbestand FS-industrie verder opgeschud'
Het personeelsbestand van de financiële
sector wordt opgeschud. Door enorme veranderingen qua technologie,
regelgeving en de snel verschuivende verwachtingen van de klant, bestaat
er een behoefte aan een ander soort medewerker. Die heeft andere
vaardigheden en beschikt over een innovatieve en flexibele
werkinstelling. Banken en verzekeraars moeten daarop nieuwe manieren
zoeken om medewerkers te rekruteren, te motiveren en te organiseren. Dat
blijkt uit het nieuwe rapport 'The Power to Perform, Human Capital 2020
and beyond' van accountants- en adviesbureau PwC.
'Deze uitdagingen creëren een markt die enorme kansen biedt voor een competitieve herpositionering', zegt HR-specialist Robert Charlier van PwC. 'De manier waarop een organisatie menselijk kapitaal bindt, ontwikkelt, beloont en behoudt, is van cruciaal belang bij de aanpak van uitdagingen en het benutten van kansen.'
Charlier: 'Er is nu veel aandacht voor de mensen die moeten vertrekken maar even belangrijk is het om aandacht te hebben welke vaardigheden nodig zijn bij bestaande
en toekomstige medewerkers. Hoe gaat de FS-industrie daarmee om? Lukt het hen om dit anders te benaderen?'
Financiële dienstverleners hebben onder meer te maken met kritische klanten en met snelle FinTech-start-ups die bestaande businessmodellen ontwrichten, zo stelt het PwC-rapport. Daarnaast worden ze geconfronteerd met druk van de financiële toezichthouders en met de druk van binnenuit om de kosten laag te houden. Daarnaast moeten ze ook nog maatschappelijk vertrouwen terugwinnen.
Stappenplan naar de toekomst
Het rapport formuleert zeven prioriteiten voor de FS-industrie:
1. Werk aan herstel van vertrouwen en de missie van de organisatie.
2. Ontwikkel dynamische planningsmodellen voor een flexibele personeelsbezetting.
3. Creëer digitale marktplaatsen en uitwisselingsplaatsen voor talent.
4. Werp een frisse blik op opleiding en ontwikkeling van vaardigheden (L&D).
5. Digitaliseer de werkplek ter stimulering van de productiviteit.
6. Integreer human capital analytics in belangrijke zakelijke beslissingen.
7. Kijk opnieuw naar beloningsmodellen - beloon de werkelijke bijdrage aan de waardecreatie van de onderneming.
De huidige ontwikkelingen vragen ook nieuwe manieren om medewerkers aan te trekken. 'Zo transformeert technologie de manier waarop mensen werk zoeken, ze organisaties beoordelen en waarop ze door mogelijk toekomstige werkgevers worden beoordeeld', zegt Charlier. 'Werkgevers kunnen bijvoorbeeld denken aan het gebruik van gametechnologie voor werving, 'onboarding', maar ook voor het geven van feedback en de ontwikkeling van vaardigheden.'
'Deze uitdagingen creëren een markt die enorme kansen biedt voor een competitieve herpositionering', zegt HR-specialist Robert Charlier van PwC. 'De manier waarop een organisatie menselijk kapitaal bindt, ontwikkelt, beloont en behoudt, is van cruciaal belang bij de aanpak van uitdagingen en het benutten van kansen.'
Charlier: 'Er is nu veel aandacht voor de mensen die moeten vertrekken maar even belangrijk is het om aandacht te hebben welke vaardigheden nodig zijn bij bestaande
en toekomstige medewerkers. Hoe gaat de FS-industrie daarmee om? Lukt het hen om dit anders te benaderen?'
Financiële dienstverleners hebben onder meer te maken met kritische klanten en met snelle FinTech-start-ups die bestaande businessmodellen ontwrichten, zo stelt het PwC-rapport. Daarnaast worden ze geconfronteerd met druk van de financiële toezichthouders en met de druk van binnenuit om de kosten laag te houden. Daarnaast moeten ze ook nog maatschappelijk vertrouwen terugwinnen.
Stappenplan naar de toekomst
Het rapport formuleert zeven prioriteiten voor de FS-industrie:
1. Werk aan herstel van vertrouwen en de missie van de organisatie.
2. Ontwikkel dynamische planningsmodellen voor een flexibele personeelsbezetting.
3. Creëer digitale marktplaatsen en uitwisselingsplaatsen voor talent.
4. Werp een frisse blik op opleiding en ontwikkeling van vaardigheden (L&D).
5. Digitaliseer de werkplek ter stimulering van de productiviteit.
6. Integreer human capital analytics in belangrijke zakelijke beslissingen.
7. Kijk opnieuw naar beloningsmodellen - beloon de werkelijke bijdrage aan de waardecreatie van de onderneming.
De huidige ontwikkelingen vragen ook nieuwe manieren om medewerkers aan te trekken. 'Zo transformeert technologie de manier waarop mensen werk zoeken, ze organisaties beoordelen en waarop ze door mogelijk toekomstige werkgevers worden beoordeeld', zegt Charlier. 'Werkgevers kunnen bijvoorbeeld denken aan het gebruik van gametechnologie voor werving, 'onboarding', maar ook voor het geven van feedback en de ontwikkeling van vaardigheden.'
zondag 9 oktober 2016
Meer belasting dan rente op je spaargeld
Belasting betalen over de rente die je ontvangt op je spaargeld. Dat is de vermogensrendementsheffing, en die is voor veel mensen een doorn in het oog. Vooral omdat mensen op dit moment meer belasting betalen over dat spaargeld dan ze aan rente ontvangen. De Bond voor Belastingbetalers strijdt al jaren tegen de vermogensrendement, aldus VARA's Kassa.
Bij de grote banken ABN AMRO, ING en Rabobank krijg je op je internetspaarrekening nog maar 0,3 procent. Maar de Belastingdienst gaat er nog steeds vanuit dat je 4 procent rente op je spaarrekening krijgt. Over dit veronderstelde rendement betaal je dan 30 procent belasting. Dat is de vermogensrendementsheffing.
Dat betekent voor veel mensen dat ze meer belasting betalen over hun spaargeld dan ze aan rente ontvangen. Lees hier meer over de belasting op uw vermogen.
De Bond voor Belastingbetalers noemt de vermogensrendementsheffing een fantasiebelasting. De realiteit is dat er al jarenlang een groot gat zit tussen de feitelijke rente en de veronderstelde rente. Daarom is de Bond voor Belastingbetalers een rechtszaak gestart tegen de vermogensrendementsheffing. Jurgen de Vries van de Bond voor Belastingbetalers vertelde er al eerder over in Kassa. Lees hier hoe het met deze rechtszaak staat.
Bij de grote banken ABN AMRO, ING en Rabobank krijg je op je internetspaarrekening nog maar 0,3 procent. Maar de Belastingdienst gaat er nog steeds vanuit dat je 4 procent rente op je spaarrekening krijgt. Over dit veronderstelde rendement betaal je dan 30 procent belasting. Dat is de vermogensrendementsheffing.
Dat betekent voor veel mensen dat ze meer belasting betalen over hun spaargeld dan ze aan rente ontvangen. Lees hier meer over de belasting op uw vermogen.
De Bond voor Belastingbetalers noemt de vermogensrendementsheffing een fantasiebelasting. De realiteit is dat er al jarenlang een groot gat zit tussen de feitelijke rente en de veronderstelde rente. Daarom is de Bond voor Belastingbetalers een rechtszaak gestart tegen de vermogensrendementsheffing. Jurgen de Vries van de Bond voor Belastingbetalers vertelde er al eerder over in Kassa. Lees hier hoe het met deze rechtszaak staat.
vrijdag 7 oktober 2016
Delta Lloyd verwerpt overnamebod
Verzekeraar Delta Lloyd verwerpt het overnamebod van NN Group van 5,30 euro per aandeel. Het bod, met een waarde van 2,4 miljard euro, is niet in het belang van de aandeelhouders en andere belanghebbenden, zo laat Delta Lloyd vrijdag weten. Marktkenners speculeerden er overigens al op dat Delta Lloyd niet akkoord zou gaan met de prijs.
ING-kantoren dicht bij staking België
Ongeveer tweehonderd van de zevenhonderd ING-kantoren in België blijven vrijdag gesloten. Honderden medewerkers hebben gehoor gegeven aan de oproep van vakbonden om te protesteren bij het hoofdkantoor van ING in Brussel. ING kondigde maandag aan de komende jaren 7000 banen te schrappen, waarvan 2300 in Nederland en 3500 in België. Bij de zuiderburen wordt rekening gehouden met maximaal 1700 gedwongen ontslagen.
Online broker LYNX viert 10-jarig bestaan
Het is een speciale dag voor online broker LYNX. Het in Amsterdam gevestigde bedrijf bestaat 10 jaar en om deze reden opende Tycho Schaaf, branch manager van LYNX Nederland, vandaag de handelsdag op Beursplein 5.
Om deze mijlpaal te vieren, loopt er op dit moment een campagne bij LYNX. Zowel nieuwe als bestaande kunnen prijzen winnen. Met het oog op de Amerikaanse verkiezingen, zijn de tarieven voor Amerikaanse effecten verlaagd. Daarnaast ontvangen nieuwe klanten $ 250 transactietegoed.
Tycho Schaaf merkt dat beleggen steeds populairder wordt. "De afgelopen tijd hoor je steeds vaker dat, ondanks de lage rente, alles wat terugloopt in de beleggingssector. Wij zien juist een tegenovergestelde trend. LYNX groeit nog steeds en beleggen wordt steeds populairder."
Om deze mijlpaal te vieren, loopt er op dit moment een campagne bij LYNX. Zowel nieuwe als bestaande kunnen prijzen winnen. Met het oog op de Amerikaanse verkiezingen, zijn de tarieven voor Amerikaanse effecten verlaagd. Daarnaast ontvangen nieuwe klanten $ 250 transactietegoed.
Tycho Schaaf merkt dat beleggen steeds populairder wordt. "De afgelopen tijd hoor je steeds vaker dat, ondanks de lage rente, alles wat terugloopt in de beleggingssector. Wij zien juist een tegenovergestelde trend. LYNX groeit nog steeds en beleggen wordt steeds populairder."
Naar een Europese vennootschapsbelasting
Hoogleraar belastingrecht Jan van der Geld gaat in zijn afscheidsrede in op een van de grootste problemen waarmee de vennootschapsbelasting momenteel kampt: de ongebreidelde belastingconcurrentie binnen de Europese Unie. Hij pleit voor vervanging van de nationale vennootschapsbelastingen door een Europese vennootschapsbelasting.
Van tijd tot tijd laait in Nederland de discussie rond de vennootschapsbelasting weer op. Van der Geld gaat in zijn rede in op vragen als: wat is precies de rechtsgrondslag van vennootschapsbelasting? Hoe verhoudt de Nederlandse vennootschapsbelasting zich tot de belastingheffing in andere (Europese) landen? En hoe zit het met de fiscaal verschillende behandeling van eigen en vreemd vermogen?
Volgens Van der Geld zijn de huidige nationale vennootschapsbelastingen in strijd met het subsidiariteitsbeginsel voor multinationale ondernemingen, dat wil zeggen bevoegdheden moeten liggen op het niveau waar ze thuishoren om problemen het beste op te lossen. Voor multinationale ondernemingen is dit het Europese en niet het nationale niveau. Hieruit vloeit voort dat de vennootschapsbelasting beter op Europees niveau geregeld kan worden.
Van der Gelds pleidooi voor een Europese vennootschapsbelasting impliceert overigens niet dat de opbrengst voor de EU moet zijn. Ook is het niet zo dat de effectieve vennootschapsbelastingdruk overal in de EU gelijk zou moeten zijn. Effectieve drukverschillen tussen regio’s zijn echter alleen gerechtvaardigd bij verschillen in sociaal-economische ontwikkeling. De keuze hoeveel van de opbrengst van een Europese vennootschapsbelasting naar de EU gaat en hoeveel naar de lidstaten is een politieke keuze die los staat van de invoering van een Europese vennootschapsbelasting als zodanig.
Van der Geld besteedt in zijn rede ook aandacht aan de fiscale problematiek na het Britse NO tegen de EU (Brexit). Zijn pleidooi voor een Europese vennootschapsbelasting ziet hij als het fatsoenlijk afmaken van wat we binnen de EU eenmaal begonnen zijn.
Van tijd tot tijd laait in Nederland de discussie rond de vennootschapsbelasting weer op. Van der Geld gaat in zijn rede in op vragen als: wat is precies de rechtsgrondslag van vennootschapsbelasting? Hoe verhoudt de Nederlandse vennootschapsbelasting zich tot de belastingheffing in andere (Europese) landen? En hoe zit het met de fiscaal verschillende behandeling van eigen en vreemd vermogen?
Volgens Van der Geld zijn de huidige nationale vennootschapsbelastingen in strijd met het subsidiariteitsbeginsel voor multinationale ondernemingen, dat wil zeggen bevoegdheden moeten liggen op het niveau waar ze thuishoren om problemen het beste op te lossen. Voor multinationale ondernemingen is dit het Europese en niet het nationale niveau. Hieruit vloeit voort dat de vennootschapsbelasting beter op Europees niveau geregeld kan worden.
Van der Gelds pleidooi voor een Europese vennootschapsbelasting impliceert overigens niet dat de opbrengst voor de EU moet zijn. Ook is het niet zo dat de effectieve vennootschapsbelastingdruk overal in de EU gelijk zou moeten zijn. Effectieve drukverschillen tussen regio’s zijn echter alleen gerechtvaardigd bij verschillen in sociaal-economische ontwikkeling. De keuze hoeveel van de opbrengst van een Europese vennootschapsbelasting naar de EU gaat en hoeveel naar de lidstaten is een politieke keuze die los staat van de invoering van een Europese vennootschapsbelasting als zodanig.
Van der Geld besteedt in zijn rede ook aandacht aan de fiscale problematiek na het Britse NO tegen de EU (Brexit). Zijn pleidooi voor een Europese vennootschapsbelasting ziet hij als het fatsoenlijk afmaken van wat we binnen de EU eenmaal begonnen zijn.