NVB deelt zorgen over aanhoudend lage rente
De Nederlandsche Bank (DNB) vraagt in haar Overzicht Financiƫle Stabiliteit terecht aandacht voor de negatieve gevolgen van een aanhoudend lage rente. De lage rente raakt klanten, pensioenfondsen, verzekeraars maar ook banken.
Dat komt omdat de lagere rente op door de bank verstrekte leningen niet volledig kan worden opgevangen door de spaarrente te laten dalen. Daarnaast moeten banken op grond van liquiditeitsregels zelf beleggen in vermogenstitels met een lage rente en ontvangen zij een negatieve rente op de gelden die zij aanhouden bij de Europese Centrale Bank (ECB).
Uit het OFS blijkt verder dat de financiƫle weerbaarheid van de Nederlandse bankensector verder is versterkt. De gemiddelde kernkapitaalratio bedraagt medio 2016 bijna 15 procent, tegen minder dan 8 procent in 2008. Daarmee liggen Nederlandse banken volgens de toezichthouder goed op schema om in 2019 te voldoen aan de hogere kapitaalseisen in het kader van Bazel III. De uitgangspositie voor Nederlandse banken is dus robuust.
Toch zien banken grote uitdagingen. Het verdienmodel staat onder druk door de lage rente, de toenemende concurrentie van nieuwe spelers en de voortdurende onzekerheid over nieuwe kapitaalseisen in het kader van Basel IV. Voor Nederlandse banken is het bij die voorstellen voor de kapitaaleisen essentieel dat de hoogte van de kapitaalbuffer gekoppeld blijft aan de genomen risico’s. In dat kader pleit ook DNB terecht voor snelle duidelijkheid zodat banken hun bedrijfsmodellen hierop kunnen aanpassen.
Dat komt omdat de lagere rente op door de bank verstrekte leningen niet volledig kan worden opgevangen door de spaarrente te laten dalen. Daarnaast moeten banken op grond van liquiditeitsregels zelf beleggen in vermogenstitels met een lage rente en ontvangen zij een negatieve rente op de gelden die zij aanhouden bij de Europese Centrale Bank (ECB).
Uit het OFS blijkt verder dat de financiƫle weerbaarheid van de Nederlandse bankensector verder is versterkt. De gemiddelde kernkapitaalratio bedraagt medio 2016 bijna 15 procent, tegen minder dan 8 procent in 2008. Daarmee liggen Nederlandse banken volgens de toezichthouder goed op schema om in 2019 te voldoen aan de hogere kapitaalseisen in het kader van Bazel III. De uitgangspositie voor Nederlandse banken is dus robuust.
Toch zien banken grote uitdagingen. Het verdienmodel staat onder druk door de lage rente, de toenemende concurrentie van nieuwe spelers en de voortdurende onzekerheid over nieuwe kapitaalseisen in het kader van Basel IV. Voor Nederlandse banken is het bij die voorstellen voor de kapitaaleisen essentieel dat de hoogte van de kapitaalbuffer gekoppeld blijft aan de genomen risico’s. In dat kader pleit ook DNB terecht voor snelle duidelijkheid zodat banken hun bedrijfsmodellen hierop kunnen aanpassen.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.