Een pensioenstelsel waarin (vrijwel) geen korting nodig is op de uitkering van pensioengerechtigden, waarin al bij een dekkingsgraad van 100 proceny geïndexeerd wordt en met beperktere leeftijdssolidariteit. Volgens pensioenadviseur Aon is het met een aantal structurele herzieningen van het huidige systeem mogelijk om zo’n stelsel in te voeren, zonder dure overgangsmaatregelen te hoeven treffen.
In het rapport ‘Pensioenstelsel 2.0: het andere geluid van Aon’ schetst Aon hoe dat stelsel eruit ziet. Staatssecretaris Klijnsma heeft het rapport vandaag ontvangen.
Aon berekende op basis van 2.000 economische scenario’s van De Nederlandsche Bank de gevolgen van het alternatieve stelsel. Daaruit blijkt dat het stelsel in de meeste gevallen tot hogere pensioenuitkeringen leidt.
Dat het huidige Nederlandse pensioenstelsel onder druk staat, komt onder meer door de leeftijdssolidariteit: jongeren betalen mee aan de pensioenopbouw van ouderen. Door de vergrijzing en stijgende levensverwachting wordt die bijdrage van jongeren steeds hoger. Bovendien hebben deelnemers tegenwoordig weinig perspectief op indexatie. Daardoor betalen jongere deelnemers in vergelijking met ouderen meer premie voor een lagere uitkering.
Om dat op te lossen, kan de indexatie worden gekoppeld aan de leeftijd ten tijde van de pensioenopbouw. Pensioen dat op jonge leeftijd is opgebouwd, komt dan eerder in aanmerking voor indexatie en kan meer worden geïndexeerd. Dat is volgens Aon eerlijker: premies op lagere leeftijden renderen gemiddeld beter dan op hogere leeftijden.
Een tweede maatregel om de nadelige effecten van leeftijdssolidariteit te repareren, is het splitsen van het vermogen van een pensioenfonds. Eén deel van het vermogen wordt ondergebracht in een kring voor (ex-)werknemers en een ander deel in een kring voor pensioengerechtigden. Zo kunnen beide kringen hun eigen beleggingsbeleid hanteren, afgestemd op de beleggingshorizon van de betreffende groep belanghebbenden.
Op de pensioendatum worden de opgebouwde pensioenen via een interne waardeoverdracht overgedragen vanuit de kring van niet-pensioengerechtigden naar de kring van pensioengerechtigden. Dat gebeurt op zo’n manier dat de dekkingsgraad binnen de kring pensioengerechtigden in beginsel gelijk blijft. Op de pensioendatum vindt dan een korting óf een verhoging van de opgebouwde pensioenen plaats.
Als de dekkingsgraad binnen de kring van pensioengerechtigden boven een bepaalde grens uitkomt, vindt afroming plaats richting de kring van niet-pensioengerechtigden. Andersom wordt het vermogen in de kring van pensioengerechtigden bij een dekkingsgraad onder de 100% aangevuld vanuit de kring van werkenden.
In het alternatieve stelsel van Aon worden de pensioenen van pensioengerechtigden alleen in uitzonderlijke situaties gekort. De dekkingsgraad is namelijk per definitie hoger dan 100%. Bij de kring van niet-pensioengerechtigden worden opgebouwde pensioenen gekort volgens de regels van het Financieel Toetsingskader (FTK) dat tot 1 januari 2015 gold. Dat betekent dat er gekort moet worden na een onafgebroken periode van drie jaar dekkingstekort.
De uitkering van pensioengerechtigden kan al vanaf een actuele dekkingsgraad van 100% worden geïndexeerd. In het huidige stelsel is dat pas mogelijk bij een beleidsdekkingsgraad van 110%.
De aanspraken van niet-pensioengerechtigden worden geïndexeerd als de dekkingsgraad voor deze groep boven de vereiste dekkingsgraad ligt. Het vermogen bij een dekkingsgraad boven 105% is beschikbaar voor inhaalindexatie. Deze indexatie is grotendeels leeftijdsafhankelijk, voor pensioenopbouw op lagere leeftijd meer dan voor pensioenopbouw op hogere leeftijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.