Nederlander wil pensioengeld in eigen huis kunnen steken
Nederlanders willen gemakkelijker met hun geld kunnen schuiven tussen pensioen, hypotheek en zorg. Dat blijkt uit onderzoek van Aegon onder 900 werknemers. De helft van de ondervraagden zou de pensioenpremie voor wat anders willen bestemmen dan alleen hun pensioen. Bijvoorbeeld voor het aflossen van de hypotheekschuld.
In Nederland zijn pensioenopbouw, hypotheken en zorg juridisch en fiscaal van elkaar gescheiden. Het is niet mogelijk het een met het ander te financieren. De helft van de werknemers wil echter liever meer vrijheid hebben bij de besteding van de pensioenpremie. Als de wet het toestond, zou 28% van de Nederlanders hun hypotheek willen aflossen met een deel van de pensioenpremie. Onder jongere werknemers is die wens het grootst, rond de 35 procent.
Aegon onderzocht in 15 landen de mate waarin mensen zich voorbereiden op hun pensioen en welke wensen ze daarbij hebben. Wereldwijd vulden 14.400 werknemers het onderzoek in, in Nederland 900. Het is het vijfde jaarlijkse onderzoek.
Ook aan toekomstige zorg zouden werknemers pensioengeld willen uitgeven. Bijna een op de vijf Nederlanders zou in elk geval een deel van zijn pensioenpremie willen gebruiken om zorgkosten van te betalen en te investeren in zorgvoorzieningen. Erik Schouten, fiscalist bij Aegon en betrokken bij het onderzoek, begrijpt die wens: “Meer flexibiliteit in het stelsel, meer grip op je eigen financiële toekomst, zou de betrokkenheid van werknemers zeker verhogen – en dat is waar we naar op zoek zijn in Nederland. De verantwoordelijkheid voor een goed pensioen verschuift immers in de richting van de werknemer.”
Die toenemende verantwoordelijkheid valt werknemers nog niet mee, trouwens. Want hoewel ze meer vrijheid zoeken, blijven Nederlanders nog steeds onzeker over hun pensioenskills. Ruim zeventig procent wil het liefst dat hun werkgever en de staat hun pensioen voor ze regelen en financieren. Slechts een op de drie Nederlanders wil zelf zijn pensioen organiseren via een privé-pensioenplan en beleggingen. “De vraag om hulp is duidelijk. De staat en je werkgever kunnen wel pensioen regelen, maar niet beoordelen of dat genoeg is. Ze kennen immers niet al je spaarpotjes en financiële omstandigheden. Laat staan dat ze kunnen zien wat je graag op je oude dag zou willen doen met je pensioen. Dat kan alleen jijzelf beoordelen, eventueel met behulp van een financieel adviseur”, zegt Erik Schouten.
Nederlanders schatten nu nog dat het geld dat ze op hun oude dag krijgen, voor tachtig procent afkomstig is van de staat en hun werkgever. Ze denken de resterende 20% zelf te moeten bijdragen met spaargeld en beleggingen. Hier is trouwens te merken dat de jongere generatie zich realiseert dat ze zelf moet sparen: twintigers verwachten zelf voor 27 procent te moeten bijdragen, terwijl dat onder zestigers maar 13 procent is.
In Nederland zijn pensioenopbouw, hypotheken en zorg juridisch en fiscaal van elkaar gescheiden. Het is niet mogelijk het een met het ander te financieren. De helft van de werknemers wil echter liever meer vrijheid hebben bij de besteding van de pensioenpremie. Als de wet het toestond, zou 28% van de Nederlanders hun hypotheek willen aflossen met een deel van de pensioenpremie. Onder jongere werknemers is die wens het grootst, rond de 35 procent.
Aegon onderzocht in 15 landen de mate waarin mensen zich voorbereiden op hun pensioen en welke wensen ze daarbij hebben. Wereldwijd vulden 14.400 werknemers het onderzoek in, in Nederland 900. Het is het vijfde jaarlijkse onderzoek.
Ook aan toekomstige zorg zouden werknemers pensioengeld willen uitgeven. Bijna een op de vijf Nederlanders zou in elk geval een deel van zijn pensioenpremie willen gebruiken om zorgkosten van te betalen en te investeren in zorgvoorzieningen. Erik Schouten, fiscalist bij Aegon en betrokken bij het onderzoek, begrijpt die wens: “Meer flexibiliteit in het stelsel, meer grip op je eigen financiële toekomst, zou de betrokkenheid van werknemers zeker verhogen – en dat is waar we naar op zoek zijn in Nederland. De verantwoordelijkheid voor een goed pensioen verschuift immers in de richting van de werknemer.”
Die toenemende verantwoordelijkheid valt werknemers nog niet mee, trouwens. Want hoewel ze meer vrijheid zoeken, blijven Nederlanders nog steeds onzeker over hun pensioenskills. Ruim zeventig procent wil het liefst dat hun werkgever en de staat hun pensioen voor ze regelen en financieren. Slechts een op de drie Nederlanders wil zelf zijn pensioen organiseren via een privé-pensioenplan en beleggingen. “De vraag om hulp is duidelijk. De staat en je werkgever kunnen wel pensioen regelen, maar niet beoordelen of dat genoeg is. Ze kennen immers niet al je spaarpotjes en financiële omstandigheden. Laat staan dat ze kunnen zien wat je graag op je oude dag zou willen doen met je pensioen. Dat kan alleen jijzelf beoordelen, eventueel met behulp van een financieel adviseur”, zegt Erik Schouten.
Nederlanders schatten nu nog dat het geld dat ze op hun oude dag krijgen, voor tachtig procent afkomstig is van de staat en hun werkgever. Ze denken de resterende 20% zelf te moeten bijdragen met spaargeld en beleggingen. Hier is trouwens te merken dat de jongere generatie zich realiseert dat ze zelf moet sparen: twintigers verwachten zelf voor 27 procent te moeten bijdragen, terwijl dat onder zestigers maar 13 procent is.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.