dinsdag 31 januari 2017

Banken: pak verkeerde overboekingen snel aan!

De Nederlandse Betaalvereniging heeft de uitkomsten van haar onderzoek naar foute overboekingen op 25 januari met de Consumentenbond besproken. De Consumentenbond wil dat er snel maatregelen worden getroffen om de grootste problemen aan te pakken en dat fraude met bankrekeningnummers beter wordt onderzocht.

De adresboeken in de online betaalomgeving blijken voor de meeste foute overboekingen te zorgen. Vervallen en heruitgegeven IBAN blijven in het adresboek staan, consumenten selecteren de verkeerde ontvanger of slaan een nummer verkeerd op in het adresboek. Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘We roepen al jaren dat banken consumenten beter moeten beschermen tegen foute overboekingen. Het wordt hoog tijd dat ze echt actie ondernemen.’

De Procedure Onverschuldigde Overboekingen POB is er om consumenten te helpen hun geld terug te krijgen als zij onbedoeld geld hebben overgemaakt naar een verkeerde begunstigde, ofwel onverschuldigd betaald hebben. Uit het onderzoek van de Betaalvereniging blijkt dat 8% van de consumenten die de Procedure Onverschuldigde Betaling opstarten ‘fraude’ als reden opgeeft. Ook blijkt dat in 10% van de gevallen de POB-procedure niet is gestart.

De Consumentenbond  wil dat de Betaalvereniging hier meer en beter onderzoek naar doet en dringt aan op registratie van het aantal meldingen dat in verband met fraude is doorverwezen naar justitie. De Betaalvereniging heeft aan de Consumentenbond toegezegd dit te zullen onderzoeken.

De Consumentenbond dringt aan op de volgende maatregelen:
  • Banken die nog steeds banknummers uitgeven van vervallen IBAN’s moeten hier direct mee ophouden.
  • Banken moeten consumenten helpen de adresboeken op te schonen en zo voorkomen dat heruitgegeven IBAN’s nog in adresboeken staan. Dat kan door middel van individuele acties (bijvoorbeeld een waarschuwingspop-up als consumenten een lang niet gebruikte IBAN selecteren) en collectieve voorlichting (bijvoorbeeld een 'nationale opschoondag'). Volgens de Betaalvereniging zijn sommige banken al bezig zijn om dergelijke maatregelen in te voeren.
  • Banken moeten nog eens goed kijken naar de vormgeving van de adresboeken, omdat het vergroten van de leesbaarheid wellicht ook leidt tot het voorkomen van vergissingen

ASR verliest woekerpoliszaak bij geschillencommissie Kifid

ASR heeft een woekerpoliszaak verloren bij de geschillencommissie van het financiële klachteninstituut Kifid. De verzekeraar moet hierdoor mogelijk rond de 7000 euro aan te veel in rekening gebrachte kosten terugbetalen aan een klant met een zogeheten Falcon Levensplan. Van het betreffende product zijn er in Nederland circa 220.000 verkocht. ASR laat weten in beroep te gaan.

maandag 30 januari 2017

Ook Nederlandse Vereniging van Banken ondertekent Grondstoffenakkoord

Klimaatverandering, mensenrechten en schaarste van grondstoffen behoren tot de grote uitdagingen van deze tijd. Banken proberen bij te dragen aan oplossingen hiervoor. Mede daarom ondertekenen de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en individuele banken vandaag het Grondstoffenakkoord. Zij doen dat samen met meer dan 170 andere publieke en private partijen. In het publiek/private akkoord staan afspraken om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen.

NVB-voorzitter Chris Buijink: “Bewust inzetten en hergebruiken van grondstoffen is niet alleen van belang voor ons milieu, maar ook voor de realisatie van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Overheid en bedrijven - ook banken - moeten daar eendrachtig aan werken. Het Grondstoffenakkoord is in dat licht een belangrijke stap.”

Nederlandse banken wegen sociale- en milieucriteria mee in hun financierings- en investeringsbeslissingen. Banken hebben al veel kennis en expertise ontwikkeld op het gebied van financiering van circulaire bedrijven en projecten. Het Grondstoffenakkoord is een kans om dit toe te passen, verder te ontwikkelen en op te schalen. Daarmee wordt financiering voor circulaire bedrijven op termijn net zo gewoon als voor niet-circulaire bedrijven.

De NVB zal waar nodig de inbreng van banken coördineren en kennis die onder het Grondstoffenakkoord wordt ontwikkeld, verspreiden onder banken

ABN: Duurzaamheidsbeleid in de praktijk

ABN AMRO toetst naar eigen zeggen voortdurend of haar klanten voldoen aan (internationale) wet- en regelgeving en het duurzaamheidsbeleid van de bank. Dat gebeurt voor het eerst tijdens het klantacceptatieproces. Voldoet een klant daar niet aan, dan worden er geen zaken gedaan.

Het kan ook voorkomen dat er aanwijzingen zijn dat een bestaande klant niet meer voldoet. In dat soort situaties gaan we het gesprek met de klant aan en stellen we, eventueel met behulp van derden, vast wat de feitelijke situatie is. Als een klant niet meer blijkt te voldoen aan ons beleid, dan gaan we serieus het gesprek aan om te sturen op verbetering. Richard Kooloos, Hoofd Duurzaam Bankieren: “Op die manier kunnen we onze invloed vanuit de financieringsrelatie aanwenden om de klant te bewegen duurzamer te gaan handelen. Dat doen we ook als het gaat om mogelijk conflicterende activiteiten binnen de keten van een klant.”

Als blijkt dat er onvoldoende voortgang is en de klant in gebreke blijft om te voldoen aan de duurzaamheidseisen van de bank dan is de ultieme consequentie dat, met inachtneming van de juridische voorwaarden, de relatie wordt beëindigd. ABN AMRO heeft diverse sector specifieke ‘duurzaamheidspolicies’, die te vinden zijn op deze website. Als je meer wilt weten over de toepassing van het duurzaamheidsbeleid in de praktijk, lees dan de blog van Marieke Abcouwer, een van de collega’s op de afdeling Duurzaam Bankieren.

Minder vermogen nagelaten in 2014

Dalende huizenprijzen hebben een dempende invloed gehad op de hoogte van de nalatenschappen. In 2014 lieten ruim 138 duizend overledenen bijna 13,6 miljard euro aan vermogen na. In 2011 was dat nog 15,1 miljard euro. Dat meldt CBS op basis van voorlopige cijfers.

 Het nagelaten bedrag bestond in 2014 voor 16,4 miljard euro uit bezittingen en 2,8 miljard euro aan schulden. De nagelaten woning vormt de grootste post in de nalatenschappen. Het saldo van de nagelaten eigen woning kwam in 2014 uit op 5,2 miljard euro. Van de 42 duizend overledenen die een woning nalieten (31 procent) had de woning een mediane waarde van 136 duizend euro. Bij 60 procent van deze erflaters rustte nog een hypotheekschuld op de woning. Meer dan 90 procent van de overledenen liet bank- en spaartegoeden na, een op de negen nalatenschappen bevatte effecten met een totale waarde van 2 miljard euro.

Het mediane nagelaten vermogen van alle overledenen kwam in 2014 uit op 19,6 duizend euro. Dit was ruim 2 duizend euro lager dan in 2011. De verschillen in de nagelaten vermogens zijn groot. Ruim 13 procent van de erflaters liet 200 duizend euro of meer na, meer dan 60 procent liet minder dan 50 duizend euro na. Van de overledenen lieten 8 duizend een schuld na, 17 duizend bezaten minder dan duizend euro. De groep overledenen die een schuld naliet is sinds 2011 gestegen van 3 procent naar 6 procent.

Het nagelaten vermogen is groter naarmate erflaters ouder zijn. Ouderen hebben namelijk langer de tijd gehad om vermogen op te bouwen dan jongeren. Erflaters van 70 tot 75 jaar lieten het meeste vermogen na, in doorsnee 24 duizend euro. Overledenen tussen 75 en 95 jaar lieten tussen 21 duizend en 23 duizend euro na. Onder overledenen van 95 jaar en ouder ligt het nagelaten vermogen met 18 duizend euro iets lager. Het nagelaten vermogen vormt grofweg een afspiegeling van de verdeling van het vermogen over leeftijdsgroepen.

De omvang van het nagelaten vermogen verschilt sterk tussen mannen en vrouwen. Mannen lieten in doorsnee 23 duizend euro na, 5 duizend euro meer dan vrouwen. Als gekeken wordt naar burgerlijke staat zijn er grotere verschillen. Zo lieten ongehuwde vrouwen in doorsnee 11 duizend euro meer vermogen na dan ongehuwde mannen. Het nagelaten vermogen van getrouwde mannen was 3 duizend euro hoger dan van getrouwde vrouwen. Verweduwde mannen lieten 10 duizend euro meer na dan vrouwen van wie de partner niet meer in leven was. Overledenen die gescheiden waren, lieten het minst na, ongeveer 3 duizend euro voor zowel mannen als vrouwen.

vrijdag 27 januari 2017

Risico's voor continuïteit inning belastingen

In zijn poging de Belastingdienst te moderniseren en toekomstbestendig te maken, heeft het management risico's geïntroduceerd voor de continuïteit van de dienst. Dat schrijft de Commissie onderzoek Belastingdienst in haar vandaag gepubliceerde rapport. Omdat de checks and balances zowel binnen de Belastingdienst als het ministerie van Financiën niet op orde zijn, acht de commissie risico's voor de toekomst niet uitgesloten. De interne sturing en de beheersing van processen binnen de Belastingdienst moeten daarom met voorrang worden verbeterd. Het is daarnaast dringend noodzakelijk het toezicht door het departement te versterken.

De problemen bij de Belastingdienst kwamen aan het licht op het moment dat aanzienlijk meer medewerkers dan verwacht in 2016 opteerden voor een vrijwillige vertrekregeling. Deze regeling was onderdeel van een veel omvangrijker programma om de Belastingdienst te moderniseren en toekomstbestendig te maken. De onderzoekscommissie onderschrijft de noodzaak van deze organisatieverandering. De Belastingdienst heeft onvoldoende de juiste mensen en middelen in huis om de transitie te voltooien naar inning en toezicht op basis van data-analyse. Dit doet voor de commissie niets af aan de inzet en loyaliteit waarmee de bijna 30.000 medewerkers er in slagen per werkdag zo'n 1 miljard euro te innen. Zij staan daarmee aan de basis van de financiële huishouding van de Rijksoverheid.

Naar aanleiding van de vertrekregeling hebben de minister en de staatssecretaris van Financiën medio oktober 2016 aan Hans Borstlap en Tjibbe Joustra gevraagd onderzoek te doen naar de besluitvormingsprocedures binnen de Belastingdienst en de mechanismen die daaraan ten grondslag liggen. Samen vormen zij de Commissie onderzoek Belastingdienst. Om te bepalen of de vertrekregeling een eenmalig 'bedrijfsongeval' betrof of duidt op een meer structureel probleem, heeft de commissie ook de governancestructuur binnen het departement bij haar onderzoek betrokken. De commissie heeft zich daarbij rekenschap gegeven van de wens van de bewindspersonen om binnen korte termijn te rapporteren en aanbevelingen te doen vanwege het belang van (herstel van) continuïteit bij de Belastingdienst.

Om de Belastingdienst te moderniseren en toekomstbestendig te maken, heeft de staatssecretaris van Financiën in 2015 een omvangrijk verandertraject opgezet: de Investeringsagenda. De prognose was dat enerzijds 5.000 (vooral administratieve) banen overbodig zouden worden en anderzijds 1.500 nieuwe banen zouden worden gegenereerd, bijvoorbeeld op het gebied van data-analyse. De bedoeling was dat met deze regeling in de periode 2016-2020 zo'n 4.800 FTE redelijk gespreid uit zou stromen. Om het benodigde verloop in het personeelsbestand te realiseren, werd 576 miljoen euro gereserveerd voor bemiddeling van werk-naar-werk en 72 miljoen euro voor het uitkeren van 'stimuleringspremies'.

Door het ontwerp van de regeling en verschillende tussentijdse aanpassingen werd de regeling echter voor een veel grotere groep werknemers toegankelijk dan noodzakelijk voor de Investeringsagenda. Bovendien konden werknemers vrij eenvoudig aanspraak maken op de stimuleringspremie. Een dergelijke regeling mist een duidelijke grondslag in het Rijksbreed gevoerde personeelsbeleid, is niet in lijn met het kabinetsbeleid en heeft uiteindelijk ook niet het beoogde effect gehad. Al in de eerste week na de opening van de inschrijving (1 februari 2016) meldden 2.000 medewerkers zich aan. In de zomer werd de regeling tussentijds aangepast, zodat medewerkers zich na 1 september niet meer konden inschrijven. Het aantal inschrijvingen betrof 7.800 en uiteindelijk maken 5.100 medewerkers van de regeling gebruik.

De vertrekregeling heeft tot gevolg dat de uitstroom van medewerkers niet gelijkmatig verloopt en geen gelijke tred houdt met de organisatieontwikkeling. Kortweg komt het erop neer dat daarmee de continuïteit van een aantal vitale processen binnen de Belastingdienst in gevaar is gekomen. Naar verwachting valt de regeling per saldo 66 miljoen euro duurder uit dan begroot, ondanks de tussentijdse sluiting.

De gebeurtenissen rond de investeringsagenda en de vertrekregeling illustreren een breder probleem, dat in de toekomst kan uitstralen naar andere taken van de Belastingdienst. Zowel binnen de Belastingdienst als in de contacten met de departement is sprake van informele communicatie en besluitvorming. De Investeringsagenda is in het isolement van een kleine kring en los van de organisatie tot stand gekomen, met weinig communicatie naar de organisatie. Dat geldt ook voor de besluitvorming over de vertrekregeling. Uiteindelijk bevatte de regeling een meerjarige, generieke en vrijwillige deelname die strijdig is met de in de Investeringsagenda beschreven stapsgewijze, gerichte aanpak. De onderhandelaars van de Belastingdienst voelden kennelijk geen behoefte om een helder mandaat met de staatssecretaris af te spreken, terwijl de ambtelijke en politieke leiding daar evenmin op hebben aangestuurd.

In de topstructuur van de Belastingdienst bestond onvoldoende onderscheid tussen beleid, uitvoering en control. Er was te weinig kennis aanwezig van de fiscaliteit en te weinig expertise vanuit de eigen uitvoeringsorganisatie, waarbij het management op te grote afstand stond tot de werkvloer. Er is binnen de Belastingdienst een informele wijze van communiceren en besluitvorming ingeslopen, die zich niet verdraagt met een professionele organisatie, waardoor de voorbereiding van en de besluitvorming over de Vertrekregeling niet goed is verlopen. Het resultaat was een kwetsbare regeling, die risico's inhield voor de continuïteit van de belastinginning.

Ten slotte is de samenstelling van het departement onevenwichtig. 95% van de medewerkers van het departement werkt bij de Belastingdienst. Deze samenstelling en het verschil in oriëntatie tussen beleid en uitvoering, stelt bijzondere eisen aan het waarborgen van de samenhang binnen het departement van Financiën en aan de noodzakelijke checks and balances. De commissie constateert dat er een zekere non-interventie is ingesleten in de verhouding van het departementale toezicht op de Belastingdienst. De bewindspersonen zijn daardoor ook niet tijdig en duidelijk in kennis gesteld van de op handen zijnde vertrekregeling en de daaraan verbonden risico's. Dit duidt aan een gebrek aan regie en tegenspraak op het departement.

De commissie heeft geconstateerd dat het incident met de vertrekregeling niet op zichzelf staat. Daarom is verbetering van de governance binnen de Belastingdienst en in de relatie met het departement dringend noodzakelijk. Op het departement dienen duidelijke afspraken gemaakt te worden over rollen, taken en verantwoordelijkheden voor de bewindspersonen, secretaris-generaal en de directeuren-generaal. Essentiele toezichtfuncties op het niveau van de leiding van het departement dienen versterkt te worden naar alle onderdelen van het ministerie. Ook moet de structuur van de medezeggenschap opnieuw worden geordend om de samenhang te versterken.

De commissie beveelt aan een expliciete scheiding aan te brengen tussen beleid, uitvoering en control bij de leiding van het directoraat-generaal Belastingdienst en te overwegen de nu al geïsoleerde directie Douane een meer zelfstandige positie te geven, bijvoorbeeld gerelateerd aan de secretaris-generaal. Het aantal managementlagen dient verkleind te worden.

Om de processen binnen de Belastingdienst beheersbaar te maken, is goede sturingsinformatie nodig over budget, prestaties en de inzet van personeel en ondersteunende middelen. Om in control te komen, is een forse inhaalslag nodig. Zo kampt de Belastingdienst met verouderde (ict-) systemen en dient het personeelsbeleid eveneens een inhaalslag te maken wat betreft professionaliteit en effectiviteit. De gemiddelde leeftijd van het personeel ligt met 53 jaar ruim zes jaar hoger dan het gemiddelde bij de Rijksoverheid. Ook gelet op de werkprocessen die met de Investeringsagenda worden beoogd, kan een leven lang werken binnen de Belastingdienst niet meer de standaard zijn.

Zilveren Kruis beste verzekeraar op Social Media in 2016

Zilveren Kruis heeft de Gouden Award gewonnen als de verzekeraar die zich in 2016 het meest actief heeft ingezet op Social Media. De prijs werd donderdagavond 26 januari uitgereikt tijdens de presentatie van de zesde editie van de Social Media Insurance Monitor, hét onafhankelijke onderzoek naar de inzet van Social Media door verzekeraars op initiatief van ITDS Business Consultants.

Winnaar Zilveren Kruis stond vorig jaar op de vijfde plaats. Coöperatie DELA, in 2015 al de beste uitvaartverzekeraar, klom dit jaar in de totale ranking van nummer 9 naar nummer 2. Centraal Beheer bleef - dit keer met de bronzen plek - evenals vorig jaar in de top 3. In het onderzoek dat tussen januari en december 2016 plaatsvond, werden dit jaar 75 verzekeraars meegenomen. Het onderzoek is gebaseerd op deskresearch, een enquête en data uit de Social Media tool Coosto.

Daling aantal valse eurobiljetten

In 2016 is het aantal onderschepte valse eurobiljetten in Nederland gedaald met procent tot 47.200. Hoewel voor deze daling geen exacte verklaring is te geven, dragen oplettende winkeliers en de aandacht van politie en justitie bij aan de strijd tegen deze vorm van criminaliteit.

Wereldwijd is het aantal valse eurobiljetten eveneens afgenomen met 24 procent tot 684.000 in heel 2016 . De coupures die zowel in Nederland als in de rest van de wereld het meest worden
Om te helpen bij het controleren van eurobiljetten maken winkeliers steeds vaker gebruik van detectieapparaten. Daarbij is het van belang dat zij met regelmaat checken of zij de laatste softwareversie op het apparaat geïnstalleerd hebben. Verder heeft DNB een ‘Echt of vals’ app ontwikkeld voor smartphones.

De strijd tegen valse eurobiljetten gaat door. Op 4 april 2017 komt het nieuwe biljet van 50 euro. Dit is het vierde biljet van de Europa-serie dat het Eurosysteem invoert met vernieuwde en verbeterde echtheidskenmerken. In de nieuwe 50 euro is een innovatief ‘portretraampje’ opgenomen dat zichtbaar wordt als het biljet tegen het licht wordt gehouden. 

'Rabobank compenseert 10.000 ondernemers voor rentederivaten'

Rabobank zal ongeveer 10.000 ondernemers aan wie ongeschikte rentederivaten zijn verkocht compenseren, zo meldt Het Financieele Dagblad. Rabobank reserveerde eerder al 700 miljoen euro voor de compensatie. De bank gaf donderdag niet aan of die voorziening voldoende is. Rabobank is van alle betrokken banken goed voor het grootste deel van de derivatencontracten.

Geen onverwachte koersontwikkelingen waargenomen na fout AFM

Op dinsdagmiddag 24 januari na sluiting van de beurs heeft de AFM abusievelijk een lijst gepubliceerd op de AFM-website met daarin opgenomen de gemelde netto shortposities onder de 0,5%. Normaal publiceert de AFM een dagelijkse lijst met netto shortposities van 0,5% en hoger. De AFM heeft deze fout op woensdagmorgen 25 januari hersteld en de correcte lijst van netto shortposities geplaatst.

De AFM heeft bij het monitoren van de markt geen onverwachte koersontwikkelingen waargenomen die met de foutieve publicatie in verband kunnen worden gebracht. Het gaat hier om een overzicht waarvan de actuele waarde vrij snel zal afnemen, ook omdat netto shortposities veelal tijdelijk worden ingenomen. De AFM publiceert elke dag na beurs een nieuwe lijst van netto shortposities van 0,5% en hoger.

Het netto shortpositieregister bevat de meldingen van aanmerkelijke netto shortposities in aandelen als vereist onder de Verordening betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps. Een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een netto shortpositie heeft in het geplaatste kapitaal van een onderneming waarvan de aandelen tot de handel op een handelsplatform zijn toegelaten, moet deze positie aan de AFM melden vanaf 0,2%. De AFM maakt de meldingen vanaf 0,5% dagelijks openbaar via haar website.

donderdag 26 januari 2017

AFM lekt data van beleggers

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft per abuis informatie gepubliceerd over beleggingen van hedgefondsen die speculeerden op koersdalingen van bepaalde aandelen. De AFM publiceert shortposities van investeerders als ze betrekking hebben op meer dan 0,5 procent van alle door een bedrijf geplaatste aandelen. Hedgefondsen blijven vaak bewust onder die grens om concurrenten geen inzicht te verschaffen in hun beleggingsstrategie.

Wilko Bolt benoemd tot hoogleraar Payment Systems VU

Wilko Bolt is benoemd tot hoogleraar Payment Systems aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Bolt gaat onderzoek doen naar het gedrag van de verschillende spelers in het betalingsverkeer: van consument tot winkelier en van bank tot fintech-bedrijf. In zijn visie ligt betalingsverkeer op het snijvlak van monetaire economie, bankgedrag en industriële organisatie. Hierbij spelen prijsvorming, concurrentie, veiligheid en regulering een belangrijke rol. Ook innovatie en technologie in het betalingsverkeer staan hoog op Bolts onderzoeksagenda. Nieuwe spelers doen hun intrede en hebben een impact op de banken.

Payment Systems is een nieuwe (deeltijd)leerstoel binnen de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam. Het vakgebied betalingsverkeer is de laatste jaren sterk in ontwikkeling. De nieuwe leerstoel is een initiatief van de Vakgroep Finance van de VU, de Betaalvereniging Nederland en De Nederlandsche Bank.

Bolt is sinds 1996 werkzaam als senior econoom bij De Nederlandsche Bank. Als onderzoeker is hij ook werkzaam geweest bij de ECB in Frankfurt en de Federal Reserve Bank van New York. Op dit moment houdt hij zich onder meer bezig met conjunctuuronderzoek en -beleid en onderzoek op het gebied van betalingsverkeer.

Innovatieve verzekeraar grijpt steeds vaker naar blockchain technologie

Verzekeraars die vernieuwing van hun bedrijfsvoering echt gestalte willen geven, zoeken hun toevlucht in toenemende mate tot de blockchain technologie. Hoewel de toepassing van deze technologie binnen de verzekeringssector in het algemeen nog in de kinderschoenen staat, onderkennen steeds meer bedrijven de toegevoegde waarde van de blockchain. Vooral het vergroten van de efficiency, het realiseren van groei en het behalen van concurrentievoordeel worden door de ondernemingen als de grootste voordelen gezien.

“De blockchain is één van de belangrijkste technologieën die verzekeringsmaatschappijen hebben om daadwerkelijk te vernieuwen”, zegt Dennis de Vries, deskundige op het gebied van blockchain bij KPMG. De Vries: “De blockchain technologie stelt verzekeraars in staat om de eigen IT-systemen te koppelen aan de nieuwste technologieën waarover de consument beschikt, zoals ‘wearables’, drones en andere apparaten die voortdurend verbonden zijn met het internet. De bedrijven kunnen op deze manier de efficiency van hun bedrijfsvoering aanzienlijk verbeteren, de kosten van transactieverwerking verminderen, de klantervaring vergroten, de datakwaliteit verbeteren en het vertrouwen tussen de verschillende partners in de keten vergroten. Verzekeraars die echt vooruit willen, kijken op dit moment dan ook serieus naar de mogelijkheden om op basis van de blockchain technologie de hervormingsagenda vorm te geven.”

De Vries voorziet dat de blockchain technologie vooral een belangrijke rol gaat spelen in de value chain van verzekeraars. De Vries: “Niet alleen bij het binnenhalen van nieuwe klanten en het beter begrijpen van bestaande klanten. Ook bij het behandelen en toewijzen van schadeclaims zal deze technologie van grote invloed zijn. Een van de meest vernieuwende toepassingen is de ontwikkeling van ‘smart contract’ modellen, waarbij transacties tussen bedrijf en klant worden afgehandeld zonder tussenkomt van een derde partij, zoals een notaris. Gegevens over ingediende claims worden op deze manier met alle betrokken partijen gedeeld. De identiteit van partijen en de contractbepalingen worden onmiddellijk gecontroleerd en betalingen worden automatisch uitgevoerd. Het uiteindelijke resultaat hiervan is dat zij minder tijd en geld kwijt zijn aan het toewijzen en onderhandelen. In principe is het heel eenvoudig om dit soort kapitaalmarkttoepassingen ook te hanteren bij bijvoorbeeld CAT-aandelen in de verzekeringssector. Het is dan mogelijk om claims automatisch uit te keren.”

Er zijn volgens De Vries tallozen manieren waarop verzekeraars zich vandaag de dag kunnen voorbereiden op de veranderingen die de blockchain technologie met zich meebrengt. De Vries: “Een aantal bedrijven is op dit moment al bezig met het opzetten van incubators en joint-ventures om nieuwe concepten te ontwikkelen. Andere ondernemingen investeren in ondersteunende technologieën en vaardigheden. Hoewel dit belangrijke stappen zijn, kan de echte toegevoegde waarde van de blockchain technologie alleen gerealiseerd worden wanneer binnen de waardeketen zeer intensief wordt samengewerkt met andere verzekeraars, intermediairs, schadeafhandelaars, schade experts en andere betrokken partijen. Dat betekent dat zij technologieplatformen en standaarden moeten delen en het vereiste ecosysteem waarin ook technologieleveranciers, startups, investeerders en regelgevers participeren, zelf moeten ontwikkelen. Daarnaast is het van groot belang dat zijn een scherp oog houden voor de waarde en invloed van een aantal andere factoren, zoals big data, digitale arbeid en analyses.

woensdag 25 januari 2017

Oproep Lakeman aan Dijsselbloem: stop machtsmisbruik DNB

Minister Dijsselbloem van Financiën moet een einde maken aan machtsmisbruik door De Nederlandsche Bank (DNB) bij het toetsen van bestuurders en commissarissen van pensioenfondsen en verzekeraars. Dat schrijft voorzitter Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) in een brief aan de bewindsman en de vaste Kamercommissie voor Financiën. Volgens Lakeman misbruikt DNB het (her)toetsen om bedrijven haar wil op te leggen en is er sprake van intimidatie en een angstcultuur. Lakeman doet een oproep aan bestuurders die hiermee te maken hebben (gehad) zich bij SOBI te melden.  

In zijn brief stelt de SOBI-voorzitter dat DNB op basis van 'strategisch misbruik van de toetsing' haar wil aan individuele ondernemingen oplegt. "Het (dreigen) met hertoetsen wordt misbruikt om kandidaten te dwingen het beleid van de onderneming te wijzigen in de door DNB gewenste zin. Daaronder valt ook de wens het beleggingsbeleid te bepalen en zelfs de wens om de onderneming aan door DNB gewenste kandidaten te verkopen", zo schrijft Lakeman. De SOBI-voorzitter stelt dat DNB niet bevoegd is om besluiten over onteigening te nemen en dit tekort aan bevoegdheden met machtsmisbruik compenseert.

Een deugdelijke motivering en de mogelijkheid om bezwaar te maken ontbreken regelmatig en daardoor DNB breekt de wettelijke bescherming van onder haar toezicht staande instellingen af. Lakeman meent dat 'de willekeur en machtsmisbruik van de toezichthouders slechts negatieve gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van beleidsbepalers in de Nederlandse financiële wereld'. Het misbruik van bevoegdheden en gezag door DNB is, schrijft de SOBI-voorzitter aan minister Dijsselbloem en de Kamercommissie, verboden op grond van artikel 365 van het Wetboek van Strafrecht. Als voorbeeld worden de levensverzekeraars De Onderlinge van 1719 uit Haarlem en Conservatrix uit Baarn genoemd waar in korte tijd in totaal 18 bestuurders zijn afgetoetst.

Volgens SOBI is het aantal onafhankelijke pensioenfondsen sinds 2000 van ruim 1000 teruggebracht tot ruim 200. De gemiddelde grootte van pensioenfondsen nam daardoor flink toe terwijl grotere fondsen géén betere resultaten behalen dan kleine. Lakeman noemt het onwaarschijnlijk dat een afname met 800 fondsen (door samengaan of overname) op basis van vrijwilligheid tot stand kwam. Hij is ervan overtuigd dat in veel gevallen bestuurders en commissarissen bezwijken voor de druk van DNB. Delta Lloyd legde zich echter níet neer bij een aftoetsing door DNB van haar CFO en stapte naar de rechter. Die bepaalde dat DNB door het voorschrijven van bepaalde beleggingen en dividendpolitiek ernstig buiten haar bevoegdheden was getreden.

Lakeman vraagt minister Dijsselbloem om ervoor te zorgen dat DNB niet langer (her)toetsingen misbruikt om er eigen beleidsvoornemens door te drukken. Ook bepleit hij dat DNB de wettelijke rechtsbescherming van onder haar toezicht staande instellingen ten volle respecteert. Verder mag DNB wat hem betreft geen aanwijzingen meer geven op terreinen die buiten haar bevoegdheid liggen.

Via het in 2014 door hem in het leven geroepen www.meldpuntdnb.nl ontvangt Lakeman informatie over de werkwijze van DNB jegens pensioenfondsen en verzekeraars. Hij roept bestuurders die slechte ervaringen hebben (gehad) met de toetsingsaanpak van DNB op zich bij hem te melden. 

Contactloos betalen vervijfvoudigd in 2016

In het algemeen is elektronisch betalen in 2016 onverminderd sterk gegroeid: het totale aantal pinbetalingen steeg met 10,6 procent en met iDEAL is 27,3 procent vaker betaald.

Het aantal contactloze betalingen is in 2016 bijna vervijfvoudigd tot 630 miljoen betalingen. Afgelopen december was 23,5 procent van alle pinbetalingen contactloos. Bij twee derde van alle betaalautomaten in Nederland kun je inmiddels contactloos betalen. Ruim 19 miljoen betaalpassen en smartphones zijn daarvoor geschikt.

In 2016 is er in totaal 3,57 miljard keer gepind, voor een totaalbedrag van 97,3 miljard euro. Terwijl het totale aantal pinbetalingen in 2016 met 10,6 procent steeg, is het aantal pinbetalingen voor bedragen tot 10 euro met maar liefst 17,2 procent toegenomen. Meer dan vier van de tien pinbetalingen zijn nu betalingen onder de 10 euro. Die snelle toename is overwegend het gevolg van de sterke groei van contactloos betalen.

2016 was het jaar waarin betalen met iDEAL vanaf een smartphone of tablet definitief is doorgebroken. Het maandelijkse aantal iDEAL mobiel betalingen is het afgelopen jaar gestegen tot bijna 11 miljoen in december 2016. Dat is meer dan het dubbele ten opzichte van december 2015. Het aandeel mobiele iDEAL-betalingen is in de laatste maand van 2016 gestegen naar 38,2 procent van het totale aantal iDEAL-betalingen. De introductie in 2016 van diverse mobiele apps waarmee consumenten makkelijk en snel onderling via iDEAL kunnen betalen, zal daar aan bijgedragen hebben.

Op Koningsdag 2016 werd na ruim 10 jaar de miljardste iDEAL-betaling geregistreerd. Sindsdien zijn er alweer 200 miljoen nieuwe iDEAL-betalingen bijgekomen. In heel 2016 zijn er 282,6 miljoen iDEAL-betalingen verricht, voor 23,7 miljard euro. De snelle groei van online winkelen en online facturen betalen heeft ertoe geleid dat het aantal iDEAL-betalingen afgelopen jaar met 27,3 procent nog sterker toenam dan het jaar ervoor (23,2 procent in 2015).

In 2016 zijn er geen grote landelijke storingen bij het pinnen geweest. Wel was er in september een grote telecomstoring die enkele uren duurde en waardoor consumenten kortstondig niet konden pinnen bij sommige ondernemers en winkeliers in het MKB.

De gemiddelde beschikbaarheid van iDEAL voor consumenten, tussen 7 uur ’s ochtends en 1 uur ’s nachts, was afgelopen jaar 99,7 procent. Zowel voor internetbankieren als voor mobiel bankieren lag de beschikbaarheid in 2016 op 99,8 procent.

Kapitaalregulering belemmert toetreding en concurrentie zorgverzekeraars

Hoge kapitaaleisen en de beperkte mogelijkheden om hieraan te voldoen beperken toetreding en concurrentie van zorgverzekeraars. Dit concludeert de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in haar studie naar toetredings- en groeidrempels op de Nederlandse zorgverzekeringsmarkt. Henk Don, bestuurder ACM: “Enerzijds zien we dat zorgverzekeraars aan strikte kapitaaleisen moeten voldoen. Anderzijds worden de mogelijkheden om aan deze eisen te voldoen beperkt omdat zorgverzekeraars weinig ruimte krijgen om te bepalen hoe zij hun winst inzetten. Kapitaalregulering zou hand in hand moeten gaan met de vrijheid voor zorgverzekeraars om zelf te bepalen hoe zij hun winst inzetten. Dit zou de concurrentie op deze markt ten goede komen en daar profiteren verzekerden en patiënten van.”

Zorgverzekeraars moeten voldoen aan hoge Europese kapitaaleisen (Solvency II) die verzekerden moeten beschermen en de stabiliteit van het financiële stelsel garanderen. De ACM constateert dat deze eisen negatieve gevolgen hebben voor concurrentie en vraagt zich af of hier voldoende rekening mee is gehouden. Meer onderzoek naar de hoogte en maatvoering van kapitaalregulering zou daarom wenselijk zijn.

Tegelijk worden de mogelijkheden voor zorgverzekeraars om aan deze eisen te voldoen beperkt. Zorgverzekeraars ervaren maatschappelijke en politieke druk om winsten zoveel mogelijk terug te geven door premieverlagingen. Inzet van winst voor premieverlaging heeft als consequentie dat deze winst niet gebruikt kan worden voor het vergroten van het kapitaal, en daarmee de mogelijkheid om later meer klanten aan te trekken. Ook kan een zorgverzekeraar de teruggegeven winst niet investeren in de ontwikkeling van betere zorg.

Het initiatiefwetsvoorstel dat vanaf 1 januari 2018 ‘alle zorgverzekeraars onder alle omstandigheden’ moet verbieden om winst uit te keren maakt aantrekken van kapitaal nog moeilijker. Een kapitaalverschaffer wil immers een redelijke vergoeding op zijn geïnvesteerde vermogen ontvangen. Krijgt hij die niet, dan zal hij niet in de Nederlandse zorgsector investeren.

De ACM concludeerde vorig jaar al dat de concurrentie tussen zorgverzekeraars niet optimaal is. Een belangrijke reden voor deze conclusie is het bestaan van hoge toetredings- en groeidrempels. Behalve dat zorgverzekeraars moeten voldoen aan strenge Europese kapitaaleisen zijn dat het verkrijgen van een vergunning en reguleringsonzekerheid.

De ACM heeft een onderzoek uitgevoerd naar toetredings- en groeidrempels op de Nederlandse zorgverzekeringsmarkt. Dit onderzoek was erop gericht om de ruimte voor concurrentie tussen zorgverzekeraars in het huidige stelsel te vergroten. Concurrentie is geen doel op zich, maar een middel om de doelstellingen van het huidige stelsel te vergroten: toegankelijkheid, kwaliteit, doelmatigheid en betaalbaarheid. Effectieve concurrentie tussen zorgverzekeraars stimuleert hen om betere en goedkopere zorg in te kopen. Daarvan profiteren verzekerden en patiënten.

Verbod winstuitkering verzekeraars in zicht

Zorgverzekeraars mogen ook in de toekomst de winst die ze maken niet uitkeren aan hun aandeelhouders of leden. Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer lijkt de initiatiefwet van PvdA, SP en CDA die dat regelt te steunen, bleek dinsdag tijdens het debat over het voorstel. De drie partijen willen waarborgen dat de winst ten goede komt aan de zorg, schrijft de Telegraaf. Zorgverzekeraars mochten hun winsten de afgelopen jaren ook niet uitkeren, maar dat moratorium loopt volgend jaar af.

dinsdag 24 januari 2017

Klantcommunicatie uitvoering Uniform Herstelkader rentederivaten van start

Binnenkort ontvangen MKB-klanten met een rentederivaat dat onder het Uniform Herstelkader valt een aankondigingsbrief van ABN AMRO met daarin informatie over de uitvoeringsfase.

In deze aankondigingsbrief is onder andere te lezen welke rentederivaten in scope zijn en waar MKB-klanten terecht kunnen met vragen. De bank streeft ernaar om in 2017 alle betreffende klanten een voorstel te doen, waarbij de volgorde wordt aangehouden zoals die in het Uniform Herstelkader is bepaald.

Met deze brief zet ABN AMRO de eerste stap in de uitvoeringsfase onder het uniform herstelkader. Dit is in lijn met het plan van aanpak zoals dit door ABN AMRO bij de AFM is ingediend. In de uitvoeringsfase gaat een team van zo'n 250 in- en externe professionals full time aan de slag met het Herstelkader. Het werk wordt getoetst door een externe dossierbeoordelaar. Voor ABN AMRO is dat PWC. In totaal zijn met de uitvoering van het uniform herstelkader in 2017 zo'n EUR 55 miljoen aan kosten gemoeid. ABN AMRO verwacht aan het einde van het eerste kwartaal de eerste groep klanten een aanbieding te kunnen doen.

Op 5 juli vorig jaar heeft ABN AMRO zich gecommitteerd aan het Uniform Herstelkader opgesteld door de commissie van onafhankelijke deskundigen. Dit, nadat het eerdere herbeoordelingproces van banken door de AFM uiteindelijk als onvoldoende werd beoordeeld.

Pensioenfonds Zorg en Welzijn en Aegon vergroten beleggingen in zorg en wonen

Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en Aegon Nederland vergroten de beleggingen in Nederlands zorgvastgoed met in totaal € 200 miljoen. Het gaat om beleggingen in kleinschalige woonzorgvoorzieningen voor ouderen, die vanwege hun zorgbehoefte niet meer zelfstandig kunnen wonen. Deze voorzieningen zijn verspreid over vier zorgconcepten die zich richten op verschillende inkomensgroepen met een huur vanaf 750 euro per maand, inclusief alle diensten zoals energie, schoonmaak en maaltijden.

De belegging loopt via Amvest, de fondsmanager die PFZW en Aegon in 1997 samen zijn gestart. Het totale gecommitteerde kapitaal aan het fonds wordt hiermee € 300 miljoen, waarbij een verdere uitbreiding in de lijn der verwachting ligt. De opzet is uniek omdat de belegging niet alleen in vastgoed is, maar in combinatie met zorg aan ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.

De verwachting is dat de extra € 200 miljoen eind 2018 is geïnvesteerd in een aantal nieuwe locaties in Nederland. Dit betekent dat er dan in totaal ongeveer 100 woonzorglocaties in het Amvest Living & Care Fund opgenomen zijn. aan het betaalbaar wonen en dus welzijn van ouderen. Een heel mooie win-win-win’.

maandag 23 januari 2017

Oplichters bellen namens de Belastingdienst en eisen spoedbetaling

Oplichters doen zich aan de telefoon voor als medewerker van de Belastingdienst. Ze zetten slachtoffers, waaronder ouderen, flink onder druk om snel grote bedragen te betalen.

De Fraudehelpdesk heeft slechts enkele meldingen ontvangen, maar de kans is groot dat de oplichters meer slachtoffers proberen te maken.

Ten minste één melder is tot betaling overgegaan en heeft 8000 euro verloren. Toen dat slachtoffer navraag deed bij de echte Belastingdienst bleek dat het geld op een rekening is gestort die niet echt van de fiscus is.

Nog niet helemaal duidelijk is welke smoes de bellers gebruiken. Mogelijk beweren ze dat de gedupeerde nog erfenisbelasting verschuldigd is.

Mensen stellen regelen pensioen uit omdat het belangrijk is

Waarom stellen veel mensen de voorbereiding op hun pensioen uit? Een populaire verklaring luidt dat pensioen niet belangrijk genoeg gevonden wordt. Deze verklaring schiet echter tekort, stelt Job Krijnen in zijn proefschrift The Psychological Dynamics of Inertia, dat hij op vrijdag 13 januari verdedigt aan Tilburg University. Hij ontdekte andere psychologische mechanismen bij uitstelgedrag: belangrijke keuzes worden uitgesteld omdàt ze belangrijk zijn, de kosten van uitstel worden onderschat en een verleden van uitstel leidt tot meer uitstel.

Mensen komen vaak niet in actie in gevallen waar het beter zou zijn om dat juist wel te doen. Zoals uitstel van de reparatie van je kapotte fietslicht of het niet overstappen naar een goedkopere energieleverancier. Maar de centrale case in dit proefschrift gaat over de vraag waarom mensen nietsdoen met betrekking tot hun pensioen terwijl ze weten dat dit belangrijk is voor hun toekomst.

De meeste Nederlanders zien het belang van pensioensparen wel degelijk in. Maar financiële prikkels en voorlichting blijken amper effect te sorteren. Mensen begrijpen dus wel waarom ze zich moeten voorbereiden op hun pensioen, maar ze begrijpen niet goed waarom nu en hoe.
Reeds bekende psychologische verklaringen voor uitstel van pensioenvoorbereiding zijn onder meer:
  • men verwacht een betere keuze te maken door er meer tijd voor te nemen;
  • men wil spijt vermijden;
  • men hecht minder waarde aan uitkomsten in de verre toekomst;
  • men is te optimistisch over de eigen toekomst;
Beter inzicht in het belang van pensioenen voorspelt wél of mensen van plan zijn om zich in hun pensioen te verdiepen, maar niet of mensen daadwerkelijk actie ondernemen.
Krijnen voegt hier enkele inzichten aan toe. Mensen hebben de neiging om belangrijke beslissingen vaker uit te stellen dan minder belangrijke beslissingen, juist omdàt ze belangrijk zijn. Het benadrukken van belang lijkt dan ook geen effectieve strategie om uitstel te voorkomen en kan de kans op uitstel van keuzes zelfs vergroten.

Ook onderschatten veel mensen de financiële kosten van uitstel, waardoor de pensioenvoorbereiding minder urgent lijkt dan het daadwerkelijk is. Verder ontdekte de promovendus dat mensen goede kansen om te sparen links laten liggen omdat ze in het verleden betere kansen gemist hebben. Een verleden van uitstel leidt dus tot meer uitstel. Eenmaal een nietsdoener, vaker een nietsdoener.

vrijdag 20 januari 2017

BinckBank schikt in zaak Alex Vermogensbeheer

BinckBank keert aan beleggers die zich misleid voelen door vermogensbeheerder Alex Vermogensbank in totaal 8 miljoen euro schadevergoeding uit. De onlinebroker bereikte daarover overeenstemming met beleggersvereniging VEB en adviesbedrijf Vermogensmonitor. BinckBank zou onduidelijke en misleidende reclame hebben gemaakt voor dochterbedrijf Alex. Daarvoor werd het bedrijf eerder door toezichthouder AFM op de vingers getikt.

29 procent meer oversluiters van consumptief krediet in 2016

Steeds meer mensen voegen hun lening, roodstand, creditcardschuld en of webwinkel krediet samen in een nieuwe lening. Oversluiten is hiermee een steeds populairdere vorm van besparen. Afgelopen jaar steeg het aantal oversluitingen met 29 procent. Dit blijkt uit onderzoek van Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet.

Geldshop onderzocht data van 96.048 leningen uit 2014, 2015 en 2016. Naast leenbedragen en -aantallen, werden ook opvallende oversluit-trends in kaart gebracht.

Oversluiters met een hoog leenbedrag lijken het begin van het jaar aan te grijpen om op hun vaste lasten te besparen.

Het gemiddelde leenbedrag voor oversluiting daalde afgelopen jaar weliswaar met 8,3%, naar €26.347. In januari en februari van 2016 werd dit gemiddelde ferm overschreden. In deze maanden werd er gemiddeld €34.295 en respectievelijk €31.572 geleend om leningen over te sluiten.

Er lijkt duidelijk een trend waarneembaar, waarin leners het begin van het jaar aangrijpen om te besparen op vaste lasten. De onderzochte data uit de afgelopen drie jaar laten namelijk ook in alle jaren pieken zien in januari en februari. Een mogelijke verklaring is de (laatste) periode van het jaar, waarin extra wordt gekeken naar besparingsmogelijkheden voor het komende jaar; zoals de zorgverzekering.

In de zomer worden er veel leningen overgesloten. Vooral in juni en juli was er in 2016 sprake van een forse stijging ten opzichte van dezelfde periode in 2015. Juli kende de sterkste groei met 40,1%, maar ook in juni was een flinke toename van oversluitingen waarneembaar met 36,1%. De toename in de zomermaanden van 2016 blijkt echter geen uitzondering. Ook in 2015 en 2014 was deze trend in juni en juli zichtbaar.

50-plussers sluiten de meeste leningen over. Deze groep is goed voor bijna de helft (49,4%) van alle oversluitleningen in 2016. 50-plussers in de leeftijdsgroep 51 tot 64 jaar, lenen gemiddeld het meest voor het oversluiten van een lening (€30.342).


donderdag 19 januari 2017

Eén dashboard voor verschillende betaaldiensten

ABN AMRO biedt ondernemingen via EMS de mogelijkheid om verschillende betaaldiensten te beheren vanuit één online dashboard.

Sinds maart vorig jaar is het voor ondernemingen mogelijk om via één contract verschillende betaaldiensten af te nemen. Met de betaaloplossing van ABN AMRO en EMS is het nu ook mogelijk om deze verschillende betaaldiensten te beheren vanuit één dashboard. Hiermee hebben ondernemingen altijd inzicht in de (gecombineerde) geldstromen van zowel online verkoopkanalen als fysieke winkels. De ondernemingen kunnen via het dashboard zien hoeveel omzet ze op dat moment van de dag gedraaid hebben: online, in de fysieke winkel en gecombineerd.

Wereldwijd zijn er meer dan 450 verschillende betaaldiensten, in Nederland zijn er 14 gangbare. Zo’n 75% van alle betalingen in Nederland verloopt via de zeven meest gebruikte betaaldiensten. Berend Dinkla, Directeur productontwikkeling voor de zakelijke tak van ABN AMRO: “Met de komst van PSDII per 1 januari 2018, zal het aantal betaaldiensten naar verwachting verder toenemen. Met de nieuwe betaaloplossing van ABN AMRO en EMS houden wij in dit veranderende speelveld het betaalverkeer voor ondernemingen overzichtelijk en gemakkelijk .”

Aangezien consumenten verschillende aankoop- en betaalvoorkeuren hebben, is het voor ondernemingen van belang om meerdere betaaldiensten aan te kunnen bieden. Bart Damstra, Algemeen Directeur EMS. “Het is voor ondernemingen prettig en gemakkelijk als ze dit kunnen regelen met één partij, die alle gangbare betaalmethoden faciliteert, zowel in de winkel als in de webwinkel. Om deze reden hebben we een dashboard ontwikkeld, waarin de onderneming altijd een real time overzicht heeft in de gecombineerde betaalstromen.”

EMS is de aanbieder van deze betaaloplossing, die ontwikkeld is voor zowel het MKB als grootzakelijke ondernemingen, nationaal en internationaal opererend. Het dashboard is vanaf januari beschikbaar voor MKB-ondernemingen en later dit jaar voor grootzakelijke klanten. EMS, een joint venture van ABN AMRO en First Data, is al meer dan 25 jaar specialist in betaaloplossingen in Europa. EMS biedt zowel voor de fysieke winkel eigen betaalterminals aan, als voor de webshop alle relevante lokale betaalmiddelen, zoals iDEAL en Bancontact.

Belgische bonden gaan weer met ING praten over reorganisatie

De Belgische vakbonden gaan volgende week woensdag weer om de tafel met ING over de in het najaar aangekondigde reorganisatie. Het overleg was vorige week opgeschort, omdat de bank een voorstel over arbeidstijdverkorting om het aantal gedwongen ontslagen terug te dringen had afgewezen. ING kondigde afgelopen najaar plannen aan om zo'n zevenduizend banen te schrappen, waarvan 3.500 in België.

woensdag 18 januari 2017

Wiebes neemt verdere maatregelen tegen belastingontduiking

Staatssecretaris Wiebes van Financiën neemt een reeks aanvullende maatregelen tegen belastingontduiking. Hij kondigt aan dat de kortingen op boetes voor zwartspaarders die vrijwillig inkeren volledig worden afgeschaft. Vergrijpboetes die zijn opgelegd aan adviseurs die meewerken aan belastingontduiking, kunnen openbaar gemaakt worden. Ook stelt Wiebes voor het verschoningsrecht voor advocaten en notarissen in de fiscaliteit in te perken.

De staatssecretaris schrijft dit vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De maatregelen volgen onder meer op publicaties naar aanleiding van de Panama Papers. ,,Het kabinet vindt dat belastingontduiking moet worden aangepakt,’’ aldus Wiebes. ,,Het is belangrijk dat iedereen de belasting betaalt die hij moet betalen. Dat sommige belastingbetalers hier onderuit proberen te komen door middel van fraude, is ontoelaatbaar.’’

Door het afschaffen van de inkeerregeling kan de Belastingdienst straks boetes opleggen aan belastingplichtigen die inkeren binnen twee jaar nadat zij opzettelijk een onjuiste of onvolledige aangifte hebben gedaan. Nu maakt de wet nog een onderscheid tussen belastingplichtigen die inkeren vóór en na de termijn van twee jaar. De staatssecretaris heeft de boete voor belastingplichtigen die na twee jaar inkeren met ingang van 1 juli 2016 verhoogd van 60 procent naar 120 procent. Dit nieuwe boetemaximum gaat ook gelden voor mensen die binnen twee jaar inkeren.

De Belastingdienst kan adviseurs die hun klanten helpen bij belastingontduiking straks steviger aanpakken. De staatssecretaris stelt voor dat onherroepelijke vergrijpboetes voor adviseurs die hebben meegewerkt aan belastingontduiking, openbaar gemaakt kunnen worden.

De staatssecretaris stelt verder voor om het fiscaal verschoningsrecht voor notarissen en advocaten in te perken. Dit moet voorkomen dat de Belastingdienst niet adequaat belasting kan heffen en innen, omdat een zogeheten geheimhouder gebruikmaakt van het fiscaal verschoningsrecht.
De staatssecretaris zal in 2017 wetsvoorstellen in consultatie brengen waarin de verschillende maatregelen zijn uitgewerkt.  

ABN AMRO werft starters met escape room

ABN AMRO gaat een escape room inzetten bij de werving van nieuwe werknemers. De kamer, die de naam UNIGMA heeft, daagt jonge professionals en studenten uit om onder tijdsdruk een aantal vraagstukken op te lossen. Met behulp van camera's en sensoren wordt een persoonlijke profielschets gevormd, die starters inzicht geeft in hun talenten en helpt om zich te profileren op de arbeidsmarkt.

UNIGMA reist de komende maanden door het land.Voor pas afgestudeerde studenten is het direct na hun studie vaak niet duidelijk hoe ze zich op de arbeidsmarkt kunnen onderscheiden en welke baan bij hen past. UNIGMA helpt ze ontdekken waar hun persoonlijke kwaliteiten en talenten liggen. Tanja Kanders, Digital Communicatie Manager bij ABN AMRO: "UNIGMA is geen selectietool maar wordt ingezet om studenten op een andere manier kennis te laten maken met ABN AMRO. In tegenstelling tot wat veel studenten denken, zoeken we allerlei specialisten en niet alleen financials. We zoeken vooral naar starters met de juiste mentaliteit: ambitieus, proactief en ontwikkelingsgericht."

Deelnemers worden getest op vier onderdelen: ruimtelijk inzicht, logisch denken, zintuigen en samenwerking. De uitdagingen die de studenten in UNIGMA uitvoeren zijn gebaseerd op de gerenommeerde methodiek van de Myers-Briggs type indicator (MBTI). De challenge wordt door twee deelnemers tegelijk gespeeld in twee gespiegelde ruimtes. Via een raam kunnen ze, naast individuele vragen, ook samen vraagstukken oplossen. Ook is er een tablet aanwezig waarmee deelnemers via Facebook Live hun vrienden kunnen inschakelen voor hulp. Uiteindelijk krijgen de deelnemers met een persoonlijke scorecard inzicht in hun persoonlijkheid.

UNIGMA is bedacht door UM Studios en ontwikkeld in samenwerking met Sherlocked, de eerste partij die escape rooms in Nederland aanbood. UNIGMA is de komende maanden te vinden bij verschillende universiteiten in Nederland. Door de samenwerking met de Career Centres van die Universiteiten krijgt UNIGMA bekendheid onder de studenten. PR en social influencers Gierige Gasten, Kelvin Boerma en Teske de Schepper zijn ingezet om het initiatief onder een breed publiek onder de aandacht te brengen.

Toename van het aantal boiler rooms in 2016

In 2016 heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor 22 boiler rooms gewaarschuwd. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 2015. De AFM ziet dat boiler rooms steeds geraffineerder en ook agressiever worden in hun pogingen om beleggers te overtuigen met hen in zee te gaan.

De AFM ontvangt steeds meer signalen dat gedupeerden van een boiler room worden gebeld door andere fraudeurs die hen willen helpen om het verloren geld terug te krijgen en de boiler room te ontmaskeren. Aan de beleggers wordt gevraagd om, voorafgaand aan de geboden hulp, een fors bedrag over te maken voor de kosten. Beleggers krijgen echter geen hulp en kunnen fluiten naar hun geld.

Een boiler room is een verzamelnaam voor personen en organisaties die met behulp van gehaaide verkopers naar mogelijke beleggers bellen om ze over te halen te investeren in waardeloze of nepaandelen. Beleggers worden onder grote druk gezet om geld naar het buitenland over te maken. Boiler rooms gebruiken vaak betrouwbaar ogende websites. Soms gebruiken ze namen die lijken op die van een bekende financiële organisatie.

Pas op voor 4 nieuwe boiler rooms

De AFM heeft onlangs ook 4 nieuwe boiler rooms op haar waarschuwingslijsten opgenomen. Consumenten moeten niet ingaan op het aanbod deze fraudeurs. Om ze te waarschuwen, publiceert de AFM namen van boiler rooms op waarschuwingslijsten. De AFM komt de boiler rooms zelf op het spoor door onderzoek te doen. Ook neemt de AFM waarschuwingen over van buitenlandse toezichthouders. In het vierde kwartaal van 2016 is er gewaarschuwd voor de volgende partijen:

• Monex BMO Securities
 Deze partij benadert consumenten ongevraagd met het aanbod om aandelen te kopen.

• Orix Capital Trading
 Deze partij benadert consumenten ongevraagd met het aanbod om aandelen te kopen.

• Tatsuno International
 De toezichthouder in Finland (Finanssivalvonta Finansinspektionen) heeft tegen Tatsuno International gewaarschuwd.

• Universal Compliance Commission
 De toezichthouder in Japan (Financial Services Agency) heeft tegen Universal Compliance Commission gewaarschuwd.

Wat kun je doen?

Op de website heeft de AFM meer informatie over boiler rooms staan. Ook heeft de AFM een stappenplan voor consumenten om oplichting door een boiler room te voorkomen. Eén van de belangrijkste tips is nooit in te gaan op aandelenverkoop per telefoon of e-mail. Boiler rooms zijn erg volhoudend, ga niet in gesprek en hang elke keer direct op. De AFM roept beleggers op contact met het Meldpunt Financiële Markten op te nemen als ze door een boiler room zijn gebeld.

dinsdag 17 januari 2017

ING introduceert Siri in Mobiel Bankieren App

Vanaf vandaag kunnen particuliere klanten van ING gebruik maken van spraak assistent Siri in de ING Mobiel Bankieren App. Met Siri kunnen klanten met hun stem een opdracht geven om geld over te maken of om geld te ontvangen via een betaalverzoek. Hiermee maakt ING mobiel bankieren nog sneller en makkelijker voor haar klanten. Deze nieuwe functionaliteit is beschikbaar voor ING-klanten die in het bezit zijn van een Apple iPhone of iPad met Siri.

Om een betaling met Siri te doen ontgrendelt de klant zijn telefoon en vraagt daarna “Hé Siri, ik wil geld overmaken”. Vervolgens geeft de klant het bedrag op en bevestigt hij de betaling met TouchID (vingerafdruk) of met de mobiele pincode in de ING Mobiel Bankieren App. Om geld te ontvangen vraagt de klant Siri om een betaling te ontvangen. Daarna geeft hij het bedrag op en toont Siri het opgegeven betaalverzoek. Na de bevestiging wordt het betaalverzoek verder afgehandeld in de ING Mobiel Bankieren App en kan de klant het verzoek delen via bijvoorbeeld WhatsApp of e-mail. Siri werkt alleen als de Siri-instellingen in de ING Mobiel Bankieren App en op de iPhone of iPad aangezet zijn.

'Bankdirectie hoort kritiek nauwelijks'

De aanhoudende kritiek van consumenten en bedrijven op de bankensector lijkt voorbij te gaan aan de leiding van Nederlandse banken. Dat blijkt uit onderzoek van de Monitoring Code Commissie Banken onder 27 bestuurders van 41 grote en kleinere banken in Nederland.

Met 58 procent zegt bijna zes op de tien bestuurders geen kritiek vanuit de samenleving te ervaren. De enige kritiek die men bereikt is ‘vrijwel altijd generieke’ kritiek over de gehele bankensector, zoals de rentederivatenproblematiek voor MKB-klanten, hypotheken en het niveau van de spaarrente.

'We wisten uit onze Vertrouwensmonitor dat het vertrouwen van consumenten in de bankensector nog laag is', zegt NVB-voorzitter Chris BuijinK. 'Het vertrouwen in de eigen bank is iets groter. We hebben dus nog steeds het nodige te doen met elkaar in de sector. We moeten niet te snel denken dat de grote veranderingen die wel degelijk hebben plaatsgevonden in de bankensector – zoals het afleggen van de bankierseed en het versterken van de kapitaalbuffers - zich direct vertalen in meer vertrouwen. Het is goed nieuws dat de banken de principes uit de Code Banken vrijwel volledig naleven, maar we mogen ons daarmee niet rijk rekenen.'

Banken in actie voor VN-ontwikkelingsdoelen

Meer financieringsruimte voor de energiezuinigste woningen. Ouderen de mogelijkheid bieden hun zorgkosten te betalen zonder hun huis te verkopen. Circulaire bedrijven beter financierbaar maken door publiek-private samenwerking. Klimaatrisico’s integreren in financiële risicomodellen. Dit zijn enkele van de ideeën uit het discussiestuk ‘Sustainable Development Goals’ dat de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) vandaag heeft gepubliceerd.

In 2015 hebben de Verenigde Naties de Sustainable Development Goals (SDG’s) gelanceerd. Het bedrijfsleven is wereldwijd gevraagd om bij te dragen aan de realisatie daarvan. Banken in Nederland hebben die uitdaging gezamenlijk opgepakt en vertaald naar ambities voor Nederland. De NVB roept iedereen op om zijn of haar visie te delen over de bijdrage van de bankensector aan duurzame ontwikkeling. Binnenkort start daarvoor een openbare consultatie.

Toekomstideeën

•Verduurzaming versnellen
Banken leveren hun aandeel in de vergroening van vastgoed door klanten te stimuleren hun panden te verduurzamen. Op de particuliere woningmarkt kan dit versneld worden door de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) te verruimen voor nul-op-de-meter huizen. Voor particulieren die geen extra hypotheek kunnen of willen nemen voor verduurzaming ontwikkelen de banken een alternatieve, ‘gebouwgebonden’ financieringsvorm.

• Ouderen langer zelfstandig
Banken willen door vernieuwende financiële dienstverlening beter tegemoetkomen aan de wens van hun klanten om tot op hoge leeftijd zelfstandig thuis te wonen. Dat kan bijvoorbeeld door geldstromen voor wonen, zorg en pensioen flexibeler te kunnen inzetten voor specifieke behoeften. Banken gaan hierover in gesprek met (zorg)verzekeraars, pensioenfondsen en overheid. Ook zelf willen banken integraler gaan werken: als een huis wordt aangepast voor de oude dag, worden klanten gestimuleerd om ook kansen voor verduurzaming te pakken.

• Expertise breder delen
Banken constateren dat een financieel gezonde oude dag is niet langer gegarandeerd is. Daarom willen zij hun deskundigheid op het gebied van vermogensbeheer niet langer voorbehouden aan vermogende klanten maar ook inzetten voor minder vermogende klanten (‘wealth management for all’).

• Minister voor Klimaat
De overheidsagenda voor de energietransitie is veelomvattend, complex en versnipperd over meerdere ministeries. Het instellen van een (programma-)minister voor klimaat zou een goed begin zijn voor stroomlijning. Intussen werken banken toe naar transparantie over ‘financed emissions’; oftewel de uitstoot die te relateren is aan de kerntaken van banken. Nederland kan alleen nationaal succesvol zijn door een actieve internationale speler te blijven. Ook een innovatieve, duurzame industrie heeft internationale waardeketens.

Dialoog en samenwerking


Banken gaan deze ideeën verder uitwerken in het Platform voor Duurzame Financiering van DNB. Daarin werkt de financiële sector samen met toezichthouders en overheid aan maatschappelijke vraagstukken. Belangstellenden zijn van harte welkom om via de openbare consultatie te reageren. Deze opent binnenkort op de website van de NVB. De NVB zal van de resultaten hiervan verslag doen en kijkt uit naar de innovatieve samenwerkingsvormen die hier mogelijk uit ontstaan.

maandag 16 januari 2017

Acht rijksten bezitten evenveel als armste helft wereldbevolking

Slechts 8 mannen bezitten evenveel als de 3,6 miljard mensen die tot de armste helft van de wereldbevolking behoren, zo blijkt uit het nieuwe Oxfam Novib-rapport dat vandaag aan de vooravond van de jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos is gepubliceerd.

Het Oxfam Novib-rapport, An Economy for the 99 % , toont aan dat de kloof tussen arm en rijk is veel groter dan al werd gevreesd. Het beschrijft hoe grote bedrijven en de superrijken de mondiale ongelijkheid aanwakkeren door het ontwijken van belastingen, het verlagen van lonen en het beïnvloeden van de politiek. Het vraagt ​​om een ​​fundamentele verandering in de manier waarop we onze economieën beheren zodat alle mensen hiervan profiteren en niet slechts enkelen.

Nieuwe en betere gegevens over de verdeling van de rijkdom in de wereld - met name in India en China - wijzen uit dat de armste helft van de wereldbevolking minder vermogen heeft dan eerder werd aangenomen. Indien deze nieuwe gegevens vorig jaar beschikbaar waren geweest dan was duidelijk geworden dat 9 miljardairs over evenveel vermogen beschikten als de armste helft van de wereldbevolking en niet 62 personen, zoals Oxfam Novib begin 2016 had berekend.

Farah Karimi, algemeen directeur Oxfam Novib: " Ons rapport toont opnieuw aan dat extreme ongelijkheid wereldwijd nog steeds toeneemt. Het is een schande dat een handjevol mensen over zoveel vermogen kan beschikken terwijl 1 op de 10 mensen moet rondkomen met minder dan $ 2 per dag. Het is de hoogste tijd dat regeringleiders dit probleem nu serieus aanpakken want het tast onze samenlevingen steeds meer aan. Een belangrijke oorzaak is de perverse belastingmoraal van extreem rijke mensen en internationale bedrijven. Daardoor lopen veel landen belastinginkomsten mis, tegelijkertijd wordt over de hele wereld gesneden in de budgetten voor onderwijs en gezondheidszorg. Overheden moeten politieke moed tonen zodat belastingontwijking door internationale bedrijven en de superrijken wordt aangepakt ".

Het Oxfam Novib-rapport laat zien dat deze ongelijkheid vooral de armsten en dan vooral vrouwen treft. Tussen 1988 en 2011 is het inkomen van de armste 10 procent van de wereldbevolking met een gemiddelde van slechts $ 65 gestegen, terwijl het inkomen van de rijkste 10 procent groeide met een gemiddelde van 11.800 $ - 182 keer zoveel. Als de trend waarbij steeds meer vermogen in steeds minder handen terechtkomt, aanhoudt dan zal naar verwachting binnen 25 jaar de eerste biljonair zich aandienen. Om dit cijfer in perspectief te plaatsen - u zou $ 1.000.000 per dag gedurende 2738 jaar moeten uitgeven om het bedrag van $ 1 biljoen te halen.

De cijfers over Nederland bevestigen het beeld dat eerder naar voren kwam uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De rijkste 1% van Nederland bezit bijna een kwart van het Nederlandse vermogen. Internationaal is het in niet veel landen zo ongelijk verdeeld. De 9 Nederlandse miljardairs bezaten samen 28 miljard US dollar in 2016.

De publieke verontwaardiging over deze wereldwijde ongelijkheid leidt tot onrust en geschokte reacties over de hele wereld. Ongelijkheid wordt gezien als een belangrijke factor in de verkiezing van Donald Trump tot president van de VS, de verkiezing van president Duterte in de Filippijnen en de Brexit-uitkomst in het Verenigd Koninkrijk.

Als de huidige trends zich doorzetten dan zal het 170 jaar duren voordat vrouwen hetzelfde verdienen als mannen. Oxfam interviewde voor haar rapport vrouwen die werkzaam zijn in een kledingfabriek in Vietnam, 12 uur per dag, 6 dagen per week. Zij verdienen 1 US dollar per uur met de productie van kleding voor 's werelds grootste modemerken.

Het ontwijken van vennootschapsbelasting kost arme landen ten minste 100 miljard US dollar per jaar. Dit is genoeg geld om 124 miljoen kinderen naar school te laten gaan of om de gezondheidszorg wereldwijd te verbeteren zodat de dood van ten minste zes miljoen kinderen per jaar voorkomen kan worden. Het rapport beschrijft verder hoe de superrijken gebruik maken van een netwerk van belastingparadijzen om het betalen van belastingen te voorkomen. Overheden, waaronder de Nederlandse, moeten maatregelen nemen om belastingontwijking tegen te gaan. Vorig jaar december maakte Oxfam Novib bekend dat Nederland de derde plaats inneemt in de top-15 van mondiale belastingparadijzen.

Oxfam Novib roept de deelnemers aan het World Economic Forum en met name de aanwezige miljardairs, op hun verantwoordelijkheid te nemen bij de opbouw van een eerlijke en menselijke economie. Het World Economic Forum heeft responsief en verantwoordelijk leiderschap als haar belangrijkste thema dit jaar. De deelnemers kunnen om te beginnen toezeggen een eerlijk deel aan belasting te betalen en toezeggen zich in te zetten voor eerlijke lonen.

DNB vraagt meer aandacht in financiële sector voor integriteitsrisico’s voetbalwereld

Banken en trustkantoren kunnen meer doen om integriteitsrisico’s bij transacties en cliënten uit de voetbalsport te beperken. Dit kan ook gelden voor andere sporten en de entertainmentindustrie.

Dat blijkt uit onderzoek dat DNB in de loop van 2016 heeft uitgevoerd, waarbij zowel de risico’s voor de financiële sector in kaart zijn gebracht, als de manier waarop banken en trustkantoren hier nu mee omgaan. Het onderzoek heeft betrekking op de mogelijkheid dat de voetbalsector vanwege haar kwetsbaarheden blootstaat aan witwaspraktijken en overige integriteitsrisico’s (waaronder maatschappelijk onbetamelijk gedrag). DNB richt zich hierbij primair op de risico´s en verantwoordelijkheid van betrokken financiële instellingen.

In de voetbalsport gaan grote sommen geld om. In combinatie met andere factoren zoals een gesloten cultuur, perverse prikkels, mogelijke belangenverstrengeling en het mogelijk gebruik van vennootschapsrechterlijke structuren om geldstromen te versluieren, maakt dit de sector kwetsbaar voor witwassen en andere integriteitsrisico’s. Dit blijkt onder meer uit het FBI-onderzoek naar de FIFA en de Panama Papers. Zeer recent kwamen daar de zogeheten Football Leaks bij.

Banken en trustkantoren moeten op een systematische wijze inschatten welke integriteitsrisico’s ze lopen met hun dienstverlening. Bij specifieke klantgroepen of sectoren kunnen bijzondere risico’s spelen die in deze analyse moeten worden benoemd. Dit moet leiden tot doorlopend verscherpte monitoring van de transacties en diensten die aan deze klanten of sectoren worden verleend.

DNB vroeg bij 16 banken en 3 trustkantoren in hoeverre zij rekening houden met de specifieke risico’s in de voetbalsport. Daaruit bleek dat 17 partijen dit onvoldoende in hun risicoanalyse hadden meegenomen omdat ze de voetbalsport ondanks de eerder genoemde signalen niet als specifiek risico hadden benoemd.

Op basis van deze steekproef acht DNB het van belang om ook alle andere banken en trustkantoren te wijzen op deze specifieke risico’s.

Als banken en trustkantoren de risico’s goed inschatten en de juiste maatregelen nemen, wordt het risico op betrokkenheid aan witwassen of maatschappelijk onbetamelijk gedrag beperkt.

vrijdag 13 januari 2017

Consument onbekend met aanvraag creditcard

Twee derde van de consumenten weet niet dat zij ook een creditcard kunnen aanvragen bij een uitgever die niet de eigen bank is. Dat blijkt uit een analyse van Creditcard.nl onder 647 respondenten. Er is namelijk nog meer onwetendheid bij consumenten bij de aanvraag van een creditcard, bijvoorbeeld met betrekking tot de BKR-toetsing.

De meeste consumenten hebben een creditcard die wordt uitgegeven door de eigen bank, bijvoorbeeld bij de ING of de Rabobank. Men heeft dan slechts de keuze uit twee of drie verschillende kaarten.

66 procent van de mensen weet niet dat er nog twee andere bekende creditcardaanbieders zijn die allerlei verschillende creditcards uitgeven die mogelijker meer voldoen aan de eisen en wensen van de klant. Het is dus niet verplicht om via je eigen bank een creditcard van VISA of MasterCard aan te vragen.

De uitgever International Card Services (ICS) geeft zelf bijvoorbeeld verschillende soorten creditcards uit van VISA en MasterCard, zoals de bekende VISA Wold Card, MasterCard Classic en ANWB Visa Card. Je kunt dan ook instellen dat het verschuldigde bedrag iedere maand van je bankrekening wordt gehaald per automatische incasso. 

Ook bij American Express kan men diverse particuliere en zakelijke kaarten aanvragen in Nederland.

Ook over de BKR-toetsing, die vaak vereist is bij de aanvraag van een creditcard, bestaan kennelijk onduidelijkheden. Bij een BKR-toetsing bekijkt de geldverstrekker in een speciaal register naar de financiële situatie van de aanvrager, bijvoorbeeld ten aanzien van lopende leningen en schulden. Aan de hand van de toetsing wordt vervolgens besloten of het financieel verantwoord is om de creditcard te verstrekken.

69 procent van de consumenten weet echter niet dat zo’n BKR-toetsing niet altijd vereist is, namelijk bij het aanvragen van een prepaid creditcard. Bij dergelijke creditcards kan de gebruiker namelijk zelf saldo opladen door geld op de creditcardrekening te storten vanaf de eigen betaalrekening. Er wordt dan geen BKR-toetsing gedaan.

donderdag 12 januari 2017

Kim Van Esbroeck nieuwe CEO van Bancontact

Kim Van Esbroeck (38) wordt CEO van Bancontact. Van Esbroeck was er eerst chief operations officer en nadien chief commercial officer. De Leuvense, geboren in Mechelen, heeft masterdiploma's in fysica en artificiële intelligentie van de KU Leuven. De vorige CEO van Bancontact, Kris De Ryck, gaat zich nu volledig toeleggen op zijn activiteiten als CEO van Belgium Mobile ID.

Rabobank wil kapitaalbuffers verder versterken met uitgifte nieuwe Rabobank Certificaten

Rabobank wil haar kapitaalbuffers verhogen. Om de kapitaalpositie te verbeteren en te optimaliseren zal de bank nieuwe Rabobank Certificaten plaatsen bij particuliere en institutionele beleggers. Rabobank zal hiermee versneld aan haar kapitaaldoelstelling voldoen en anticipeert op de verwachte verhoging van de kapitaaleisen. Particuliere beleggers kunnen tot 16 januari 2017 17:30u inschrijven op de uitgifte.

Rabobank start deze week met een roadshow onder institutionele beleggers. De nieuwe Rabobank Certificaten kunnen met een korting op de huidige handelsprijs worden aangeboden. De verwachte opbrengst van de uitgifte is minimaal EUR 1 miljard.

Een sterke kapitaalpositie is een van de voornaamste pijlers onder de strategie van Rabobank. Rabobank streeft in 2020 naar een Common Equity Tier 1-ratio (“CET1”) van minimaal 14% en naar een totale kapitaalratio van minimaal 25%. Door de uitgifte van nieuwe Rabobank Certificaten en de aanhoudend sterke focus op CET1, totaal kapitaal en verliesabsorberend kapitaal heeft Rabobank haar doelstelling van 3,5% Aanvullend Tier 1 kapitaal verlaagd tot een aandeel van ongeveer 2% van haar risicogewogen activa. Hiermee optimaliseert Rabobank de samenstelling van haar kapitaal.
 
Omdat de uitgifte van de nieuwe Rabobank Certificaten dicht op de publicatie van de jaarcijfers 2016 plaatsvindt, maakt Rabobank vandaag bekend dat de kapitaalratio’s van de Groep op 31 december 2016 naar verwachting hoger zijn dan aan het einde van het eerste halfjaar van 2016. Op 30 juni 2016 was de (transitional) CET1 ratio 13,4% en de totale kapitaalratio 23,5%. Rabobanks sterke kapitaalratio’s voldoen ruim aan de kapitaaleisen die op dit moment gelden en de uitgifte van nieuwe Rabobank Certificaten zal tot een nog verdere verhoging van de kapitaalratio’s leiden.
 
Rabobank wil beleggers ook informeren dat het resultaat in de tweede helft van 2016 negatief wordt beïnvloed doordat Rabobank circa 700 miljoen euro zal afboeken op haar belang in Achmea vanwege ontwikkelingen in de verzekeringssector. Deze afboeking wordt meer dan gecompenseerd door sterke operationele prestaties, lagere kosten voor kredietverliezen en positieve effecten van kostenbesparingsprogramma’s. Deze afboeking heeft een beperkte impact op de kapitaalratio’s.
 

woensdag 11 januari 2017

Extreem lage rente is slecht, maar niet fataal voor het verdienmodel van banken

2017 wordt het derde jaar van het opkoopprogramma van de ECB en het derde jaar dat de Nederlandse tienjaarsrente onder de één procent staat. De extreem lage rente raakt de winstgevendheid van de bancaire sector, maar de situatie blijkt vooralsnog te hanteren. Zeker voor Nederlandse banken.

Terwijl de tienjaarsrente onder de nul procent zakte, werd vorig jaar gewaarschuwd voor uitholling van bankresultaten. De Nederlandsche Bank (DNB) nam het onderwerp in het najaar nog op in het overzicht financiële stabiliteit.

In dit rapport verwijst DNB onder meer naar een studie die vorig voorjaar werd gedaan door economen van de Amerikaanse Fed. Van dit soort studies zijn er meer. Ze laten zien dat de rente-inkomsten bij banken in een situatie van lage rente gevoeliger zijn voor een rentedaling dan in een situatie met ‘gewone’ rente.

Anders gezegd, als de rente één procentpunt daalt terwijl de rente al laag is, heeft dit meer impact dan als de rente één procentpunt daalt bij een hogere rente.