Vanaf vandaag kunnen passagiers nog eenvoudiger hun online aankopen bij Transavia betalen. De luchtvaartmaatschappij doet de komende drie maanden een proef met de innovatieve betaaldienst Tikkie. Transavia is het eerste bedrijf dat Tikkie toevoegt als betaalservice voor haar passagiers.
Sinds Transavia in 2015 startte met klantcontact via WhatsApp is het aantal contactmomenten via Social Media enorm gestegen. Maandelijks gaan ruim 10.000 klanten via whatsapp en FaceBook Messenger in gesprek met Transavia. Passagiers die een reis hebben geboekt en vervolgens nog een koffer of een stoelreservering willen bijkopen, krijgen vanaf 28 februari een Tikkie–betaalverzoek. Hiermee kan de klant tijdens het ‘Appen’ gelijk afrekenen met Tikkie.
Het toevoegen van Tikkie als service sluit aan bij de ambities van Transavia om haar passagiers een ideale digitale ervaring te bieden. Erik-Jan Gelink, commercieel directeur van Transavia: “Onze passagiers vinden snelheid en het geboden gemak door technologie erg belangrijk. We maken met Tikkie het betaalproces nog eenvoudiger.”
Tikkie is een gratis app voor iPhone en Android. Tikkie is een initiatief van ABN AMRO maar gratis te gebruiken voor klanten van alle Nederlandse banken.
dinsdag 28 februari 2017
NVB mede-organisator van financieel verkiezingsdebat
De Nederlandse Vereniging van Banken is mede-organisator van het ‘financiële verkiezingsdebat’ dat op dinsdag 28 februari 2017 wordt gehouden bij De Financiële Telegraaf.
Het debat gaat over de toekomst van de ‘BV Nederland’, de rol van financiering daarbij en over onze pensioenen (‘geld voor later’). Aan het debat nemen kandidaat-Kamerleden deel van PvdA, VVD, D66, 50PLUS, GroenLinks en CDA deel.
Het debat wordt geleid door Martin Visser, columnist van de Telegraaf en regelmatige gast bij programma’s als De Wereld Draait Door, Pauw en Radio 1. Naast de NVB maken ook andere koepelorganisaties uit de financiële sector het debat mede mogelijk. Het debat wordt vanaf 19.00 uur gehouden bij de Telegraaf en is te volgen via Internet.
maandag 27 februari 2017
Interbank moet schadevergoeding betalen
Jarenlang zaten ze vast aan torenhoge rentes, duizenden klanten van kredietverstrekker Interbank. Totdat Kassa aandacht besteedde aan de wurgconstructies. Sindsdien zette het bedrijf kredieten om in persoonlijke leningen met een vaste lagere rente. Maar een vergoeding betalen voor de te veel betaalde rente, dat weigerde Interbank tot nu toe. De kredietverstrekker is van mening dat ze nooit te hoge rentes vroeg.
Vorige week werd Interbank echter gedwongen wel een schadevergoeding voor te hoge rentes te betalen. De Commissie van Beroep van het Financieel Klachteninstituut KiFiD deed maandag een bindende uitspraak. Interbank moet een klant de te veel betaalde rente vergoeden van 2006 tot en met 2009. Het gaat om een schadevergoeding van 1025 euro. En nu is de grote vraag: Heeft deze uitspraak betekenis voor de 15.000 andere klanten van Interbank die rentes van meer dan 10 procent moesten ophoesten voor hun krediet?
Rob Goedhart van Stichting Geldbelangen staat honderden klanten bij van Interbank. Hij wil met deze uitspraak proberen om voor veel meer gedupeerden van de kredietverstrekker een schadevergoeding uit het vuur te slepen. Volgens het KiFiD kan de uitspraak inderdaad van betekenis zijn voor andere klanten van Interbank met vergelijkbare rentes. Het toetsingskader van de Commissie van Beroep zal ook bij volgende zaken gebruikt worden door het KiFiD. En daar zit precies de crux van deze bindende uitspraak.
Vorige week werd Interbank echter gedwongen wel een schadevergoeding voor te hoge rentes te betalen. De Commissie van Beroep van het Financieel Klachteninstituut KiFiD deed maandag een bindende uitspraak. Interbank moet een klant de te veel betaalde rente vergoeden van 2006 tot en met 2009. Het gaat om een schadevergoeding van 1025 euro. En nu is de grote vraag: Heeft deze uitspraak betekenis voor de 15.000 andere klanten van Interbank die rentes van meer dan 10 procent moesten ophoesten voor hun krediet?
Rob Goedhart van Stichting Geldbelangen staat honderden klanten bij van Interbank. Hij wil met deze uitspraak proberen om voor veel meer gedupeerden van de kredietverstrekker een schadevergoeding uit het vuur te slepen. Volgens het KiFiD kan de uitspraak inderdaad van betekenis zijn voor andere klanten van Interbank met vergelijkbare rentes. Het toetsingskader van de Commissie van Beroep zal ook bij volgende zaken gebruikt worden door het KiFiD. En daar zit precies de crux van deze bindende uitspraak.
Fors minder kapitaal naar fintech bedrijven
De wereldwijde investeringen in fintech, technologische
innovatie in de financiële sector, zijn vorig jaar fors gedaald
vergeleken met 2015. In 2016 werd voor een bedrag van 24,7 miljard
dollar gestoken in bedrijven die actief zijn met technologische
innovatie in de financiële sector. In 2015 was dit nog 46,7 miljard. Dit blijkt uit de Pulse of Fintech, een onderzoek van KPMG naar de investeringen die wereldwijd gedaan worden in fintech.
De meest opvallende deals waren de overnames van OptionsHouse door E*Trade Financial voor een bedrag van 725 miljoen dollar en TransFirst door Total Systems Services voor een bedrag van 2,35 miljard.
In Europa namen de totale investeringen in fintech vorig jaar fors af, van 10,9 miljard dollar in 2015 tot 2,2 miljard in 2016. De gemiddelde investering in Europese fintech bedrijven neemt echter langzaam toe. Zo werd vorig jaar gemiddeld 2,7 miljoen in een Europees ‘early stage’ bedrijf geïnvesteerd. In 2015 was dit nog 2 miljoen.
Vergeleken met 2015 namen de investeringen door durfkapitalisten, zoals door ‘angels’, private equity partijen, mutual funds en hedge funds, vorig jaar licht toe. In 2016 werd voor een bedrag van 13,6 miljard geïnvesteerd in bedrijven die actief zijn met technologische innovatie in de financiële sector. In 2015 was dit 12,7 miljard. Het aantal transacties daalde echter, van 941 deals in 2015 tot 839 in 2016. De grootste durfinvestering was die in het Chinese Ant Financial voor een bedrag van 4,5 miljard. Ook bedrijven blijven actief op de markt met hun investeringsfondsen. Vorig jaar waren zij betrokken bij 145 transacties, deals die een gezamenlijke waarde hadden van 8,5 miljard.
Vorig jaar namen de wereldwijde investeringen in bedrijven die zich met bitcoin en de blockchaintechnologie bezighouden aanzienlijk toe, van 441 miljoen in 2015 tot 544 miljoen in 2016. Het aantal transacties liep echter fors terug, van 191 deals in 2015 tot 132 in 2016.
Gezien de komst van de Payment Service Directive 2 in Europa en het feit dat veel overheden zich gecommitteerd hebben aan een open banking systeem, zullen de schijnwerpers volgens steeds meer op fintech gericht zijn om open banking- en API platformen te ontwikkelen. Dat betekent dat investeerders meer zullen gaan investeren in allerlei aanvullende technologieën, zoals data & analytics.
De meest opvallende deals waren de overnames van OptionsHouse door E*Trade Financial voor een bedrag van 725 miljoen dollar en TransFirst door Total Systems Services voor een bedrag van 2,35 miljard.
In Europa namen de totale investeringen in fintech vorig jaar fors af, van 10,9 miljard dollar in 2015 tot 2,2 miljard in 2016. De gemiddelde investering in Europese fintech bedrijven neemt echter langzaam toe. Zo werd vorig jaar gemiddeld 2,7 miljoen in een Europees ‘early stage’ bedrijf geïnvesteerd. In 2015 was dit nog 2 miljoen.
Vergeleken met 2015 namen de investeringen door durfkapitalisten, zoals door ‘angels’, private equity partijen, mutual funds en hedge funds, vorig jaar licht toe. In 2016 werd voor een bedrag van 13,6 miljard geïnvesteerd in bedrijven die actief zijn met technologische innovatie in de financiële sector. In 2015 was dit 12,7 miljard. Het aantal transacties daalde echter, van 941 deals in 2015 tot 839 in 2016. De grootste durfinvestering was die in het Chinese Ant Financial voor een bedrag van 4,5 miljard. Ook bedrijven blijven actief op de markt met hun investeringsfondsen. Vorig jaar waren zij betrokken bij 145 transacties, deals die een gezamenlijke waarde hadden van 8,5 miljard.
Vorig jaar namen de wereldwijde investeringen in bedrijven die zich met bitcoin en de blockchaintechnologie bezighouden aanzienlijk toe, van 441 miljoen in 2015 tot 544 miljoen in 2016. Het aantal transacties liep echter fors terug, van 191 deals in 2015 tot 132 in 2016.
Gezien de komst van de Payment Service Directive 2 in Europa en het feit dat veel overheden zich gecommitteerd hebben aan een open banking systeem, zullen de schijnwerpers volgens steeds meer op fintech gericht zijn om open banking- en API platformen te ontwikkelen. Dat betekent dat investeerders meer zullen gaan investeren in allerlei aanvullende technologieën, zoals data & analytics.
vrijdag 24 februari 2017
Belfius eerste Belgische bank met contactloos betalen aan de kassa
Klanten van Belfius Bank kunnen binnenkort aan de kassa contactloos mobiel betalen in handelszaken. De bankkaart moet daarvoor niet meer tevoorschijn worden gehaald. Dankzij de NFC-technologie en de Belfius Mobile app moet men enkel nog met zijn smartphone in de buurt van de terminal komen om zijn aankopen te betalen. Afhankelijk van het bedrag moet men de transactie eventueel nog bevestigen door op de smartphone zijn PIN-code in te geven. Een nieuwe betaalwijze, tweemaal sneller dan klassieke betalingen per bankkaart, die zeer zeker een revolutie teweeg zal brengen naarmate de NFC-technologie tegen eind 2017 zal worden uitgebreid tot alle terminals.
Sinds 2013 zijn alle nieuwe betaalterminals van Worldline in België uitgerust met de NFC-technologie (Near Field Communication), waarmee men zijn kleine aankopen al kan betalen gewoon door zijn bankkaart bij het toestel te houden. Tegen het einde van het jaar zal die technologie beschikbaar zijn op alle terminals in heel het land, wat nieuwe perspectieven opent voor elektronisch betalen in handelszaken.
Voor betalingen tot maximaal 20 euro – ongeveer de helft van de betalingen in winkels in België zit in die categorie --, kan de klant zijn geheime code invoeren om de transactie te valideren, maar hij is dat niet verplicht. Als hij zijn smartphone even vlak bij de terminal houdt, geeft die een bieptoon en verschijnt er een bevestigingsboodschap op het scherm. Praktisch en supersnel voor kleine aankopen.
De betaling gebeurt twee keer vlugger dan bij een klassieke betaling, waarbij de klant zijn kaart tevoorschijn moet halen, ze in het toestel inbrengen, zijn geheime code invoeren en daarna de transactie valideren.
Sinds 2013 zijn alle nieuwe betaalterminals van Worldline in België uitgerust met de NFC-technologie (Near Field Communication), waarmee men zijn kleine aankopen al kan betalen gewoon door zijn bankkaart bij het toestel te houden. Tegen het einde van het jaar zal die technologie beschikbaar zijn op alle terminals in heel het land, wat nieuwe perspectieven opent voor elektronisch betalen in handelszaken.
Voor betalingen tot maximaal 20 euro – ongeveer de helft van de betalingen in winkels in België zit in die categorie --, kan de klant zijn geheime code invoeren om de transactie te valideren, maar hij is dat niet verplicht. Als hij zijn smartphone even vlak bij de terminal houdt, geeft die een bieptoon en verschijnt er een bevestigingsboodschap op het scherm. Praktisch en supersnel voor kleine aankopen.
De betaling gebeurt twee keer vlugger dan bij een klassieke betaling, waarbij de klant zijn kaart tevoorschijn moet halen, ze in het toestel inbrengen, zijn geheime code invoeren en daarna de transactie valideren.
Nederlanders zijn Europese pioniers voor internetbankieren
Nederlanders nemen het voortouw bij het internetbankieren in Europa. 83 procent van de Nederlanders bankieren vooral online en zo’n twee derde (66 procent) gebruikt daarvoor een computer of tablet.
Nederlanders lopen ver voorop vergeleken met landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, waar respectievelijk 77 procent, 62 procent en 63 procent vooral online bankieren. Nederland heeft ook een voorsprong genomen in mobiel bankieren. 18 procent van de Nederlanders bankieren al via hun smartphone, en liggen zo ver voor op andere markten zoals het Verenigd Koninkrijk (15 procent), Frankrijk (12 procent) en Duitsland (5 procent).
Voor Nederlanders die niet vooral online bankieren, is het grootste obstakel het gebrek aan persoonlijk contact. Bijna een kwart van hen zegt niet online te bankieren omdat ze liever persoonlijk met iemand spreken.
Nederlanders schatten hun bank niet zo hoog in. Slechts 1 op de 10 zegt dat zijn of haar bank een goede service en een eerlijke deal aanbiedt. Nederland is nog niet zo pessimistisch als Frankrijk of Duitsland, waar slechts 1 op de 20 denkt een goede service en eerlijke deal te krijgen.
De meeste Nederlanders denken niet dat banken het beste voorhebben met hun klanten. Meer dan de helft zegt dat banken vooral focussen op winst, en niet op hun klanten. Bijna een vijfde zegt zelfs dat ze hun bank niet vertrouwen om hun financiële belangen te behartigen. Desondanks vallen nog altijd 94 procent van de Nederlanders terug op een klassieke bank voor een zichtrekening.
Nederlanders lopen ver voorop vergeleken met landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, waar respectievelijk 77 procent, 62 procent en 63 procent vooral online bankieren. Nederland heeft ook een voorsprong genomen in mobiel bankieren. 18 procent van de Nederlanders bankieren al via hun smartphone, en liggen zo ver voor op andere markten zoals het Verenigd Koninkrijk (15 procent), Frankrijk (12 procent) en Duitsland (5 procent).
Voor Nederlanders die niet vooral online bankieren, is het grootste obstakel het gebrek aan persoonlijk contact. Bijna een kwart van hen zegt niet online te bankieren omdat ze liever persoonlijk met iemand spreken.
Nederlanders schatten hun bank niet zo hoog in. Slechts 1 op de 10 zegt dat zijn of haar bank een goede service en een eerlijke deal aanbiedt. Nederland is nog niet zo pessimistisch als Frankrijk of Duitsland, waar slechts 1 op de 20 denkt een goede service en eerlijke deal te krijgen.
De meeste Nederlanders denken niet dat banken het beste voorhebben met hun klanten. Meer dan de helft zegt dat banken vooral focussen op winst, en niet op hun klanten. Bijna een vijfde zegt zelfs dat ze hun bank niet vertrouwen om hun financiële belangen te behartigen. Desondanks vallen nog altijd 94 procent van de Nederlanders terug op een klassieke bank voor een zichtrekening.
donderdag 23 februari 2017
Pieter Schoen financiert app die 'betalingsverkeer opschudt'
Het Nederlandse fintechbedrijf Sowdan zorgt naar eigen zeggen voor een revolutie in de bankwereld: met de dienst is het eindelijk mogelijk om dag en nacht gratis binnen één minuut geld over te boeken van de ene naar de andere rekening.
Sowdan neemt met de gratis app een voorsprong op de banken die onderling hebben afgesproken om pas in 2019 realtime betalingsverkeer mogelijk te maken. In onder meer Zweden, Polen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk is het al langer mogelijk om realtime betalingen te doen. Pieter Schoen, medeoprichter van energiebedrijf NLE en financier van Sowdan, zag een gat in de markt, zeker na kritische Kamervragen van Aukje de Vries (VVD) en Wouter Koolmees (D66) waarom realtime betalingen nog niet mogelijk zijn in Nederland.
Voor particulieren die bijvoorbeeld een auto kopen op Marktplaats is Sowdan een uitkomst. De koper hoeft niet meer met grote contante bedragen over straat. De koopsom kan nu gewoon veilig en snel via de app voldaan worden. De verkoper heeft direct zijn geld en geeft de auto mee. Voor kleinere bedragen kan door de snellere betaling de aankoop direct verzonden worden.
Sowdan werkt heel eenvoudig: na aanmelding voert de gebruiker het bedrag en rekeningnummer in, waarna hij op de verzendknop drukt en de betaling bij de eigen bank met iDEAL bevestigt. De slimme technologie van Sowdan zorgt ervoor dat het geld direct wordt overgeboekt en besteedbaar is.
Dit kan zowel met een betaalverzoek als met een betaalopdracht en slechts één van de partijen hoeft de app te downloaden. Om iets over te maken met Sowdan zijn geen cardreader of ingewikkelde codes nodig. Met een betaalverzoek kan iedereen gemakkelijk via WhatsApp geld terugvragen van vrienden. Dit kan ook met apps als Tikkie van ABN Amro, maar het grote verschil is dat bij Sowdan het geld binnen één minuut bij de ontvanger op de rekening staat. Transacties tot 750 euro zijn voorlopig gratis, daarboven wordt 0,5 procent kosten in rekening gebracht. '''
De gratis app is beschikbaar voor iOS en Android.
Sowdan neemt met de gratis app een voorsprong op de banken die onderling hebben afgesproken om pas in 2019 realtime betalingsverkeer mogelijk te maken. In onder meer Zweden, Polen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk is het al langer mogelijk om realtime betalingen te doen. Pieter Schoen, medeoprichter van energiebedrijf NLE en financier van Sowdan, zag een gat in de markt, zeker na kritische Kamervragen van Aukje de Vries (VVD) en Wouter Koolmees (D66) waarom realtime betalingen nog niet mogelijk zijn in Nederland.
Voor particulieren die bijvoorbeeld een auto kopen op Marktplaats is Sowdan een uitkomst. De koper hoeft niet meer met grote contante bedragen over straat. De koopsom kan nu gewoon veilig en snel via de app voldaan worden. De verkoper heeft direct zijn geld en geeft de auto mee. Voor kleinere bedragen kan door de snellere betaling de aankoop direct verzonden worden.
Sowdan werkt heel eenvoudig: na aanmelding voert de gebruiker het bedrag en rekeningnummer in, waarna hij op de verzendknop drukt en de betaling bij de eigen bank met iDEAL bevestigt. De slimme technologie van Sowdan zorgt ervoor dat het geld direct wordt overgeboekt en besteedbaar is.
Dit kan zowel met een betaalverzoek als met een betaalopdracht en slechts één van de partijen hoeft de app te downloaden. Om iets over te maken met Sowdan zijn geen cardreader of ingewikkelde codes nodig. Met een betaalverzoek kan iedereen gemakkelijk via WhatsApp geld terugvragen van vrienden. Dit kan ook met apps als Tikkie van ABN Amro, maar het grote verschil is dat bij Sowdan het geld binnen één minuut bij de ontvanger op de rekening staat. Transacties tot 750 euro zijn voorlopig gratis, daarboven wordt 0,5 procent kosten in rekening gebracht. '''
De gratis app is beschikbaar voor iOS en Android.
Wisselende resultaten voor Delta Lloyd
M.Minderhoud |
Het nettoresultaat kwam uit op 231 miljoen euro. Het bruto operationeel resultaat daalde met 3 procent tot 915 miljoen.
De daling kwam door marktontwikkelingen en veranderende levensverwachtingen. Ook is een voorschot genomen op aangepaste regels van DNB voor het meenemen van uitgestelde belastingbaten in de solvabiliteit.
NN Group heeft al antwoord op moeilijke Nederlandse markt, Aegon nog niet
De jaarcijfers van Aegon en NN Group maken nog eens duidelijk dat de Nederlandse verzekeringsmarkt voor beiden een pijnpunt is. NN Group heeft met de voorgenomen overname van Delta Lloyd een antwoord geformuleerd, Aegon nog niet.
Beide verzekeraars publiceerden afgelopen week hun resultaten over het laatste kwartaal en heel 2016. De onderliggende winst van NN Group zakte met 14 procent tot circa 1,2 miljard euro. Dit winstcijfer voor eenmalige posten steeg bij Aegon met drie procent 1,96 miljard euro. De beurskoersen reageerden dienovereenkomstig: NN kreeg een koerstik, het aandeel Aegon boekte juist winst.
Dit verschil in winstontwikkeling is grotendeels te verklaren door de geografische spreiding. Aegon boekte een duidelijke resultaatverbetering in de Verenigde Staten, terwijl NN Group daar niet actief is.
Tegelijkertijd hadden beide bedrijven in Nederland te maken met een stagnerende markt. Bij NN zakte het onderliggende resultaat uit Nederland met een kwart. Bij Aegon bleef dit resultaat weliswaar min of meer stabiel, maar liepen de premie-inkomsten wel sterk terug.
Beide verzekeraars publiceerden afgelopen week hun resultaten over het laatste kwartaal en heel 2016. De onderliggende winst van NN Group zakte met 14 procent tot circa 1,2 miljard euro. Dit winstcijfer voor eenmalige posten steeg bij Aegon met drie procent 1,96 miljard euro. De beurskoersen reageerden dienovereenkomstig: NN kreeg een koerstik, het aandeel Aegon boekte juist winst.
Dit verschil in winstontwikkeling is grotendeels te verklaren door de geografische spreiding. Aegon boekte een duidelijke resultaatverbetering in de Verenigde Staten, terwijl NN Group daar niet actief is.
Tegelijkertijd hadden beide bedrijven in Nederland te maken met een stagnerende markt. Bij NN zakte het onderliggende resultaat uit Nederland met een kwart. Bij Aegon bleef dit resultaat weliswaar min of meer stabiel, maar liepen de premie-inkomsten wel sterk terug.
Nieuw ledenportaal VEB in gebruik genomen
De VEB heeft een nieuw ledenportaal op haar website in gebruik genomen. In deze nieuwe omgeving kunnen (potentiële) leden hun registraties omtrent lopende juridische acties en persoonsgegevens inzien en aanpassen.
Daarnaast zal in de toekomst bepaalde informatie op de VEB-website uitsluitend voor VEB-leden toegankelijk zijn. Dat betekent dat men zal moeten inloggen voor toegang tot de volledige website.
Ook beleggers zonder een VEB-lidmaatschap kunnen een account aanmaken. Zij zullen in de toekomst echter minder uitgebreide toegang tot beleggingstools en content krijgen dan leden.
Daarnaast zal in de toekomst bepaalde informatie op de VEB-website uitsluitend voor VEB-leden toegankelijk zijn. Dat betekent dat men zal moeten inloggen voor toegang tot de volledige website.
Ook beleggers zonder een VEB-lidmaatschap kunnen een account aanmaken. Zij zullen in de toekomst echter minder uitgebreide toegang tot beleggingstools en content krijgen dan leden.
woensdag 22 februari 2017
a.s.r. realiseert doelstellingen
Verzekeraar ASR heeft in 2016 meer winst gemaakt dan een jaar eerder. ASR zag de premie-inkomsten met 5,8 procent toenemen tot 4,3 miljard euro. Het operationeel resultaat steeg met 11,5 procent naar 599 miljoen euro. De nettowinst viel met 659 miljoen euro ook hoger uit dan in 2015.
Voor a.s.r. is 2016 duidelijk een succesvol jaar geweest, zegt Jos Baeten, bestuursvoorzitter. 'a.s.r. heeft sterke financiële resultaten behaald. Die resultaten zijn in overeenstemming met, of zelfs beter dan onze doelstellingen voor de middellange termijn. Onze initiatieven om klanttevredenheid te verbeteren worden gewaardeerd. In klanttevredenheidsonderzoeken scoren we steeds beter en onze Net Promoter Score is positief geworden.'
De verschillende niet-verzekeringsactiviteiten hebben in lijn met de verwachtingen gepresteerd. De verzekeraar nam SuperGarant en Corins over. Deze bedrijven moeten samen met de bestaande distributieonderdelen VKG en Dutch ID de marktpositie verder versterken. De eerder aangekondigde overname van BNG Vermogensbeheer is voltooid. Het operationeel resultaat van a.s.r. Bank was lager dan verwacht, als gevolg van investeringen om de organisatie verder te verbeteren.
Banken werken aan gedragscode kleinzakelijke financiering
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) werkt aan een gedragscode voor de financiering van kleinzakelijke klanten. Banken willen hiermee tegemoet komen aan de bijzondere positie van kleine ondernemers: het zijn weliswaar geen consumenten maar er kan niet van ze verwacht worden dat zij beschikken over de financiële kennis en expertise van grotere bedrijven.
In de gedragscode leggen banken vast wat kleinzakelijke klanten van banken mogen verwachten bij een financiering. Hierdoor wordt hun informatiepositie versterkt, ontstaat meer rechtszekerheid en wordt recht gedaan aan het ondernemerschap van de kleinzakelijke klant. Banken zullen zich committeren aan de gedragscode die per 1 januari 2018 in werking zal treden.
Een belangrijk onderdeel van de gedragscode is goede klachtenafhandeling. Banken willen tevreden klanten en klachten samen met de klant oplossen. Voor situaties waarin dit niet lukt, willen banken dat kleinzakelijke klanten de mogelijkheid krijgen om een geschil over hun financiering voor te leggen aan een loket voor geschillenbeslechting. Banken zullen bezien hoe ondernemers hiermee een laagdrempelig alternatief kan worden geboden voor de rechter. Over de gedragscode en het daarmee samenhangende loket voor geschillenbeslechting gaan de banken met stakeholders in gesprek; om te beginnen tijdens de dialoogbijeenkomst die de NVB samen met MKB-Nederland organiseert op vrijdag 17 maart a.s.
Flevoland nog steeds kampioen geld lenen
Flevoland, Zuid-Holland en Zeeland zitten ruim boven het landelijk gemiddelde als het om het aanvragen van leningen gaat. In Utrecht, Noord- Brabant en Noord-Holland werd het minst om een lening gevraagd. Dit blijkt uit de resultaten van het Nationaal Leenonderzoek 2016, dat door Geldshop, voor de tweede keer op rij, is uitgevoerd.
Nederlanders leenden in 2016 fors meer dan het jaar ervoor. In 2016 steeg het gewenste gemiddelde leenbedrag voor consumptief krediet naar €18.337. Dit is een stijging van 19%.
De onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, analyseerde data van 29.501 leningaanvragen uit 2016. Het volledige persbericht vindt u in de bijlage.
Nederlanders leenden in 2016 fors meer dan het jaar ervoor. In 2016 steeg het gewenste gemiddelde leenbedrag voor consumptief krediet naar €18.337. Dit is een stijging van 19%.
De onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, analyseerde data van 29.501 leningaanvragen uit 2016. Het volledige persbericht vindt u in de bijlage.
dinsdag 21 februari 2017
Sterkere dollar bezorgt Nederlandse beleggingsinstellingen koerswinst
In het vierde kwartaal van 2016 groeide het beheerd vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen met 7 miljard tot 831 miljard. Mede dankzij de lagere wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar boekte de sector een rendement van 2,7 procent op kwartaalbasis. De hieruit voortkomende vermogensstijging werd deels teniet gedaan doordat investeerders 10,9 miljard aan de fondsen onttrokken.
Het totale vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen is met 7,0 miljard (ofwel 0,9%) gegroeid in het laatste kwartaal van 2016. Daarmee heeft het belegd vermogen van de sector een nieuwe recordomvang bereikt van 830,8 miljard.
Onder de stijging gaan aanzienlijke verschillen tussen typen fondsen schuil. Aandelen- en vastgoedfondsen zijn met respectievelijk 9,5 miljard en 2,6 miljard gegroeid. Obligatiefondsen zijn juist gekrompen, met 14,6 miljard. De categorie overige fondsen, met daarin onder andere hypotheekfondsen, hedgefondsen en grondstoffondsen, groeide met 9,5 miljard.
Het totale vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen is met 7,0 miljard (ofwel 0,9%) gegroeid in het laatste kwartaal van 2016. Daarmee heeft het belegd vermogen van de sector een nieuwe recordomvang bereikt van 830,8 miljard.
Onder de stijging gaan aanzienlijke verschillen tussen typen fondsen schuil. Aandelen- en vastgoedfondsen zijn met respectievelijk 9,5 miljard en 2,6 miljard gegroeid. Obligatiefondsen zijn juist gekrompen, met 14,6 miljard. De categorie overige fondsen, met daarin onder andere hypotheekfondsen, hedgefondsen en grondstoffondsen, groeide met 9,5 miljard.
Nieuwe aanpak van falende banken
DNB heeft belangrijke stappen gezet op weg naar een nieuwe aanpak van falende banken. Het doel is afwikkelbaarheid: banken moeten kunnen falen zonder de financiële stabiliteit in gevaar te brengen. Om dit te bereiken, is voor de grootste Nederlandse banken bepaald op welke manier wordt ingegrepen als deze in de problemen komen. Het operationaliseren van de gereedschapskist waarmee DNB resolutie kan uitvoeren is goed gevorderd. Ook de versterking van het depositogarantiestelsel (DGS) draagt bij aan vertrouwen. Zo krijgt het DGS een kortere uitkeringstermijn en zorgt fondsvorming voor een grotere opvangcapaciteit van het DGS.
De mondiale financiële crisis heeft aangetoond dat zowel kleine als grote banken in de problemen kunnen raken. Overheden werden gedwongen op grote schaal banken te redden met belastinggeld. Dit zorgde voor besmetting van het bankwezen naar nationale overheden en was in het eurogebied één van de oorzaken van de Europese schuldencrisis. Daarmee werd de noodzaak duidelijk om banken beter afwikkelbaar te maken.
De financiële crisis was de aanleiding om het toezicht in Europa aan te scherpen, de resolutietaak in het leven te roepen en nationale depositogarantiestelsels te versterken. In het eurogebied is bovendien de bankenunie tot stand gekomen waarbij toezicht en resolutie gemeenschappelijk georganiseerd is. In de toekomst wordt dit mogelijk aangevuld met een Europees DGS.
In Nederland is DNB in 2015 aangewezen als nationale resolutieautoriteit. In die hoedanigheid werkt DNB binnen het Europees resolutiemechanisme samen met de centrale resolutieautoriteit (SRB) en andere nationale resolutieautoriteiten. De resolutieautoriteit streeft naar de ordentelijke afwikkeling van falende banken, zodat belangrijke functies een doorstart kunnen maken. Denk hierbij aan diensten zoals betalingsverkeer, kredietverlening maar ook de toegang van huishoudens tot hun spaargeld.
maandag 20 februari 2017
Dijsselbloem maakt reclameverbod mogelijk voor risicovolle financiële producten
Minister Dijsselbloem van Financiën maakt een reclameverbod mogelijk voor bepaalde risicovolle financiële producten. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) krijgt de bevoegdheid de producten waar het reclameverbod voor gaat gelden aan te wijzen.
Dijsselbloem heeft daarvoor maandag een Algemene Maatregel van Bestuur in consultatie gedaan. Hij kondigde in september vorig jaar al aan dat hij een reclameverbod wil. In aanloop naar nieuwe Europese regels is dat voornemen samen met de AFM uitgewerkt.
Aanleiding voor het reclameverbod zijn waarschuwingen van de Europese toezichthouders op de financiële markten, en van nationale toezichthouders als de AFM, dat bepaalde risicovolle producten op grote schaal worden aangeboden aan consumenten. Het gaat dan bijvoorbeeld om binaire opties en cfd’s.
Dergelijke producten zijn voor consumenten niet geschikt omdat ze veel risico’s kennen, speculatief zijn of te complex van aard. Consumenten kunnen er binnen korte tijd aanzienlijke verliezen op lijden.
De Algemene Maatregel van Bestuur heeft gevolgen voor financiële ondernemingen met zetel in Nederland of buiten de EU of die een bijkantoor in Nederland hebben die zich via reclame voor de bedoelde producten richten op consumenten in Nederland. Deze financiële ondernemingen worden met het reclameverbod beperkt in hun pogingen consumenten te verleiden.
ABN AMRO verlaagt particuliere spaarrentes
Per 28 februari verlaagt ABN AMRO de rente op particuliere spaarrekeningen. Klanten zijn hierover geïnformeerd. De rente op de populaire spaarvorm de Vermogens Spaarrekening bedraagt dan tot 0,45%. Dat was 0,5%.
De rente op de vrij opneembare Direct Sparen rekening wordt verlaagd van 0,25% naar 0,2%. Ook de rente op andere spaarrekeningen daalt met 0,05%.
De verlagingen zijn een gevolg van de aanhoudend dalende beweging van de rentes op de geld- en kapitaalmarkt. Meer informatie over hoe de spaarrente tot stand komt, kunt u vinden in dit bericht. Hier vindt u een overzicht van de actuele spaarrentes.
De rente op de vrij opneembare Direct Sparen rekening wordt verlaagd van 0,25% naar 0,2%. Ook de rente op andere spaarrekeningen daalt met 0,05%.
De verlagingen zijn een gevolg van de aanhoudend dalende beweging van de rentes op de geld- en kapitaalmarkt. Meer informatie over hoe de spaarrente tot stand komt, kunt u vinden in dit bericht. Hier vindt u een overzicht van de actuele spaarrentes.
Achmea verwacht negatief resultaat over 2016 van circa 380 miljoen euro
Door incidentele lasten in de tweede helft van 2016 verwacht Achmea het boekjaar 2016 af te sluiten met een negatief nettoresultaat van circa 380 miljoen euro. Een verhoging van de voorzieningen voor letselschades, een hoger dan verwacht gebruik van nieuwe medicijnen, een reorganisatievoorziening in verband met een verdere aanpassing van de organisatie en een afboeking van goodwill van de Turkse verzekeringsactiviteiten beïnvloeden het resultaat negatief. Het resultaat in de eerste helft van 2016 werd bovendien sterk beïnvloed door de hagelcalamiteit van juni met een impact na herverzekering van 152 miljoen.
De verhoging van de voorzieningen voor letselschades in de tweede helft van 2016 wordt onder meer veroorzaakt door veranderingen in wet- en regelgeving. Deze verhoging heeft een impact op het resultaat van het segment Schade & Inkomen Nederland van circa 178 miljoen negatief.
Nieuwe verwachtingen voor de zorgkosten voor het tekenjaar 2016 hebben in de tweede helft van 2016 een impact van circa 100 miljoen negatief op het resultaat bij het segment Zorg Nederland. Vooral een hoger dan verwacht gebruik van nieuwe (dure) medicijnen leidt tot de gestegen ramingen. De in november 2016 gecommuniceerde nadelige effecten van de scherpe premiestelling voor 2017 op het resultaat 2016 worden grotendeels gecompenseerd door een vrijval van voorzieningen op oudere tekenjaren.
Eind vorig jaar is de verwachting gecommuniceerd dat het aantal arbeidsplaatsen bij Achmea tot het jaar 2020 verder zal gaan afnemen. In verband met deze afname zijn reorganisatie- en leegstandsvoorzieningen gevormd met een impact op het resultaat van meer dan 100 miljoen.
De verhoging van de voorzieningen voor letselschades in de tweede helft van 2016 wordt onder meer veroorzaakt door veranderingen in wet- en regelgeving. Deze verhoging heeft een impact op het resultaat van het segment Schade & Inkomen Nederland van circa 178 miljoen negatief.
Nieuwe verwachtingen voor de zorgkosten voor het tekenjaar 2016 hebben in de tweede helft van 2016 een impact van circa 100 miljoen negatief op het resultaat bij het segment Zorg Nederland. Vooral een hoger dan verwacht gebruik van nieuwe (dure) medicijnen leidt tot de gestegen ramingen. De in november 2016 gecommuniceerde nadelige effecten van de scherpe premiestelling voor 2017 op het resultaat 2016 worden grotendeels gecompenseerd door een vrijval van voorzieningen op oudere tekenjaren.
Eind vorig jaar is de verwachting gecommuniceerd dat het aantal arbeidsplaatsen bij Achmea tot het jaar 2020 verder zal gaan afnemen. In verband met deze afname zijn reorganisatie- en leegstandsvoorzieningen gevormd met een impact op het resultaat van meer dan 100 miljoen.
Bouwend Nederland en ING gaan innovatief ondernemerschap in de bouw versterken
Bouwend Nederland en ING gaan samen de innovatiekracht van de ondernemingen in de bouw versterken. Er zijn grote uitdagingen in de sector, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, technologische vernieuwingen en circulair bouwen, die vragen om meer en snellere innovatie. Beide organisaties zijn hiervoor een strategische samenwerking aangegaan. Fries Heinis (algemeen directeur Bouwend Nederland) en Rob van den Biggelaar (Manager Sectormanagement ING) ondertekenden vandaag een overeenkomst waarin beide partijen zich de komende drie jaar aan elkaar verbinden om het thema ‘innovatief ondernemerschap in de bouw’ verder te brengen.
Fries Heinis (Bouwend Nederland): “Innovatie in de bouw is enorm belangrijk. Zowel vanuit de BouwAgenda op landelijk niveau, onder leiding van Bernard Wientjes, als op individueel niveau zijn veel bouwondernemingen actief met innovaties aan de slag. Toch zijn nog niet alle bedrijven bewust bezig met proces- en productinnovaties, en dat is wel noodzakelijk. De grote uitdagingen in Nederland vragen om nieuwe antwoorden, en het is belangrijk dat alle ondernemingen in de bouw hieraan meedoen. Met deze samenwerking willen we onze leden helpen om op een innovatieve manier de bedrijfsvoering te verbeteren, onder andere door nieuwe Innovatie Boosts te organiseren. ING beschikt over heel veel kennis over onze sector, maar ook over andere sectoren van de Nederlandse economie. Innovatie staat bij ING hoog in het vaandel, zowel voor haar klanten en voor andere Nederlandse bedrijven als voor de bank zelf. Samen willen we het thema innovatie vooral laagdrempelig voor het voetlicht brengen. Door heel praktisch te laten zien wat er nu al gebeurt en waar onze leden morgen al mee aan de slag kunnen.”
Rob van den Biggelaar (ING): “Ondernemen en innoveren is doen! Nadenken over de toekomst, plannen maken, slimme strategieën bedenken en samenwerken moeten vooral leiden tot het benutten van kansen in een uitdagende en een sterk veranderende omgeving. ING wil ondernemers hierbij op het juiste moment helpen met kennis, nieuwe inzichten en netwerkverbindingen met opdrachtgevers en leveranciers in andere sectoren als zorg, industrie, onderwijs, logistiek en woningcorporaties en/of binnen hun ecosysteem. De bouw is een belangrijke sector van de Nederlandse economie. Ondernemers in de bouw moeten innovatief zijn om toekomstbestendig te blijven. In de Nederlandse bouwsector is innovatief ondernemerschap aanwezig, maar er zijn ook grote uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, technologische vernieuwingen en circulair bouwen en die vragen om meer en snellere innovatie. Daar willen wij graag een bijdrage aan leveren, zowel met relevante sectorkennis als met praktische expertise en inspiratie.”
Bouwend Nederland en ING zien grote kansen voor het bieden van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken zoals digitalisering van de gebouwde omgeving, het mogelijk maken om langer thuis te wonen, energietransitie, circulair bouwen, slimme mobiliteit en klimaatbestendig maken van Nederland. Dit biedt voor de sector extra groeipotentieel en zal haar maatschappelijke toegevoegde waarde vergroten. Het partnerschap helpt ondernemers deze kansen te verzilveren.
Samen met Bouwend Nederland zal ING speciale innovatiebijeenkomsten in het land organiseren voor de aangesloten 4600 ondernemers in de bouw. ING zal bouwondernemers ook in contact brengen met ondernemers in andere sectoren, zodat zij beter kunnen inspelen op de specifieke behoeften van klanten of leveranciers in deze sectoren. ING zal ook het programma Direct vooruit: Business Boost inzetten. ING en Bouwend Nederland zullen hier samen een specifiek op de bouw toegepaste aanpak voor ontwikkelen.
Fries Heinis (Bouwend Nederland): “Innovatie in de bouw is enorm belangrijk. Zowel vanuit de BouwAgenda op landelijk niveau, onder leiding van Bernard Wientjes, als op individueel niveau zijn veel bouwondernemingen actief met innovaties aan de slag. Toch zijn nog niet alle bedrijven bewust bezig met proces- en productinnovaties, en dat is wel noodzakelijk. De grote uitdagingen in Nederland vragen om nieuwe antwoorden, en het is belangrijk dat alle ondernemingen in de bouw hieraan meedoen. Met deze samenwerking willen we onze leden helpen om op een innovatieve manier de bedrijfsvoering te verbeteren, onder andere door nieuwe Innovatie Boosts te organiseren. ING beschikt over heel veel kennis over onze sector, maar ook over andere sectoren van de Nederlandse economie. Innovatie staat bij ING hoog in het vaandel, zowel voor haar klanten en voor andere Nederlandse bedrijven als voor de bank zelf. Samen willen we het thema innovatie vooral laagdrempelig voor het voetlicht brengen. Door heel praktisch te laten zien wat er nu al gebeurt en waar onze leden morgen al mee aan de slag kunnen.”
Rob van den Biggelaar (ING): “Ondernemen en innoveren is doen! Nadenken over de toekomst, plannen maken, slimme strategieën bedenken en samenwerken moeten vooral leiden tot het benutten van kansen in een uitdagende en een sterk veranderende omgeving. ING wil ondernemers hierbij op het juiste moment helpen met kennis, nieuwe inzichten en netwerkverbindingen met opdrachtgevers en leveranciers in andere sectoren als zorg, industrie, onderwijs, logistiek en woningcorporaties en/of binnen hun ecosysteem. De bouw is een belangrijke sector van de Nederlandse economie. Ondernemers in de bouw moeten innovatief zijn om toekomstbestendig te blijven. In de Nederlandse bouwsector is innovatief ondernemerschap aanwezig, maar er zijn ook grote uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, technologische vernieuwingen en circulair bouwen en die vragen om meer en snellere innovatie. Daar willen wij graag een bijdrage aan leveren, zowel met relevante sectorkennis als met praktische expertise en inspiratie.”
Bouwend Nederland en ING zien grote kansen voor het bieden van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken zoals digitalisering van de gebouwde omgeving, het mogelijk maken om langer thuis te wonen, energietransitie, circulair bouwen, slimme mobiliteit en klimaatbestendig maken van Nederland. Dit biedt voor de sector extra groeipotentieel en zal haar maatschappelijke toegevoegde waarde vergroten. Het partnerschap helpt ondernemers deze kansen te verzilveren.
Samen met Bouwend Nederland zal ING speciale innovatiebijeenkomsten in het land organiseren voor de aangesloten 4600 ondernemers in de bouw. ING zal bouwondernemers ook in contact brengen met ondernemers in andere sectoren, zodat zij beter kunnen inspelen op de specifieke behoeften van klanten of leveranciers in deze sectoren. ING zal ook het programma Direct vooruit: Business Boost inzetten. ING en Bouwend Nederland zullen hier samen een specifiek op de bouw toegepaste aanpak voor ontwikkelen.
vrijdag 17 februari 2017
Bart C. Korteweg naar DEGIRO
Bart C. Korteweg (1973) is benoemd tot Head of professional services bij DEGIRO. Bart zal verantwoordelijk zijn voor de uitbreiden van de dienstverlening van DEGIRO richting de zelfstandige vermogensbeheerders. De komst van Korteweg is een belangrijke strategische stap voor DEGIRO. De afgelopen jaren stonden bij de online broker voornamelijk in het teken van de retail tak van het bedrijf.
DEGIRO lanceerde de afgelopen drie jaar in 18 landen online beleggen voor particuliere beleggers tegen institutionele tarieven. Een logische vervolgstap is het bedienen van zelfstandige vermogensbeheerders. DEGIRO was al deels actief op deze markt met het aanbieden van een “one stop shop” voor fondsen via Fundshare. Ook dit onderdeel zal worden uitgebouwd.
Bart C. Korteweg, werkte in het verleden onder andere bij EY en de AFM. In zijn laatste rol was Bart Senior Manager bij Deloitte en co-head van Deloitte Netherlands Center for Regulatory Strategies. Bij Deloitte was hij verantwoordelijk voor advisering op het gebied van reputatie & regelgeving in de financiële sector. Bart adviseerde bij het opstarten van nieuwe activiteiten in de financiële sector, het beheersbaar maken van de bestaande en nieuwe wetgeving binnen de financiële sector, de inrichting van de compliance organisatie, en de inbedding binnen de onderneming inclusief het borgen van de gewenste (compliance) cultuur.
DEGIRO lanceerde de afgelopen drie jaar in 18 landen online beleggen voor particuliere beleggers tegen institutionele tarieven. Een logische vervolgstap is het bedienen van zelfstandige vermogensbeheerders. DEGIRO was al deels actief op deze markt met het aanbieden van een “one stop shop” voor fondsen via Fundshare. Ook dit onderdeel zal worden uitgebouwd.
Bart C. Korteweg, werkte in het verleden onder andere bij EY en de AFM. In zijn laatste rol was Bart Senior Manager bij Deloitte en co-head van Deloitte Netherlands Center for Regulatory Strategies. Bij Deloitte was hij verantwoordelijk voor advisering op het gebied van reputatie & regelgeving in de financiële sector. Bart adviseerde bij het opstarten van nieuwe activiteiten in de financiële sector, het beheersbaar maken van de bestaande en nieuwe wetgeving binnen de financiële sector, de inrichting van de compliance organisatie, en de inbedding binnen de onderneming inclusief het borgen van de gewenste (compliance) cultuur.
Kleine winstdaling voor Aegon
Topman Alex Wynaendts wijst op de stabiele kapitaalspositie en op geboekte kostenbesparingen. 'We hebben in 2016 veel vooruitgang geboekt met de uitvoering van onze strategie door groei van onze activiteiten, aanzienlijke kostenbesparingen en verhoging van ons rendement.'
Kerncijfers
Kw4 Kw3 Kw4 12M 12M
bedragen in EUR miljoenen 2016 2016 % 2015 % 2016 2015 %
Onderliggend resultaat voor belastingen 554 461 20 435 27 1,913 1,867 2
Nettowinst / (verlies) 470 358 31 (580) - 586 (523) -
Verkoop 2,727 2,904 (6) 2,886 (6) 11,956 10,410 15
Marktconforme waarde nieuwe productie 118 70 70 149 (21) 420 597 (30)
Rendement op eigen vermogen 10.5% 7.7% 35 7.7% 35 8.0% 7.3% 9
Wiebes schrapt tijdklemmen kapitaalverzekeringen
De tijdklemmen voor de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW) komen met ingang van 1 april 2017 te vervallen. Vanaf die datum hoeft bij opname van het opgebouwde vermogen geen belasting meer te worden betaald wanneer korter dan 15 of 20 jaar (afhankelijk van het product) premie is betaald.
De maatregel blijkt uit een brief die staatssecretaris Wiebes van Financiën op 8 februari aan de Tweede Kamer heeft gezonden. Daarin informeert hij de Kamerleden over zijn voornemen een koninklijk besluit uit te vaardigen om de tijdklemmen te laten vervallen.
Aanleiding is het in november 2016 ingediende amendement tijdens de behandeling van het Belastingplan en de overige fiscale maatregelen. Het doel van het amendement (stimuleren van aflossing van eigenwoningschuld) kon op brede sympathie in de Kamer rekenen. Het Verbond heeft Kamerleden, ambtenaren en toezichthouders er bij herhaling op gewezen dat het amendement in veruit de meeste gevallen onverstandig kan uitpakken voor consumenten. Bovendien is het per amendement wijzigen van de wet - zonder nader onderzoek – in de ogen van het Verbond niet prudent. Daarop is de inwerkingtreding van deze wetswijziging afhankelijk gemaakt van een uitvoeringstoets van DNB.
DNB verwacht dat de impact op de solvabiliteit van verzekeraars gering zal zijn. DNB, AFM en het ministerie verwachten dat het laten vervallen van de fiscale tijdklemmen niet tot massale afkoop van deze polissen leidt. De financiële prikkel voor consumenten om hun polis af te kopen is volgens hun inschatting veelal negatief. Het Verbond heeft steeds aangegeven dat desondanks niet is uit te sluiten dat consumenten op andere gronden besluiten hun KEW, SEW of BEW te beëindigen. De tussentijdse wijziging van de fiscale regels brengt bovendien onzekerheid met zich mee. Dit leidt er toe dat in mindere mate kapitaal voor een lange periode illiquide kan worden belegd. Dat kan negatief uitpakken voor de rol die verzekeraars spelen als langetermijninvesteerder in de Nederlandse economie.
Nu de tijdklemmen toch vervallen, is het volgens het Verbond van groot belang te voorkomen dat consumenten financiële beslissingen nemen die nadelig voor hen uitpakken. Daarom pleit het Verbond – naast een goede informatievoorziening bij afkoop – voor het inwinnen van onafhankelijk financieel advies in dit soort situaties. Het Verbond adviseert verzekeraars hun klanten hierop te wijzen.
De maatregel blijkt uit een brief die staatssecretaris Wiebes van Financiën op 8 februari aan de Tweede Kamer heeft gezonden. Daarin informeert hij de Kamerleden over zijn voornemen een koninklijk besluit uit te vaardigen om de tijdklemmen te laten vervallen.
Aanleiding is het in november 2016 ingediende amendement tijdens de behandeling van het Belastingplan en de overige fiscale maatregelen. Het doel van het amendement (stimuleren van aflossing van eigenwoningschuld) kon op brede sympathie in de Kamer rekenen. Het Verbond heeft Kamerleden, ambtenaren en toezichthouders er bij herhaling op gewezen dat het amendement in veruit de meeste gevallen onverstandig kan uitpakken voor consumenten. Bovendien is het per amendement wijzigen van de wet - zonder nader onderzoek – in de ogen van het Verbond niet prudent. Daarop is de inwerkingtreding van deze wetswijziging afhankelijk gemaakt van een uitvoeringstoets van DNB.
DNB verwacht dat de impact op de solvabiliteit van verzekeraars gering zal zijn. DNB, AFM en het ministerie verwachten dat het laten vervallen van de fiscale tijdklemmen niet tot massale afkoop van deze polissen leidt. De financiële prikkel voor consumenten om hun polis af te kopen is volgens hun inschatting veelal negatief. Het Verbond heeft steeds aangegeven dat desondanks niet is uit te sluiten dat consumenten op andere gronden besluiten hun KEW, SEW of BEW te beëindigen. De tussentijdse wijziging van de fiscale regels brengt bovendien onzekerheid met zich mee. Dit leidt er toe dat in mindere mate kapitaal voor een lange periode illiquide kan worden belegd. Dat kan negatief uitpakken voor de rol die verzekeraars spelen als langetermijninvesteerder in de Nederlandse economie.
Nu de tijdklemmen toch vervallen, is het volgens het Verbond van groot belang te voorkomen dat consumenten financiële beslissingen nemen die nadelig voor hen uitpakken. Daarom pleit het Verbond – naast een goede informatievoorziening bij afkoop – voor het inwinnen van onafhankelijk financieel advies in dit soort situaties. Het Verbond adviseert verzekeraars hun klanten hierop te wijzen.
Peter Verberne Chief Financial Risk Officer (CFRO) Delta Lloyd Bank
Peter Verberne (42) is per 15 februari benoemd tot Chief Financial Risk Officer (CFRO) van Delta Lloyd Bank. De CFRO maakt onderdeel uit van de directie van Delta Lloyd Bank en is verantwoordelijk voor Finance, Risk & Compliance.
Peter Verberne was hiervoor onder andere werkzaam bij Argenta Nederland als interim CFRO. Eerder was Peter als CFRO betrokken bij de oprichting van het bankbedrijf van Nationale Nederlanden en is hij verantwoordelijk geweest voor business control en externe verslaggeving bij ING Real Estate Finance.
donderdag 16 februari 2017
Triodos Bank behaalt solide groei in een uitdagende rente-omgeving
Het totale beheerde vermogen van de Triodos Groep - samengesteld uit Triodos Bank, Triodos Beleggingsfondsen en Triodos Private Banking - is gedurende 2016 met 9 procent gegroeid naar 13,5 miljard euro.
Gedurende 2016 kon Triodos Bank bijna 90 procent van de instroom van nieuwe toevertrouwde middelen omzetten in duurzame leningen.
De totale balans van Triodos Bank is gedurende 2016 met 11 procent gegroeid naar 9,1 miljard.
De nettowinst van Triodos Bank van 29,3 miljoen viel 28 procent lager uit, in lijn met de verwachtingen. Deze afname kan voornamelijk worden toegeschreven aan de introductie in 2016 van de bijdrage aan het depositogarantiestelsel (DGS) en de lage rentemarge.
Het aantal klanten is toegenomen met 7,4 procent. Tegen het einde van 2016 had Triodos Bank 652.000 klanten, verspreid over vijf Europese vestigingen.
Hoewel de gehele balans groeide met 11 procent, groeide het inkomen uit rente niet, door de lagere rentemarges. Tegelijkertijd zijn kosten ten opzichte van het volume gestegen, als gevolg van hogere personeelskosten die gemaakt moeten worden om te voldoen aan de wettelijke eisen.
Het balanstotaal van Triodos Bank zal dit jaar naar verwachting tussen de 10 en 15 procent groeien.
Cijfers 2016 in het kort:
- Balans Triodos Bank: EUR 9,1 miljard (11% groei)
- Triodos beleggingsfondsen: EUR 3,3 miljard (5% groei)
- Beheerd vermogen Private Banking: EUR 1,1 miljard (14,5% groei)
- Aantal klanten: 652.000 (7,4% groei)
- Leningen: duurzame ondernemingen, projecten en hypotheken: 14,4% groei
- Nettowinst Triodos Bank: EUR 29,3 miljoen (daling van 28%, in lijn met de verwachtingen)
- Common Equity Tier 1-ratio: 19,2%
- Aantal medewerkers: 1.271 (13,4% groei)
Gedurende 2016 kon Triodos Bank bijna 90 procent van de instroom van nieuwe toevertrouwde middelen omzetten in duurzame leningen.
De totale balans van Triodos Bank is gedurende 2016 met 11 procent gegroeid naar 9,1 miljard.
De nettowinst van Triodos Bank van 29,3 miljoen viel 28 procent lager uit, in lijn met de verwachtingen. Deze afname kan voornamelijk worden toegeschreven aan de introductie in 2016 van de bijdrage aan het depositogarantiestelsel (DGS) en de lage rentemarge.
Het aantal klanten is toegenomen met 7,4 procent. Tegen het einde van 2016 had Triodos Bank 652.000 klanten, verspreid over vijf Europese vestigingen.
Hoewel de gehele balans groeide met 11 procent, groeide het inkomen uit rente niet, door de lagere rentemarges. Tegelijkertijd zijn kosten ten opzichte van het volume gestegen, als gevolg van hogere personeelskosten die gemaakt moeten worden om te voldoen aan de wettelijke eisen.
Het balanstotaal van Triodos Bank zal dit jaar naar verwachting tussen de 10 en 15 procent groeien.
Cijfers 2016 in het kort:
- Balans Triodos Bank: EUR 9,1 miljard (11% groei)
- Triodos beleggingsfondsen: EUR 3,3 miljard (5% groei)
- Beheerd vermogen Private Banking: EUR 1,1 miljard (14,5% groei)
- Aantal klanten: 652.000 (7,4% groei)
- Leningen: duurzame ondernemingen, projecten en hypotheken: 14,4% groei
- Nettowinst Triodos Bank: EUR 29,3 miljoen (daling van 28%, in lijn met de verwachtingen)
- Common Equity Tier 1-ratio: 19,2%
- Aantal medewerkers: 1.271 (13,4% groei)
Winst verzekeraar NN gehalveerd
Peter Visser |
De groep moest genoegen nemen met 148 miljoen euro, 59 procent minder dan in het vierde kwartaal van 2015. Het operationele resultaat viel wel bijna 13 procent hoger uit, op 282 miljoen euro. Voor heel 2016 bedroeg de nettowinst bijna 1,2 miljard euro.
Een overname van Delta Lloyd kan half april rond zijn. Tot 7 april hebben Delta Lloyd-aandeelhouders de tijd om hun stukken aan te bieden.
Transitiejaar voor Rabo
Rabobank heeft in 2016 haar transitie naar eigen zeggen 'voortvarend ingezet'. De klantentevredenheid is in alle segmenten gestegen dankzij investeringen in digitalisering, aanpassing van de organisatie en verbeteringen in dienstverlening. De kapitaalpositie is in lijn met de doelstellingen versterkt. De nettowinst kwam uit op 2 miljard euro. Het resultaat werd sterk neerwaarts beïnvloed door eenmalige posten zoals reorganisatiekosten, een extra voorziening voor de compensatie van zakelijke klanten met een rentederivaat en afboekingen op het belang in Achmea.
Onderliggend lieten zowel het Nederlandse als het internationale bedrijf in ieder onderdeel een resultaatsverbetering zien. Het onderliggende bedrijfsresultaat voor belastingen bedroeg 4 miljard euro, 14 procent meer dan in 2015 (3.592 miljoen euro).
De kredietverlening aan particulieren en zakelijke klanten bedroeg 424 miljard euro (425 miljard euro in 2015). De toevertrouwde middelen namen met 10 miljard euro toe tot 348 miljard euro. De spaargelden van particulieren stegen met 2 miljard euro tot 142 miljard euro ondanks extra aflossingen op hypotheken.
CEO Wiebe Draijer spreekt van ‘een jaar van transitie’. 'We hebben goede stappen gezet om onze strategische doelen te realiseren, maar we zijn er nog niet.'
Onderliggend lieten zowel het Nederlandse als het internationale bedrijf in ieder onderdeel een resultaatsverbetering zien. Het onderliggende bedrijfsresultaat voor belastingen bedroeg 4 miljard euro, 14 procent meer dan in 2015 (3.592 miljoen euro).
De kredietverlening aan particulieren en zakelijke klanten bedroeg 424 miljard euro (425 miljard euro in 2015). De toevertrouwde middelen namen met 10 miljard euro toe tot 348 miljard euro. De spaargelden van particulieren stegen met 2 miljard euro tot 142 miljard euro ondanks extra aflossingen op hypotheken.
CEO Wiebe Draijer spreekt van ‘een jaar van transitie’. 'We hebben goede stappen gezet om onze strategische doelen te realiseren, maar we zijn er nog niet.'
Wintersporter vertrouwt blind op verzekering
Hoewel mensen goed verzekerd op wintersport gaan, weten zij veelal niet wat zij precies hebben verzekerd. Dit blijkt uit de Wintersportkennistest van verzekeraar Generali. Wintersporters uit deze test scoren gemiddeld een 6 op wintersportkennis. Hoewel 90 procent wel een reisverzekering met wintersportdekking afsluit, weet het merendeel niet wat er precies met deze dekking is verzekerd. Dat het onverwacht verliezen van de skipas op de piste is verzekerd, is slechts bij 1 op 3 ondervraagden bekend.
53 procent van de ondervraagden controleert voor vertrek of hun reisverzekering een wintersportdekking biedt. 37 procent hoeft dat niet te controleren, omdat zij al weten dat ze goed verzekerd zijn. Slechts 7 procent geeft aan niet aan de verzekering te denken. Hoewel de deelnemers aan de test goed verzekerd op wintersport gaan, zijn zij niet goed op de hoogte van wat er is verzekerd met de wintersportdekking.
De verzekeringsvragen zijn het slechtst beantwoord. De helft van de ondervraagden weet dat ter plekke gehuurd skimateriaal meeverzekerd is. 60 procent weet niet dat gestolen skispullen geen reden is om een beroep te doen op hun annuleringsverzekering. Ook weet 60 procent niet dat bobsleeën niet gedekt is. Dat het onverwacht verliezen van de skipas op de piste is verzekerd, is slechts bij een derde van de ondervraagden bekend. Wel weet twee derde hoe een gipsvlucht is verzekerd.
53 procent van de ondervraagden controleert voor vertrek of hun reisverzekering een wintersportdekking biedt. 37 procent hoeft dat niet te controleren, omdat zij al weten dat ze goed verzekerd zijn. Slechts 7 procent geeft aan niet aan de verzekering te denken. Hoewel de deelnemers aan de test goed verzekerd op wintersport gaan, zijn zij niet goed op de hoogte van wat er is verzekerd met de wintersportdekking.
De verzekeringsvragen zijn het slechtst beantwoord. De helft van de ondervraagden weet dat ter plekke gehuurd skimateriaal meeverzekerd is. 60 procent weet niet dat gestolen skispullen geen reden is om een beroep te doen op hun annuleringsverzekering. Ook weet 60 procent niet dat bobsleeën niet gedekt is. Dat het onverwacht verliezen van de skipas op de piste is verzekerd, is slechts bij een derde van de ondervraagden bekend. Wel weet twee derde hoe een gipsvlucht is verzekerd.
In memoriam André Szász (1932–2017)
Met het overlijden van André Szász is er een rasechte ‘centrale ¬bankier’ heengegaan, een overtuigd Europeaan en voorvechter van stabiliteit. Vanaf zijn start bij de Nederlandsche Bank was hij betrokken bij het internationale ¬monetaire overleg, sinds 1973 als directeur. Zijn loopbaan stond in het teken van de zoektocht naar een nieuw stabiel wisselkoersstelsel – na de ineenstorting van het Bretton Woods-stelsel van vaste wisselkoersen, ook in 1973. Stabiele wisselkoersen in Europa waren in zijn visie nodig vanwege de onderlinge afhankelijkheid. Maar dan wel zo vormgegeven dat landen gedwongen waren het eigen huis op orde te houden, dus een stelsel gebaseerd op discipline en wederzijdse verplichtingen. Want zonder verplichtingen geen stabiliteit.
Samen met Zijlstra – die Szász “mijn minister van Buitenlandse Zaken” noemde – werd hij tot de man van de ‘harde gulden’: de koppeling aan de Duitse mark als hoeksteen van het monetaire beleid. Duitsland fungeerde hierbij als ankerland. Toen dat anker een keer werd losgelaten door premier Lubbers, die uit was op een concurrentievoordeel, volgde een rentestijging. Szász droeg die Den Haag nog lang na – ‘de straf op de zonde’ – en schreef daar meerdere malen over in ESB (Szász, 1987).
Samen met Zijlstra – die Szász “mijn minister van Buitenlandse Zaken” noemde – werd hij tot de man van de ‘harde gulden’: de koppeling aan de Duitse mark als hoeksteen van het monetaire beleid. Duitsland fungeerde hierbij als ankerland. Toen dat anker een keer werd losgelaten door premier Lubbers, die uit was op een concurrentievoordeel, volgde een rentestijging. Szász droeg die Den Haag nog lang na – ‘de straf op de zonde’ – en schreef daar meerdere malen over in ESB (Szász, 1987).
Rutger Schellens nieuwe CEO ABN AMRO Clearing Bank
Rutger Schellens is benoemd tot nieuwe CEO van ABN AMRO Clearing Bank N.V. De benoeming is onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouders. Hij volgt daarmee Marcel Jongmans op, die vorig jaar besloot zijn loopbaan buiten ABN AMRO voort te zetten.
Met meer dan 30 jaar ervaring binnen Corporate Banking en Financial Markets in het bijzonder is Rutger Schellens een ervaren bankier. Als Senior Managing Director Capital Markets Solutions bij ABN AMRO draagt hij bovendien reeds enkele jaren verantwoordelijkheid voor de clearing activiteiten en vervult hij tevens de rol van voorzitter binnen de Raad van Commissarissen van ABN AMRO Clearing Bank N.V. Met de benoeming van Rutger tot CEO wordt deze voorzittersrol vanaf heden waargenomen door vice-voorzitter van de RvC van ABN AMRO clearing Bank, Frans van der Horst.
ING Wholesale Banking breidt Equity Markets team uit
ING Wholesale Banking, de zakenbanktak van ING, heeft zijn aandelenteam versterkt met vijf specialisten. De nieuwe teamleden richten zich op het versterken van de contacten met buitenlandse institutionele beleggers in met name het Verenigd Koninkrijk.
Om corporate clients in de Benelux het beste aanbod op het gebied van aandelenkapitaalmarkttransacties te bieden, breidt ING deze dienstverlening consistent uit. Na eerdere uitbreidingen aan de advieskant (Equity Capital Markets), gericht op de dialoog met grote bedrijven die aandelen willen plaatsen, versterkt ING nu verder zijn team voor de distributie van aandelen (Equity Markets). De nieuwe teamleden zijn per 1 februari gestart en opereren vanuit Amsterdam.
Een van de benoemingen is Nils ten Berg (46) als Head of Equities. Hij was voorheen Head of Equity Syndicate en Head of Equity Sales & Sales Trading bij ABN Amro. Ten Berg heeft de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld in de plaatsing van onder andere de beursgangen van GrandVision, Refresco, Intertrust, Sif, Basic-Fit en ASR.
De namen en functies van de vier andere nieuwe mensen zijn:
- Mark Prins (39), Senior UK Sales (voorheen Senior UK Sales bij ABN Amro);
- Thijs Buitenhuis (29), UK Sales (voorheen UK Sales bij Kempen);
- Albert Buysing Damsté (39), UK Sales Trading (voorheen UK/US Sales Trading bij ABN Amro);
- Bjorn Krook (37), Director Equity Capital Markets Syndicate (voorheen Equity Syndicate bij ABN Amro).
woensdag 15 februari 2017
Unilever, Van Lanschot, Intrum Justitia en Basiq Dental doen mee met Betaalme.nu
Opnieuw hebben zes grote bedrijven zich aangesloten bij Betaalme.nu, het initiatief dat ernaar streeft dat facturen van MKB-ondernemingen sneller betaald worden. De nieuwe deelnemers zijn Unilever Nederland, Basiq Dental, Van Lanschot, NIBC Bank, Royal Cosun en Intrum Justitia. Dat heeft Betaalme.nu bekendgemaakt tijdens de Week van de Financiën, die deze week plaatsvindt.
Daarmee zijn er inmiddels 40 grote bedrijven en organisaties die met Betaalme.nu meedoen; Unilever is het tiende AEX-bedrijf dat zich aansluit. Deelnemende bedrijven geven in een manifest aan hoe ze bijdragen aan snellere betaling van hun leveranciers uit het MKB, die daardoor meer financiële armslag krijgen. Betaalme.nu streeft ernaar om voor het Nederlandse MKB €2,5 miljard vrij te maken uit openstaande facturen.
Naast de groei van het aantal deelnemende grote bedrijven, gaat Betaalme.nu zich ook meer richten op MKB-ondernemers. Tijdens de Week van de Financiën, een initiatief van de Kamer van Koophandel dat deze week vijf steden in Nederland aandoet, informeert Betaalme.nu MKB’ers en ZZP’ers over de mogelijkheden om facturen tijdig betaald te krijgen. Betaalme.nu is bovendien gestart met een onderzoek naar de problemen die MKB’ers en ZZP’ers bij het innen van facturen ondervinden, en welke verbeteringen zij belangrijk vinden. Ondernemers kunnen hun stem laten horen door een online vragenlijst in te vullen: https://v3.directresearch.nl/vragenlijst/starten/6255.
Daarmee zijn er inmiddels 40 grote bedrijven en organisaties die met Betaalme.nu meedoen; Unilever is het tiende AEX-bedrijf dat zich aansluit. Deelnemende bedrijven geven in een manifest aan hoe ze bijdragen aan snellere betaling van hun leveranciers uit het MKB, die daardoor meer financiële armslag krijgen. Betaalme.nu streeft ernaar om voor het Nederlandse MKB €2,5 miljard vrij te maken uit openstaande facturen.
Naast de groei van het aantal deelnemende grote bedrijven, gaat Betaalme.nu zich ook meer richten op MKB-ondernemers. Tijdens de Week van de Financiën, een initiatief van de Kamer van Koophandel dat deze week vijf steden in Nederland aandoet, informeert Betaalme.nu MKB’ers en ZZP’ers over de mogelijkheden om facturen tijdig betaald te krijgen. Betaalme.nu is bovendien gestart met een onderzoek naar de problemen die MKB’ers en ZZP’ers bij het innen van facturen ondervinden, en welke verbeteringen zij belangrijk vinden. Ondernemers kunnen hun stem laten horen door een online vragenlijst in te vullen: https://v3.directresearch.nl/vragenlijst/starten/6255.
ABN dochter MoneYou wordt volwaardige digitale bank
ABN wil dochter MoneYou uitbouwen tot een volwaardige digitale bank voor particulieren. Dat zegt CEO Kees van Dijkhuizen in de toelichting op de kwartaalcijfers.
MoneYou is opgericht in 2001 als een initiatief van geldverstrekker Bouwfonds en fungeert als een zelfstandige dochteronderneming van ABN AMRO Bank NV. De nadruk lag tot nu toe op hypotheekverstrekking, maar sparen en lenen was ook al mogelijk.
Tegenwoordig geeft een groot deel van de particuliere en zakelijke klanten de voorkeur aan digitale kanalen voor hun dagelijkse bankzaken. ABN AMRO gaat daarom nog meer investeren in digitalisering en innovatie, zegt Van Dijkhuizen
MoneYou is opgericht in 2001 als een initiatief van geldverstrekker Bouwfonds en fungeert als een zelfstandige dochteronderneming van ABN AMRO Bank NV. De nadruk lag tot nu toe op hypotheekverstrekking, maar sparen en lenen was ook al mogelijk.
Tegenwoordig geeft een groot deel van de particuliere en zakelijke klanten de voorkeur aan digitale kanalen voor hun dagelijkse bankzaken. ABN AMRO gaat daarom nog meer investeren in digitalisering en innovatie, zegt Van Dijkhuizen
ABN Amro verbetert de winst
ABN Amro heeft de winst flink zien stijgen in het laatste kwartaal van vorig jaar, zelfs met 23 procent tot 333 miljoen euro. Ook de onderliggende winst (zonder eenmalige kosten) pakte 8 procent hoger uit dan het jaar ervoor, met ruim 2 miljard euro.
Analisten gingen er vanuit dat de winst over het vierde kwartaal zou uitkomen om 221 miljoen euro: veel minder dan het jaar ervoor.
De netto rentebaten bleven in 2016 solide; de provisiebaten waren lager dan in 2015; de kosten werden beïnvloed door voorzieningen voor reorganisatiekosten; de kredietvoorzieningen waren laag.
Kees van Dijkhuizen, CEO van ABN AMRO Group: ‘Onze cijfers over het vierde kwartaal zijn solide. We zijn een financieel gezonde en robuuste bank. In het afgelopen kwartaal realiseerden we groei binnen al onze belangrijke kredietportefeuilles: we waren voor het tweede jaar op rij de grootste verstrekker van nieuwe hypotheken in Nederland, de MKB-kredietportefeuille in Nederland groeide weer licht na jaren van krimp, en in het buitenland kregen we er nieuwe zakelijke klanten bij. De cost/income ratio is nog steeds te hoog; daarom kondigden we in de tweede helft van 2016 een reorganisatieplan aan. Het rendement op eigen vermogen kwam uit op 11,8% en onze kapitaalpositie werd verder versterkt. Het voor 2016 voorgestelde dividend hebben we verhoogd naar EUR 0,84 per aandeel. Hiermee bedraagt het dividenduitkeringspercentage 45% van de gerapporteerde nettowinst.'
Analisten gingen er vanuit dat de winst over het vierde kwartaal zou uitkomen om 221 miljoen euro: veel minder dan het jaar ervoor.
De netto rentebaten bleven in 2016 solide; de provisiebaten waren lager dan in 2015; de kosten werden beïnvloed door voorzieningen voor reorganisatiekosten; de kredietvoorzieningen waren laag.
Kees van Dijkhuizen, CEO van ABN AMRO Group: ‘Onze cijfers over het vierde kwartaal zijn solide. We zijn een financieel gezonde en robuuste bank. In het afgelopen kwartaal realiseerden we groei binnen al onze belangrijke kredietportefeuilles: we waren voor het tweede jaar op rij de grootste verstrekker van nieuwe hypotheken in Nederland, de MKB-kredietportefeuille in Nederland groeide weer licht na jaren van krimp, en in het buitenland kregen we er nieuwe zakelijke klanten bij. De cost/income ratio is nog steeds te hoog; daarom kondigden we in de tweede helft van 2016 een reorganisatieplan aan. Het rendement op eigen vermogen kwam uit op 11,8% en onze kapitaalpositie werd verder versterkt. Het voor 2016 voorgestelde dividend hebben we verhoogd naar EUR 0,84 per aandeel. Hiermee bedraagt het dividenduitkeringspercentage 45% van de gerapporteerde nettowinst.'
Minder belasting voor kleine spaarder
D66-Tweede Kamerlid Steven van Weyenberg wil spaargeld belasten op basis van het werkelijke rendement en niet meer op basis van een fictief rendement, dat niemand meer haalt door de lage rentestand.
Van Weyenberg: “Op dit moment betalen veel spaarders meer belasting dan dat zij rendement halen op hun spaargeld. Je betaalt nu in feite voor het hebben van spaargeld, dat is de wereld op z’n kop! Daarom willen we belasting heffen over de daadwerkelijke rente die iemand echt ontvangt op spaargeld. Daarnaast willen we kleine spaarders nog meer ontzien door het belastingvrije gedeelte van spaargeld te verhogen. Hier trekken we 200 miljoen voor uit en dit willen we de komende kabinetsperiode realiseren.”
Het kabinet heeft in 2017 al een eerste stap gezet om spaargeld eerlijker te belasten. Maar met het nieuwe systeem wordt er nog steeds een aanname gedaan over hoe het vermogen is verdeeld over portefeuilles zoals spaargeld en aandelen. Dit maakt het systeem ingewikkeld en juist als je relatief veel veilig spaargeld aanhoudt, betaal je meer belasting dan je rendement krijgt. D66 vindt dit oneerlijk en wil daarom snel een grote stap zetten om spaargeld eerlijker en op basis van het daadwerkelijk behaald rendement belasten. “We gaan uit van de werkelijke verdeling tussen spaargeld en overig vermogen zoals aandelen en obligaties. Als al je vermogen op een spaarrekening staat, betaal je alleen belasting over het gemiddelde rendement wat een spaarrekening in dat jaar oplevert. Zo wordt spaargeld niet ten onrechte hoog belast. De hoogte van het spaargeld wordt meerdere keren per jaar gemeten om zo te voorkomen dat mensen strategisch gaan schuiven tussen spaargeld en aandelen. Je betaalt zo dus alleen belasting over de gemiddeld ontvangen rente op spaargeld in een jaar. Als je maar weinig rente krijgt hoef je dus ook weinig belasting te betalen,” aldus Van Weyenberg.
D66 verhoogt ook het heffingsvrije vermogen van spaargeld zodat je pas later begint met belasting betalen. Van Weyenberg: “We verhogen de vrijstelling met 10.000 euro naar 35.000 euro. Hierover betaal je dus geen belasting, D66 wil zo de kleine spaarders ontzien. Zo kunnen starters langer belastingvrij sparen, omdat zij bijvoorbeeld een huis willen kopen. En ouderen die jarenlang gespaard hebben voor hun oude dag, houden zo wat extra’s over.”
Van Weyenberg: “Op dit moment betalen veel spaarders meer belasting dan dat zij rendement halen op hun spaargeld. Je betaalt nu in feite voor het hebben van spaargeld, dat is de wereld op z’n kop! Daarom willen we belasting heffen over de daadwerkelijke rente die iemand echt ontvangt op spaargeld. Daarnaast willen we kleine spaarders nog meer ontzien door het belastingvrije gedeelte van spaargeld te verhogen. Hier trekken we 200 miljoen voor uit en dit willen we de komende kabinetsperiode realiseren.”
Het kabinet heeft in 2017 al een eerste stap gezet om spaargeld eerlijker te belasten. Maar met het nieuwe systeem wordt er nog steeds een aanname gedaan over hoe het vermogen is verdeeld over portefeuilles zoals spaargeld en aandelen. Dit maakt het systeem ingewikkeld en juist als je relatief veel veilig spaargeld aanhoudt, betaal je meer belasting dan je rendement krijgt. D66 vindt dit oneerlijk en wil daarom snel een grote stap zetten om spaargeld eerlijker en op basis van het daadwerkelijk behaald rendement belasten. “We gaan uit van de werkelijke verdeling tussen spaargeld en overig vermogen zoals aandelen en obligaties. Als al je vermogen op een spaarrekening staat, betaal je alleen belasting over het gemiddelde rendement wat een spaarrekening in dat jaar oplevert. Zo wordt spaargeld niet ten onrechte hoog belast. De hoogte van het spaargeld wordt meerdere keren per jaar gemeten om zo te voorkomen dat mensen strategisch gaan schuiven tussen spaargeld en aandelen. Je betaalt zo dus alleen belasting over de gemiddeld ontvangen rente op spaargeld in een jaar. Als je maar weinig rente krijgt hoef je dus ook weinig belasting te betalen,” aldus Van Weyenberg.
D66 verhoogt ook het heffingsvrije vermogen van spaargeld zodat je pas later begint met belasting betalen. Van Weyenberg: “We verhogen de vrijstelling met 10.000 euro naar 35.000 euro. Hierover betaal je dus geen belasting, D66 wil zo de kleine spaarders ontzien. Zo kunnen starters langer belastingvrij sparen, omdat zij bijvoorbeeld een huis willen kopen. En ouderen die jarenlang gespaard hebben voor hun oude dag, houden zo wat extra’s over.”
DNB publiceert nieuwe guidance over verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen
Het Verbond van Verzekeraars vindt het een goede zaak dat verzekeraars de nieuwe DNB-regels over het zogenoemde LAC DT pas in de cijfers van het tweede kwartaal van dit jaar hoeven door te voeren. Het werk voor de jaarcijfers 2016 is immers in volle gang en sommige verzekeraars zitten al met accountants om tafel. Wel plaatst het Verbond vraagtekens bij enkele inhoudelijke punten en zal het hierover met DNB in gesprek gaan.
DNB heeft afgelopen vrijdag een Q&A gepubliceerd met nadere guidance over het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen. In goed Engels en afgekort: LAC DT (loss absorbing capacity of deferred taxes). Dit ontstaat als er in de toekomst belastingkasstromen plaatsvinden die aan het verleden zijn toe te rekenen. LAC DT verlaagt de kapitaalvereisten in het kader van Solvency II. Volgens de regelgeving mogen verzekeraars alleen gebruik maken van LAC DT als ze dit voldoende kunnen onderbouwen. De berekeningen hiervoor behoren tot de meest complexe van Solvency II. Het zou dus problematisch zijn geweest de nieuwe regels nu al te implementeren. Eventuele impact zal bij veel verzekeraars daarom pas vanaf het tweede kwartaal zichtbaar zijn.
Het is voor het eerst sinds december 2015 dat DNB zich weer publiekelijk uitlaat over LAC DT. De Q&A geeft nadere invulling aan de elementen die DNB betrekt bij de beoordeling van zo’n onderbouwing. Er wordt onder andere ingegaan op herkapitalisatie en de onderbouwing van toekomstige winsten.
Het Verbond plaatst wel vraagtekens bij enkele punten in de Q&A en gaat hierover zeker nog in overleg met DNB. Voor de review van Solvency II die gepland staat voor 2018, mag nu al input worden aangeleverd bij EIOPA. Het Verbond zal de ervaringen met deze Q&A bij EIOPA naar voren brengen.
DNB heeft afgelopen vrijdag een Q&A gepubliceerd met nadere guidance over het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen. In goed Engels en afgekort: LAC DT (loss absorbing capacity of deferred taxes). Dit ontstaat als er in de toekomst belastingkasstromen plaatsvinden die aan het verleden zijn toe te rekenen. LAC DT verlaagt de kapitaalvereisten in het kader van Solvency II. Volgens de regelgeving mogen verzekeraars alleen gebruik maken van LAC DT als ze dit voldoende kunnen onderbouwen. De berekeningen hiervoor behoren tot de meest complexe van Solvency II. Het zou dus problematisch zijn geweest de nieuwe regels nu al te implementeren. Eventuele impact zal bij veel verzekeraars daarom pas vanaf het tweede kwartaal zichtbaar zijn.
Het is voor het eerst sinds december 2015 dat DNB zich weer publiekelijk uitlaat over LAC DT. De Q&A geeft nadere invulling aan de elementen die DNB betrekt bij de beoordeling van zo’n onderbouwing. Er wordt onder andere ingegaan op herkapitalisatie en de onderbouwing van toekomstige winsten.
Het Verbond plaatst wel vraagtekens bij enkele punten in de Q&A en gaat hierover zeker nog in overleg met DNB. Voor de review van Solvency II die gepland staat voor 2018, mag nu al input worden aangeleverd bij EIOPA. Het Verbond zal de ervaringen met deze Q&A bij EIOPA naar voren brengen.
Moreel Rabo-personeel zorgwekkend laag
Rabobank heeft zorgwekkend laag gescoord op belangrijke punten in een intern onderzoek waarin werknemers naar hun mening over de bank werd gevraagd. Het personeel mist duidelijkheid van de directie over de koers en de richting en constateert een gebrek aan voortvarendheid, meldt het FD. Een andere veelgehoorde klacht is dat directeuren en managers de werknemers weinig ruimte geven om zelf beslissingen te nemen. 'We hadden vooraf niet gedacht dat de uitkomsten heel goed zouden zijn, maar op sommige punten was de score zo dat – als we de intentie al niet hadden – we daar wat aan doen.'
dinsdag 14 februari 2017
ING benoemt Rob van Veldhuizen tot hoofd Corporate Finance M&A Nederland
ING Wholesale Banking, de internationale zakenbanktak van ING, heeft Rob van Veldhuizen aangesteld als hoofd van Nederlandse fusie- en overnametak van ING. Hij is per 1 februari gestart in zijn nieuwe functie Head of Corporate Finance Mergers & Acquisitions Nederland.
Rob van Veldhuizen werkt sinds 2008 bij ING en heeft bijna twintig jaar ervaring in Corporate Finance. Hij volgt Robert Specken op, die een nieuwe uitdaging heeft gevonden buiten ING.
Rob van Veldhuizen werkt sinds 2008 bij ING en heeft bijna twintig jaar ervaring in Corporate Finance. Hij volgt Robert Specken op, die een nieuwe uitdaging heeft gevonden buiten ING.
Sterke toename elektronisch betalen, niet minder cash in omloop
Het gebruik van betaalkaarten in het Europese betalingsverkeer neemt sterk toe. In 2015 bedroeg het aantal transacties met bankpas en creditcard in alle EU-landen 53 miljard: een stijging van maar liefst 11,5 procent ten opzichte van 2014. Maar opvallend genoeg gaat deze toename niet gepaard met minder contant geld: de hoeveelheid cash die in 2015 in omloop was, lag 7,6% hoger dan het jaar ervoor. Dat blijkt uit een analyse van G4S, op basis van nieuwe statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) over het betalingsverkeer in de EU.
In 2015 was in de 1.240 miljard euro aan cash in omloop: 7,6 procent meer dan in 2014. De waarde van opnames bij geldautomaten (ATM’s) steeg naar een totaal van € 1.597 miljard: een toename met 8,4%. Het aantal geldopnames (12,4 miljard) bleef echter stabiel. Dat betekende dat het gemiddelde opnamebedrag sterk steeg: met 128,91 euro lag dit 13% hoger dan in 2014.
Betaalkaarten (bankpas, creditcard) zijn het belangrijkste alternatief voor cash. Dat geldt met name voor de retail- en consumentenomgeving. De 53 miljard Europese transacties in 2015 hadden een gemiddelde transactiewaarde van 49 euro en een totale waarde van 2.583 miljard. Het aantal uitgegeven betaalkaarten in Europa nam met 1,8 procent toe tot 781 miljoen stuks. Dat komt neer op ongeveer 1,5 betaalkaart per EU-inwoner. Ook het aantal POS-terminals (plekken waar met de betaalkaart betaald kan worden) steeg, en wel met 6,2 procent tot 11,2 miljoen.
De analyse van G4S van de ECB-statistieken laat een aantal opvallende verschillen zien tussen het Nederlandse en het EU-betalingsverkeer. Zo lag de toename van het aantal POS-terminals in Nederland beduidend hoger dan het EU-gemiddelde: 11,6 procent versus 6,5 procent. Daarentegen nam de waarde van ATM-geldopnamen in Nederland veel minder toe dan in de rest van Europa: 0,8 tegenover 8,4 procent.
Dat kan samenhangen met de relatief goede bereikbaarheid van geldautomaten in Nederland, waardoor mensen niet per se hogere bedragen per keer behoeven op te nemen. Het aantal ATM-opnamen daalde in Nederland behoorlijk (met 6,2 procent), terwijl dit in de EU licht toenam (een plusje van 0,1%). Ook de toename van de gemiddelde waarde van een opname bij een geldautomaat was in Nederland lager dan elders. In absolute bedragen bevindt Nederland zich met een gemiddelde waarde van 133,70 euro licht boven het Europese gemiddelde van 128,91.
In 2015 was in de 1.240 miljard euro aan cash in omloop: 7,6 procent meer dan in 2014. De waarde van opnames bij geldautomaten (ATM’s) steeg naar een totaal van € 1.597 miljard: een toename met 8,4%. Het aantal geldopnames (12,4 miljard) bleef echter stabiel. Dat betekende dat het gemiddelde opnamebedrag sterk steeg: met 128,91 euro lag dit 13% hoger dan in 2014.
Betaalkaarten (bankpas, creditcard) zijn het belangrijkste alternatief voor cash. Dat geldt met name voor de retail- en consumentenomgeving. De 53 miljard Europese transacties in 2015 hadden een gemiddelde transactiewaarde van 49 euro en een totale waarde van 2.583 miljard. Het aantal uitgegeven betaalkaarten in Europa nam met 1,8 procent toe tot 781 miljoen stuks. Dat komt neer op ongeveer 1,5 betaalkaart per EU-inwoner. Ook het aantal POS-terminals (plekken waar met de betaalkaart betaald kan worden) steeg, en wel met 6,2 procent tot 11,2 miljoen.
De analyse van G4S van de ECB-statistieken laat een aantal opvallende verschillen zien tussen het Nederlandse en het EU-betalingsverkeer. Zo lag de toename van het aantal POS-terminals in Nederland beduidend hoger dan het EU-gemiddelde: 11,6 procent versus 6,5 procent. Daarentegen nam de waarde van ATM-geldopnamen in Nederland veel minder toe dan in de rest van Europa: 0,8 tegenover 8,4 procent.
Dat kan samenhangen met de relatief goede bereikbaarheid van geldautomaten in Nederland, waardoor mensen niet per se hogere bedragen per keer behoeven op te nemen. Het aantal ATM-opnamen daalde in Nederland behoorlijk (met 6,2 procent), terwijl dit in de EU licht toenam (een plusje van 0,1%). Ook de toename van de gemiddelde waarde van een opname bij een geldautomaat was in Nederland lager dan elders. In absolute bedragen bevindt Nederland zich met een gemiddelde waarde van 133,70 euro licht boven het Europese gemiddelde van 128,91.
maandag 13 februari 2017
Wereldwijde herverdeling van kapitaal onder druk
Op 16 en 17 februari komen tijdens het ‘symposium on Global Redistribution and the Challenges of Financing Development’ academici uit de hele wereld bij elkaar om te spreken over de noodzaak van herverdeling van kapitaal (global redistribution). Het is het eerste symposium van het onderzoeksproject AIDSocPRO van het Institute of Sociale Studies in Den Haag en wordt geopend door ISS-rector prof.dr. Inge Hutter.
Op het symposium spreken diverse vooraanstaande wetenschappers op het gebied van sociaal beleid en ‘finance and development’, zoals onder meer Jayati Ghosh, hoogleraar Economie aan de Jawaharlal Nehru Universiteit van New Delhi, India, Jan Kregel, onderzoeksdirecteur bij het Levy Economics Institute in New York, Thandika Mkandawire, hoogleraar ‘African Development’ bij de London School of Economics en James Putzel, hoogleraar Development Studies, London School of Economics
Het symposium is het eerste van het vijfjarige AIDSOCPRO onderzoeksproject (Aiding Social Protection: The Political Economy of Externally Financing Social Policy in Developing Countries),gesteund door het European Research Council (ERC) en onder leiding van Andrew M. Fischer, universitair hoofddocent Social Policy.
De politieke verschuiving naar rechts in zowel de VS en Europa is volgens de organisatoren een aanval op de progressieve herverdeling, zowel nationaal als internationaal. Grote zorg is dat de financiële hulp aan landen gevaar loopt en het voortbestaan van hulpverleningsorganen bedreigd wordt. Daardoor kunnen de mechanismen ondermijnd worden die nu nog beschikbaar zijn voor de herverdeling en regulering van kapitaal.
Grote internationale organisaties erkennen steeds meer de ongelijkheid maar worstelen met het doorvoeren van ingrijpende veranderingen. Ze komen met weinig tastbare alternatieven en het is onduidelijk of de snelle internationale groei van China dit kan compenseren. De verschuiving naar rechts van de opkomende economieën (zoals Argentinië, Brazilië en Turkije) ondermijnt de hoop dat dergelijke landen zouden zorgen voor een progressieve verandering in de herverdeling van kapitaal.
Nederlanders schieten elkaar vaak geld voor
Nederlanders schieten elkaar massaal geld voor, maar de terugbetaalmoraal is meestal laag. Uit onderzoek van ABN AMRO onder 1000 Nederlanders blijkt dat driekwart op regelmatige basis aan anderen geld voorschiet. Meer mensen hebben momenteel nog geld van een ander te goed. 83 procent van de Nederlanders heeft op dit moment een geleend bedrag tot 20 euro bij iemand uitstaan.
Geld voorschieten gebeurt vaak voor boodschappen (47 procent), (gezamenlijke) cadeaus (44 procent) en het uit de brand helpen van een vriend, familielid, collega of partner in geldnood (43 procent). Nadat het geld is uitgeleend, duurt het in bijna de helft van de gevallen een week voordat de schuld is terugbetaald. In het onderzoek geeft 61 procent van de Nederlanders aan weleens te vergeten om een geleend bedrag terug te betalen. Dit komt vaker voor bij jongeren (75 procent) dan bij ouderen (50 procent).
Meer dan een derde van de Nederlanders geeft aan het moeilijk te vinden om een reminder te sturen als zij geld hebben uitgeleend. Over het algemeen raakt 1 op de 3 Nederlanders geïrriteerd als voorgeschoten geld niet tijdig of nooit wordt terugbetaald. Voor 16 procent van de Nederlanders kan dit een reden zijn om een vriendschap te beëindigen. Het komt ook geregeld voor dat Nederlanders het uitgeleende bedrag niet meer terug hoeven te ontvangen. Ongeveer 65% van de Nederlanders hoeft niet altijd geleend geld terug te ontvangen.
Geld voorschieten gebeurt vaak voor boodschappen (47 procent), (gezamenlijke) cadeaus (44 procent) en het uit de brand helpen van een vriend, familielid, collega of partner in geldnood (43 procent). Nadat het geld is uitgeleend, duurt het in bijna de helft van de gevallen een week voordat de schuld is terugbetaald. In het onderzoek geeft 61 procent van de Nederlanders aan weleens te vergeten om een geleend bedrag terug te betalen. Dit komt vaker voor bij jongeren (75 procent) dan bij ouderen (50 procent).
Meer dan een derde van de Nederlanders geeft aan het moeilijk te vinden om een reminder te sturen als zij geld hebben uitgeleend. Over het algemeen raakt 1 op de 3 Nederlanders geïrriteerd als voorgeschoten geld niet tijdig of nooit wordt terugbetaald. Voor 16 procent van de Nederlanders kan dit een reden zijn om een vriendschap te beëindigen. Het komt ook geregeld voor dat Nederlanders het uitgeleende bedrag niet meer terug hoeven te ontvangen. Ongeveer 65% van de Nederlanders hoeft niet altijd geleend geld terug te ontvangen.
Achmea sluit zich aan bij blockchain initiatief B3i
Biccie |
Het B3i initiatief verkent de mogelijkheid om met blockchain op verschillende plaatsen gelijktijdig transacties of aanspraken vast te leggen. De verwachting is dat zo de efficiëntie en veiligheid van de uitwisseling van gegevens tussen herverzekeraars en verzekeringsmaatschappijen kan worden verhoogd. De deelnemende leden zullen eerst een proefproject uitvoeren, gericht op de afhandeling van onderlinge herverzekeringscontracten.
Als de uitkomsten van het proefproject succesvol blijken, kan blockchaintechnologie volgens Achmea een ‘waardevol instrument’ zijn. Het stroomlijnen van de communicatie en transacties zorgt voor een betere dienstverlening aan klanten.
vrijdag 10 februari 2017
ASR verhoogt spaarrente
Verzekeraar ASR gaat tegen de trend in de spaarrente verhogen. Op een internetspaarrekening krijgt een spaarder vanaf maandag 13 februari een rente van 0,6 procent. Dat is nu 0,5 procent. ASR heeft daarmee straks de hoogste spaarrente. Bij geen enkele Nederlandse bank krijgen spaarders nog een rente van 0,55 procent of meer op vrij opneembare tegoeden.
Kabinet trekt investeringen los met oprichting Invest-NL
Het kabinet gaat investeringen stimuleren op terreinen waar Nederland nu kansen laat liggen. Daartoe wordt de investeringsinstelling Invest-NL opgericht, met een kapitaal van 2,5 miljard euro. Ondernemers kunnen bij Invest-NL bij één loket terecht voor risicokapitaal, garanties, exportkredietverzekeringen en internationale financieringsprogramma's. Daarnaast gaat Invest-NL in binnen- en buitenland grote maatschappelijke projecten ontwikkelen en waar nodig meefinancieren. Nederland volgt met de oprichting het voorbeeld van andere EU-landen, die al een dergelijke investeringsinstelling hebben.
De ministers Kamp (Economische Zaken), Dijsselbloem (Financiën) en Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) schrijven dat vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Minister Kamp: “De komst van Invest-NL is belangrijk voor Nederlandse ondernemers en bedrijven. Dankzij Invest-NL wordt het financieren van projecten makkelijker, kunnen ondernemers een garantie ontvangen die hen investeringszekerheid biedt en worden bedrijven geholpen met een exportkredietverzekering. Door dit bij één loket onder te brengen zorgen we voor meer duidelijkheid en maken we het ondernemers makkelijker.” De bewindspersoon vervolgt: “Invest-NL zorgt daarnaast voor meer durfkapitaal voor startende en doorgroeiende bedrijven en voor een betere toegang tot Europese financiering. Dankzij Invest-NL is er straks méér geld om méér te doen voor méér ondernemers.”
Minister Dijsselbloem: “Nederland heeft een stevige economische crisis achter de rug. Dit jaar groeit de economie met ruim 2 procent en zal de begroting naar verwachting weer in evenwicht zijn. Het is nu zaak dat vast te houden en voldoende te investeren zodat onze economie sterk blijft en we de omslag naar een duurzame economie gaan maken. Invest-NL gaat daarbij helpen. Met deze investeringsbank gaan we investeringen lostrekken op terreinen waar Nederland (overheid en bedrijfsleven) nu kansen laat liggen.’’
Minister Ploumen: “Er zijn de komende jaren enorme investeringen nodig om de internationale klimaat- en ontwikkelingsdoelen te behalen. Nederlandse bedrijven hebben de kennis en kunde in huis om andere landen hierbij te helpen. Maar nog te vaak lukt het hen niet financiering te vinden voor kansrijke buitenlandse projecten, vooral in ontwikkelingslanden. Met Invest-NL gaan we bedrijven begeleiden bij het ontwikkelen van de juiste projecten en bij het vinden van financiering. Zo kunnen we zorgen voor meer banen hier en meer duurzame ontwikkeling daar.”
Nu is het nog zo dat veel bedrijven en projecten vanwege onzekerheid over de verhouding tussen risico en rendement of door lange, onzekere terugverdientijden op investeringen, moeilijk aan financiering komen. Invest-NL gaat dat probleem verhelpen met het bestaande financieringsinstrumentarium en met de kapitaalstorting van 2,5 miljard euro. Dat zal ook leiden tot een hefboom: meer financiering vanuit institutionele beleggers en Europese fondsen en programma’s.
Invest-NL gaat allereerst een rol spelen bij risicovolle activiteiten op verschillende transitiegebieden. Denk aan: energie (bijvoorbeeld geothermie en laadpalen voor elektrische auto’s), verduurzaming, mobiliteit, voedsel en digitalisering van de industrie. Ook maatschappelijke domeinen als zorg, veiligheid en onderwijs vallen binnen het blikveld van Invest-NL.
De instelling gaat daarnaast ook start-ups en scale-ups helpen. Dat zijn innovatieve bedrijven die zich nog in hun beginstadium bevinden of daar net uitgroeien, maar kapitaal nodig hebben voor verdere groei. Invest-NL kan durfkapitaal leveren door bijvoorbeeld een belang te nemen in een fonds dat investeert in dergelijke bedrijven. Ook kan Invest-NL zelf participeren in doorgroeiende bedrijven.
Ten derde zal Invest-NL internationaal opererende Nederlandse bedrijven ondersteunen op het gebied van export en buitenlandse investeringen, met nadruk op bijdragen aan het oplossen van wereldwijde vraagstukken. De Financierings Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) gaat daartoe een joint venture aan met Invest-NL. Ook exportverzekeraar Atradius Dutch State Business wordt aan Invest-NL verbonden.
Invest-NL werkt aanvullend aan wat banken en pensioenfondsen doen en kan indien nodig risicokapitaal verstrekken aan ondernemingen. Invest-NL wordt een privaatrechtelijke staatsdeelneming. De Staat is de enige aandeelhouder en stort jaarlijks kapitaal in Invest-NL. Dit wordt vanaf 2017 opgebouwd naar 2,5 miljard euro. Het kabinet gaat het voorstel voor Invest-NL de komende maanden verder uitwerken en streeft ernaar om de instelling begin 2018 operationeel te hebben. Met de aangekondigde oprichting voldoet het kabinet aan een toezegging gedaan op Prinsjesdag.
Rendement spaarder flink onder vuur
Spaarders hebben in januari 2017 fors aan rendement ingeleverd op hun spaargeld. Dit concludeert vergelijkingssite Sparen.nl
op basis van de inflatiecijfers van het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS). De inflatie bedroeg in januari 1,7 procent. De hoogste
rente op een vrij opneembare spaarrekening was in januari 0,7 procent.
“Zelfs al heb je de spaarrekening met de hoogste spaarrente, dan heeft
de inflatie fors aan je rendement gesnoept en kom je uit op een negatief
rendement van 1,0 procent voor januari”, stelt Amanda Bulthuis van
Sparen.nl.
De
meeste spaarders hebben nog meer ingeleverd. Bij de grootbanken, waar
veruit het grootste deel van de Nederlanders een spaarrekening heeft,
was de gemiddelde rente zelfs maar 0,3 procent. Verreken je dit met de
inflatie, dan kom je op een negatief rendement van 1,4 procent. “Niet
zo’n fijn begin van het jaar natuurlijk. En dan hebben we nog geen
rekening gehouden met de belasting die je betaalt over je spaargeld”,
voegt Amanda Bulthuis toe.
Inflatie
wil zeggen dat de prijzen stijgen en je geld dus minder waard wordt.
Met hetzelfde bedrag kun je minder kopen. Een inflatie van 1,7 procent
geeft aan dat het saldo op je spaarrekening in januari 1,7 procent
minder waard was dan in december 2016.
Spaardeposito’s,
die doorgaans een hoger rendement bieden dan spaarrekeningen, kunnen
ook niet meer opboksen tegen de hoge inflatie, berekent Sparen.nl.
Nagenoeg alle depositorekeningen bieden geen rentes die de inflatie
overstijgen. Uitzondering hierop is een bank uit Estland bij welke je op
een depositorekening met een looptijd van 10 jaar een rente ontvangt
van 2 procent.
Nederland en Oezbekistan tekenen wijzigingsprotocol bij belastingverdrag
Nederland heeft op 6 februari 2017 een wijzigingsprotocol met anti-misbruikbepaling bij het belastingverdrag tussen Oezbekistan en Nederland uit 2001 ondertekend. Dit past binnen het kabinetsbeleid om anti-misbruikbepalingen op te nemen in belastingverdragen met 23 ontwikkelingslanden.
De anti-misbruikbepaling voorkomt dat de voordelen van het verdrag enkel worden gebruikt om belastingheffing te ontwijken. Bij dergelijk oneigenlijk gebruik of misbruik vervalt de mogelijkheid een beroep te doen op de voordelen van het belastingverdrag. Daarnaast is met het wijzigingsprotocol gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een aantal verdragsbepalingen te moderniseren, waaronder de bepalingen inzake informatie-uitwisseling en bijstand bij invordering.
Nederland wil een voortrekkersrol spelen in de aanpak van belastingontwijking. De heronderhandelingen van belastingverdragen met 23 ontwikkelingslanden is een duidelijk voorbeeld van de initiatieven die Nederland hiertoe neemt.