Nederlandse huishoudens hebben momenteel ongeveer 340 miljard euro aan spaargeld uitstaan bij in Nederland gevestigde banken. In 2016 is de stand van het spaargeld met 5,3 miljard gestegen. Huishoudens hebben het afgelopen jaar netto voor 1,8 miljard gespaard. Het restant van de stijging van het spaargeld werd veroorzaakt door de bijgeschreven rente.
Het overgrote deel van deze spaarmiddelen is traditioneel verdeeld over een relatief klein aantal banken. Maar de laatste jaren vinden in de concentratie op de spaarmarkt enkele verschuivingen plaats (zie grafiek). De concentratie is in de grafiek weergegeven als een Herfindahl index en wordt berekend door de gekwadrateerde marktaandelen te sommeren (en te vermenigvuldigen met een factor 10.000). De waarde van de index kan fluctueren tussen 0 en 10.000. Een hogere waarde van de index betekent een hogere mate van concentratie.
Tijdens de jaren van onrust op de financiƫle markten heeft de concentratie op de spaarmarkt een stijging vertoond na het faillissement van Icesave en de onrust rondom ABN AMRO Bank en Fortis Bank, het faillissement van DSB Bank, de samenvoeging van Fortis Bank Nederland en ABN Amro Bank en de overname van Friesland Bank door Rabobank. Door de faillissementen en overnames verdwenen partijen van het toneel en werd het spaargeld bij de resterende marktpartijen geplaatst. Ook hadden deze ontwikkelingen invloed op het vertrouwen van de spaarders, waardoor huishoudens hun spaargeld op een andere manier verdeelden.
Het overgrote deel (98% procent) van het geld van Nederlandse huishoudens dat bij banken in Nederland wordt gespaard, is gestald bij van origine Nederlandse banken. Buitenlandse banken (banken met een buitenlandse moedermaatschappij) spelen dus een relatief kleine rol. Kijkend naar de grootte van de banken (zie tabel) zijn enkele in het oog springende ontwikkelingen zichtbaar. In deze tabel wordt de bankensector verdeeld in vier groepen op basis van de omvang van de balans. Voor iedere groep wordt het aandeel weergegeven in de totale hoeveelheid spaargeld die huishoudens bij banken aanhouden; de Herfindahl index binnen de groep en (voor de twee grootste groepen) de rente op eenvoudig opneembaar spaargeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.