Vrijwel alle schuldeisers die vaste lasten innen van Arnhemse huishoudens, hebben getekend voor de proeftuin Vroegsignalering Risicovolle Schulden. Het gaat om Menzis, NUON, Vitens, de woningcorporaties Volkshuisvesting, Vivare en Portaal en de gemeente Arnhem zelf.
Ook Rijnstad, VGGM en het Bureau Krediet Registratie tekenden mee.
Met de methode ‘Vroeg eropaf’ willen de partijen gezamenlijk voorkomen dat problematische schulden in gezinnen ontstaan. Het niet betalen van de vaste lasten is een belangrijk eerste signaal dat laat zien dat de financiële situatie zorgelijk is. Door dit te onderkennen en er letterlijk op af te gaan, kunnen problemen worden voorkomen. De betreffende huishoudens krijgen passende schulddienstverlening aangeboden.
De huisbezoeken bij adressen waar een zorgelijke financiële situatie dreigt, worden gedaan door medewerkers van welzijnsorganisatie Rijnstad. Het is de bedoeling om op 1 april in drie wijken te starten, namelijk Presikhaaf, Geitenkamp en Malburgen. In de zomer vindt een evaluatie plaats, waarna de aanpak over de rest van de stad kan worden uitgerold. VGGM en het Bureau Krediet Registratie uit Tiel verzorgen de administratieve kant.
vrijdag 31 maart 2017
DNB en de AFM verbeteren proces van personentoetsingen
DNB en de AFM hebben afgelopen periode verschillende verbeteringen doorgevoerd in het proces van personentoetsingen. De informatievoorziening is verbeterd, de interne werkwijze aangepast en DNB en AFM hebben nadere stappen gezet in de uitwerking en het voorbereiden van de pilot met externe deskundigen in het toetsingsproces.
Naar aanleiding van de aanbevelingen in het rapport van de commissie Ottow hebben DNB en de AFM enkele versterkingen doorgevoerd in het toetsingsproces. Zo is de informatie op de websites verbeterd om zo meer inzicht te geven in het toetsingsproces en de verschillende stappen die daarin worden onderscheiden. Ook wordt meer uitleg gegeven over de onderlinge samenwerking tussen DNB en de AFM en zijn concrete voorbeeldvragen en casussen toegevoegd. Een inhoudelijk element dat extra aandacht krijgt is het belang dat we hechten aan diversiteit in het collectief. De toezichthouders spannen zich in het toetsingsproces zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Bij de AFM is bijvoorbeeld de informatieverschaffing over het online proces verbeterd en inzichtelijker gemaakt. DNB gaat in april 2017 van start met het digitaal loket.
DNB en de AFM dragen tevens bij aan het verder versterken van de rechtspositie van de kandidaat. De AFM steunt de wens van DNB om zittingen van het beroep en hoger beroep met betrekking tot aanvangs- en hertoetsingen achter gesloten deuren te laten plaatsvinden om de vertrouwelijkheid van behandeling te waarborgen. De minister zal dit verzoek nader onderzoeken. Verder is DNB conform de aanbeveling uit het rapport gestopt met de pilot om de mogelijkheid van een gespreksopname actief aan te bieden.
DNB en de AFM zullen op verschillende aspecten externe expertise in het toetsingsproces betrekken, onder andere door externe deskundigen aan te stellen. Deze externe adviseurs kunnen vanuit hun bestuurlijke ervaring en inhoudelijke expertise een bijdrage leveren aan de oordeelsvorming rondom de toetsing. DNB en de AFM hebben onderzoek gedaan naar het proces van toetsingen door het Verenigd Koninkrijk en mede op basis daarvan de details nader uitgewerkt voor de specifieke rol, werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de externe deskundigen. Op basis hiervan worden geschikte externe deskundigen gezocht, zodat later dit jaar een pilot van start kan gaan.
Vertrouwenspersoon en voorzitter hoorcommissie
Verder nemen DNB en de AFM stappen om een vertrouwenspersoon in te stellen. Deze zal een rol krijgen in het geval van een conflict over de benaderingswijze en de communicatie tijdens het toetsingsproces. Eveneens wordt voorzien in een onafhankelijke voorzitter van de hoorcommissie in het geval van een bezwaar bij toetsingsbesluiten bij DNB. De AFM kent al een dergelijke onafhankelijke voorzitter voor haar hoorcommissie.
Naar aanleiding van de aanbevelingen in het rapport van de commissie Ottow hebben DNB en de AFM enkele versterkingen doorgevoerd in het toetsingsproces. Zo is de informatie op de websites verbeterd om zo meer inzicht te geven in het toetsingsproces en de verschillende stappen die daarin worden onderscheiden. Ook wordt meer uitleg gegeven over de onderlinge samenwerking tussen DNB en de AFM en zijn concrete voorbeeldvragen en casussen toegevoegd. Een inhoudelijk element dat extra aandacht krijgt is het belang dat we hechten aan diversiteit in het collectief. De toezichthouders spannen zich in het toetsingsproces zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Bij de AFM is bijvoorbeeld de informatieverschaffing over het online proces verbeterd en inzichtelijker gemaakt. DNB gaat in april 2017 van start met het digitaal loket.
DNB en de AFM dragen tevens bij aan het verder versterken van de rechtspositie van de kandidaat. De AFM steunt de wens van DNB om zittingen van het beroep en hoger beroep met betrekking tot aanvangs- en hertoetsingen achter gesloten deuren te laten plaatsvinden om de vertrouwelijkheid van behandeling te waarborgen. De minister zal dit verzoek nader onderzoeken. Verder is DNB conform de aanbeveling uit het rapport gestopt met de pilot om de mogelijkheid van een gespreksopname actief aan te bieden.
DNB en de AFM zullen op verschillende aspecten externe expertise in het toetsingsproces betrekken, onder andere door externe deskundigen aan te stellen. Deze externe adviseurs kunnen vanuit hun bestuurlijke ervaring en inhoudelijke expertise een bijdrage leveren aan de oordeelsvorming rondom de toetsing. DNB en de AFM hebben onderzoek gedaan naar het proces van toetsingen door het Verenigd Koninkrijk en mede op basis daarvan de details nader uitgewerkt voor de specifieke rol, werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de externe deskundigen. Op basis hiervan worden geschikte externe deskundigen gezocht, zodat later dit jaar een pilot van start kan gaan.
Vertrouwenspersoon en voorzitter hoorcommissie
Verder nemen DNB en de AFM stappen om een vertrouwenspersoon in te stellen. Deze zal een rol krijgen in het geval van een conflict over de benaderingswijze en de communicatie tijdens het toetsingsproces. Eveneens wordt voorzien in een onafhankelijke voorzitter van de hoorcommissie in het geval van een bezwaar bij toetsingsbesluiten bij DNB. De AFM kent al een dergelijke onafhankelijke voorzitter voor haar hoorcommissie.
ABN AMRO uitgeroepen tot Best Commodities Finance Bank
ABN AMRO is uitgeroepen tot ‘Best Commodities Finance Bank (global)’ tijdens de uitreiking van de prestigieuze Trade Finance Awards 2017 in The Guildhall in Londen. Daarnaast ontving ABN AMRO vijf prijzen in de categorie ‘Transactions - Deals of the Year’.
Het zakenblad Trade Finance, onderdeel van Euromoney, analyseert sinds 1983 de mondiale markten voor handels- en exportfinanciering. Handelsfinanciering heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld van een basisproduct – kredietbrieven – naar geavanceerde gestructureerde financiële oplossingen. De Trade Finance Awards werden op 29 maart 2017 voor de vijftiende keer uitgereikt.
ABN AMRO bedient klanten op het gebied van energie, grondstoffen en transport en biedt wereldwijd financiële en adviesdiensten aan klanten in sectoren als commodities, de scheepvaart, landbouw, olie & gas en offshore-diensten, de petrochemische industrie, metalen & mineralen en zware bouwmaterialen. Naast ons hoofdkantoor in Amsterdam hebben we kantoren in financiële en maritieme centra in verschillende tijdzones.
donderdag 30 maart 2017
Nederlandse Vereniging van Banken over jaarverslag DNB: ‘verduurzaming essentieel’
'Bij een duurzame welvaart past een duurzaam opererende financiële sector,’ stelt president Klaas Knot van vandaag in het jaarverslag van De Nederlandsche Bank. De Nederlandse Verenging van Banken (NVB) vindt net als DNB dat verdere verduurzaming van de economie essentieel is.
'Banken hebben een rol te spelen bij de noodzakelijke energietransitie,' zegt NVB-voorzitter Chris Buijink. ‘'Volgens McKinsey is daarvoor tot 2040 een investering van 200 miljard euro nodig. Dat kan niet zonder private financiering.'
De aandacht voor het thema duurzaamheid in het jaarverslag van DNB is opvallend, naast de meer gebruikelijke financieel-economische onderwerpen. De NVB vindt dat terecht. De bankensector heeft diverse initiatieven genomen om verduurzaming te versnellen. De sector zoekt daarbij actief de samenwerking op. Zo kan iedereen nu meepraten over de manier waarop banken invulling geven aan de ‘Sustainable Development Goals’ van de Verenigde Naties, via een consultatie op de website van de NVB.
DNB werkt aan een stresstest om te beoordelen hoe financiële instellingen worden geraakt door de energietransitie die nodig is om de klimaatafspraken die zijn gemaakt in Parijs na te komen. Nederlandse banken weten dat die transitie grote gevolgen zal hebben op hun klanten en op de economie als geheel. Daarom wegen zij klimaatimpact mee in hun financierings- en investeringsbeslissingen. In het Klimaatstatement dat zij in 2015 in de aanloop naar de Parijse top uitgaven, werd dit bevestigd. Daarnaast beloofden banken hun klimaatimpact meetbaar te maken en zich extra in te spannen om de uitstoot van CO2 te verminderen, samen met hun klanten.
Naast duurzaamheid legt DNB ook nadruk op weerbaarheid van de financiële sector. Met een verwijzing naar onderzoek door het Internationale Monetaire Fonds (IMF) stelt DNB vast dat de Nederlandse economie én bankensector er beter voorstaan en dat het belangrijk is de versterking van de weerbaarheid door te zetten. De NVB onderstreept het belang dat DNB in dit kader hecht aan een goed functionerende en complete Europese bankenunie.
De aanhoudende lage rente van de Europese Centrale Bank is een risico voor de financiële sector, zoals DNB terecht stelt. Mede daarom is inderdaad het moment aangebroken om het ruime monetaire beleid in het eurogebied geleidelijk terug te schroeven.
'Banken hebben een rol te spelen bij de noodzakelijke energietransitie,' zegt NVB-voorzitter Chris Buijink. ‘'Volgens McKinsey is daarvoor tot 2040 een investering van 200 miljard euro nodig. Dat kan niet zonder private financiering.'
De aandacht voor het thema duurzaamheid in het jaarverslag van DNB is opvallend, naast de meer gebruikelijke financieel-economische onderwerpen. De NVB vindt dat terecht. De bankensector heeft diverse initiatieven genomen om verduurzaming te versnellen. De sector zoekt daarbij actief de samenwerking op. Zo kan iedereen nu meepraten over de manier waarop banken invulling geven aan de ‘Sustainable Development Goals’ van de Verenigde Naties, via een consultatie op de website van de NVB.
DNB werkt aan een stresstest om te beoordelen hoe financiële instellingen worden geraakt door de energietransitie die nodig is om de klimaatafspraken die zijn gemaakt in Parijs na te komen. Nederlandse banken weten dat die transitie grote gevolgen zal hebben op hun klanten en op de economie als geheel. Daarom wegen zij klimaatimpact mee in hun financierings- en investeringsbeslissingen. In het Klimaatstatement dat zij in 2015 in de aanloop naar de Parijse top uitgaven, werd dit bevestigd. Daarnaast beloofden banken hun klimaatimpact meetbaar te maken en zich extra in te spannen om de uitstoot van CO2 te verminderen, samen met hun klanten.
Naast duurzaamheid legt DNB ook nadruk op weerbaarheid van de financiële sector. Met een verwijzing naar onderzoek door het Internationale Monetaire Fonds (IMF) stelt DNB vast dat de Nederlandse economie én bankensector er beter voorstaan en dat het belangrijk is de versterking van de weerbaarheid door te zetten. De NVB onderstreept het belang dat DNB in dit kader hecht aan een goed functionerende en complete Europese bankenunie.
De aanhoudende lage rente van de Europese Centrale Bank is een risico voor de financiële sector, zoals DNB terecht stelt. Mede daarom is inderdaad het moment aangebroken om het ruime monetaire beleid in het eurogebied geleidelijk terug te schroeven.
Betaalrekeningen wéér duurder
Bijna alle banken hebben in één jaar de kosten voor hun betaalproducten verhoogd. Niet alleen stegen de vaste kosten voor de betaalrekening en betalen buiten eurolanden, ook de tarieven voor papieren afschriften gingen omhoog. Dit terwijl de rente op de betaalrekening zakte.
ING verhoogde per 1 januari 2017 de kosten van alle pakketten (voor bestaande klanten), behalve van het OranjePakket. Het ING BasisPakket werd 18% duurder (€23,64 per jaar). In 2 jaar tijd steeg de prijs voor dit pakket met liefst 36%.
Rabobankklanten betalen per 1 april €1,20 extra per jaar. Voor het goedkoopste pakket betekent dat een prijsstijging van ruim 8%.
Triodos Bank verhoogde de vaste jaarlijkse kosten ook met €1,20 (ruim 4%) maar verlaagde als enige de rente voor roodstaan: van 12% naar 10%.
Bij ABN Amro werd in juli 2016 het ‘BetaalGemak Max-pakket’ duurder en is de rentevergoeding gezakt van 0,5 naar 0,2%.
ASN Bank, Knab en SNS verhoogden geen kosten, maar verlaagden wel de rente over het positieve saldo op de betaalrekening.
De andere banken geven helemaal geen rente op de betaalrekening.
Wat een betaalrekening of pakket kost, hangt af van welke diensten worden gebruikt, en of die bij de prijs zijn inbegrepen, zoals een extra betaalpas, creditcard, roodstaan, papieren afschriften en betalen in het buitenland. Overstappen naar een andere bank of ander pakket bij dezelfde bank kan tientallen euro’s per jaar schelen maar soms ook negatief uitpakken zoals bij het Oranjepakket van ING.
ING stopte in april 2016 met het aanbieden van Basis-, Betaal- of TotaalPakket. Hoewel bestaande klanten die pakketten konden houden, probeerde ING hen te verleiden over te stappen naar het ‘digitale en voordelige’ OranjePakket. De Consumentenbond ontving meerdere klachten van klanten die dat deden, maar helemaal niet zo voordelig uit bleken te zijn. Zij hadden voorheen een BasisPakket, een gezamenlijke rekening en 1 betaalpas. Bij het OranjePakket bleek een tweede betaalpas à €12 verplicht. Klagen hielp niet, eenmaal overgestapt konden ze niet terug. De bank stelt een tweede betaalpas verplicht omdat de eerste pas en pincode alleen bestemd zijn voor de eigenaar van de betaalpas en dus niet gedeeld mogen worden met de tweede rekeninghouder. Bij ABN Amro, Rabobank, RegioBank en SNS is een tweede betaalpas niet verplicht.
ING verhoogde per 1 januari 2017 de kosten van alle pakketten (voor bestaande klanten), behalve van het OranjePakket. Het ING BasisPakket werd 18% duurder (€23,64 per jaar). In 2 jaar tijd steeg de prijs voor dit pakket met liefst 36%.
Rabobankklanten betalen per 1 april €1,20 extra per jaar. Voor het goedkoopste pakket betekent dat een prijsstijging van ruim 8%.
Triodos Bank verhoogde de vaste jaarlijkse kosten ook met €1,20 (ruim 4%) maar verlaagde als enige de rente voor roodstaan: van 12% naar 10%.
Bij ABN Amro werd in juli 2016 het ‘BetaalGemak Max-pakket’ duurder en is de rentevergoeding gezakt van 0,5 naar 0,2%.
ASN Bank, Knab en SNS verhoogden geen kosten, maar verlaagden wel de rente over het positieve saldo op de betaalrekening.
De andere banken geven helemaal geen rente op de betaalrekening.
Wat een betaalrekening of pakket kost, hangt af van welke diensten worden gebruikt, en of die bij de prijs zijn inbegrepen, zoals een extra betaalpas, creditcard, roodstaan, papieren afschriften en betalen in het buitenland. Overstappen naar een andere bank of ander pakket bij dezelfde bank kan tientallen euro’s per jaar schelen maar soms ook negatief uitpakken zoals bij het Oranjepakket van ING.
ING stopte in april 2016 met het aanbieden van Basis-, Betaal- of TotaalPakket. Hoewel bestaande klanten die pakketten konden houden, probeerde ING hen te verleiden over te stappen naar het ‘digitale en voordelige’ OranjePakket. De Consumentenbond ontving meerdere klachten van klanten die dat deden, maar helemaal niet zo voordelig uit bleken te zijn. Zij hadden voorheen een BasisPakket, een gezamenlijke rekening en 1 betaalpas. Bij het OranjePakket bleek een tweede betaalpas à €12 verplicht. Klagen hielp niet, eenmaal overgestapt konden ze niet terug. De bank stelt een tweede betaalpas verplicht omdat de eerste pas en pincode alleen bestemd zijn voor de eigenaar van de betaalpas en dus niet gedeeld mogen worden met de tweede rekeninghouder. Bij ABN Amro, Rabobank, RegioBank en SNS is een tweede betaalpas niet verplicht.
woensdag 29 maart 2017
'Reclameverbod staat haaks op Europese benadering'
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) ziet een aantal praktische bezwaren in het voorstel van het ministerie van Financiën om de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de bevoegdheid te geven voor bepaalde risicovolle producten een reclameverbod te kunnen instellen.
Op basis van het huidige voorstel is het voor marktpartijen niet in te schatten of een bepaald financieel product door de AFM later onder het reclameverbod wordt gebracht. Een scherpere afbakening van deze bevoegdheid van de AFM vindt de NVB daarom gewenst.
Daarnaast is het voorgestelde reclameverbod “een unilaterale nationale oplossing die resulteert in een meer gefragmenteerd Europees toezichtrechtelijk landschap. Nationale afwijkingen staan in de weg aan grensoverschrijdende Europese financiële dienstverlening aan consumenten.” Dit staat in de reactie van de NVB op de consultatie van het ministerie.
Meeste vragen aangifte inkomstenbelasting 2016 over aftrekposten en woning
Het grootste deel van de vragen die de Belastingdienst gedurende de eerste weken van de aangifte inkomstenbelasting 2016 heeft ontvangen gaat over eigen woning en aftrekposten. Mensen hebben met name vragen over welke zorgkosten en studiekosten kunnen worden afgetrokken. Daarnaast ontvangt de Belastingdienst via de Belastingtelefoon en de online kanalen veel vragen over hypotheek en aftrekbare kosten bij de koop van een eigen woning.
De Belastingdienst monitort dagelijks over welke onderwerpen veel vragen binnen komen via bijvoorbeeld Twitter en de Belastingtelefoon. In reactie hierop wordt nogmaals kritisch naar de teksten in het aangifteprogramma en op de website gekeken, en worden deze waar nodig aangepast. Mensen vinden antwoorden op hun vragen ook vaak op de aangiftechecklist op de website van de Belastingdienst. Daarnaast verstuurt de Belastingdienst tweets over onderwerpen die veel vragen oproepen. De Belastingtelefoon ontving sinds 1 maart 454.651 telefoontjes over de aangifte en betalingen. Op Twitter en Facebook waren dat 3500 vragen. Dit zijn er minder dan dezelfde periode vorig jaar.
Tot nu toe heeft de Belastingdienst circa 4,5 miljoen aangiften ontvangen. Het merendeel komt via het online aangifte programma binnen, ongeveer 266.000 mensen deden aangifte via de App Aangifte 2016. Mensen die aangifte inkomstenbelasting 2016 moeten doen hebben hiervoor nog tot 1 mei de tijd. Als zij voor 1 april aangifte doen, krijgen zij gegarandeerd voor 1 juli bericht van de Belastingdienst.
ASN Bank boekt bijna 4 procent meer winst in 2016
ASN Bank heeft in 2016 een hogere winst geboekt. De nettowinst groeide met 3,9 procent naar 73,5 miljoen euro. Een jaar eerder boekte het bedrijf nog een winst van 70,8 miljoen euro.
De lasten stegen met 20 miljoen naar 74,7 miljoen euro. Deels kwam dit doordat de bank de eerste bijdrage voor de financiering van het depositogarantiestelsel heeft betaald.
Het saldo toevertrouwde middelen, zoals spaargelden en overige schulden aan klanten, steeg vorig jaar met slechts 1 procent. Het aantal klanten met een beleggingsrekening nam met 5.744 toe tot ruim 82.000. Eind 2016 had de bank ruim 645.000 klanten.
De lasten stegen met 20 miljoen naar 74,7 miljoen euro. Deels kwam dit doordat de bank de eerste bijdrage voor de financiering van het depositogarantiestelsel heeft betaald.
Het saldo toevertrouwde middelen, zoals spaargelden en overige schulden aan klanten, steeg vorig jaar met slechts 1 procent. Het aantal klanten met een beleggingsrekening nam met 5.744 toe tot ruim 82.000. Eind 2016 had de bank ruim 645.000 klanten.
AFM maakt wetgevingswensen 2017 kenbaar
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft haar wetgevingsbrief 2017 met de minister van Financiën gedeeld. Deze brief bevat wensen voor wetgeving om de financiële markten eerlijker en transparanter te maken en de effectiviteit van het toezicht van de AFM te bevorderen.
Op 24 maart 2017 heeft minister Dijsselbloem de wetgevingsbrief van de AFM en van DNB met zijn reactie hierop naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit de reactie van de minister van Financiën blijkt dat hij bereid is de wenselijkheid en mogelijkheden van de meeste wetgevingswensen van de AFM te bekijken en te onderzoeken en/of hier verder in overleg wil treden met de AFM.
De AFM heeft in haar toezichtagenda 2016-2018 een aantal trends en risico’s beschreven. Door de lage rente-omgeving zijn mensen op zoek naar hogere rendementen, de internationalisering zorgt ervoor dat financiële markten zich niet meer beperken tot de landsgrenzen en de technologische ontwikkelingen zorgen voor de opkomst van nieuwe spelers. Het belang van samenwerking tussen de Europese toezichthouders neemt hierdoor toe.
Deze ontwikkelingen vormen de voornaamste aanleiding voor een groot deel de wetgevingswensen. Technologische ontwikkelingen hebben tot gevolg dat financiële ondernemingen in hun klantcontact steeds minder afhankelijk zijn van fysiek contact, tijdstip en locatie. Online advies en online transacties worden steeds gangbaarder. Daarnaast worden steeds meer data ontsloten en wordt het gebruik van deze data voor veel partijen een belangrijke bron voor hun inkomsten.
De steeds sneller veranderende omgeving vraagt ook om een constante aanpassing van de toezichtaanpak van de AFM. Dat betekent dat bestaande wet- en regelgeving steeds moet worden bekeken en waar nodig vernieuwd. Dit draagt bij aan het streven naar eerlijke en transparante markten en helpt voorkomen dat consumenten en beleggers in de problemen komen.
De volgende concrete wetgevingswensen zijn opgenomen in de AFM-wetgevingsbrief 2017:
- Introductie van een algemeen reclameverbod voor schadelijke financiële producten, ook voor niet-financiële ondernemingen
- Borging vakbekwaamheid bij geautomatiseerd advies
- Versterking van het toezicht bij big data-analyse
- Aanpassing wetgeving voor de situatie waar een oorspronkelijke kredietaanbieder gaat assisteren bij beheer
- Invoeren kwaliteitsrekening beleggingsondernemingen
- Aandachtspunt wijzigingen pensioenstelsel: invulling van zorgplicht bij nieuwe pensioencontracten
- Uitbreiding meldplicht tussentijdse beëindiging controleopdracht naar alle wettelijke controles
dinsdag 28 maart 2017
Bijna 8.000 kinderen krijgen les van Nationale-Nederlanden
Deze week is de Week van het Geld 2017. Overal in Nederland vinden activiteiten plaats om kinderen bewuster te leren omgaan met geld. Ruim 170 medewerkers van Nationale-Nederlanden gaan de komende week op pad om zo’n 300 gastlessen te verzorgen op basisscholen verspreid over het hele land. Hiermee worden bijna 8.000 kinderen bereikt. Dit is het 3e jaar dat NN meedoet met de Week van het Geld en ook dit jaar is de respons onder de medewerkers om een les te verzorgen groot. Samen met andere verzekeraars worden er 800 gastlessen gegeven in Nederland en 20.000 kinderen bereikt.
Dit jaar wordt voor het eerst een digitaal spel in de gastles gebruikt. Op deze manier wordt de interactie met leerlingen gestimuleerd en is het spel meer van deze tijd. De Week van het geld is een initiatief van Wijzer in Geldzaken. Het doel van deze themaweek is om leerlingen te leren omgaan met geld en verzekeren. Door kinderen al jong te leren over deze thema’s, wordt de basis gelegd voor financiële zelfredzaamheid op latere leeftijd.
De Week van het Geld sluit naadloos aan bij Future Matters, het maatschappelijke programma van Nationale-Nederlanden. Dit programma richt zich op het verbeteren van het financiële welzijn van de mensen in onze directe omgeving. Dankzij de inzet van de gastdocenten kunnen we samen bijdragen aan de ontwikkeling van financiële kennis in de samenleving.
Dit jaar wordt voor het eerst een digitaal spel in de gastles gebruikt. Op deze manier wordt de interactie met leerlingen gestimuleerd en is het spel meer van deze tijd. De Week van het geld is een initiatief van Wijzer in Geldzaken. Het doel van deze themaweek is om leerlingen te leren omgaan met geld en verzekeren. Door kinderen al jong te leren over deze thema’s, wordt de basis gelegd voor financiële zelfredzaamheid op latere leeftijd.
De Week van het Geld sluit naadloos aan bij Future Matters, het maatschappelijke programma van Nationale-Nederlanden. Dit programma richt zich op het verbeteren van het financiële welzijn van de mensen in onze directe omgeving. Dankzij de inzet van de gastdocenten kunnen we samen bijdragen aan de ontwikkeling van financiële kennis in de samenleving.
Hypotheekadvies moet beter
Een steekproef van de Consumentenbond met mysteryshoppers laat zien dat hypotheekadviestrajecten gebreken vertonen. Met name de onduidelijkheid over het aantal geldverstrekkers dat door hypotheekadviseurs wordt vergeleken stuit de Consumentenbond tegen de borst.
Bij hypotheekvergelijkingssite Hypotheek24 kunnen klanten een hypotheek afsluiten zonder advies, voor €650. Op de website staat in koeienletters: ‘We vergelijken onafhankelijk álle hypotheekverstrekkers en bieden dus altijd de laagste rente’. Die belofte maakt Hypotheek24 niet waar. De site doet slechts zaken met negen hypotheekaanbieders. Tegen Hypotheek24 dient de Consumentenbond daarom een klacht in bij de Reclame Code Commissie. Bij de Rabobank staat in het algemene dienstverleningsdocument (dvd) over hypotheken en op de website: ‘Wij kunnen u adviseren over verzekeringen van andere aanbieders’. Maar Rabobank adviseert vrijwel uitsluitend verzekeringen van Interpolis. Volgens de bank: ‘In specifieke situaties kan het voorkomen dat wij klanten een andere aanbieder aandragen’.
‘De uitkomsten illustreren dat sommige financieel dienstverleners consumenten slecht informeren over de aard, reikwijdte en prijs van advies- en bemiddeldiensten', aldus Bart Combée, directeur Consumentenbond. 'Zo is het dienstverleningsdocument, dat volgens de wet verplicht aan consumenten geven moet worden, in de praktijk vrijwel nutteloos, als het al wordt verstrekt'. De Consumentenbond gaat het probleem aan de orde stellen bij de politiek, bijvoorbeeld bij de evaluatie later dit jaar van het verbod op het betalen van provisies door aanbieders aan financieel tussenpersonen en adviseurs. Combée: ‘We willen dat de politiek zich dan sterk maakt voor een betere informatieverschaffing aan consumenten’. Het volledige verhaal van de mysteryshoppers is te lezen in de Consumentengids van april 2017.
Bij hypotheekvergelijkingssite Hypotheek24 kunnen klanten een hypotheek afsluiten zonder advies, voor €650. Op de website staat in koeienletters: ‘We vergelijken onafhankelijk álle hypotheekverstrekkers en bieden dus altijd de laagste rente’. Die belofte maakt Hypotheek24 niet waar. De site doet slechts zaken met negen hypotheekaanbieders. Tegen Hypotheek24 dient de Consumentenbond daarom een klacht in bij de Reclame Code Commissie. Bij de Rabobank staat in het algemene dienstverleningsdocument (dvd) over hypotheken en op de website: ‘Wij kunnen u adviseren over verzekeringen van andere aanbieders’. Maar Rabobank adviseert vrijwel uitsluitend verzekeringen van Interpolis. Volgens de bank: ‘In specifieke situaties kan het voorkomen dat wij klanten een andere aanbieder aandragen’.
‘De uitkomsten illustreren dat sommige financieel dienstverleners consumenten slecht informeren over de aard, reikwijdte en prijs van advies- en bemiddeldiensten', aldus Bart Combée, directeur Consumentenbond. 'Zo is het dienstverleningsdocument, dat volgens de wet verplicht aan consumenten geven moet worden, in de praktijk vrijwel nutteloos, als het al wordt verstrekt'. De Consumentenbond gaat het probleem aan de orde stellen bij de politiek, bijvoorbeeld bij de evaluatie later dit jaar van het verbod op het betalen van provisies door aanbieders aan financieel tussenpersonen en adviseurs. Combée: ‘We willen dat de politiek zich dan sterk maakt voor een betere informatieverschaffing aan consumenten’. Het volledige verhaal van de mysteryshoppers is te lezen in de Consumentengids van april 2017.
maandag 27 maart 2017
Ook ING verlaagt spaarrente naar 0,2%
ING verlaagt haar belangrijkste spaarrente komende donderdag naar 0,2 procent. Tot nu toe bood de bank met de oranje leeuw nog 0,25 procent, maar na ABN Amro (eind februari) en Rabobank (vorig week) geeft ook ING nu nog maar 2 euro rente op elke 1000 euro aan spaargeld. ING sluit een rente van 0 procent of minder niet uit.
Wakkerpolis dagvaardt Nationale-Nederlanden wegens onjuiste ‘Eerste kosten’
FaceMePLS |
De verzending van de dagvaarding door Wakkerpolis is gelijk getimed met de Consumentenbond, die NN ook dagvaardt en voor dezelfde zaak strijdt. “Dit sleept nu al jaren. Deze gelijktijdig opgevoerde druk zou NN toch moeten laten beseffen dat het tijd wordt voor een adequate regeling met haar klanten”, aldus Bert Jan Tiesinga van Wakkerpolis. “Het gaat gemiddeld om zo’n EUR 5.500 polis aan onterecht inhouden kosten”.
Op verzoek van een klant van Wakkerpolis deed de Geschillencommissie Kifid vorig jaar een richtinggevende uitspraak, waar de commissie heeft vastgesteld dat NN de zogenaamde ‘Eerste kosten’ ongegrond aan haar klanten berekend heeft. Die moet ze terugbetalen.‘We zouden dat graag in goed overleg schikken, maar dat wil NN niet. Dan moet het maar op deze manier, een alternatief is er niet,’ aldus mr. Adriaan de Gier, advocaat van Stichting Wakkerpolis NNclaim.
NN wordt al jaren op de huid gezeten door Wakkerpolis, de initiatiefnemer van dit dossier. De proefprocedure startte al zes jaar geleden. ‘Maar de winst is het waard’, aldus Tiesinga.
Wakkerpolis baseert haar claim mede op een grondige analyse van meer dan 2.200 individuele polissen, waaruit de onttrekking van de Eerste kosten blijkt.
‘Die specificaties zijn door NN zelf aangeleverd en vormen voor ons de ‘smoking gun’. NN heeft die kosten bij iedereen in rekening gebracht, zonder dat iemand dat door had. Zo werkt het niet in Nederland’, aldus Tiesinga, die ervan overtuigd is dat Wakkerpolis ook in de collectieve procedure in het gelijk zal worden gesteld.
Alle polishouders die in de periode 1990-2008 een beleggingsverzekering van Nationale-Nederlanden hadden, kunnen meedoen met de collectieve procedure via www.nnclaim.nl. Aan deelname zijn vooraf geen kosten verbonden (no win no fee). Ook wanneer een polis reeds is beëindigd, is deelname zinvol.
Wat maakt nieuwe aandelenbeurzen succesvol?
Opkomende economieën die een aandelenbeurs openen om een economische impuls te creëren, zien deze regelmatig maar lastig van de grond komen of zelfs mislukken. Onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzochten wat aandelenbeurzen op de lange termijn succesvol maakt. Zo voorspelt een solide bankensector succes op de lange termijn.
Een goed functionerende beurs zorgt ervoor dat kapitaal wordt ingezet waar het de meeste waarde creëert, stelt onderzoeker Mathijs van Dijk (RSM). En de beleggingsmogelijkheden die een beurs biedt, kunnen huishoudens en bedrijven in opkomende economieën helpen om hun vaak fluctuerende inkomens te stabiliseren. Dat maakt het openen van een aandelenmarkt dus potentieel aantrekkelijk voor dergelijke landen.
Maar een falende beurs kan de reputatie van een land ook schaden en het vertrouwen in financiële instellingen ondermijnen. Voor landen die overwegen een aandelenbeurs te openen, is het dus van cruciaal belang te weten wat de meest gunstige omstandigheden zijn.
Om hierachter te komen, brachten de onderzoekers van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) en het Institute of Social Studies (ook onderdeel van de Erasmus Universiteit) eerst 59 aandelenbeurzen in kaart die sinds 1975 in ontwikkelingslanden werden geopend. Het succes van deze financiële markten werd gemeten aan de hand van het aantal beursgenoteerde bedrijven, de omvang van de aandelenmarkt en de intensiteit van de beurshandel. Uit de resultaten blijkt dat sommige aandelenmarkten bloeien, terwijl andere na aanvankelijk succes inzakken of een grotendeels slapend bestaan leiden.
Om uit te zoeken welke omstandigheden voorspellend zijn voor succes na twintig jaar, bestudeerden de onderzoekers vervolgens een groot aantal indicatoren voor de landen waarin de beurzen gevestigd waren en hun economieën. Ze stelden vast dat 60 procent van de variatie in het uiteindelijke succes van de beurs verklaard kon worden aan de hand van hun vroege succes en de omstandigheden op het moment van oprichting.
Bankensector
Door de specifieke omstandigheden ten tijde van de oprichting van een beurs nauwkeurig te onderzoeken, ontdekten de onderzoekers dat de omvang van de bankensector in een land een belangrijke voorspeller voor later succes is. Dit bevestigt het eerdere idee dat in een bloeiende economie een goed functionerende financiële markt hand in hand gaat met een gezonde bankensector.
De onderzoekers stelden daarnaast vast dat nieuwe aandelenbeurzen zich goed ontwikkelen bij groeiende binnenlandse spaartegoeden. Van Dijk stelt dat deze indicator vaak als een graadmeter voor beleggersvraag wordt beschouwd. Een hoog niveau aan spaartegoeden creëert immers de behoefte en mogelijkheid om vermogen onder te brengen in beleggingen zoals aandelen en andere financiële producten.
Goed bestuur
De resultaten van de studie zijn van belang voor de 49 landen – vaak ontwikkelingslanden – die op dit moment nog geen eigen aandelenmarkt hebben. Volgens Van Dijk toont deze studie aan dat het succes van aandelenbeurzen grotendeels voorspeld wordt door 'beleidsfactoren', economische aspecten die beïnvloed kunnen worden door politiek en bestuur. De groei van de bankensector kan bijvoorbeeld worden gestimuleerd door private of buitenlandse banken toe te staan activiteiten te ontwikkelen.
Helft MKB-ondernemers heeft last van wanbetaling
Ruim de helft van alle MKB-ondernemingen geeft aan last te hebben van wanbetaling. Hiervan wordt 82% uiteindelijk (deels) niet betaald, waardoor er in die gevallen daadwerkelijk sprake is van omzetderving. 60% Lijdt hierdoor aan schades die oplopen tot 10.000 euro en bij 22% bedraagt de jaarlijkse schade zelfs meer dan 10.000 euro.
Dit zijn enkele conclusies die volgen uit het onderzoek uitgevoerd door Multiscope in opdracht van Betalingsachterstanden.nl, een initiatief van de Stichting Betalingsachterstandenregistratie. De Stichting is bezig met behulp van de centrale registratie van zakelijke achterstanden het aantal betalingsachterstanden en wanbetalers terug te dringen. Dit moet leiden tot meer vertrouwen tussen zakelijke partijen. Uit de eerste prognoses blijkt dat door "naming and shaming" van wanbetalers, 89,6% van de in 2016 aangemelde vorderingen bij het register alsnog is betaald.
George Kerstholt, bestuurslid bij Stichting Betalingsachterstandenregistratie, is erg geschrokken van de onderzoeksresultaten. "Dit onderzoek aangevuld met de eigen ervaringscijfers toont aan dat het tegenwoordig niet vanzelfsprekend is om betaald te krijgen voor de door jou geleverde goederen of diensten. Zolang de factuur niet wordt betaald, blijft het een frustrerende gebeurtenis omdat middelen tot incassatie kostbaar en langdurig zijn, zoals gerechtelijke- en incassokosten. MKB'ers kunnen de tijd en het geld niet missen om achter de openstaande facturen aan te gaan. Zij moeten gewoon doorwerken en staan hierdoor machteloos. Het niet-betalen van facturen voor goederen en diensten die reeds geleverd zijn is een zeer kwalijke zaak."
Ondernemers zouden meer inzicht in het betalingsgedrag van andere bedrijven moeten krijgen. "Alleen dan ontstaat er een betrouwbaar ondernemersklimaat", aldus Kerstholt. Stichting Betalingsachterstandenregistratie pleit er dan ook voor dat ondernemers beter onderzoek doen om zo te voorkomen dat facturen onbetaald blijven.
De belangrijkste reden voor ondernemers om geen controles uit te (laten) voeren op potentiële wanbetalers is het beperkte risico dat zij denken te lopen. Dit blijkt een harde leerschool met alle gevolgen van dien. De grotere bedrijven zijn zich daar wel van bewust. Van hen zegt 61% meer dan Euro10.000 mis te lopen door wanbetaling. Slechts 27% van hen doet geen controle naar liquiditeit en/of betalingsgeschiedenis.
Met het openstellen van een centraal meldpunt voor bedrijven die goederen en diensten afnemen en vervolgens te laat of niet betalen, wil de stichting ervoor zorgen dat economische schades aanzienlijk worden teruggebracht. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat 56% van de ondernemers eventueel bereid is om onderling kennis te delen met betrekking tot wanbetaling. Stichting Betalingsachterstandenregistratie biedt ondernemers het platform om de achterstanden aan te melden en in te zien. Niet-betalende en mogelijk zelfs malafide ondernemingen kunnen op deze manier tijdig worden onderschept en te laat-betalende partijen zullen gemotiveerd worden om hun afspraken na te komen.
Dit zijn enkele conclusies die volgen uit het onderzoek uitgevoerd door Multiscope in opdracht van Betalingsachterstanden.nl, een initiatief van de Stichting Betalingsachterstandenregistratie. De Stichting is bezig met behulp van de centrale registratie van zakelijke achterstanden het aantal betalingsachterstanden en wanbetalers terug te dringen. Dit moet leiden tot meer vertrouwen tussen zakelijke partijen. Uit de eerste prognoses blijkt dat door "naming and shaming" van wanbetalers, 89,6% van de in 2016 aangemelde vorderingen bij het register alsnog is betaald.
George Kerstholt, bestuurslid bij Stichting Betalingsachterstandenregistratie, is erg geschrokken van de onderzoeksresultaten. "Dit onderzoek aangevuld met de eigen ervaringscijfers toont aan dat het tegenwoordig niet vanzelfsprekend is om betaald te krijgen voor de door jou geleverde goederen of diensten. Zolang de factuur niet wordt betaald, blijft het een frustrerende gebeurtenis omdat middelen tot incassatie kostbaar en langdurig zijn, zoals gerechtelijke- en incassokosten. MKB'ers kunnen de tijd en het geld niet missen om achter de openstaande facturen aan te gaan. Zij moeten gewoon doorwerken en staan hierdoor machteloos. Het niet-betalen van facturen voor goederen en diensten die reeds geleverd zijn is een zeer kwalijke zaak."
Ondernemers zouden meer inzicht in het betalingsgedrag van andere bedrijven moeten krijgen. "Alleen dan ontstaat er een betrouwbaar ondernemersklimaat", aldus Kerstholt. Stichting Betalingsachterstandenregistratie pleit er dan ook voor dat ondernemers beter onderzoek doen om zo te voorkomen dat facturen onbetaald blijven.
De belangrijkste reden voor ondernemers om geen controles uit te (laten) voeren op potentiële wanbetalers is het beperkte risico dat zij denken te lopen. Dit blijkt een harde leerschool met alle gevolgen van dien. De grotere bedrijven zijn zich daar wel van bewust. Van hen zegt 61% meer dan Euro10.000 mis te lopen door wanbetaling. Slechts 27% van hen doet geen controle naar liquiditeit en/of betalingsgeschiedenis.
Met het openstellen van een centraal meldpunt voor bedrijven die goederen en diensten afnemen en vervolgens te laat of niet betalen, wil de stichting ervoor zorgen dat economische schades aanzienlijk worden teruggebracht. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat 56% van de ondernemers eventueel bereid is om onderling kennis te delen met betrekking tot wanbetaling. Stichting Betalingsachterstandenregistratie biedt ondernemers het platform om de achterstanden aan te melden en in te zien. Niet-betalende en mogelijk zelfs malafide ondernemingen kunnen op deze manier tijdig worden onderschept en te laat-betalende partijen zullen gemotiveerd worden om hun afspraken na te komen.
vrijdag 24 maart 2017
Triodos voert verdere integratie duurzame en financiële beleggingsbeslissingen in SRI door
Triodos wil haar activiteiten op het gebied van duurzaam beleggen in beursgenoteerde bedrijven (SRI) verder versterken door de duurzame en financiële analyse in het beleggingsproces te integreren.
Triodos zal dat doen door de asset management activiteiten voor haar SRI-propositie in huis te halen. Daarnaast zullen de engagementactiviteiten met beursgenoteerde bedrijven verder worden geïntensiveerd met als doel het maximaliseren van positieve verandering. Deze geïntensiveerde en meer geïntegreerde aanpak zal van toepassing zijn op zowel de vier Triodos SRI-fondsen, te weten Triodos Sustainable Pioneer Fund, Triodos Sustainable Mixed Fund, Triodos Sustainable Equity Fund en Triodos Sustainable Bond Fund, als voor het discretionair vermogensbeheer van Triodos Private Banking Nederland. Het resultaat hiervan is dat het uitbesteden van de asset management activiteiten bij Delta Lloyd Asset Management en Triodos MeesPierson in 2018 gefaseerd beëindigd zal worden. Deze ontwikkeling is niet van toepassing op de Triodos Bank Private Banking diensten in België, die in samenwerking met Puilaetco Dewaay Private Bankers worden aangeboden.
Triodos MeesPierson, de joint venture tussen Triodos Bank Private Banking en ABN AMRO MeesPierson zal per 1 januari 2018 overgaan in de beide moederbedrijven, onder voorbehoud van relevante goedkeuringen van de toezichthouder. Albert van Zadelhoff, Algemeen Directeur Triodos Bank Private Banking: “De samenwerking tussen Triodos en ABN AMRO startte in 2005, in een tijd dat duurzaam beleggen nog onbewezen was en speciale aandacht nodig was om deze vorm van beleggen tot volledige wasdom te laten komen. Gezien de sterke ontwikkeling van de sector, zijn zowel ABN AMRO MeesPierson als Triodos Bank Private Banking van mening dat de tijd nu rijp is om hun opgedane ervaring met duurzaam beleggen verder uit te bouwen binnen de eigen organisatie.”
De SRI asset managementactiviteiten zullen onderdeel gaan uit maken van Triodos Investment Management. Marilou van Golstein Brouwers, bestuursvoorzitter van Triodos Investment Management: “Al sinds de jaren 90 heeft Triodos Investment Management een belangrijke bijdrage geleverd aan het algemeen geaccepteerd worden van SRI in de beleggingsindustrie. Gezien de huidige omvang van onze SRI-fondsen en discretionair vermogensbeheer voor Triodos’ Private Banking klanten, zijn we nu goed gepositioneerd om deze stap te nemen en onze koplopersrol verder uit te bouwen. Zowel Marilou van Golstein Brouwers als Jacco Maters, Algemeen Directeur van Delta Lloyd Asset Management vertrouwen op de solide en langlopende relatie van beide bedrijven bij de implementatie van deze stap. “De bestaande en goede samenwerking vormt een sterke basis voor de aankomende transitieperiode.“
In aanvulling op het bestaande en zeer ervaren duurzame researchteam, zal Triodos Investment Management het SRI asset management-team – geleid door Erik Breen, sinds 2013 bij Triodos Investment Management in dienst – verder uitbouwen door het aantrekken van ervaren asset managers met bewezen kwaliteiten op dit vlak. Dit proces is voorspoedig begonnen met het aannemen van William de Vries, voormalig Hoofd Core Fixed Income bij Kempen Capital Management, per 1 januari 2017 en Hans Stegeman, voormalig Hoofd-Econoom Nederland bij Rabobank, per 1 februari 2017.
In lijn met haar track record zal Triodos duurzame beleggingsoplossingen blijven leveren in combinatie met een concurrerend lange termijn financieel rendement. Deze meer geïntegreerde SRI-beleggingspropositie zal bijdragen aan een sterk en krachtig beroep op duurzaam ondernemerschap namens onze klanten en stakeholders, in lijn met Triodos’ overtuiging, beleggingsbesluiten en engagementactiviteiten.
Triodos zal dat doen door de asset management activiteiten voor haar SRI-propositie in huis te halen. Daarnaast zullen de engagementactiviteiten met beursgenoteerde bedrijven verder worden geïntensiveerd met als doel het maximaliseren van positieve verandering. Deze geïntensiveerde en meer geïntegreerde aanpak zal van toepassing zijn op zowel de vier Triodos SRI-fondsen, te weten Triodos Sustainable Pioneer Fund, Triodos Sustainable Mixed Fund, Triodos Sustainable Equity Fund en Triodos Sustainable Bond Fund, als voor het discretionair vermogensbeheer van Triodos Private Banking Nederland. Het resultaat hiervan is dat het uitbesteden van de asset management activiteiten bij Delta Lloyd Asset Management en Triodos MeesPierson in 2018 gefaseerd beëindigd zal worden. Deze ontwikkeling is niet van toepassing op de Triodos Bank Private Banking diensten in België, die in samenwerking met Puilaetco Dewaay Private Bankers worden aangeboden.
Triodos MeesPierson, de joint venture tussen Triodos Bank Private Banking en ABN AMRO MeesPierson zal per 1 januari 2018 overgaan in de beide moederbedrijven, onder voorbehoud van relevante goedkeuringen van de toezichthouder. Albert van Zadelhoff, Algemeen Directeur Triodos Bank Private Banking: “De samenwerking tussen Triodos en ABN AMRO startte in 2005, in een tijd dat duurzaam beleggen nog onbewezen was en speciale aandacht nodig was om deze vorm van beleggen tot volledige wasdom te laten komen. Gezien de sterke ontwikkeling van de sector, zijn zowel ABN AMRO MeesPierson als Triodos Bank Private Banking van mening dat de tijd nu rijp is om hun opgedane ervaring met duurzaam beleggen verder uit te bouwen binnen de eigen organisatie.”
De SRI asset managementactiviteiten zullen onderdeel gaan uit maken van Triodos Investment Management. Marilou van Golstein Brouwers, bestuursvoorzitter van Triodos Investment Management: “Al sinds de jaren 90 heeft Triodos Investment Management een belangrijke bijdrage geleverd aan het algemeen geaccepteerd worden van SRI in de beleggingsindustrie. Gezien de huidige omvang van onze SRI-fondsen en discretionair vermogensbeheer voor Triodos’ Private Banking klanten, zijn we nu goed gepositioneerd om deze stap te nemen en onze koplopersrol verder uit te bouwen. Zowel Marilou van Golstein Brouwers als Jacco Maters, Algemeen Directeur van Delta Lloyd Asset Management vertrouwen op de solide en langlopende relatie van beide bedrijven bij de implementatie van deze stap. “De bestaande en goede samenwerking vormt een sterke basis voor de aankomende transitieperiode.“
In aanvulling op het bestaande en zeer ervaren duurzame researchteam, zal Triodos Investment Management het SRI asset management-team – geleid door Erik Breen, sinds 2013 bij Triodos Investment Management in dienst – verder uitbouwen door het aantrekken van ervaren asset managers met bewezen kwaliteiten op dit vlak. Dit proces is voorspoedig begonnen met het aannemen van William de Vries, voormalig Hoofd Core Fixed Income bij Kempen Capital Management, per 1 januari 2017 en Hans Stegeman, voormalig Hoofd-Econoom Nederland bij Rabobank, per 1 februari 2017.
In lijn met haar track record zal Triodos duurzame beleggingsoplossingen blijven leveren in combinatie met een concurrerend lange termijn financieel rendement. Deze meer geïntegreerde SRI-beleggingspropositie zal bijdragen aan een sterk en krachtig beroep op duurzaam ondernemerschap namens onze klanten en stakeholders, in lijn met Triodos’ overtuiging, beleggingsbesluiten en engagementactiviteiten.
Afschaffing precariobelasting per 1 juli
Het kabinet schaft de precariobelasting op nutsbedrijven af per 1 juli 2017. Burgers moeten nu vaak meebetalen aan de heffing van precariobelasting door een gemeente waar zij zelf niet wonen en dus ook zelf niet hebben gestemd op de gemeenteraad. Dit komt omdat nutsbedrijven nu in een deel van de gemeenten precariobelasting moeten betalen over het netwerk dat zij in de gemeentegrond exploiteren. Nutsbedrijven berekenen dat vaak door aan al hun klanten, ook als die in een andere gemeente wonen dan de gemeente die de belasting heft.
Voor gemeenten die op 10 februari 2016, de datum waarop minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het wetsvoorstel voor afschaffing van de precariobelasting heeft aangekondigd, een verordening met tarief hadden vastgesteld voor precariobelasting op kabels en leidingen geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal heffen naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016. Voor gemeenten die onder de overgangsregeling vallen, maar na de peildatum het tarief hebben verhoogd, betekent dit dat zij vanaf 1 juli 2017 hun tarief moeten verlagen naar maximaal het tarief van 10 februari 2016.
Enkele gemeenten zijn pas na 10 februari 2016 begonnen met het heffen van precariobelasting, waardoor ze niet onder het overgangsrecht vallen. Deze gemeenten mogen alleen heffen over de periode vóór1 juli 2017. Voor beide groepen gemeenten geldt dat de aanslag ambtshalve moet worden verlaagd als de gemeente al een aanslag had opgelegd voor de maanden na 1 juli 2017.
Het wetsvoorstel tot afschaffing van precariobelasting is vandaag aangenomen door de Eerste Kamer.
Miljardste contactloze betaling bij bloemenkiosk
Op donderdag 23 maart 2017 is bij bloemenkiosk Alice tussen Amstelveen en Amsterdam een nieuwe mijlpaal gevierd: de miljardste contactloze betaling. Het aantal contactloze betalingen is sinds de invoering in 2014 explosief toegenomen. De miljardste contactloze betaling deed er minder dan drie jaar over. Nadat pinnen aan de toonbank in 1990 werd geïntroduceerd, duurde het tot 1997 voordat de miljardste pinbetaling werd gedaan.
Steeds meer Nederlanders betalen snel en gemakkelijk door hun betaalpas of mobiele telefoon kort tegen de betaalautomaat te houden. Bij bedragen tot en met 25 euro gaat dat meestal zonder pincode.
De bloemenkiosk heeft al meer dan tien jaar een pinautomaat. Zeven van de tien klanten betalen inmiddels door te pinnen. Toen de oude pinautomaat vervangen moest worden, heeft winkeleigenaar Ton Jansen van Gaalen meteen een contactloze automaat in huis gehaald.
Tweederde van alle Nederlandse betaalterminals is inmiddels geschikt om contactloos te betalen. In 2020 moeten alle betaalautomaten contactloos betalen ondersteunen. Op dit moment zijn meer dan 19 miljoen contactloze betaalinstrumenten (betaalpassen en telefoons met betaalapp) in omloop.
Steeds meer Nederlanders betalen snel en gemakkelijk door hun betaalpas of mobiele telefoon kort tegen de betaalautomaat te houden. Bij bedragen tot en met 25 euro gaat dat meestal zonder pincode.
De bloemenkiosk heeft al meer dan tien jaar een pinautomaat. Zeven van de tien klanten betalen inmiddels door te pinnen. Toen de oude pinautomaat vervangen moest worden, heeft winkeleigenaar Ton Jansen van Gaalen meteen een contactloze automaat in huis gehaald.
Tweederde van alle Nederlandse betaalterminals is inmiddels geschikt om contactloos te betalen. In 2020 moeten alle betaalautomaten contactloos betalen ondersteunen. Op dit moment zijn meer dan 19 miljoen contactloze betaalinstrumenten (betaalpassen en telefoons met betaalapp) in omloop.
donderdag 23 maart 2017
Vraag naar cyberverzekeringen bij Nederlandse bedrijven neemt toe
De vraag naar cyberverzekeringen in Nederland is de afgelopen twee jaar enorm toegenomen, zo blijkt uit cijfers van Lloyd's, een specialist op het gebied van verzekeringen en herverzekeringen.
Tussen 2014 en 2016 heeft Lloyd's een toename van 900 procent genoteerd in de cyberpremies die ze ontvangt van Nederlandse bedrijven, waardoor het land de grootste Centraal-Europese afnemer is van cyberverzekeringen en landen als Duitsland, Frankrijk en Italië ver achter zich laat.
Volgens de enquête 'Facing the Cyber Risk Challenge', waarin Lloyd's onderzoek deed naar de houding van Europese business leaders ten opzichte van cyberrisico's, heeft 94% van alle Nederlandse bedrijven de afgelopen vijf jaar te maken gehad met cyberincidenten en maakt 68% zich zorgen om dergelijke incidenten in de toekomst.
Tussen 2014 en 2016 heeft Lloyd's een toename van 900 procent genoteerd in de cyberpremies die ze ontvangt van Nederlandse bedrijven, waardoor het land de grootste Centraal-Europese afnemer is van cyberverzekeringen en landen als Duitsland, Frankrijk en Italië ver achter zich laat.
Volgens de enquête 'Facing the Cyber Risk Challenge', waarin Lloyd's onderzoek deed naar de houding van Europese business leaders ten opzichte van cyberrisico's, heeft 94% van alle Nederlandse bedrijven de afgelopen vijf jaar te maken gehad met cyberincidenten en maakt 68% zich zorgen om dergelijke incidenten in de toekomst.
Knab verbreedt aanbod financiering van ondernemers
Knab verbreedt het aanbod van financiering aan ondernemers en gaat daarvoor een samenwerking aan met een viertal advies- en financieringspartners: European Credit Partners (ECP), Qredits, SVEA en Voldaan. Door deze samenwerking biedt Knab een breed pallet aan financieringsmogelijkheden voor ondernemers naast de al bestaande Knab Crowdfunding.
Het grootste gedeelte van de financieringsaanvragen die bij Knab Crowdfunding binnenkomen zijn ondernemers met een liquiditeitsbehoefte om groei te financieren. Bij een kortlopende liquiditeitsbehoefte biedt een werkkapitaal-oplossing uitkomst. Voor een langlopende liquiditeitsbehoefte is een leningvorm zoals crowdfunding passender. Met het toevoegen van deze vier partners kan Knab altijd op zoek naar de voordeligste financieringsoplossing voor de ondernemer.
Het grootste gedeelte van de financieringsaanvragen die bij Knab Crowdfunding binnenkomen zijn ondernemers met een liquiditeitsbehoefte om groei te financieren. Bij een kortlopende liquiditeitsbehoefte biedt een werkkapitaal-oplossing uitkomst. Voor een langlopende liquiditeitsbehoefte is een leningvorm zoals crowdfunding passender. Met het toevoegen van deze vier partners kan Knab altijd op zoek naar de voordeligste financieringsoplossing voor de ondernemer.
ABN zet mes in subtop
Voor circa dertig van de honderd hoogste managers van ABN Amro is de toekomst binnen de bank onzeker. Zij hebben afgelopen maandag te horen gekregen dat er geen plek meer voor hen is in de hoogste bestuurslagen. Dat bevestigt een woordvoerder van ABN Amro desgevraagd aan Het Financieele Dagblad. ABN Amro gaat verder met een kleinere raad van bestuur en met een kleinere subtop. De nieuwe structuur moet ABN Amro wendbaarder maken, en het hogere management ‘minder vastgeroest’, in de woorden van Van Dijkhuizen.
woensdag 22 maart 2017
Verdere afname van securitisaties ten opzichte van gedekte obligaties
Securitisaties zijn in 2016 als financieringsbron voor Nederlandse banken verder achtergebleven ten opzichte van gedekte obligaties, ook wel covered bonds genoemd. Het uitstaande bedrag aan externe securitisaties daalde met 11 procent tot 50 miljard euro, waarvan 47 miljard betrekking heeft op woninghypotheken. Daarentegen nam het uitstaande bedrag aan gedekte obligaties in 2016 met 10% toe tot 67 miljard.
Bij securitisaties worden leningen aan huishoudens en bedrijven gebundeld en als verhandelbare effecten verpakt via speciaal daarvoor opgerichte vehikels. Securitisaties vormen in Nederland vooral voor banken een financieringsbron voor woninghypotheken. Vanaf 2000 groeiden deze sterk. Na het ontstaan van de kredietcrisis (medio 2007) werden securitisaties tot eind 2009 niet of nauwelijks aan andere beleggers verkocht vanwege het aangetaste vertrouwen in deze producten. Banken die securitiseerden hielden deze gestructureerde effecten meestal zelf voor liquiditeitsdoeleinden, zoals voor eventueel gebruik als onderpand voor het verkrijgen van leningen van centrale banken. Sinds eind 2009 toonden ook andere beleggers weer interesse in securitisaties. Wel worden er minder securitisaties uitgegeven dan in de periode vóór de crisis.
Western Union lanceert eigen app
Gebruikers kunnen wisselkoersen en tarieven checken, snel eerdere transacties herhalen en transacties op hun smartphone volgen. De app heeft een scanfunctie voor creditcard- en betaalpasgegevens en stelt gebruikers in staat contacten, persoonlijke informatie en betaalmethoden op te slaan.
In de loop van dit jaar wordt extra functionaliteit toegevoegd. Zo wordt het mogelijk op een smartphone een transactie voor te bereiden, gevolgd door een cash-betaling op een locatie van Western Union. Met deze innovatie, die de fysieke en de digitale werelden verbindt, wordt het gemak voor zowel klanten als agentschappen verder vergroot omdat het afhandelen van een transactie in de winkel in slechts 30 seconden kan worden voltooid.
Creditcard nog geen gangbaar betaalmiddel in Nederland
Maar liefst 62 procent van de Nederlanders met een creditcard gebruikt deze alleen in het buitenland. De groep die de creditcard wel in Nederland gebruikt, doet dat in beperkte mate en vooral voor aankopen online of om een hotelkamer te reserveren. Dat blijkt uit een panelonderzoek van Creditcard.nl. Zij concluderen dat de creditcard in Nederland nog niet is uitgegroeid tot een gangbaar betaalmiddel.
Een analyse van de Nederlandsche Bank toont aan dat ongeveer 55 procent van de consumenten één of meerdere creditcards in bezit heeft. Toch werd er in 2016 in Nederland vele malen vaker met de bankpas/betaalrekening (3,5 miljard transacties) betaald dan met de creditcard (45 miljoen transacties).
67 procent van de creditcardhouders in Nederland gebruikt deze voor online aankopen. Voor reserveringen en betalingen in hotels ligt dit percentage op 48 procent. Saillant detail is dat van deze 48 procent het ruime merendeel ook de voorkeur geeft voor het gebruik van een creditcard in plaats van een bankpas of cash. Voor overige betalingen gaat de voorkeur ruimschoots naar de reguliere bankpas, cash of een betaling met behulp van iDEAL.
Er zijn ook faciliteiten van een creditcard die maar door weinig Nederlanders worden gebruikt, zoals gespreid aflossen of het betalen van goederen en diensten als het banksaldo dit tijdelijk niet toelaat. Opvallend, want deze faciliteiten zijn voor Amerikanen juist belangrijke beweegreden om een creditcard aan te vragen. Gebruik van de creditcard is dus nog lang niet zo diep in de cultuur verweven dan in de Verenigde Staten, waar men veel meer ‘op de pof’ leeft.
Creditcard.nl onderzocht ook wat de mogelijk oorzaken zouden kunnen zijn van het beperkte gebruik in Nederland. Bijna 70 procent van de Nederlanders vindt dat de creditcard niet hetzelfde betaalgemak biedt als een bankpas of betalen met een bankrekening.
Verder is 67,5 procent van mening dat betalen met een bankpas/bankrekening goedkoper is dan met de creditcard. Dat is overigens voor een deel ook waar, bij sommige winkels en betaalpunten in Nederland geldt een kleine toeslag voor betalen met een creditcard.
Tot slot vindt 30 procent van de Nederlanders betalen met een creditcard niet veilig of betrouwbaar.
Over de acceptatie van de creditcard in Nederland leek men over het algemeen wel tevreden. Slechts 18 procent vindt dat creditcards onvoldoende worden geaccepteerd, bijvoorbeeld bij winkels, hotels, restaurants en betaalautomaten.
Een analyse van de Nederlandsche Bank toont aan dat ongeveer 55 procent van de consumenten één of meerdere creditcards in bezit heeft. Toch werd er in 2016 in Nederland vele malen vaker met de bankpas/betaalrekening (3,5 miljard transacties) betaald dan met de creditcard (45 miljoen transacties).
67 procent van de creditcardhouders in Nederland gebruikt deze voor online aankopen. Voor reserveringen en betalingen in hotels ligt dit percentage op 48 procent. Saillant detail is dat van deze 48 procent het ruime merendeel ook de voorkeur geeft voor het gebruik van een creditcard in plaats van een bankpas of cash. Voor overige betalingen gaat de voorkeur ruimschoots naar de reguliere bankpas, cash of een betaling met behulp van iDEAL.
Er zijn ook faciliteiten van een creditcard die maar door weinig Nederlanders worden gebruikt, zoals gespreid aflossen of het betalen van goederen en diensten als het banksaldo dit tijdelijk niet toelaat. Opvallend, want deze faciliteiten zijn voor Amerikanen juist belangrijke beweegreden om een creditcard aan te vragen. Gebruik van de creditcard is dus nog lang niet zo diep in de cultuur verweven dan in de Verenigde Staten, waar men veel meer ‘op de pof’ leeft.
Creditcard.nl onderzocht ook wat de mogelijk oorzaken zouden kunnen zijn van het beperkte gebruik in Nederland. Bijna 70 procent van de Nederlanders vindt dat de creditcard niet hetzelfde betaalgemak biedt als een bankpas of betalen met een bankrekening.
Verder is 67,5 procent van mening dat betalen met een bankpas/bankrekening goedkoper is dan met de creditcard. Dat is overigens voor een deel ook waar, bij sommige winkels en betaalpunten in Nederland geldt een kleine toeslag voor betalen met een creditcard.
Tot slot vindt 30 procent van de Nederlanders betalen met een creditcard niet veilig of betrouwbaar.
Over de acceptatie van de creditcard in Nederland leek men over het algemeen wel tevreden. Slechts 18 procent vindt dat creditcards onvoldoende worden geaccepteerd, bijvoorbeeld bij winkels, hotels, restaurants en betaalautomaten.
Extra compensatie Icesave spaarders
Circa 18.000 spaarders die vroeger een spaarrekening hadden bij de omgevallen banken DSB en Icesave krijgen nog een extra vergoeding omdat het depositogarantiestelsel hun eerder te weinig heeft uitbetaald. Dat meldt het ANP.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bepaalde onlangs al dat een groep achtergestelde DSB-spaarders nog recht heeft op meer zogeheten wettelijke rente.
Het gaat om 208 mensen die een zaak waren gestart, omdat ze vonden dat de manier waarop de vergoedingen destijds zijn vastgesteld, niet strookte met een Europese richtlijn.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bepaalde onlangs al dat een groep achtergestelde DSB-spaarders nog recht heeft op meer zogeheten wettelijke rente.
Het gaat om 208 mensen die een zaak waren gestart, omdat ze vonden dat de manier waarop de vergoedingen destijds zijn vastgesteld, niet strookte met een Europese richtlijn.
Eerste spaarrekening naar 0 procent, zullen meer banken volgen?
Triodos Bank doorbreekt een psychologische grens door de rente op haar spaarrekeningen te verlagen naar 0 procent. Per 3 april krijgen spaarders bij deze duurzame bank dus geen rente meer over hun spaargeld. Vergelijkingssite Spaarrente.nl verwacht echter niet dat andere banken nu ook massaal de spaarrentes naar de 0 procent verlagen. “Natuurlijk zullen vooral de grootbanken met veel belangstelling volgen hoe de klanten van Triodos reageren, maar voor hen en de rest van de markt is de 0 procent nog ver weg”, licht Amanda Bulthuis van Spaarrente.nl toe.
Dat Triodos Bank als eerste de stap naar 0 procent maakt, is niet verwonderlijk. De bank heeft al jaren de laagste spaarrente in de markt en bood sinds oktober 2016 nog maar 0,1 procent spaarrente op haar internetspaarrekening. “Daarnaast is de stap voor deze bank minder risicovol. De klanten van Triodos hebben voor deze bank gekozen uit idealisme. Deze bank belegt het spaargeld namelijk uitsluitend in duurzame en maatschappelijk verantwoorde bedrijven en projecten. Hierdoor zullen deze klanten ook minder geneigd zijn over te stappen naar een andere bank nu ze geen rente meer krijgen”, stelt Bulthuis.
Spaarrente.nl verwacht niet dat de andere banken nu ook direct hun spaarrentes verlagen naar 0 procent. De banken die hier het dichtstbij zitten, zijn de grootbanken ABN AMRO, Rabobank en ING. Deze bieden nu een rente van 0,2 procent. Deze drie banken hebben de afgelopen maanden steeds voorzichtig de rentes verder verlaagd in stappen van 0,05 tot 0,1 procent. Deze lijn zullen ze blijven volgen, verwacht Spaarrente.nl. “De grootbanken zullen dit jaar ook wel op 0 procent uitkomen, maar dat zal waarschijnlijk nog een paar maanden duren. Deze banken blijven voorzichtig om zo niet het risico te lopen dat ze klanten kwijt raken aan de andere banken op het moment dat ze naar de 0 procent gaan.”
Aan de bovenkant van de markt is de 0 rente nog ver weg. De hoogste spaarrente op een spaarrekening ontvang je op dit moment bij a.s.r. bank. De spaarrente is hier 0,6 procent. Daarna volgt nog een hele rij banken met rentes van 0,5 tot 0,55 procent. “Deze banken hebben het meeste te verliezen als zij naar 0 procent zouden gaan. De grootbanken hebben namelijk nog veel andere bronnen van inkomsten om op te teren, mochten hun spaarklanten het geld van de rekeningen halen. Maar de kleinere banken zullen zo’n run niet overleven. Daarom zullen zij ondanks de lage marktrentes, toch altijd rente over hebben voor het spaargeld van de consumenten.”
Negatieve rentes voor consumenten nog steeds ver weg
Negatieve rentes verwacht Spaarrente.nl in elk geval nog niet. Banken zijn hier heel voorzichtig mee, omdat Japans voorbeeld laat zien dat mensen hun geld van de bank gaan halen als ze moeten betalen om te sparen. Op de zakelijke spaarmarkt is het wel waarschijnlijk dat de rentes negatief gaan worden. De rentes
Dat Triodos Bank als eerste de stap naar 0 procent maakt, is niet verwonderlijk. De bank heeft al jaren de laagste spaarrente in de markt en bood sinds oktober 2016 nog maar 0,1 procent spaarrente op haar internetspaarrekening. “Daarnaast is de stap voor deze bank minder risicovol. De klanten van Triodos hebben voor deze bank gekozen uit idealisme. Deze bank belegt het spaargeld namelijk uitsluitend in duurzame en maatschappelijk verantwoorde bedrijven en projecten. Hierdoor zullen deze klanten ook minder geneigd zijn over te stappen naar een andere bank nu ze geen rente meer krijgen”, stelt Bulthuis.
Spaarrente.nl verwacht niet dat de andere banken nu ook direct hun spaarrentes verlagen naar 0 procent. De banken die hier het dichtstbij zitten, zijn de grootbanken ABN AMRO, Rabobank en ING. Deze bieden nu een rente van 0,2 procent. Deze drie banken hebben de afgelopen maanden steeds voorzichtig de rentes verder verlaagd in stappen van 0,05 tot 0,1 procent. Deze lijn zullen ze blijven volgen, verwacht Spaarrente.nl. “De grootbanken zullen dit jaar ook wel op 0 procent uitkomen, maar dat zal waarschijnlijk nog een paar maanden duren. Deze banken blijven voorzichtig om zo niet het risico te lopen dat ze klanten kwijt raken aan de andere banken op het moment dat ze naar de 0 procent gaan.”
Aan de bovenkant van de markt is de 0 rente nog ver weg. De hoogste spaarrente op een spaarrekening ontvang je op dit moment bij a.s.r. bank. De spaarrente is hier 0,6 procent. Daarna volgt nog een hele rij banken met rentes van 0,5 tot 0,55 procent. “Deze banken hebben het meeste te verliezen als zij naar 0 procent zouden gaan. De grootbanken hebben namelijk nog veel andere bronnen van inkomsten om op te teren, mochten hun spaarklanten het geld van de rekeningen halen. Maar de kleinere banken zullen zo’n run niet overleven. Daarom zullen zij ondanks de lage marktrentes, toch altijd rente over hebben voor het spaargeld van de consumenten.”
Negatieve rentes voor consumenten nog steeds ver weg
Negatieve rentes verwacht Spaarrente.nl in elk geval nog niet. Banken zijn hier heel voorzichtig mee, omdat Japans voorbeeld laat zien dat mensen hun geld van de bank gaan halen als ze moeten betalen om te sparen. Op de zakelijke spaarmarkt is het wel waarschijnlijk dat de rentes negatief gaan worden. De rentes
AFM waarschuwt voor Neptune Bank, Loan Syndicate en andere illegale kredietaanbieders
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) waarschuwt consumenten voor online aanbieders die via www.neptunebank.com en www.loansyndicate.net leningen verstrekken terwijl ze daar geen vergunning voor hebben. Vergelijkbare websites (www.trifoliumbank.com en www.minervadirect.com) boden diezelfde mogelijkheid, maar zijn nu niet meer bereikbaar. Consumenten kunnen gemakkelijk lenen van deze geldschieters. De kans is echter groot dat de lening niet wordt verstrekt, terwijl er wel een vooruitbetaling - veelal verzekeringspremie genoemd - door klanten is betaald. Dit geld zijn ze dan kwijt.
Via e-mail en Nederlandstalige websites worden door de illegale kredietaanbieders, die opereren onder de namen: Neptune Bank / Neptune Financieringen en Loan Syndicate / LS Financiering nog steeds leningen aangeboden.
Tot voor kort deden Trifolium Bank / 3Folium-Go en Minerva Direct / MDC Financiering dat ook. Op hun websites laten (Neptune Bank / Neptune Financieringen en Loan Syndicate / LS Financiering) en lieten (Trifolium Bank / 3Folium-Go en Minerva Direct / MDC Financiering) ze weten in Australië gevestigd te zijn, maar het lijkt erop dat het fictieve bedrijven zijn. Dit blijkt onder andere uit het ontbreken van de bedrijven in de Nederlandse en Australische handelsregisters.
Voor het aanbieden van consumptief krediet in Nederland is een vergunning van de AFM verplicht. Kredietaanbieders moeten zich aan de regels houden zoals een maximale rente en voldoen aan de vereisten voor een integere bedrijfsvoering.
Rabobank publiceert geïntegreerd Jaarverslag 2016
Rabobank publiceert het geïntegreerde Jaarverslag 2016. De bank legt hierin financiële verantwoording af en biedt daarnaast inzicht in de betekenis van Rabobank voor mens, milieu en maatschappij.
Dat de bank verschil maakt, blijkt uit concrete bijdragen aan het stimuleren van welvaart en welzijn in Nederland, het stimuleren van wereldwijde duurzame voedselvoorziening en de wijze waarop we werken aan een duurzame Rabobank. Meer concreet gaat het om klanten verder helpen, de economie en samenleving versterken, en bijdragen aan het produceren van meer voedsel met minder grondstoffen.
Het Jaarverslag 2016 bevat ook de Jaarrekening 2016 en en het ‘Capital Adequacy and Risk Management Report 2016’. Naast het Jaarverslag 2016 verschijnt vandaag een compact en publieksvriendelijk jaaroverzicht.
Dat de bank verschil maakt, blijkt uit concrete bijdragen aan het stimuleren van welvaart en welzijn in Nederland, het stimuleren van wereldwijde duurzame voedselvoorziening en de wijze waarop we werken aan een duurzame Rabobank. Meer concreet gaat het om klanten verder helpen, de economie en samenleving versterken, en bijdragen aan het produceren van meer voedsel met minder grondstoffen.
Het Jaarverslag 2016 bevat ook de Jaarrekening 2016 en en het ‘Capital Adequacy and Risk Management Report 2016’. Naast het Jaarverslag 2016 verschijnt vandaag een compact en publieksvriendelijk jaaroverzicht.
Geen spaarrente meer bij Triodos Bank
Triodos Bank klanten krijgen vanaf 3 april geen spaarrente meer over hun spaargeld. De bank verlaagt de spaarrente voor een normale internetspaarrekening als eerste bank in Nederland naar 0 procent. Triodos hanteerde al langer de laagste spaarrente in Nederland. In oktober vorig jaar werd deze al teruggeschroefd naar 0,1 procent.
dinsdag 21 maart 2017
Toetsrente hypotheken voor tweede kwartaal 5 procent
De AFM heeft de toetsrente voor het tweede kwartaal van 2017 vastgesteld op 5 procent. Elk kwartaal bepaalt de AFM de toetsrente voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan 10 jaar. Voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan 10 jaar moet worden gerekend met een toetsrente om te bepalen of een hypotheek verantwoord is.
Voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan 10 jaar geldt de verplichting dat voor het bepalen of de hypotheek verantwoord is, wordt gerekend met de toetsrente. Als de werkelijke rente hoger is dan de toetsrente, dan moet er gerekend worden met de werkelijke rente. Door gebruik te maken van de toetsrente wordt voorkomen dat stijgingen van de rente na afloop van de rentevastperiode consumenten in de financiële problemen brengt.
Voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan 10 jaar geldt de verplichting dat voor het bepalen of de hypotheek verantwoord is, wordt gerekend met de toetsrente. Als de werkelijke rente hoger is dan de toetsrente, dan moet er gerekend worden met de werkelijke rente. Door gebruik te maken van de toetsrente wordt voorkomen dat stijgingen van de rente na afloop van de rentevastperiode consumenten in de financiële problemen brengt.
EIB en ING tekenen Benelux-leningsfaciliteit voor midden en kleinbedrijf
De Europese Investeringsbank (EIB) stelt 350 miljoen euro beschikbaar voor investeringen van kleine en middelgrote ondernemingen in Nederland, België en Luxemburg. Voor ondernemers in deze landen betekent de betrokkenheid van de Europese Investeringsbank dat zij profiteren van een lager rentetarief.
“Het is van groot belang dat kleine ondernemingen in heel Europa toegang hebben tot middelen waarmee zij hun investeringen kunnen financieren en groei kunnen bewerkstelligen." Aldus Pim van Ballekom, vicepresident van de Europese Investeringsbank en onder meer verantwoordelijk voor de kredietverlening in België, Nederland en Luxemburg. “Ondanks het feit dat de economie weer aantrekt, blijft toegang tot krediet vaak een obstakel voor het MKB in de Benelux.
Door als EU bank leningen uit te zetten voor het MKB, profiteren die bedrijven mee van onze uitstekende kredietpositie. Samen met partnerbanken zoals de ING geven we ons AAA voordeel door, via het verschaffen van meer, goedkopere en langer lopende leningen. Dit is een van de manieren waarop de EIB samen met de lokale financiële sector het MKB een helpende hand biedt.”
Met de door de Europese Investeringsbank ondersteunde financiering kunnen de investeringskosten van afzonderlijke ondernemingen voor 100% worden gedekt, tot een maximum van 12,5 miljoen euro per project. Als deel van de overeenkomst zal ING het dubbele van het geleende bedrag uitzetten aan MKB-leningen, waarmee de totale kredietinjectie voor de sector neerkomt op EUR 700 miljoen.
“Het verheugt ons dat de Europese Investeringsbank ons opnieuw de mogelijkheid geeft onze MKB-klanten op deze wijze te ondersteunen”, zegt Koos Timmermans, binnen ING verantwoordelijk voor de bankactiviteiten in de Benelux. “Met eerdere kredietovereenkomsten die we zijn aangaan met de Europese Investeringsbank komt het totale beschikbare bedrag voor het MKB in de Benelux op 1,650 miljoen euro. Onze klanten zijn enthousiast en maken er dankbaar gebruik van. In totaal helpen we - met deze nieuwe ronde meegerekend – ruim 3000 ondernemingen in de Benelux geholpen aan een gunstiger financiering.”
Het nieuwe financieringsprogramma wordt in midden maart opengesteld. Deze pan-Benelux-faciliteit zal voor 50% ter beschikking staan van Nederlandse bedrijven in de vorm van leningen en leases, de overige 50% is bestemd voor België en Luxemburg. De nieuwe overeenkomst betekent de start van een volgende ronde van financiële steun die via de ING aan het MKB in Nederland, België en Luxemburg wordt verstrekt, nu de voorgaande kredieten van de ING al hun weg naar het MKB hebben gevonden.
Rabobank reageert na ophef vergoeding vervroegd aflossen
Veel huizenbezitters overwegen vanwege de lage rentestand vervroegd af te lossen op hun hypotheek of over te sluiten. Soms moet hiervoor een vergoeding worden betaald. Deze vergoeding mag sinds 14 juli 2016 - met de inwerkingtreding van nieuwe Europese regelgeving (MCD) - niet groter zijn dan het financiële nadeel dat aanbieders daardoor hebben. Ook moeten banken hun klanten duidelijk uitleggen hoe de vergoeding is berekend. Vanwege de nieuwe regelgeving onderzocht de AFM de wijze waarop aanbieders de vergoeding voor vervroegde aflossing berekenen. Hierbij kwam de AFM verschillende rekenmethoden tegen. Vandaag publiceert de AFM in de leidraad vier uitgangspunten voor aanbieders om duidelijk te maken op welke wijze voldaan kan worden aan de nieuwe regels.
Elze Vonk, Hoofd Financieren en Verzekeren: ‘Het berekenen van de vergoedingsrente is complex, dat vinden de meeste klanten ook. De afgelopen maanden hebben we hierover constructief met de AFM gesproken. In de basis bevestigt de AFM de methodiek die banken toepassen; de netto contante waarde-methode blijft het vertrekpunt. Voor de variabelen die daarbij worden gebruikt kiest AFM voor marktbrede uniformering in het voordeel voor de klant. Dit leidt in een aantal gevallen tot een lagere vergoeding. Het betekent ook dat we niet altijd ons financieel nadeel volledig gecompenseerd krijgen. We hechten aan het belang van transparantie voor de klant en eenduidigheid in de sector. We accepteren dan ook de uitgangspunten die de AFM stelt’.
De Rabobank verwacht dat de kosten voor de herstelactie zo’n € 5 mln zal bedragen. Gemiddeld zo’n 200 euro voor 10.000 klanten, die sinds 14 juli 2014 een vergoeding hebben betaald bij de Rabobank. Desbetreffende klanten hoeven hierover geen contact met de bank op te nemen. De Rabobank verwacht dat het merendeel van de klanten voor de zomervakantie het eventuele verschilbedrag zal terug ontvangen.
Elze Vonk, Hoofd Financieren en Verzekeren: ‘Het berekenen van de vergoedingsrente is complex, dat vinden de meeste klanten ook. De afgelopen maanden hebben we hierover constructief met de AFM gesproken. In de basis bevestigt de AFM de methodiek die banken toepassen; de netto contante waarde-methode blijft het vertrekpunt. Voor de variabelen die daarbij worden gebruikt kiest AFM voor marktbrede uniformering in het voordeel voor de klant. Dit leidt in een aantal gevallen tot een lagere vergoeding. Het betekent ook dat we niet altijd ons financieel nadeel volledig gecompenseerd krijgen. We hechten aan het belang van transparantie voor de klant en eenduidigheid in de sector. We accepteren dan ook de uitgangspunten die de AFM stelt’.
De Rabobank verwacht dat de kosten voor de herstelactie zo’n € 5 mln zal bedragen. Gemiddeld zo’n 200 euro voor 10.000 klanten, die sinds 14 juli 2014 een vergoeding hebben betaald bij de Rabobank. Desbetreffende klanten hoeven hierover geen contact met de bank op te nemen. De Rabobank verwacht dat het merendeel van de klanten voor de zomervakantie het eventuele verschilbedrag zal terug ontvangen.
maandag 20 maart 2017
VEH: compenseer te hoge boeterente over tenminste vijf jaar
Vereniging Eigen Huis doet een moreel appel op banken om de AFM-leidraad voor de berekening van de boeterente bij vervroegde aflossing van de hypotheek met terugwerkende kracht over een periode van minimaal vijf jaar toe te passen. De AFM gaat slechts terug tot 14 juli 2016, de datum dat de Europese regelgeving MCD in werking trad. De vereniging doet deze oproep in een brief aan alle geldverstrekkers.
De AFM stelt vast dat banken bij de berekening van de boeterente het klantbelang niet altijd voorop hadden staan. Volgens de Vereniging Eigen Huis is het meer regel dan uitzondering dat geldverstrekkers de boeterente in hun eigen voordeel hebben afgerond.
Hoewel de AFM constateert dat er vóór 14 juli 2016 geen specifieke wettelijke regels golden voor de hoogte van de boeterente, doet de vereniging een appel op alle geldverstrekkers om nu hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Zij zouden met terugwerkende kracht van minimaal vijf jaar een herberekening van de boeterente moeten maken voor alle klanten die hun hypotheek hebben overgesloten, of die daarop extra hebben afgelost. Daarmee geven zij inhoud aan de collectieve belofte om de klant centraal te stellen zoals dat is neergelegd in de Code Banken.
Vanaf 2011 daalde de hypotheekrente sterk. Veel huiseigenaren die contractueel nog jarenlang aan een hoge rente vastzaten besloten hun hypotheek over te sluiten naar een lagere rente, om daarmee hun hypotheeklasten te verlagen. Hierdoor loopt de geldverstrekker de overeengekomen rentebetalingen voor de resterende rentevaste periode mis. Het geld dat de bank door de vervroegde aflossing eerder ontvangt kan echter opnieuw worden uitgeleend, tegen een lagere rente. De AFM is van mening dat het verschil tussen beide rentebetalingen het uitgangspunt moet zijn bij het berekenen van het financiële nadeel voor de bank.
Volgens de MCD-regelgeving mag de boeterente die de klant voor het vervroegd aflossen betaalt niet hoger zijn dan het financiële nadeel dat de bank daarvan ondervindt. Met de nieuwe richtlijn maakt de AFM een einde aan de praktijk dat geldverstrekkers de hoogte van de boeterente in hun eigen voordeel vaststelden, waardoor de boeterente hoger uitviel dan wanneer het klantbelang voorop zou hebben gestaan.
Vanaf 2012 ten 2016 hebben ruim 150.000 huiseigenaren een aanvraag in gediend om hun hypotheek over te sluiten en een boeterente betaald. Bedroeg de gemiddelde boete in 2012 gemiddeld nog Euro 2.650, door de daling van de rente is deze in 2016 opgelopen tot ruim Euro 10.500. Toepassing van de leidraad van de AFM zal volgens de vereniging voor veel overstappers tot gevolg hebben dat zij een deel van de boeterente terugkrijgen. Soms zal dit slechts een paar euro zijn, maar het verschil kan ook oplopen tot enkele duizenden euro's (bruto). Omdat de eerder betaalde boeterente aftrekbaar voor belasting is, moet bij teruggaaf rekening worden gehouden met een uiteindelijk lagere netto-vergoeding.
Als een klant bij het afsluiten van zijn hypotheek een rentekorting heeft gekregen, kan dat invloed hebben op de hoogte van de boeterente. Vereniging Eigen Huis voorziet discussie over collectieve en individuele rentekortingen bij de toepassing van de AFM-leidraad. Individuele kortingen mogen niet worden meegenomen in de vergelijkingsrente, maar collectieve kortingen wel. Rentekortingen komen regelmatig voor, bijvoorbeeld als de klant al zijn bankzaken bij de hypotheekbank onderbrengt of als hij een huis in een nieuwbouwproject kocht. Maar vaak is het niet duidelijk of een klant een dergelijke korting heeft gekregen, hoe hoog die is en of het om een individuele of een collectieve korting gaat.
De AFM stelt vast dat banken bij de berekening van de boeterente het klantbelang niet altijd voorop hadden staan. Volgens de Vereniging Eigen Huis is het meer regel dan uitzondering dat geldverstrekkers de boeterente in hun eigen voordeel hebben afgerond.
Hoewel de AFM constateert dat er vóór 14 juli 2016 geen specifieke wettelijke regels golden voor de hoogte van de boeterente, doet de vereniging een appel op alle geldverstrekkers om nu hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Zij zouden met terugwerkende kracht van minimaal vijf jaar een herberekening van de boeterente moeten maken voor alle klanten die hun hypotheek hebben overgesloten, of die daarop extra hebben afgelost. Daarmee geven zij inhoud aan de collectieve belofte om de klant centraal te stellen zoals dat is neergelegd in de Code Banken.
Vanaf 2011 daalde de hypotheekrente sterk. Veel huiseigenaren die contractueel nog jarenlang aan een hoge rente vastzaten besloten hun hypotheek over te sluiten naar een lagere rente, om daarmee hun hypotheeklasten te verlagen. Hierdoor loopt de geldverstrekker de overeengekomen rentebetalingen voor de resterende rentevaste periode mis. Het geld dat de bank door de vervroegde aflossing eerder ontvangt kan echter opnieuw worden uitgeleend, tegen een lagere rente. De AFM is van mening dat het verschil tussen beide rentebetalingen het uitgangspunt moet zijn bij het berekenen van het financiële nadeel voor de bank.
Volgens de MCD-regelgeving mag de boeterente die de klant voor het vervroegd aflossen betaalt niet hoger zijn dan het financiële nadeel dat de bank daarvan ondervindt. Met de nieuwe richtlijn maakt de AFM een einde aan de praktijk dat geldverstrekkers de hoogte van de boeterente in hun eigen voordeel vaststelden, waardoor de boeterente hoger uitviel dan wanneer het klantbelang voorop zou hebben gestaan.
Vanaf 2012 ten 2016 hebben ruim 150.000 huiseigenaren een aanvraag in gediend om hun hypotheek over te sluiten en een boeterente betaald. Bedroeg de gemiddelde boete in 2012 gemiddeld nog Euro 2.650, door de daling van de rente is deze in 2016 opgelopen tot ruim Euro 10.500. Toepassing van de leidraad van de AFM zal volgens de vereniging voor veel overstappers tot gevolg hebben dat zij een deel van de boeterente terugkrijgen. Soms zal dit slechts een paar euro zijn, maar het verschil kan ook oplopen tot enkele duizenden euro's (bruto). Omdat de eerder betaalde boeterente aftrekbaar voor belasting is, moet bij teruggaaf rekening worden gehouden met een uiteindelijk lagere netto-vergoeding.
Als een klant bij het afsluiten van zijn hypotheek een rentekorting heeft gekregen, kan dat invloed hebben op de hoogte van de boeterente. Vereniging Eigen Huis voorziet discussie over collectieve en individuele rentekortingen bij de toepassing van de AFM-leidraad. Individuele kortingen mogen niet worden meegenomen in de vergelijkingsrente, maar collectieve kortingen wel. Rentekortingen komen regelmatig voor, bijvoorbeeld als de klant al zijn bankzaken bij de hypotheekbank onderbrengt of als hij een huis in een nieuwbouwproject kocht. Maar vaak is het niet duidelijk of een klant een dergelijke korting heeft gekregen, hoe hoog die is en of het om een individuele of een collectieve korting gaat.
Onderzoek van AFM bevestigt dat banken jarenlang te hoge boetes voor oversluiten hebben gerekend
De AFM heeft vandaag een leidraad gepubliceerd die voorschrijft hoe banken de oversluitboete moeten berekenen. Online hypotheekadviseur Ikbenfrits.nl heeft 26.500 dossiers doorgerekend en de huidige boeteberekening van de banken vergeleken met de berekening volgens de leidraad. Daaruit blijkt dat banken jaarlijks 200 miljoen euro teveel aan boetes aan hun klanten in rekening brengen.
Ikbenfrits.nl is de initiatiefnemer van de stichting Oversluitclaim die in september 2016 een collectieve actie is begonnen tegen de te hoge oversluitboetes.
De AFM heeft pas sinds 14 juli 2016 de bevoegdheid om er op toe te zien dat de banken niet te hoge oversluitboetes in rekening brengen. De leidraad van de AFM is een grote steun voor de collectieve actie die Oversluitclaim vorig jaar is gestart.
Ikbenfrits.nl is de initiatiefnemer van de stichting Oversluitclaim die in september 2016 een collectieve actie is begonnen tegen de te hoge oversluitboetes.
De AFM heeft pas sinds 14 juli 2016 de bevoegdheid om er op toe te zien dat de banken niet te hoge oversluitboetes in rekening brengen. De leidraad van de AFM is een grote steun voor de collectieve actie die Oversluitclaim vorig jaar is gestart.
vrijdag 17 maart 2017
BinckBank neemt het Nederlandse fintechbedrijf Pritle over
BinckBank neemt het Nederlandse fintechbedrijf Pritle over. Deze online vermogensbeheerder wil geautomatiseerd vermogensbeheer toegankelijk maken voor grote groepen Nederlandse beleggers.
Voor de overname van de bedrijfsactiviteiten betaalt BinckBank 12,5 miljoen euro, waarvan 7,5 miljoen in contanten en een bedrag van 5 miljoen in aandelen BinckBank.
Pritle biedt volgens BinckBank een ‘unieke combinatie van schaalbare hoogwaardige technologie en een gedreven start-up cultuur’ die aansluit bij zijn online dienstverlening voor Laten beleggen-oplossingen.
Beleggers kunnen al met een tientje beginnen en zelf een tijdpad en doel uitzetten. Ze worden daarbij begeleid met visualisaties en geautomatiseerde aanbevelingen.
Voor de overname van de bedrijfsactiviteiten betaalt BinckBank 12,5 miljoen euro, waarvan 7,5 miljoen in contanten en een bedrag van 5 miljoen in aandelen BinckBank.
Pritle biedt volgens BinckBank een ‘unieke combinatie van schaalbare hoogwaardige technologie en een gedreven start-up cultuur’ die aansluit bij zijn online dienstverlening voor Laten beleggen-oplossingen.
Beleggers kunnen al met een tientje beginnen en zelf een tijdpad en doel uitzetten. Ze worden daarbij begeleid met visualisaties en geautomatiseerde aanbevelingen.
Nieuw claimbedrijf biedt totaalpakket aan passagiers
Airline-Refund is een nieuw claimbedrijf voor passagiers. Dit bedrijf biedt passagiers een totaalpakket, door hen op no cure no pay basis te helpen bij het verkrijgen van hun vergoeding bij vlucht-, bagage- en treinclaims.
De nieuwe aanbieder helpt lucht- en treinpassagiers op basis van no cure no pay bij het claimen van hun vergoeding waar zij wettelijk recht op hebben. Het bedrijf wil zich onderscheiden door ook bagage- en treinclaims te behandelen, naast hulp bij vluchtclaims.
Het claimbedrijf ziet een groeiend aantal claimbedrijven die passagiers helpen bij vluchtclaims, terwijl er onvoldoende aandacht is voor bagage- en treinclaims. Vandaar dat Airline-Refund een totaalpakket biedt, claims worden uitsluitend behandeld door juristen. De succesfee (commissie) bedraagt 18% bij vluchtclaims, bagage- en treinclaims 15%.
Het bedrijf helpt luchtpassagiers bij het claimen van hun vergoeding bij een vertraagde of geannuleerde vlucht, gemiste aansluitende vlucht, overboeking of instapweigering. Ook kunnen luchtpassagiers terecht bij verlies van bagage, beschadigde of vertraagde bagage. Treinpassagiers worden geholpen bij verlies of beschadiging van bagage of vertraging, gemiste aansluiting of uitval van een treinreis.
De nieuwe aanbieder helpt lucht- en treinpassagiers op basis van no cure no pay bij het claimen van hun vergoeding waar zij wettelijk recht op hebben. Het bedrijf wil zich onderscheiden door ook bagage- en treinclaims te behandelen, naast hulp bij vluchtclaims.
Het claimbedrijf ziet een groeiend aantal claimbedrijven die passagiers helpen bij vluchtclaims, terwijl er onvoldoende aandacht is voor bagage- en treinclaims. Vandaar dat Airline-Refund een totaalpakket biedt, claims worden uitsluitend behandeld door juristen. De succesfee (commissie) bedraagt 18% bij vluchtclaims, bagage- en treinclaims 15%.
Het bedrijf helpt luchtpassagiers bij het claimen van hun vergoeding bij een vertraagde of geannuleerde vlucht, gemiste aansluitende vlucht, overboeking of instapweigering. Ook kunnen luchtpassagiers terecht bij verlies van bagage, beschadigde of vertraagde bagage. Treinpassagiers worden geholpen bij verlies of beschadiging van bagage of vertraging, gemiste aansluiting of uitval van een treinreis.
‘Boze aandeelhouder lijkt op boze kiezer’
Aandeelhouders gedragen zich soms net als boze en ongeruste kiezers, blijkt uit nieuw onderzoek van Hans van Oosterhout, hoogleraar Corporate Governance. Hun tegenstem op aandeelhoudersvergaderingen richt zich vaak niet op de inhoud van het voorstel, maar op het bestuur van de onderneming. Bedrijven zouden die tegenstemmen als wake up call moeten zien.
Aandeelhoudersvergaderingen hebben soms wat weg van parlementen in autoritaire staten. Voorstellen van de top van het bedrijf worden doorgaans afgehamerd, zonder al te veel kritische noten en tegenstemmen.
Tegenstemmers op aandeelhoudersvergaderingen zijn vaak relatief kleine aandeelhouders, zoals institutionele beleggers en kleine investeerders, zegt hoogleraar Van Oosterhout. Zij staan op grotere afstand tot het ondernemingsbestuur. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld rijke families die in het bezit zijn van grote hoeveelheden aandelen. Zij hebben doorgaans korte lijntjes met bestuurders en kunnen zo achter de schermen invloed uitoefenen op de koers van het bedrijf.
Tegenstemmende aandeelhouders hebben dus minder directe invloed en bij stemmingen zijn ze meestal ver in de minderheid. Het lukt ze in de praktijk dan ook amper om voorstellen van tafel te krijgen. Voor een artikel in Journal of Management Studies analyseerde hij 12.513 voorstellen, gedaan in aandeelhoudersvergadering van 717 bedrijven in vijftien West-Europese landen.
Op basis stelt Van Oosterhout dat ondernemingsbesturen er goed aan zouden doen te luisteren naar de morrende machteloze minderheid, zegt Van Oosterhout. Zulke tegenstemmen kunnen functioneren als de spreekwoordelijke kanarie in de mijn over het functioneren van het bestuur.
De onderzoekers concludeerden dit door het percentage tegenstemmen te relateren aan een aantal indicatoren van corporate governance (ondernemingsbestuur) van het bedrijf waarin gestemd wordt, zoals de hoogte van de salarissen van topmanagers. Bedrijven die hoog scoorden op een aantal van die karakteristieken bleken ook vaker tegenstemmen te incasseren tijdens de aandeelhoudersvergadering, zelfs na correctie voor de inhoud van het voorstel waarover gestemd wordt. Welk onderdeel van die corporate governance precies als problematisch wordt gezien door de aandeelhouders, hangt af van het dominante model van ondernemingsbestuur in het land, zo blijkt uit ook het onderzoek.
Zo hechten in vrijemarkteconomieën als het Verenigd Koninrijk en Ierland aandeelhouders vooral aan een zo hoog mogelijke aandeelhouderswaarde, zegt van Oosterhout. Zolang die maar gewaarborgd is, zijn hoge salarissen voor bestuurders en managers nauwelijks een bezwaar en is het percentage tegenstemmers laag, zo laten het onderzoek zien. Aandeelhouders in die landen worden wel onrustig van de aanwezigheid van bestuursleden die andere belangen vertegenwoordigen, zoals werknemers of het milieu. Dat leidt tot tegenstemmen.
In gecoördineerde markteconomieën als Duitsland en Oostenrijk hechten bedrijven ook aan een goede samenwerking met alle stakeholders. De aanwezigheid van bestuursleden die zulke partners vertegenwoordigen krijgen daar dus meer vertrouwen van de aandeelhouders dan in vrijemarkteconomieën.
Maar binnen deze zogenaamde ‘teamproductie-ideologie’ werken hoge salarissen voor managers vaker als een rode lap op aandeelhouders. Hoge salarissen zouden er namelijk voor kunnen zorgen dat het bestuur te veel de oren laat hangen naar slechts een van alle partijen: de aandeelhouders. Belangen van andere partijen zouden verwaarloosd kunnen raken en dat zou de zo gewaardeerde samenwerking in gevaar kunnen brengen. Bedrijven met hoge salarissen voor topmanagers kunnen in die landen dan ook op meer tegenstemmen rekenen tijdens aandeelhoudersvergaderingen.
Van Oosterhout ziet in de uitkomsten van zijn onderzoek parallellen met het stemgedrag van burgers in referenda. Zij zien daarin een kans zien om hun onvrede te uiten over de regering in plaats van te stemmen over het onderwerp dat op tafel ligt. En net zoals regeringen die deze onvrede als een signaal van de verontruste burgers kunnen zien, zo raadt Van Oosterhout ondernemingsbesturen aan de tegenstemmen te interpreteren als een oordeel over het gevoerde beleid. Zelfs een kleine percentage tegenstemmen zou voor hen aanleiding moeten zijn om op zoek te gaan naar de ware reden achter de onvrede, aldus de onderzoeker.
Aandeelhoudersvergaderingen hebben soms wat weg van parlementen in autoritaire staten. Voorstellen van de top van het bedrijf worden doorgaans afgehamerd, zonder al te veel kritische noten en tegenstemmen.
Tegenstemmers op aandeelhoudersvergaderingen zijn vaak relatief kleine aandeelhouders, zoals institutionele beleggers en kleine investeerders, zegt hoogleraar Van Oosterhout. Zij staan op grotere afstand tot het ondernemingsbestuur. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld rijke families die in het bezit zijn van grote hoeveelheden aandelen. Zij hebben doorgaans korte lijntjes met bestuurders en kunnen zo achter de schermen invloed uitoefenen op de koers van het bedrijf.
Tegenstemmende aandeelhouders hebben dus minder directe invloed en bij stemmingen zijn ze meestal ver in de minderheid. Het lukt ze in de praktijk dan ook amper om voorstellen van tafel te krijgen. Voor een artikel in Journal of Management Studies analyseerde hij 12.513 voorstellen, gedaan in aandeelhoudersvergadering van 717 bedrijven in vijftien West-Europese landen.
Op basis stelt Van Oosterhout dat ondernemingsbesturen er goed aan zouden doen te luisteren naar de morrende machteloze minderheid, zegt Van Oosterhout. Zulke tegenstemmen kunnen functioneren als de spreekwoordelijke kanarie in de mijn over het functioneren van het bestuur.
De onderzoekers concludeerden dit door het percentage tegenstemmen te relateren aan een aantal indicatoren van corporate governance (ondernemingsbestuur) van het bedrijf waarin gestemd wordt, zoals de hoogte van de salarissen van topmanagers. Bedrijven die hoog scoorden op een aantal van die karakteristieken bleken ook vaker tegenstemmen te incasseren tijdens de aandeelhoudersvergadering, zelfs na correctie voor de inhoud van het voorstel waarover gestemd wordt. Welk onderdeel van die corporate governance precies als problematisch wordt gezien door de aandeelhouders, hangt af van het dominante model van ondernemingsbestuur in het land, zo blijkt uit ook het onderzoek.
Zo hechten in vrijemarkteconomieën als het Verenigd Koninrijk en Ierland aandeelhouders vooral aan een zo hoog mogelijke aandeelhouderswaarde, zegt van Oosterhout. Zolang die maar gewaarborgd is, zijn hoge salarissen voor bestuurders en managers nauwelijks een bezwaar en is het percentage tegenstemmers laag, zo laten het onderzoek zien. Aandeelhouders in die landen worden wel onrustig van de aanwezigheid van bestuursleden die andere belangen vertegenwoordigen, zoals werknemers of het milieu. Dat leidt tot tegenstemmen.
In gecoördineerde markteconomieën als Duitsland en Oostenrijk hechten bedrijven ook aan een goede samenwerking met alle stakeholders. De aanwezigheid van bestuursleden die zulke partners vertegenwoordigen krijgen daar dus meer vertrouwen van de aandeelhouders dan in vrijemarkteconomieën.
Maar binnen deze zogenaamde ‘teamproductie-ideologie’ werken hoge salarissen voor managers vaker als een rode lap op aandeelhouders. Hoge salarissen zouden er namelijk voor kunnen zorgen dat het bestuur te veel de oren laat hangen naar slechts een van alle partijen: de aandeelhouders. Belangen van andere partijen zouden verwaarloosd kunnen raken en dat zou de zo gewaardeerde samenwerking in gevaar kunnen brengen. Bedrijven met hoge salarissen voor topmanagers kunnen in die landen dan ook op meer tegenstemmen rekenen tijdens aandeelhoudersvergaderingen.
Van Oosterhout ziet in de uitkomsten van zijn onderzoek parallellen met het stemgedrag van burgers in referenda. Zij zien daarin een kans zien om hun onvrede te uiten over de regering in plaats van te stemmen over het onderwerp dat op tafel ligt. En net zoals regeringen die deze onvrede als een signaal van de verontruste burgers kunnen zien, zo raadt Van Oosterhout ondernemingsbesturen aan de tegenstemmen te interpreteren als een oordeel over het gevoerde beleid. Zelfs een kleine percentage tegenstemmen zou voor hen aanleiding moeten zijn om op zoek te gaan naar de ware reden achter de onvrede, aldus de onderzoeker.
donderdag 16 maart 2017
René Frijters neemt afscheid van Knab
René Frijters vertrekt per 1 mei bij Knab. Knab heeft inmiddels ruim 125.000 klanten, en gaat nu de fase in van start-up naar scale-up. Daarom is het managementteam uitgebreid. Dat team heeft de afgelopen maanden bekeken hoe de online bank zich de komende jaren moet ontwikkelen.
Er is overeenstemming over waar Knab heen moet, maar er is een verschil van inzicht ontstaan over hoe ernaar toe gaan.
Frijters: ‘Ik heb met ontzettend veel plezier en passie met het Knab team en met onze klanten de afgelopen 7 jaar aan Knab gewerkt. Ik vind het jammer om Knab te verlaten, maar ben blij dat ik de vrijheid heb om deze keuze te kunnen maken.'
Er is overeenstemming over waar Knab heen moet, maar er is een verschil van inzicht ontstaan over hoe ernaar toe gaan.
Frijters: ‘Ik heb met ontzettend veel plezier en passie met het Knab team en met onze klanten de afgelopen 7 jaar aan Knab gewerkt. Ik vind het jammer om Knab te verlaten, maar ben blij dat ik de vrijheid heb om deze keuze te kunnen maken.'
Oud-premier Balkenende commissaris ING
ING wil oud-premier Jan Peter Balkenende aanstellen als commissaris. De aandeelhouders mogen zich op de jaarvergadering van 8 mei uitspreken over de voorgenomen benoeming.
Ook Hans Wijers, voormalig minister van Economische Zaken en oud-topman van AkzoNobel, krijgt een rol in de toezichthoudende raad.
Ook Margarete Haase, financieel directeur van de Duitse motoren- en tractorfabrikant Deutz, komt de bank versterken.
Ook Hans Wijers, voormalig minister van Economische Zaken en oud-topman van AkzoNobel, krijgt een rol in de toezichthoudende raad.
Ook Margarete Haase, financieel directeur van de Duitse motoren- en tractorfabrikant Deutz, komt de bank versterken.
Van Lanschot wordt Van Lanschot Kempen
Van Lanschot wil de naam van het tien jaar geleden overgenomen dochterbedrijf Kempen voortaan opnemen in de eigen bedrijfsnaam. De aandeelhouders moeten daartoe op de jaarvergadering van 6 april hun fiat geven. In plaats van een exclusieve bank voor welgestelden en familiebedrijven, wil de firma een vermogensbeheerder zijn die voor een breed publiek toegankelijk is.
Technologische ontwikkelingen bepalend in vooruitziend toezicht AFM
De AFM houdt scherp toezicht in een steeds sneller veranderende financiële wereld. Vooruitblikken op nieuwe risico’s, problemen vroegtijdig aanpakken en voorkomen, dat is de inzet van de AFM voor 2017. Vooral op markten waar de consumenten hard geraakt kunnen worden, zoals die van consumptief krediet, hypotheken, pensioen en beleggen. De AFM blijft haar toezicht versterken en vernieuwen om zo financieel leed te voorkomen bij consumenten en te zorgen voor goed functionerende financiële markten.
De financiële wereld wordt door de voortdurende lage rente, en technologische en internationale ontwikkelingen steeds complexer. Hierdoor ontstaan kansen op een betere dienstverlening voor consumenten, maar ook nieuwe risico’s. In de Agenda 2017 signaleert de AFM de belangrijke risico’s en maakt zij zichtbaar wat de toezichtaanpak is om deze te verkleinen en problemen vóór te zijn. Om de risico’s effectief aan te pakken, richt de AFM zich op een aantal prioriteiten:
Door de lage rente op spaargeld zijn consumenten op zoek naar alternatieven met een hoger rendement, waardoor ze ook meer risico kunnen lopen. De AFM zet in op de bestrijding van illegale aanbieders en blijft waarschuwen voor riskante financiële producten. In 2017 bereidt de AFM een reclameverbod voor, gericht op schadelijke producten die overigens steeds vaker uit het buitenland worden aangeboden. Het gaat daarbij om risicovolle beleggingsproducten, zoals binaire opties en flitskredieten met een zeer hoge kredietvergoeding.
Ook zet de AFM haar activiteiten voort gericht op het oplossen van de problematiek met rentekredieten waarop nauwelijks wordt afgelost. In 2017 moeten al deze kredieten zijn omgezet in een lening waarop wél wordt afgelost. Hiermee blijft overkreditering een belangrijk speerpunt.
Er blijft in 2017 veel aandacht voor transparantie en informatieverstrekking. Dit is echter niet genoeg. Vanuit de gedragswetenschapen is bekend dat consumenten niet altijd rationeel keuzes maken en worden beïnvloed door de wijze waarop informatie wordt gepresenteerd. De AFM wil daarom dat marktpartijen kritisch kijken naar de wijze waarop ze informatie aanbieden. In 2017 richt de AFM zich bijvoorbeeld op de verbetering van de wijze waarop consumptief krediet op financiële websites wordt aangeboden.
Daarnaast wil de AFM voorkomen dat huizenbezitters met problematische hypothecaire leningen aan het einde van de looptijd met een schuld blijven zitten. Het gaat dan om bepaalde kwetsbare groepen met aflossingsvrije hypotheken of beleggingshypotheken die onvoldoende renderen. Hypotheekaanbieders moeten deze klanten actief gaan benaderen en helpen om alternatieven te vinden.
De financiële wereld wordt door de voortdurende lage rente, en technologische en internationale ontwikkelingen steeds complexer. Hierdoor ontstaan kansen op een betere dienstverlening voor consumenten, maar ook nieuwe risico’s. In de Agenda 2017 signaleert de AFM de belangrijke risico’s en maakt zij zichtbaar wat de toezichtaanpak is om deze te verkleinen en problemen vóór te zijn. Om de risico’s effectief aan te pakken, richt de AFM zich op een aantal prioriteiten:
Door de lage rente op spaargeld zijn consumenten op zoek naar alternatieven met een hoger rendement, waardoor ze ook meer risico kunnen lopen. De AFM zet in op de bestrijding van illegale aanbieders en blijft waarschuwen voor riskante financiële producten. In 2017 bereidt de AFM een reclameverbod voor, gericht op schadelijke producten die overigens steeds vaker uit het buitenland worden aangeboden. Het gaat daarbij om risicovolle beleggingsproducten, zoals binaire opties en flitskredieten met een zeer hoge kredietvergoeding.
Ook zet de AFM haar activiteiten voort gericht op het oplossen van de problematiek met rentekredieten waarop nauwelijks wordt afgelost. In 2017 moeten al deze kredieten zijn omgezet in een lening waarop wél wordt afgelost. Hiermee blijft overkreditering een belangrijk speerpunt.
Er blijft in 2017 veel aandacht voor transparantie en informatieverstrekking. Dit is echter niet genoeg. Vanuit de gedragswetenschapen is bekend dat consumenten niet altijd rationeel keuzes maken en worden beïnvloed door de wijze waarop informatie wordt gepresenteerd. De AFM wil daarom dat marktpartijen kritisch kijken naar de wijze waarop ze informatie aanbieden. In 2017 richt de AFM zich bijvoorbeeld op de verbetering van de wijze waarop consumptief krediet op financiële websites wordt aangeboden.
Daarnaast wil de AFM voorkomen dat huizenbezitters met problematische hypothecaire leningen aan het einde van de looptijd met een schuld blijven zitten. Het gaat dan om bepaalde kwetsbare groepen met aflossingsvrije hypotheken of beleggingshypotheken die onvoldoende renderen. Hypotheekaanbieders moeten deze klanten actief gaan benaderen en helpen om alternatieven te vinden.