Veel huizenbezitters overwegen vanwege de lage rentestand vervroegd af te lossen op hun hypotheek of over te sluiten. Soms moet hiervoor een vergoeding worden betaald. Deze vergoeding mag sinds 14 juli 2016 - met de inwerkingtreding van nieuwe Europese regelgeving (MCD) - niet groter zijn dan het financiƫle nadeel dat aanbieders daardoor hebben. Ook moeten banken hun klanten duidelijk uitleggen hoe de vergoeding is berekend. Vanwege de nieuwe regelgeving onderzocht de AFM de wijze waarop aanbieders de vergoeding voor vervroegde aflossing berekenen. Hierbij kwam de AFM verschillende rekenmethoden tegen. Vandaag publiceert de AFM in de leidraad vier uitgangspunten voor aanbieders om duidelijk te maken op welke wijze voldaan kan worden aan de nieuwe regels.
Elze Vonk, Hoofd Financieren en Verzekeren: ‘Het berekenen van de vergoedingsrente is complex, dat vinden de meeste klanten ook. De afgelopen maanden hebben we hierover constructief met de AFM gesproken. In de basis bevestigt de AFM de methodiek die banken toepassen; de netto contante waarde-methode blijft het vertrekpunt. Voor de variabelen die daarbij worden gebruikt kiest AFM voor marktbrede uniformering in het voordeel voor de klant. Dit leidt in een aantal gevallen tot een lagere vergoeding. Het betekent ook dat we niet altijd ons financieel nadeel volledig gecompenseerd krijgen. We hechten aan het belang van transparantie voor de klant en eenduidigheid in de sector. We accepteren dan ook de uitgangspunten die de AFM stelt’.
De Rabobank verwacht dat de kosten voor de herstelactie zo’n € 5 mln zal bedragen. Gemiddeld zo’n 200 euro voor 10.000 klanten, die sinds 14 juli 2014 een vergoeding hebben betaald bij de Rabobank. Desbetreffende klanten hoeven hierover geen contact met de bank op te nemen. De Rabobank verwacht dat het merendeel van de klanten voor de zomervakantie het eventuele verschilbedrag zal terug ontvangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.