dinsdag 7 maart 2017

Vermogen van 65-plushuishoudens stuk omhoog

Het gemiddelde inkomen en het doorsnee vermogen van 65-plushuishoudens zijn er in twintig jaar tijd meer op vooruitgegaan dan het inkomen en het vermogen van het gemiddelde huishouden. Tot 2009 ging de koopkracht van ouderen er in merendeel jaarlijks op vooruit, vanaf 2009 ging de koopkracht van ouderen er in de meeste jaren op achteruit. Ten opzichte van twintig jaar geleden zijn er nu meer 65-plushoudens met een eigen woning, maar ook meer met een netto-schuld. Dat meldt het CBS op basis van nu beschikbare cijfers naar aanleiding van vragen van verschillende media.

Gemiddeld hebben 65-plushuishoudens van nu een hoger inkomen dan die van twintig jaar terug. Het inkomen van ouderen lag naar het prijspeil van 2015 bijna 30 procent hoger dan van de generatie ouderen in 1995. Het gemiddelde inkomen van huishoudens groeide in de periode 1995-2015 met ruim een kwart. Het besteedbaar inkomen van een alleenstaande 65-plusser bedroeg in 2015 gemiddeld 23 duizend euro, dat van een 65-pluspaar 40 duizend euro.

De stijging van het besteedbaar inkomen van ouderen hangt mede samen met de toename van het aantal vrouwen die naast hun AOW een aanvullend pensioen ontvangen. Daarnaast zijn latere generaties ouderen hoger opgeleid en hebben zij meer aanvullend pensioen opgebouwd dan eerdere generaties.



De koopkracht van ouderen is in de periode 1995-2009 vrijwel jaarlijks gestegen, zij het telkens iets minder dan die van de doorsnee bevolking. Na 2009 gingen ouderen er (meer dan gemiddeld) op achteruit. Het koopkrachtherstel in 2014 was minder dan gemiddeld. In 2015 kenden ouderen nog een licht koopkrachtverlies, terwijl de koopkracht van de totale bevolking erop vooruitging.

Bij de koopkrachtontwikkeling wordt per jaarovergang steeds naar de verandering in inkomen bij dezelfde mensen gekeken. De meeste 65-plussers maken geen grote inkomenssprongen meer als gevolg van het vinden van een baan, het krijgen van een bonus of loonsverhoging, of het maken van promotie. Daardoor is hun koopkrachtontwikkeling lager dan die van de totale bevolking.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.