Beleidsdekkingsgraad pensioenfondsen eind juni 2017 op 101,9%
De gemiddelde beleidsdekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen is in het tweede kwartaal van 2017 gestegen met 2,1 procentpunt en kwam eind juni uit op 101,9 procent.
Daarmee lag deze dekkingsgraad onder de minimaal vereiste dekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is de dekkingsgraad waarop pensioenfondsen hun beleidsbeslissingen baseren en wordt berekend als het gemiddelde van de dekkingsgraden van de laatste twaalf maanden. De dekkingsgraad gebaseerd op dagelijkse marktinformatie is in het tweede kwartaal van 2017 gestegen met 1,5 procentpunt naar 106,5 procent. Precies een jaar geleden was deze dekkingsgraad 96,6 procent.
De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen de waarde van de beleggingen van pensioenfondsen enerzijds en de waarde van de pensioenverplichtingen anderzijds. De totale waarde van de pensioenverplichtingen daalde in het tweede kwartaal met EUR 21,2 miljard naar 1208,1 miljard euro eind juni. Dit werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door een stijging van de rentetermijnstructuur waarmee de pensioenverplichtingen worden berekend. Zo steeg in het tweede kwartaal voor een looptijd van 30 jaar de rente met bijna 13 basispunten. Deze stijging was minder hoog dan die van het eerste kwartaal van 2017, toen de rente voor dezelfde looptijd met ruim 40 basispunten steeg. De waarde van de beschikbare middelen nam in het tweede kwartaal af met EUR 4,1 miljard naar 1286,1 miljard.
Daarmee lag deze dekkingsgraad onder de minimaal vereiste dekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is de dekkingsgraad waarop pensioenfondsen hun beleidsbeslissingen baseren en wordt berekend als het gemiddelde van de dekkingsgraden van de laatste twaalf maanden. De dekkingsgraad gebaseerd op dagelijkse marktinformatie is in het tweede kwartaal van 2017 gestegen met 1,5 procentpunt naar 106,5 procent. Precies een jaar geleden was deze dekkingsgraad 96,6 procent.
De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen de waarde van de beleggingen van pensioenfondsen enerzijds en de waarde van de pensioenverplichtingen anderzijds. De totale waarde van de pensioenverplichtingen daalde in het tweede kwartaal met EUR 21,2 miljard naar 1208,1 miljard euro eind juni. Dit werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door een stijging van de rentetermijnstructuur waarmee de pensioenverplichtingen worden berekend. Zo steeg in het tweede kwartaal voor een looptijd van 30 jaar de rente met bijna 13 basispunten. Deze stijging was minder hoog dan die van het eerste kwartaal van 2017, toen de rente voor dezelfde looptijd met ruim 40 basispunten steeg. De waarde van de beschikbare middelen nam in het tweede kwartaal af met EUR 4,1 miljard naar 1286,1 miljard.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.