Hoogontwikkelde landen kanaliseren bijna 50% van waardestromen naar belastingparadijzen
Wereldwijd zijn slechts vijf landen verantwoordelijk voor het kanaliseren van 47 procent van de offshore-investeringen van multinationals richting belastingparadijzen. Bovenaan de lijst, die uitsluitend uit hoogontwikkelde landen bestaat, staan Nederland en Groot-Brittannië als doorstroomland voor respectievelijk 23 en 14 procent van alle offshore-investeringstromen vanuit belastingparadijzen. Dit blijkt uit een analyse van de onderzoeksgroep CORPNET van de Universiteit van Amsterdam.
Een Offshore Financial Center (OFC) is een jurisdictie (vaak een land) dat zakelijke en financiële diensten verleend aan bedrijven die niet in het rechtsgebied zijn gevestigd, op een schaal die veel groter is dan de economie van die jurisdictie. Het onderzoek is gemotiveerd door de populariteit van deze OFC’s onder grote multinationals om hun kapitaal over grenzen te verplaatsen en zo (legaal) hun belasting te verminderen. De mogelijke rol van Nederland als doorvoerland van investeringen vanuit OFCs is momenteel onderwerp van discussie, ondermeer bij de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale Constructies begin juli.
CORPNET wil het verhitte debat over belastingparadijzen en offshore-transacties transparanter maken. Eelke Heemskerk, universitair hoofddocent bij de afdeling Politicologie en hoofdonderzoeker van CORPNET: ‘Het is vreemd dat we nog steeds geen algemeen geaccepteerde definitie van OFC’s hebben, ondanks hun omstreden rol. Het bepalen wie nu een OFC is, wordt dan ook steeds sterker gepolitiseerd. We hebben daarom een team samengesteld van politicologen én informatici. Door deze samenwerking hebben we een nieuwe ‘big data’-gedreven benadering kunnen ontwikkelen die op een slimme manier de eigendomsstructuren van bedrijven analyseert, en meet hoe zij gebruikmaken van bepaalde landen en rechtsgebieden. We hebben daarvoor algoritmen ontwikkeld die het wereldwijde netwerk analyseren van 98 miljoen bedrijven en 71 miljoen eigendomsrelaties, met verrassende uitkomsten.’
Doorstroomlanden (conduit OFCs) zijn groen omcirkeld, de Sink OFCs rood. De grootte van een land is proportioneel aan de offshore investeringen die door het land lopen en de kleur proportioneel aan de mate waarin ze een sink OFC zijn (blauw = geen sink; rood = sink). The grootte van de pijlen is proportioneel aan de investeringsstroom tussen twee landen en de kleur aan de omvang (blauw = lager dan verwacht gegeven de omvang van de economie; rood = hoger dan verwacht).
Voorheen werd in onderzoek naar OFC’s vooral gekeken naar landelijke statistieken zoals Directe Buitenlandse Investeringen. Deze cijfers geven echter geen inzicht in hoe Offshore Finance van land naar land stroomt. De doorstroomlanden blijven daardoor onbekend. Met de netwerkanalyse op basis van gedetailleerde bedrijfsinformatie kan nu achterhaald worden waar investeringsstromen beginnen, waar ze eindigen en via welke tussenbestemmingen ze lopen. Op basis van deze informatie onderscheiden de onderzoekers twee soorten OFC’s: de sink-OFC’s (typische belastingparadijzen die buitenlands kapitaal aantrekken en vasthouden) en conduit-OFC’s (doorstroomlanden waarlangs disproportionele bedragen naar de belastingparadijzen worden gesluisd).
CORPNET laat zien dat er wereldwijd 24 van zulke sink-OFC’s zijn, waaronder de welbekende offshore-gebieden als Luxemburg, Hongkong, de Britse Maagdeneilanden, Bermuda, Jersey en de Kaaimaneilanden. Er zijn slechts vijf landen die als conduit-OFC’s opereren: Nederland, Groot-Brittannië, Ierland, Singapore en Zwitserland. Gezamenlijk sluizen deze landen 47% van de offshore-investeringen van bedrijven naar sink-OFC’s. Nederland en Groot-Brittannië zijn daarbij de grootste spelers met respectievelijk 23% en 14% aandeel, gevolgd door Zwitserland met 6%, Singapore met 2% en Ierland met 1%.
Een Offshore Financial Center (OFC) is een jurisdictie (vaak een land) dat zakelijke en financiële diensten verleend aan bedrijven die niet in het rechtsgebied zijn gevestigd, op een schaal die veel groter is dan de economie van die jurisdictie. Het onderzoek is gemotiveerd door de populariteit van deze OFC’s onder grote multinationals om hun kapitaal over grenzen te verplaatsen en zo (legaal) hun belasting te verminderen. De mogelijke rol van Nederland als doorvoerland van investeringen vanuit OFCs is momenteel onderwerp van discussie, ondermeer bij de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale Constructies begin juli.
CORPNET wil het verhitte debat over belastingparadijzen en offshore-transacties transparanter maken. Eelke Heemskerk, universitair hoofddocent bij de afdeling Politicologie en hoofdonderzoeker van CORPNET: ‘Het is vreemd dat we nog steeds geen algemeen geaccepteerde definitie van OFC’s hebben, ondanks hun omstreden rol. Het bepalen wie nu een OFC is, wordt dan ook steeds sterker gepolitiseerd. We hebben daarom een team samengesteld van politicologen én informatici. Door deze samenwerking hebben we een nieuwe ‘big data’-gedreven benadering kunnen ontwikkelen die op een slimme manier de eigendomsstructuren van bedrijven analyseert, en meet hoe zij gebruikmaken van bepaalde landen en rechtsgebieden. We hebben daarvoor algoritmen ontwikkeld die het wereldwijde netwerk analyseren van 98 miljoen bedrijven en 71 miljoen eigendomsrelaties, met verrassende uitkomsten.’
Doorstroomlanden (conduit OFCs) zijn groen omcirkeld, de Sink OFCs rood. De grootte van een land is proportioneel aan de offshore investeringen die door het land lopen en de kleur proportioneel aan de mate waarin ze een sink OFC zijn (blauw = geen sink; rood = sink). The grootte van de pijlen is proportioneel aan de investeringsstroom tussen twee landen en de kleur aan de omvang (blauw = lager dan verwacht gegeven de omvang van de economie; rood = hoger dan verwacht).
Voorheen werd in onderzoek naar OFC’s vooral gekeken naar landelijke statistieken zoals Directe Buitenlandse Investeringen. Deze cijfers geven echter geen inzicht in hoe Offshore Finance van land naar land stroomt. De doorstroomlanden blijven daardoor onbekend. Met de netwerkanalyse op basis van gedetailleerde bedrijfsinformatie kan nu achterhaald worden waar investeringsstromen beginnen, waar ze eindigen en via welke tussenbestemmingen ze lopen. Op basis van deze informatie onderscheiden de onderzoekers twee soorten OFC’s: de sink-OFC’s (typische belastingparadijzen die buitenlands kapitaal aantrekken en vasthouden) en conduit-OFC’s (doorstroomlanden waarlangs disproportionele bedragen naar de belastingparadijzen worden gesluisd).
CORPNET laat zien dat er wereldwijd 24 van zulke sink-OFC’s zijn, waaronder de welbekende offshore-gebieden als Luxemburg, Hongkong, de Britse Maagdeneilanden, Bermuda, Jersey en de Kaaimaneilanden. Er zijn slechts vijf landen die als conduit-OFC’s opereren: Nederland, Groot-Brittannië, Ierland, Singapore en Zwitserland. Gezamenlijk sluizen deze landen 47% van de offshore-investeringen van bedrijven naar sink-OFC’s. Nederland en Groot-Brittannië zijn daarbij de grootste spelers met respectievelijk 23% en 14% aandeel, gevolgd door Zwitserland met 6%, Singapore met 2% en Ierland met 1%.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.